Afgeleide principes
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Afgeleide principes zijn richtinggevende afspraken die NORA's basisprincipes realiseren.
Overzicht[bewerken]
- Diensten zijn herbruikbaar (De dienst is zodanig opgezet, dat andere organisaties deze in eigen diensten kunnen hergebruiken)
- Ontkoppelen met diensten (De stappen uit het dienstverleningsproces zijn ontsloten als dienst.)
- Diensten vullen elkaar aan (De dienst vult andere diensten aan en overlapt deze niet)
- Positioneer de dienst (De dienst is helder gepositioneerd in het dienstenaanbod.)
- Nauwkeurige dienstbeschrijving (De dienst is nauwkeurig beschreven.)
- Gebruik standaard oplossingen (De dienst maakt gebruik van standaard oplossingen)
- Gebruik de landelijke bouwstenen (De dienst maakt gebruik van de landelijke bouwstenen e-overheid)
- Gebruik open standaarden (De dienst maakt gebruik van open standaarden)
- Voorkeurskanaal internet (De dienst kan via internet worden aangevraagd)
- Aanvullend kanaal (De dienst kan, behalve via internet, via minimaal één ander kanaal voor persoonlijk contact worden aangevraagd.)
- Gelijkwaardig resultaat ongeacht kanaal (Het resultaat van de dienst is gelijkwaardig, ongeacht het kanaal waarlangs de dienst wordt aangevraagd of geleverd.)
- Eenmalige uitvraag (Afnemers wordt niet naar reeds bekende informatie gevraagd)
- Bronregistraties zijn leidend (Alle gebruikte informatieobjecten zijn afkomstig uit een bronregistratie.)
- Terugmelden aan bronhouder (Bij gerede twijfel aan de juistheid van informatie, meldt de dienstverlener dit aan de verantwoordelijke bronhouder)
- Doelbinding (AP) (Het doel waarvoor informatie wordt (her)gebruikt is verenigbaar met het doel waarvoor deze oorspronkelijk is verzameld.)
- Identificatie informatie-objecten (Informatieobjecten zijn uniek geïdentificeerd)
- Informatie-objecten systematisch beschreven (De aan de dienst gerelateerde informatieobjecten zijn, uniek geïdentificeerd, in een informatiemodel beschreven.)
- Ruimtelijke informatie via locatie (De dienst ontsluit ruimtelijke informatie locatiegewijs.)
- Perspectief gebruiker (De gebruiker staat aantoonbaar centraal gedurende het (door-)ontwikkelen van diensten en ondersteunende systemen.)
- Persoonlijke benadering (De dienst benadert geïdentificeerde afnemers op persoonlijke wijze.)
- Bundeling van diensten (De dienst wordt gebundeld met verwante diensten zodat deze samen met één aanvraag afgenomen kunnen worden.)
- No wrong door (Overheidsloketten verwijzen gericht door naar de dienst)
- Automatische dienstverlening (De dienst wordt na bepaalde signalen automatisch geleverd.)
- Proactief aanbieden (De dienst ondersteunt proactiviteit van dienstverleners binnen en buiten de organisatie)
- Transparante dienstverlening (Afnemers worden geïnformeerd over de stand van zaken bij de gevraagde dienst.)
- Afnemer heeft inzage (De afnemer heeft inzage in de eigen informatie en het gebruik er van)
- Een verantwoordelijke organisatie (Eén organisatie is verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de dienst)
- Afspraken vastgelegd (Dienstverlener en afnemer hebben afspraken vastgelegd over de levering van de dienst)
- De dienstverlener voldoet aan de norm (De dienstverlener draagt zelf de consequenties wanneer de dienst afwijkt van afspraken en standaarden.)
- Verantwoording dienstlevering mogelijk (De wijze waarop een dienst geleverd is, kan worden verantwoord)
- PDCA-cyclus in besturing kwaliteit (De kwaliteit van de dienst wordt bestuurd op basis van cyclische terugkoppeling.)
- Sturing kwaliteit op het hoogste niveau (Sturing op de kwaliteit van de dienst is verankerd op het hoogste niveau van de organisatie)
- Baseline kwaliteit diensten (De dienst voldoet aan de baseline kwaliteit.)
- Verantwoording besturing kwaliteit (De dienstverlener legt verantwoording af over de mate van control, in overleg met de afnemer.)
- Continuïteit van de dienst (De levering van de dienst is continu gewaarborgd.)
- Uitgangssituatie herstellen (Wanneer de levering van een dienst mislukt, wordt de uitgangssituatie hersteld)
- Identificatie authenticatie en autorisatie (Dienstverlener en afnemer zijn geauthenticeerd wanneer de dienst een vertrouwelijk karakter heeft)
- Informatiebeveiliging door zonering en filtering (De betrokken faciliteiten zijn gescheiden in zones.)
- Controle op juistheid volledigheid en tijdigheid (De betrokken systemen controleren informatie-objecten op juistheid, volledigheid en tijdigheid.)
- Onweerlegbaarheid (principe) (De onweerlegbaarheid van berichtenuitwisseling wordt gegarandeerd door wederzijdse authenticatie en door versleuteling van elektronische handtekeningen.)
- Beschikbaarheid (De beschikbaarheid van de dienst voldoet aan de met de afnemer gemaakte continuïteitsafspraken.)
- Integriteit (De dienstverlener waarborgt de integriteit van gegevens en systeemfuncties.)
- Vertrouwelijkheid (principe) (De dienstverlener verschaft alleen geautoriseerde afnemers toegang tot vertrouwelijke gegevens.)
- Controleerbaarheid (De dienstverlener zorgt ervoor dat de beoogde toegang tot gegevens en de juiste werking van zijn systemen continu alsook achteraf te controleren is.)