Basisregistratie: verschil tussen versies

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
(sjabloon stelsel)
Regel 1: Regel 1:
__NOGLOSSARY__
__NOGLOSSARY__{{Stelsel van Basisregistraties}}
{{Begrip
{{Begrip
|Definitie=Een kwalitatief hoogwaardig en met expliciete garanties voor de borging van die kwaliteit omklede registratie van vitale en/of veelvuldig benodigde gegevens.
|Definitie=Een kwalitatief hoogwaardig en met expliciete garanties voor de borging van die kwaliteit omklede registratie van vitale en/of veelvuldig benodigde gegevens.

Versie van 23 jul 2014 13:56



Beschrijving:


Bron:
Vastgesteld in: niet vastgesteld



Wordt op andere pagina's toegelicht met een 'tooltip': NeeDe basisregistratie is de elementaire bouwsteen van het Stelsel van Basisregistraties. Een basisregistratie is een kwalitatief hoogwaardig en met expliciete garanties voor de borging van die kwaliteit omklede registratie van vitale en/of veelvuldig benodigde gegevens. Een basisregistratie is bij wet als de enig officieel erkende registratie voor de betreffende, authentieke, gegevens aangemerkt. Deze authentieke gegevens worden verplicht gebruikt door alle instanties met een publieke taak en zo mogelijk ook door private organisaties, tenzij het gebruik om zwaarwegende redenen zoals privacybescherming expliciet is uitgesloten.[1]

In de wet of in een algemene maatregel van bestuur ligt vast welke gegevens van de basisregistratie authentiek zijn. Gegevens kunnen alleen authentiek zijn, als de overheid in kan staan voor de kwaliteit er van. Een basisregistratie bevat naast de authentieke, verplicht te gebruiken gegevens ook niet-authentieke gegevens waarvoor gebruik wenselijk is.

Iedere basisregistratie voldoet aan de volgende twaalf eisen:[2]

  1. De registratie is bij wet geregeld.
  2. De afnemers hebben een terugmeldplicht.
  3. De basisregistratie wordt verplicht gebruikt door de hele overheid.
  4. Er is duidelijkheid over de aansprakelijkheid.
  5. De realisatie en exploitatie geschieden tegen redelijke kosten en er is eenduidigheid over de verdeling ervan.
  6. Er is duidelijkheid over inhoud en bereik van de registratie.
  7. Er zijn sluitende afspraken en procedures tussen de houder van het register enerzijds en de leveranciers en de afnemers van gegevens anderzijds.
  8. Er zijn duidelijke procedures met betrekking tot de toegankelijkheid van de basisregistratie.
  9. Er is een stringent regime van kwaliteitsborging.
  10. Er is vastgelegd dat en hoe afnemers van gegevens op een niet-vrijblijvende wijze betrokken worden bij de besluitvorming over de registratie.
  11. De positie van de basisregistratie binnen het stelsel van basisregistraties is duidelijk en de relaties met de basisregistraties zijn beschreven.
  12. De zeggenschap over de basisregistratie berust bij een bestuursorgaan en er is een minister verantwoordelijk voor het realiseren, respectievelijk het functioneren van de registratie.


Deze taken van een basisregistratie zijn verdeeld over de volgende rollen:

  • Registratiehouder (ook wel ‘eigenaar’): De registratiehouder is het voor de basisregistratie bestuurlijk verantwoordelijke ministerie dat ook opdrachtgever is voor de ‘verstrekker’.[3] Een basisregistratie heeft één registratiehouder. De registratiehouder is verantwoordelijk voor het besturen van de basisregistratie: het bepalen en creëren van de wettelijke, financiële en organisatorische kaders en voorwaarden voor de basisregistratie.
  • Toezichthouder: De toezichthouder is de partij die er voor verantwoordelijk is dat wordt toegezien of de basisregistratie conform eisen, afspraken en wetgeving opereert. Een basisregistratie heeft één of meer verantwoordelijken voor toezicht. Over het algemeen is de registratiehouder verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de bepalingen die in de wet voor de basisregistratie zijn opgenomen.[4] Op het moment van schrijven is het toezicht voor de meeste basisregistraties ingevuld met periodieke audits door onafhankelijke partijen in opdracht van de registratiehouder en/of verstrekker en/of bronhouders. Voor één basisregistratie, de WOZ, is een aparte toezichthouder benoemd.
  • Bronhouder: Een bronhouder is verantwoordelijk voor het inwinnen en bijhouden van de authentieke en niet-authentieke gegevens in een basisregistratie en voor het borgen van de kwaliteit van die gegevens. Een basisregistratie heeft één of meer bronhouders.
  • Verstrekker (ook wel ‘houder landelijke voorziening (HLV)’ of ‘beheerder landelijke voorziening’): De verstrekker is de partij die de landelijke voorziening voor het verstrekken van gegevens beheert en exploiteert. De verstrekker is verantwoordelijk voor het verstrekken van de gegevens. De verstrekker is ook verantwoordelijk voor het faciliteren van het gebruik: voor het leveren van kennis en ondersteuning aan afnemers ten behoeve van het aansluiten op de landelijke voorziening en het vervolgens afnemen van gegevens uit de landelijke voorziening. Een basisregistratie heeft één verstrekker.
  • Afnemer (ook wel ‘gebruiker’): Een afnemer is eenieder die gegevens afneemt van een basisregistratie voor gebruik in de eigen processen. Afnemers zijn zowel bestuursorganen met een publiekrechtelijke taak als private partijen[5] die de gegevens gebruiken voor niet-publiekrechtelijke activiteiten.[6] Voor bestuursorganen met een publiekrechtelijke taak is het afnemen en gebruiken van de relevante authentieke gegevens verplicht. Een basisregistratie heeft vele afnemers. De gangbare term is ‘afnemer’ maar de feitelijke rol is ‘gebruiker’: de essentie van de rol is het gebruiken van gegevens uit de basisregistratie. Deze architectuur gebruikt over het algemeen de gangbare term ‘afnemer’. Een afnemer kan gegevens rechtstreeks afnemen of via een knooppunt. Een knooppunt is een voorziening of organisatie die het afnemers makkelijk maakt aan te sluiten op beschikbare gegevensbronnen, waaronder de basisregistraties. Een knooppunt werkt als een intermediair tussen de houders van bronnen en de afnemende organisaties, door de gegevenslogistiek te regelen (integratie, conversie en distributie) en door afspraken en gemeenschappelijke voorzieningen te beheren.


Referenties

  1. Gebaseerd op de definitie van 'authentieke registratie' in kamerbrief 26 387, Nr. 11, Actieprogramma Elektronische Overheid, 17 oktober 2001.
  2. Kamerstuk 26 387, nummer 18, Actieprogramma Elektronische Overheid, 3 maart 2003
  3. De term registratiehouder (en ook de term registerhouder) wordt in verschillende documenten ook wel gebruikt voor de rollen verstrekker en bronhouder. In deze architectuur verstaan we onder registratiehouder het verantwoordelijk ministerie.
  4. Besturing van het stelsel van basisregistraties, “Regie op samenhang en gebruik”, Versie 1.1, mei 2010, bijlage 76298 bij kamerstuk 29362 nr. 176
  5. Partijen die niet tot de overheid behoren.
  6. De definitie van ‘authentieke registratie’ in kamerbrief 26 387, Nr. 11 onderkent ook het mogelijke gebruik door private partijen.