Bindende Architectuurafspraken

Uit NORA Online
Versie door GerbenWulff2 (overleg | bijdragen) op 5 nov 2022 om 03:34 (Eerste opzet)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Deze pagina is in opbouw. Kom later terug om het resultaat te zien of neem contact op met nora@ictu.nl als je mee wilt werken aan de eerste concepten.
versimpelde weergave aangepaste NORA Kennismodel
NORA metamodel sinds 1 januari 2023

De bindende architectuurafspraken van de NORA zijn bedoeld om overheidsorganisaties richting te geven bij het inzetten van veranderingen en het uitvoeren van projecten. Met name bij het ontwerpen van nieuwe of aangepaste diensten is het noodzakelijk om zichtbaar te maken hoe er invulling wordt gegeven aan deze afspraken en welke overwegingen daarbij worden gemaakt. Hierbij geldt het pas-toe-of-leg-uit- principe, wat betekent dat afwijkingen zijn toegestaan mits die met goede argumenten worden onderbouwd en vastgelegd om daar op een later moment op te kunnen terugkomen. Door die manier van werken wordt voorkomen dat belangrijke zaken over het hoofd worden gezien.

Het metamodel van NORA kent drie elementen met een verplichtend karakter:

  1. Kernwaarden van Dienstverlening
  2. Kwaliteitsdoelen
  3. Architectuurprincipes


Kernwaarden van dienstverlening[bewerken]

De NORA Kernwaarden zijn fundamentele overtuigingen, gebaseerd op maatschappelijke waarden, waar overheidsdienstverlening aan moet voldoen.

Als samenleving delen we een aantal waarden met elkaar en verschillen we over andere van mening. De Kernwaarden zijn de waarden die als rode draad uit het beleid komen, ongeacht de politieke kleur van het kabinet of de tijdelijke invloed van lobbygroepen of hypes. Het is dan ook niet vreemd dat ze veel overlap hebben met de waarden waarop de Nederlandse Rechtsstaat is gebouwd.

Deze Kernwaarden gaan over een deel van die rechtsstaat: de dienstverlening van overheidsorganisaties aan burgers en bedrijven. Ze gaan daarmee verder dan de oude NORA-afspraken, die focusten op het (her-)ontwerp van de dienst zelf: ook de manier waarop een dienst wordt afgesproken, ingericht, uitgevoerd en verbeterd evenals de samenhang tussen diensten komen aan bod in de nieuwe Kernwaarden en de onderliggende Kwaliteitsdoelen en Architectuurafspraken.

De kernwaarden van dienstverlening motiveren de kwaliteitsdoelen.

De kernwaarden van dienstverlening vormen de gedeelde taal tussen beleidsmakers, architecten en uitvoerders.

Kwaliteitsdoelen[bewerken]

De kwaliteitsdoelen omvatten de gewenste kenmerken van overheidsdienstverlening vanuit het perspectief van de wensen van de samenleving, de burgers en bedrijven.

De kwaliteitsdoelen worden gemotiveerd door de kernwaarden van dienstverlening en worden gerealiseerd door invulling te geven aan de architectuurprincipes.

De architect gebruikt de Kwaliteitsdoelen als gedeelde taal in het gesprek met beleidsmakers en uitvoerders, als concretere uitwerking van de Kernwaarden van Dienstverlening. Strategisch adviseurs, beleidsmakers en wetgevers gebruiken ze bij het schrijven van strategische plannen en wet- en regelgeving. Overheidsorganisaties gebruiken de Kwaliteitsdoelen als ambitie om naar te streven. Het zal in de praktijk (nog) niet altijd mogelijk zijn om volledig aan alle kwaliteitsdoelen te voldoen. Maar als de organisatie de doelen onderschrijft, er actief op stuurt en daartoe samenwerkt met andere (overheids-)organisaties kunnen er snel grote stappen genomen worden.


Implicaties van Architectuurprincipes[bewerken]

Architectuurprincipes zijn normatieve uitspraken die richting geven aan het in samenhang ontwerpen en realiseren van overheidsdiensten voor burgers en bedrijven. Implicaties van Architectuurprincipes maken concreet wat die ingeslagen richting betekent in jouw praktijk (eigen context, project, organisatie).

Dienstverlengingsconcept[bewerken]

Alle inhoud van de NORA is te relateren aan Het Nederlandse Dienstverleningsconcept. Dat is het ontwerp, de structuur die ten grondslag ligt aan de dienstverlening van de overheid. Het zorgt voor de structurele samenhang tussen de visie op dienstverlening, het beleid, de uitvoering en het sturen op de kwaliteit en continue verbetering van de dienstverlening. Het gaat daarbij om het vermogen om de dienstverlening te bepalen, uit te voeren, bij te sturen en continu te verbeteren. Dit proces is de bekende Plan - Do - Check - Act cyclus, maar nu toegepast op de Nederlandse overheid als geheel.

Het Universele Service Managementsysteem (USM) specificeert vijf processen van de dienstverlener, waarmee die dienstverlener alle activiteiten in het kader van het managen van dienstverlening uitvoert. NORA heeft dit uitgewerkt in 8 capabilities die de overheid nodig heeft om haar rol als dienstverlener aan de Nederlandse maatschappij goed te kunnen vervullen.

Vijflaagsmodel[bewerken]

Architectuur analyseert maatschappelijke vraagstukken vanuit diverse invalshoeken. Bij de overheid gaat het dan vooral om vraagstukken omtrent de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Bij die analyse gebruiken architecten vaak het zogenaamde Negenvlaksmodel, al dan niet aangevuld met twee extra vlakken voor Beveiliging & Privacy en Beheer.

De vlakken dienen om een vraagstuk te definiëren en te duiden en tevens om oplossingsrichtingen te zoeken binnen één of meer vlakken. De dimensies Beveiliging & Privacy en Beheer lopen door alle vlakken heen. De NORA gebruikt deze opzet ook.

De laatste jaren groeit de behoefte om de analyse van architecten beter te kunnen delen en bespreken met “niet-architecten”, zoals beleidsmedewerkers, projectleiders en ambtenaren die de dienstverlening moeten besturen of uitvoeren. Dit komt met name door de snelle ontwikkeling van informatiesystemen via een Agile / Scrum aanpak, waarbij de directe interactie met de diverse stakeholders bij het vraagstuk een grotere rol is gaan spelen. De NORA speelt op deze behoefte in door het klassieke negenvlaksmodel (plus twee) zo rechtstreeks mogelijk te verbinden met de diensten waar burgers, bedrijven en ook ambtenaren mee te maken hebben.

Hiervoor gaan we uit van een Vijflaagsmodel, dat aansluit bij de modellen in de EIRA en kan worden uitgebreid met actuele thema’s. Voor elke laag en thema geeft de NORA zoveel mogelijk inzicht in de actuele nationale situatie en waar mogelijk een doorkijkje naar ontwikkelingen (projecten e.d.) die daar spelen.

Vijflaagsmodel, vijf rechthoekige lagen boven elkaar en met een lege tussenruimte. Elk vlak heeft een eigen kleur en een tekst. Van boven naar beneden: Groen vlak met de tekst Grondslagenlaag (W&R, ANVB, Beleid, etc), Paars vlak met de tekst Organisatorische laag (domeinen, organisaties, processen). Blauw vlak met de tekst Informatielaag (stelsel van gegevenswoordenboeken en -modellen). Oranje vlak met de tekst Applicatielaag (bouwstenen, registers). Grijs vlak met de tekst Netwerklaag (netwerken, knooppunten).GrondslagenlaagOrganisatorische laagInformatielaagApplicatielaagNetwerklaag
Vijflaagsmodel


De kracht van de vijf lagen is dat architecten vanuit deze aansprekende lagen elk project of elk maatschappelijk vraagstuk kunnen analyseren en visualiseren. De lagen worden ingevuld met een mix van unieke aspecten voor het project, gemeenschappelijke aspecten uit het domein en de bestuurslagen waarbinnen het project valt en de landelijke afspraken die we binnen de hele publieke sector hebben gemaakt. Elk project krijgt zo een ‘praatplaat’ waarover het gesprek kan worden aangaan met de mensen die er mee te maken hebben. Afhankelijk van de gesprekspartner ligt er meer focus op de ene laag of de andere, wordt meer of minder jargon gebruikt – maar de boodschap blijft hetzelfde.

Andere indelingen[bewerken]

NORA Thema's[bewerken]

De NORA thema’s zijn onderwerpen die raken aan architectuur en waar in de NORA-community iets mee gebeurt, of moet gebeuren. De thema’s zijn in principe het meest dynamische deel van de NORA. Veel van wat er in de thema’s ontwikkeld wordt is (nog) niet vastgesteld, of is meer in het stadium van vragen dan antwoorden. De thema's zijn voor architecten en inhoudsdeskundigen een plek om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen en voor projectleiders, beleidsmedewerkers, bestuurders en beginnende experts de plek om van die kennis en ervaring te profiteren en vragen vanuit de praktijk in te brengen. Zo ontstaan bijvoorbeeld concrete handreikingen en best practices, die vrij beschikbaar zijn voor de hele publieke sector, of concluderen we samen dat bepaalde vastgestelde principes of standaarden aangepast moeten worden.