Bronnen

Uit NORA Online
Versie door M.M.Vos (overleg | bijdragen) op 28 mrt 2017 om 17:08 (query met toelichting)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.

NORA stoelt zo veel mogelijk op bestaande bronnen. Onderstaand zijn de bronnen te vinden die relevant zijn voor enterprise architectuur van de overheid en gebruikt worden in de principes en het begrippenkader van NORA.

  • AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) (Toelichting: Per 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) (pdf) van toepassing. Dat betekent dat er vanaf die datum nog maar één privacywet geldt in de hele Europese Unie (EU). De Wet Bescherming Persoonsgegevens is daarmee komen te vervallen. Nederland heeft de Europese AVG verwerkt in de Nederlandse UAVG (Uitvoeringswet AVG). Buiten de overheidssector spreekt men ook in Nederland vaak van de GDPR (voor General Data Protection Regulation) i.p.v. AVG, hiermee wordt dezelfde verordening aangeduid. De voorloper van de AVG, de Europese privacyrichtlijn, werd vastgesteld toen internet nog in de kinderschoenen stond. Herziening van de Europese privacywetgeving was met name daarom hard nodig. Het resultaat is een algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en een aparte richtlijn (pdf) voor gegevensbescherming bij opsporing en vervolging. In Nederland is de richtlijn per 1 januari 2019 geïmplementeerd in de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) en blijft hier verder buiten beschouwing.
    De AVG zorgt onder meer voor:
    • versterking en uitbreiding van privacyrechten;
    • meer verantwoordelijkheden voor organisaties;
    • dezelfde, stevige bevoegdheden voor alle Europese privacytoezichthouders.)
    • Aanwijzingen voor de regelgeving (Toelichting: Deze aanwijzigingen bij het maken of wijzigen van wetgeving hebben in de praktijk ook grote gevolgen voor het vormgeven van de uitvoering van die wetten in het ontwerpen van voorzieningen, diensten en ondersteunende systemen. Zo is artikel 5.31. het uitgangspunt van eenmalig aanleveren, meervoudig gebruik.)
    • Actieplan Nederland Open in Verbinding (Toelichting: De doelstellingen zoals beschreven in het actieplan zijn:
    • Vergroten van de interoperabiliteit tussen en met de verschillende bouwstenen en vormen van dienstverlening van de eOverheid door versnelling aan te brengen in het gebruik van open standaarden;
    • Verminderen van de afhankelijkheid van leveranciers bij het gebruik van ICT door versnelde inzet van open standaarden en open source software;
    • Bevorderen van een gelijk speelveld op de softwaremarkt en voorts bevorderen van de innovatie en de economie door het gebruik van open source software krachtig te stimuleren en bij opdrachten de voorkeur te geven aan open source software bij gelijke geschiktheid.
    Het programma Actieplan Nederland Open in Verbinding (NoiV) dat dit actieplan realiseerde is eind 2011 afgerond. Het was de opvolger van het programma OSOSS dat liep van 2003 tot 2008. Het programma NOiV bood concrete ondersteuning in de vorm van voorlichting, kennisuitwisseling en instrumenten, waarmee elke overheidsorganisatie zelf open source software kan toepassen. Het programma werd uitgevoerd in opdracht van de Ministeries van Economische Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zie ook Standaarden en Open Source Software (OSS).
    )
  • Actieplan Open Overheid (Toelichting: Het Actieplan Open Overheid bevat de ambities en acties van het kabinet en haar partners ter bevordering van een open overheid. De eerste versie van dit actieplan is in september 2013 aangeboden aan de Kamer, met de plannen voor 2014 en 2015. In december 2015 is het actieplan 2016-2017 aangeboden.)
  • Actieprogramma Elektronische Overheid
  • Advies Van wie is deze hond? (Toelichting: Advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur over de verdere ontwikkeling van de digitale overheid en de inzet van ICT.)
  • Algemene Rekenkamer
  • Algemene Wet Bestuursrecht
  • Archiefbesluit (Toelichting: Het Archiefbesluit 1995 is de voornaamste uitvoeringsregeling van de Archiefwet. In principe gaat het Archiefbesluit in op dezelfde onderwerpen als de Archiefwet 1995, maar geeft het meer gedetailleerde regels. De huidige versie van het Archiefbesluit is uit 1995, met de laatste wijziging in 2013. De link verwijst altijd naar de huidig geldende versie.)
  • Archiefregeling (Toelichting: De Archiefregeling geeft nadere uitwerking aan de artikelen 11 (duurzaamheid), 12 (ordening en toegang) en 13 (archiefruimtes en -bewaarplaatsen) van het Archiefbesluit.
    De regeling bevat ook vele normen en standaarden voor materialen, media en ruimtes e.d.
    De eisen gelden voor alle permanent te bewaren archiefbescheiden, die in aanmerking komen voor overbrenging naar het Nationaal Archief of andere bewaarplaatsen.
    De huidige versie van de Archiefregeling is uit 2009, met de laatste wijziging in 2015. De link verwijst altijd naar de huidig geldende versie.
    )
  • Archiefvisie 2011 (Toelichting: De Archiefvisie richt zich op archiveren en de omgang met informatie in het digitale tijdperk.)
  • Archiefwet (Toelichting: De Archiefwet stelt algemene eisen aan het beheer van alle archiefbescheiden van de overheid. Het hoofdbeginsel van de wet is dat alle overheidsorganen verplicht zijn de archiefbescheiden (ongeacht de vorm of informatiedrager) die onder hen berusten, in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren, en zorg te dragen voor de vernietiging van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden. De huidige versie van de Archiefwet is uit 1995, met de laatste wijziging in 2015. De link verwijst altijd naar de huidig geldende versie. De nieuwe versie van 2021 is te vinden via Rijksoverheid.nl)
  • Architectuurschets van het stelsel voor gegevensuitwisseling
  • Artificial Intelligence Act (Toelichting: Het toepassingsgebied van de AIA omvat alle sectoren (behalve militaire) en alle soorten kunstmatige intelligentie. Als productregelgeving verleent het voorstel geen rechten aan individuen, maar regelt het de aanbieders van kunstmatige intelligentiesystemen en entiteiten die er beroepshalve gebruik van maken. Nog uitgezocht wordt in welke NL W&R deze EU W&R is verankerd. Meer algemene informatie over AI is te vinden via Digitale Overheid: AI Voor architecten is AI uitgewerkt in het thema Artificial Intelligence)
  • BIG (Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten) (Toelichting: De BIG bestaat uit twee onderdelen: De Baseline Informatiebeveiliging Overheid is per 1 januari 2019 verplicht en vervangt voor de gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk respectievelijk de BIG, BIWA, BIR en IBI. De BIO is: Elke bestuurslaag heeft besloten de bestaande eigen baseline voor informatiebeveiliging te vervangen door de BIO. Het gevolg van bovengenoemde besluiten is dat alle overheidsorganisaties hun bestaande sectorale baselines zullen vervangen door de BIO. De BIO vervangt voor de gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk respectievelijk de BIG (Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten), BIR (Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst), BIWA (Baseline Informatiebeveiliging Waterschappen) en IBI (Interprovinciale Baseline Informatiebeveiliging). Om te voorkomen dat het Rijk in de informatie-uitwisseling met andere bestuurslagen andere normen gaat eisen, heeft de Ministerraad besloten om de BIO te hanteren in de informatie-uitwisseling tussen het Rijk en alle bestuurslagen. Een actuele PDF-versie van de BIO is ontsloten op cip-overheid.nl en bio-overheid.nl.
    Een actuele versie van de Excel-variant, een overzicht met alleen BIO-maatregelen en BIO-controls is te bekijken en downloaden op bio-overheid.nl. Daar zijn ook de meest gestelde vragen over de BIO te raadplegen.

    Hulpbronnen voor BIO-toepassing in de praktijk

    Het CIP (Centrum Informatiebeveiliging en Privacybescherming) ontwikkelt in samenwerking met het ministerie van BZK de zogenaamde BIO Thema-uitwerkingen, die voor een bepaald onderwerp een praktische uitwerking van de BIO betekenen. BIO Thema-uitwerkingen worden ontsloten die op NORA online in de ISOR (Information Security Object Repository).

    Meer informatie en documenten van het CIP delen zij op de websites van CIP-overheid en BIO-overheid en in het forum op Pleio (vereist lidmaatschap):

    cip-overheid.nl
    bio-overheid.nl
    cip.pleio.nl

    Ook de Informatiebeveiligingsdienst (IBD), de sectorale CERT/CSIRT voor alle Nederlandse gemeenten, heeft een set met praktische documenten gepubliceerd, zoals een template voor een verwerkingsregister en handreikingen voor (gemeentelijke) processen zoals dataclassificatie in het kader van de BIO.

    informatiebeveiligingsdienst.nl/producten/)
  • BIR (Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst)
  • BIWA (Baseline Informatiebeveiliging Waterschappen) (Toelichting: De baseline bevat maatregelen die algemeen voorkomende informatiebeveiligingsrisico’s bij de waterschappen afdekken.)
  • BVR (Beveiligingsvoorschrift Rijksdienst 2013) (Toelichting: Het Beveiligingsvoorschrift 2005 is ingetrokken.)
  • BW3 Vermogensrecht (Toelichting: Vertegenwoordigen en machtigen is geregeld in het Burgerlijk Wetboek (boek 3). Zie o.a. volmacht, bewind, gemeenschap, vruchtgebruik en rechten van pand en hypotheek. en de Algemene Wet Bestuursrecht (Artikel 2:1 Awb). In sectorale wet- en regelgeving kunnen andere bepalingen omtrent vertegenwoordiging en machtiging zijn opgenomen. Zie bijvoorbeeld artikel 2.55 lid 5 Wet basisregistratie personen.)
  • Baseline Informatiehuishouding Gemeenten 2012 (Toelichting: De Baseline Informatiehuishouding Gemeenten is het algemene, voor alle gemeenten en onderdelen daarvan - ook samenwerkingsverbanden en uitvoerende diensten - geldende normenkader voor informatiebeheer, dat de toegankelijkheid en betrouwbaarheid van overheidsinformatie bevordert. Het is een overzicht van bestaande kaders op dit gebied en geeft aan hoe die ingezet kunnen worden. Het is een handreiking voor gemeenten om grip en sturing te krijgen op het informatiebeheer.)
  • Baseline Informatiehuishouding Rijk 2009 (Toelichting: De Baseline Informatiehuishouding Rijksoverheid (versie 1.0) is op 24 juni vastgesteld in de Stuurgroep Informatie op Orde. Het betreft de kerndocumenten bestaande uit een Managementstatement, de 7 normen en de Basics, het toelichtende document inclusief managementsamenvatting. De Baseline is een op de huidige wetgeving gebaseerde basisset van normen, eisen en maatregelen die betrekking hebben op de (digitale) informatiehuishouding van het Rijk. Met de Baseline is de manager op het departement beter in staat om te voldoen aan de actuele informatie-eisen die gelden voor zijn primaire processen. Om de Baseline te kunnen implementeren, is ook Zelfevaluatie instrument ontwikkeld.)
  • Beheer NORA Strategisch Kader
  • Beheersregels (Toelichting: De bestuurlijk verantwoordelijken voor het archiefbeheer van een overheidsorganisatie (zorgdragers) stellen volgens artikel 14 van het Archiefbesluit beheersregels vast voor het beheer van hun archiefbescheiden. In de beheersregels moeten alle verantwoordelijkheden rond het archiefbeheer zijn vastgelegd. Ze zijn van toepassing op alle onderdelen van de organisatie, inclusief zelfstandige organisatieonderdelen zoals agentschappen, buitendiensten en regiokantoren en ze zijn voorzien van een toelichting. De beheersregels moeten worden aangepast bij veranderingen in de organisatie. De huidige versie van het Archiefbesluit is uit 1995, met de laatste wijziging in 2013. De link verwijst altijd naar de huidig geldende versie.)
  • Bekendmakingswet (Toelichting: Regeling m.b.t. het Staatsblad, de Staatscourant en de bekendmaking en de inwerkingtreding van wetten, AMvB en algemeen verbindende rijksvoorschriften. De bekendmakingswet omvat ook afspraken over het doen van bekendmakingen via elektronische weg.)
  • Beleidsbrief Regie op Gegevens (dd. 11-07-2019): nadere uitwerking
  • Besluit Digipoort voor e-factureren (Toelichting: Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 5 november 2010, nr. WJZ/10145713, houdende aansluiting van alle ministeries op een centraal aanleverpunt voor elektronische facturen (Besluit Digipoort voor e-Facturen))
  • Besluit Sturing Digitale Overheid 2022 (Toelichting: Het Instellingsbesluit Sturing Digitale Overheid 2018 komt hiermee te vervallen.)
  • Besluit archiefoverdrachten rijksadministratie (BARA) (Toelichting: Deze regeling is specifiek voor het Rijk en geeft de bestemming aan van archiefbescheiden bij een organisatieverandering.)
  • Besluit informatievoorziening in de rijksdienst 1990 (IVR) (Toelichting: Deze regeling legt een aantal uitgangspunten voor de informatievoorziening vast. Het voorschrift is bindend voor de ministeries en de daaronder ressorterende 'diensten, bedrijven en instellingen')
  • Besluit vaststelling selectielijst archiefbescheiden gemeentelijke en intergemeentelijke organen vanaf 2012 (Toelichting: De wettelijke vastgestelde selectielijst voor alle gemeentes, waarin opgenomen de categorieën archiefbescheiden en archiefbestanddelen die voor blijvende bewaring dan wel voor vernietiging in aanmerking komen. Bij de archiefbescheiden die voor vernietiging in aanmerking komen is vermeld na welke termijn zij moeten worden vernietigd.)
  • Besluit vaststelling selectielijst archiefbescheiden provinciale organen vanaf 2014 (Toelichting: De wettelijke vastgestelde selectielijst voor alle provincies.)
  • Besluit verwerking persoonsgegevens GDI (Toelichting: AMVB onder de Wet Elektronisch Berichten Verkeer (EBV) - Belastingdienst. De wet zal te zijner tijd onder wet Digitale Overheid worden gehangen.)
  • Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst 2007 (VIR) (Toelichting: Het Voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst beschrijft een aantal basisregels over de informatiebeveiliging. Het voorschrift is bindend voor de ministeries en de daaronder ressorterende 'diensten, bedrijven en instellingen'.)
  • Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst bijzondere informatie 2013 (VIRBI) (Toelichting: Het voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst - bijzondere informatie, bevat aanvullende eisen voor de beveiliging van staatsgeheimen en andere bijzondere informatie. Het voorschrift is bindend voor de ministeries en de daaronder ressorterende 'diensten, bedrijven en instellingen'.)
  • Besluit-over-de-instelling-van-het-overheidsbreed-beleidsoverleg-digitale-overheid-en-de-programmeringsraad-logius (1).pdf
  • Betere dienstverlening minder administratieve lasten met de elektronische overheid
  • Betere en goedkopere dienstverlening op basis van het gebruikersperspectief (BZK) (Toelichting: Uit de analyse van 11 cases zijn vijf verschillende manieren gevonden hoe op basis van gebruikersonderzoek de dienstverlening beter en goedkoper is gemaakt:
    1. Creëren van de mogelijkheid om digitaal zaken te doen;
    2. Stapsgewijs optimaliseren van de website;
    3. Onzekerheidsreductie door snellere en meer tijdige informatievoorziening;
    4. Verbeteren door middel van de LEAN methode;
    5. Verhogen aandeel digitale transacties door middel van kanaalsturing.)
    6. Big Data in een vrije en veilige samenleving (Toelichting: De WRR analyseert in dit rapport hoe de Nederlandse overheid Big Data op een verantwoorde wijze kan gebruiken. Het rapport richt zich specifiek op (Big) Data-analyses door politie en justitie, de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en verschillende organisaties en samenwerkingsverbanden op het gebied van fraudebestrijding. Big Data biedt zeker kansen voor opsporing en surveillance, maar vraagt tevens om sterkere waarborgen voor de vrijheidsrechten van burgers.
    Het zwaartepunt in de huidige juridische regelgeving ligt op de regulering van het verzamelen van data. De WRR pleit ervoor dat die bestaande wetgeving wordt aangevuld met de regulering van en het toezicht op de fases van de analyse en het gebruik van Big Data.
    )
  • Brede maatschappelijke heroverweging (BMH) (Toelichting: Vooral 13 “Een betere dienstverlening voor burgers en bedrijven” is interessant. Verder is interessant actie 15 “samenhangende overheidsinfrastructuur, introductie CDO”. Zie ook het document "Digitalisering als dwarsdoorsnijdend thema in de BMH". Er zijn nog geen conclusies verbonden aan de BMH die bindend zijn.)
  • Brede maatschappelijke heroverweging Rijksfinancien (Toelichting: In totaal zijn zestien rapporten opgesteld naar aanleiding van de motie Sneller c.s. Deze motie heeft het kabinet gevraagd om ter voorbereiding op een volgende neergaande conjunctuur of economische crisis effectieve beleidsopties en hervormingen, bestaand uit zowel plussen als minnen, in kaart te brengen. Daarnaast zijn ook de moties Wiersma/Bruins en Van Weyenberg/Wiersma over respectievelijk arbeidsproductiviteit en arbeidsmarktbeleid betrokken. Over de volle breedte van de collectieve sector zijn zestien maatschappelijke opgaven geïdentificeerd. Voor deze onderwerpen zijn ambtelijke werkgroepen onder leiding van een onafhankelijke voorzitter opgesteld en deze zijn ondersteund door een onafhankelijk secretariaat. Daarbij is externe expertise zoveel mogelijk betrokken. De leden van de werkgroep hebben zitting genomen zonder last of ruggenspraak. De opties betreffen zowel investeringen en intensiveringen als hervormingen en besparingen. Het uiteindelijke doel is om in de toekomst onderbouwde keuzes mogelijk te maken door inzicht te verschaffen in effectieve beleids- en uitvoeringsopties en de mogelijke gevolgen daarvan, zonder oordeel over de wenselijkheid. Aanvullend zijn vijf dwarsdoorsnijdende thema’s geïdentificeerd. Het gaat om maatschappelijke samenhang, brede determinanten van zorggebruik, productiviteit, digitalisering en de stabiliserende functie van de overheid in de economie. Deze dwarsdoorsnijdende thema’s zijn waar relevant meegenomen in de verschillende rapporten. In dit rapport zijn de dwarsdoorsnijdende thema’s digitalisering, maatschappelijke samenhang, brede determinanten van zorggebruik en productiviteit relevant bevonden in de afbakening van het onderzoek.)
  • BurgerServiceCode (Toelichting: De eerste pdf ("externe verwijzing") geeft de tien kwaliteitseisen weer. De tweede pdf ("interne verwijzing") geeft meer uitgebreide informatie over de Code en de totstandkoming.)
  • CIP-netwerk (Toelichting: Deze pagina is een pseudo-bron als landingspagina voor de grondslag 'CIP-netwerk'. Dit betreft geen document. Het is een verwijzing naar hoe in sommige gevallen de verantwoording van ISOR-elementen in de BIO Thema-uitwerking tot stand is gekomen wanneer een specifiek te duiden grondslag naar een best practice ontbreekt.)
  • COBIT (Control Objectives for Information and related Technology) (Toelichting: Control Objectives for Information and related Technology (COBIT) is een framework voor het gestructureerd inrichten en beoordelen van een IT-beheeromgeving. COBIT is vanaf 1992 ontwikkeld door het Information Systems Audit and Control Association (Isaca) en het IT Governance Institute (ITG).)
  • Cloud Controls Matrix (CCM)
  • Coalitieakkoord 2021-2025: Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst (Toelichting: Samenvatting van het Coalitieakkoord:

    Architectuur-analyse

    Uit de analyse van het Coalitieakkoord komt het volgende naar voren:

    1. Het woord Dienstverlening is slechts 2 x genoemd: "financiële dienstverlening bij de hulp aan sekswerkers" en "betere en toegankelijkere dienstverlening voor Nederlanders in het buitenland (o.a. via een sterker postennetwerk)", maar voor alle domeinen als Zorg, Onderwijs enz. zijn nieuwe acties en diensten benoemd.
    2. Met name het hoofdstuk Versterking Democratische rechtsorde heeft relaties met Kwaliteitsdoelen en NAPs van NORA en zeker de 2 onderdelen: Relatie Burger-Overheid en Versterken van democratische instituties.
    3. WaU krijgt veel aandacht: dat is goed want ook bij ZgW komt de noodzaak naar voren om de samenwerking tussen Beleid en Uitvoering te verbeteren.
    4. De in het hoofdstuk Digitalisering genoemde onderwerpen mogen niet missen in de NORA, al blijft het in 1e instantie beperkt tot het bepalen waar die onderwerpen relevant zijn qua architectuur voor de dienstverlening van de overheid.
    5. Daar is ook duidelijk aandacht voor de publieke waarden (die in de NORA zijn opgenomen in de Kwaliteitsdoelen).
    6. De ambitie is verwoord om Nederland het digitale knooppunt van Europa te laten worden en robuust, supersnel en veilig internet in alle delen van het land te realiseren.
    7. Gesteld wordt dat er ook veel op ons afkomt vanuit Europa: digitale identiteiten, een e-Wallet, internetverbinding GaiaX e.d.
    8. Niet duidelijk is in hoeverre de genoemde aspecten van Digitalisering uitgelijnd zijn met (de implicaties van) de NAPs. ACTIE Dit zou uitgezocht kunnen worden door de Werkgroep Implicaties.

    Openstaande vragen:

    • Aan welke bestaande Kwaliteitsdoelen geeft het Coalitieakkoord invulling?
    • Zijn er ook nieuwe Kwaliteitsdoelen in het akkoord opgenomen? En zo ja, welke?
    • Welke onderdelen vinden we het meest relevant voor architectuur?
    • In hoeverre zijn al deze punten inmiddels gedekt door de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren - Digtale Overheid?

    Advies aan architecten

    Voor elk onderdeel stellen we een advies op hoe architecten daar het beste mee om kunnen gaan:


    tot zo ver
    )
  • Code goed openbaar bestuur (Toelichting: Beginselen van de democratische rechtsstaat vormen in Nederland het kader van ons functioneren. Burgers en overheid moeten er samen invulling aan geven. De overheid kan dit niet zonder de burgers; de burgers kunnen dit niet zonder de overheid. In die wederkerigheid is een juiste balans nodig van rechten en plichten van de burger enerzijds, en van de overheid anderzijds.
    De rechten en plichten van burgers liggen vast in formele wetten en regels. Daarnaast doet het Handvest verantwoordelijk burgerschap een informeel, moreel beroep op burgers om actief en verantwoordelijk in de maatschappij te staan. Er zijn ook veel formele wetten en regels die het functioneren van het openbaar bestuur vastleggen. Deze wetten en regels nodigen – juist door hun formele karakter – niet per se uit tot zelfreflectie. Daardoor zouden we bijna uit het oog verliezen waarom we al die wetten en regels hebben: om te voorzien in maatschappelijke behoeften binnen het kader van de democratische rechtsstaat.
    In deze code voor goed openbaar bestuur is te vinden wat de basale beginselen van goed openbaar bestuur zijn in onze democratische rechtsstaat. Het is een informeel instrument dat een beroep doet op de eigen verantwoordelijkheid van besturen om een gewetensvolle invulling te geven aan hun taken en verantwoordelijkheden in het openbaar bestuur. Het nodigt uit tot zelfreflectie en vertaling naar de dagelijkse praktijk.
    Volgens de Code goed openbaar bestuur moet elk overheidsbestuur zich houden aan de volgende regels: 1. Openheid en integriteit
    Het bestuur is open en integer, zowel binnen de eigen organisatie als naar andere overheidsorganisaties.
    Het bestuur geeft duidelijke informatie over procedures en besluiten.
    2. Participatie
    Het bestuur weet wat er leeft in de samenleving.
    Het bestuur luistert naar vragen en ideeën van burgers bij onderwerpen die hen aangaan.
    Het bestuur legt verantwoording af aan burgers over wat er met hun ideeën is gedaan.
    3. Behoorlijke contacten met burgers
    Het bestuur zorgt ervoor dat de organisatie altijd te bereiken is via meerdere kanalen: de telefoon, internet en balie.
    Het bestuur maakt duidelijk wat de burger mag verwachten.
    4. Doelgerichtheid en doelmatigheid
    Het bestuur maakt de doelen van de organisatie bekend.
    Het bestuur neemt beslissingen die nodig zijn om deze doelen te behalen.
    5. Legitimiteit
    Het bestuur neemt alleen beslissingen en maatregelen waartoe het bevoegd is.
    Het bestuur leeft de daarbij geldende wet- en regelgeving na.
    Het bestuur kan alle beslissingen altijd rechtvaardigen.
    6. Lerend en zelfcorrigerend vermogen
    Het bestuur leert van fouten en andere ervaringen om de prestaties te verbeteren.
    Het bestuur kijkt en leert van de manier van werken bij andere overheidsorganisaties.
    Het bestuur laat zich controleren.
    7. Verantwoording
    Het bestuur legt aan de omgeving verantwoording af over het beleid.
    )
  • Cyber Resilience Act (Toelichting: Hard- en softwareproducten worden steeds vaker met succes getroffen door cyberaanvallen, wat tot grote schade leidt. De producten hebben te maken met twee problemen die extra kosten met zich meebrengen:
    1. Een laag niveau van cyberbeveiliging, dat tot uiting komt in wijdverbreide kwetsbaarheden en de ontoereikende en inconsistente verstrekking van beveiligingsupdates om deze aan te pakken, en
    2. Onvoldoende inzicht in en toegang tot informatie voor gebruikers, waardoor zij niet in staat zijn producten met passende cyberbeveiligingseigenschappen te kiezen of deze op een veilige manier te gebruiken.
    Hoewel de bestaande interne marktwetgeving van toepassing is op bepaalde producten met digitale elementen, vallen de meeste hardware- en softwareproducten momenteel niet onder EU-wetgeving inzake cyberbeveiliging. Het huidige rechtskader van de EU heeft met name geen betrekking op de cyberbeveiliging van niet-ingebedde software, ook al zijn cyberaanvallen steeds vaker gericht op kwetsbaarheden in deze producten, wat aanzienlijke maatschappelijke en economische kosten met zich meebrengt. Er werden twee hoofddoelstellingen vastgesteld om de goede werking van de interne markt te waarborgen:
    1. De voorwaarden scheppen voor de ontwikkeling van veilige producten met digitale elementen door ervoor te zorgen dat hardware- en softwareproducten met minder kwetsbaarheden in de handel worden gebracht en ervoor zorgen dat fabrikanten de veiligheid gedurende de hele levenscyclus van een product serieus nemen; en
    2. Voorwaarden creëren die gebruikers in staat stellen rekening te houden met cyberbeveiliging bij het selecteren en gebruiken van producten met digitale elementen.
    Nog uitgezocht wordt in welke NL W&R deze EU W&R is verankerd. Meer algemene informatie is te vinden via Digitale Overheid: Cyber Resilience Act Voor architecten is / wordt de CRA uitgewerkt in het thema Beveiliging.
    )
  • Cybersecurity Framework Version 1.1
  • Cybersecuritywet (Toelichting: De Cybersecuritywet strekt ter implementatie van de zogenoemde NIB-richtlijn van de Europese Unie (richtlijn 2016/1148).
    Vanwege de inhoudelijke samenhang en overlap zijn de bepalingen van de Wet gegevensverwerking en meldplicht cybersecurity overgeheveld naar de Cybersecuritywet.
    )
  • DIO notitie I-overleg november 2018 - eenmalig inloggen (Toelichting: Eenmalig inloggen is in toenemende mate een randvoorwaarde voor realisatie van de elektronische overheid. Gebruikers navigeren vanuit MijnOverheid, MijnOverheid voor Ondernemers, berichtenvoorziening, machtigingsvoorziening en live event-applicaties naar het portaal van meerdere dienstaanbieders (en weer terug). Dat ze daarbij steeds opnieuw moeten inloggen ervaren ze als onlogisch, gebruiksonvriendelijk en drempelverhogend. Voor de ontwikkeling van een federatieve berichtenstelsel is het ontbreken van eenmalig inloggen zelfs aangemerkt als blokkerend, maar ook voor de andere bouwstenen wordt eenmalig inloggen langzaamaan dringend wenselijk.)
  • Data Act (Toelichting: De dataverordening verplicht fabrikanten en dienstverleners om hun gebruikers, zowel bedrijven als particulieren, toegang te geven tot de data die zijn ontstaan door het gebruik van hun producten of diensten – van koffiemachines tot windturbines – en deze te hergebruiken. Hij stelt gebruikers ook in staat die data te delen met derden. Zo zou de eigenaar van een auto in de toekomst bepaalde voertuigdata kunnen delen met een monteur of een verzekeraar. Nog uitgezocht wordt in welke NL W&R deze EU W&R is verankerd. Meer algemene informatie over de EU Data act is te vinden via Digitale Overheid: EU Data Act Voor architecten is "data" uitgewerkt in het thema Gegevensmanagement)
  • Data Agenda Overheid (Toelichting: Deze Interbestuurlijke Data Agenda komt voort uit NL DIGIbeter, de Agenda Digitale Overheid. De overheid ziet steeds meer de waarde van data en de kansen die datagericht werken biedt. Er zijn steeds meer goede voorbeelden van wat er mogelijk is. Binnen maar ook buiten de overheid. Dat maakt dat er steeds meer ambities zijn en dat er steeds meer energie in zit. Deze agenda beschrijft hoe data (nog) beter ten goede kunnen komen aan beleidsvorming en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken door de overheid. Daarnaast wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de bescherming van publieke waarden en fundamentele rechten. We noemen deze agenda: NL DIGITAAL: Data Agenda Overheid.
    In de inleiding is de context en de aanleiding voor deze agenda beschreven. In de hoofdstukken 1 tot en met 5 is de aanpak op een aantal specifieke thema’s beschreven, elk uitgewerkt in concrete acties. Tot slot wordt ingegaan op de financiering en een totaaloverzicht van de acties.
    )
  • Data Governance act (Toelichting: De Data Governance Act zal ook de opzet en ontwikkeling ondersteunen van gemeenschappelijke Europese dataruimten op strategische gebieden, waarbij zowel particuliere als publieke actoren betrokken zijn, in sectoren als gezondheid, milieu, energie, landbouw, mobiliteit, financiën, productie, openbaar bestuur en vaardigheden. Nog uitgezocht wordt in welke NL W&R deze EU W&R is verankerd. Meer algemene informatie is te vinden via Digitale Overheid: Data Governance Act Voor architecten is de DGA nog niet nader uitgewerkt.)
  • Dienstenbesluit centraal loket (Toelichting: AMvB die de specifieke diensten opsomt waarop de dienstenwet in ieder geval van toepassing is.)
  • Dienstenwet (Toelichting: De wet voorziet in wettelijke regels om uitvoering te geven aan richtlijn nr. 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt (PbEU L 376). zie ook de berichtenbox voor bedrijven op het ondernemersplein)
  • Dienstverlening Position Paper (VNG) (Toelichting: Gemeenten hebben de afgelopen tijd grote stappen gezet op het gebied van hun visie op dienstverlening. In de gemeentelijke dienstverlening, die is toegespitst op de verschillende rollen en verwachtingen van inwoners en ondernemers, staat de mens centraal. De laatste jaren werken ze ook samen met hun ketenpartners en mede-overheden aan visies en strategieën op dit gebied, bijvoorbeeld bij de Overheidsbrede visie op dienstverlening 2020, de Interactiestrategie, de Digitale Agenda 2020, de Agenda Digitale Overheid en het Pamflet Dienstverlening 2025.
    De belangrijkste principes daarbij zijn: 1. We bedienen inwoners en ondernemers zo goed als mogelijk op het kanaal dat zij kiezen, vanuit het principe ‘online waar het kan en persoonlijk waar het moet’ 2 We bieden toegankelijke en begrijpelijke dienstverlening, zodat iedereen eenvoudig zaken met ons kan doen. 3 We werken zichtbaar samen met onze ketenpartners en mede-overheden, zodat inwoners en ondernemers integrale dienstverlening ervaren. 4 We maken gebruik van landelijke standaarden en oplossingen, waardoor onze dienstverlening eenduidiger, veiliger en goedkoper wordt. 5 We maken gebruik van nieuwe technologische mogelijkheden, zodat wij passende, proactieve dienstverlening kunnen bieden aan onze inwoners en ondernemers.
    )
  • Digiprogramma (Toelichting: Het Digiprogramma wordt jaarlijks opgesteld door het Bureau Digicommissaris. Het Digiprogramma 2017 heeft net als dat van 2016/2017 de titel: Succesvol digitaal: stel mensen centraal.)
  • Digital Markets Act (Toelichting: De DMA stelt criteria vast om poortwachters te identificeren. Poortwachters zijn grote digitale platforms die kernplatformdiensten aanbieden, zoals bijvoorbeeld zoekmachines, appstores en messengerdiensten. Poortwachters moeten voldoen aan de in de DMA vermelde do's (verplichtingen) en don'ts (verboden). De DMA is van toepassing sinds 2 mei 2023. Binnen 2 maanden vanaf die datum moesten bedrijven die kernplatformdiensten aanboden de Commissie informeren of ze voldoen aan de kwantitatieve grenswaarden en alle relevante informatie aanleveren. De Commissie had vervolgens 45 werkdagen om een besluit te nemen om een specifieke poortwachter aan te wijzen.
    Op 6 september 2023 wees de Commissie 6 poortwachters aan: Alphabet, Amazon, Apple, ByteDance, Meta en Microsoft. Deze 6 poortwachters leveren samen 22 kernplatformdiensten. De zes poortwachters hebben nu zes maanden (tot maart 2024) de tijd om ervoor te zorgen dat de verplichtingen van de wet digitale markten voor al hun aangewezen kernplatformdiensten volledig worden nageleefd.
    De Commissie heeft vier marktonderzoeken geopend om opmerkingen van Microsoft en Apple nader te beoordelen. Deze bedrijven stelden dat vier kernplatformdiensten niet als poortwachter kunnen worden aangemerkt, hoewel zij wel aan de drempels voldoen. Daarnaast onderzoekt de Commissie of het Apple's iPadOS als poortwachter moet worden aangemerkt, hoewel het niet aan de drempels voldoet. Nog uitgezocht wordt in welke NL W&R deze EU W&R is verankerd. Meer algemene informatie is te vinden via Digitale Overheid: Digital Markets Act Voor architecten is de DMA nog niet nader uitgewerkt.
    )
  • Digital Services Act (Toelichting: De DSA richt zich in de eerste plaats op online tussenpersonen en platforms, zoals online marktplaatsen, sociale netwerken, platforms voor het delen van content, appstores en online reis- en accommodatieplatforms.
    De DSA vormt een pakket samen met de Digital Markets Act (DMA), die zich richt op platformen met ten minste 45 miljoen actieve gebruikers.
    Nog uitgezocht wordt in welke NL W&R deze EU W&R is verankerd. Meer algemene informatie is te vinden via Digitale Overheid: Digital Services Act Voor architecten is de DSA nog niet nader uitgewerkt.
    )
  • Digitale Agenda.nl (Toelichting: Minister Kamp heeft de nieuwe Digitale Agenda in juli 2016 aangeboden aan de Tweede Kamer. Het thema van deze agenda is vernieuwen, vertrouwen, versnellen. Het kabinet stimuleert met deze agenda de digitale transitie in met name de domeinen industrie, zorg, energie en mobiliteit. De agenda laat zien hoe de digitalisering in Nederland ervoor staat. De agenda werkt langs vijf actielijnen:
    1. De actielijn ‘onderwijs, kennis en innovatie’ richt zich op de beschikbaarheid van voldoende talent en professionals met de juiste vaardigheden.
    2. De actielijn ‘snelle en open infrastructuur’ richt zich op de hogere eisen van de snel voortschrijdende digitalisering aan de digitale infrastructuur.
    3. De actielijn 'cybersecurity' richt zich op het vertrouwen in de veiligheid van de digitale infrastructuur en data.
    4. Via de actielijn ‘ruimte voor ondernemers’ wil het kabinet ondernemers meer ruimte bieden om te ondernemen en daarbij optimaal gebruik te kunnen maken van ICT.
    5. Via de vijfde actielijn ‘digitalisering van domeinen’ werkt het kabinet nu verder aan digitalisering in de maatschappelijk en economisch belangrijke domeinen industrie, zorg, energie en mobiliteit.)
    6. Digitale Basisinfrastructuur (Toelichting: Het beleidskader bevat 9 uitgangspunten voor de digitale basisinfrastructuur, die dienstverleners met een publieke taak gebruiken voor de inrichting van de publieke dienstverlening aan burgers en bedrijven en waar nodig ook voor hun onderlinge digitale samenwerking.
    1. De maatschappelijke opgave is het uitgangspunt
    De digitale overheid ondersteunt het oplossen van maatschappelijke opgaven. We organiseren de overheidsdienstverlening voor burgers en bedrijven vanuit publieke waarden met daaraan gekoppelde grondrechten. 2. Het gebruiksperspectief staat voor de overheid centraal
    De publieke digitale dienstverlening is voor burgers en bedrijven beschikbaar, veilig en gemakkelijk in gebruik. 3. De basisinfrastructuur is opgebouwd rond generieke functies
    De digitale basisinfrastructuur is opgebouwd rond generieke functies in de digitale publieke dienstverlening en niet rond ICT-voorzieningen. 4. Afspraken gaan boven standaarden, standaarden gaan boven voorzieningen
    Voor de invulling van generieke functies in de digitale publieke dienstverlening hanteren we uiteindelijk dezelfde afspraken, standaarden en indien nodig voorzieningen. Dat is nu nog niet overal het geval. Het is een ontwikkeltraject waarbij organisaties binnen hun mogelijkheden afspraken, standaarden en voorzieningen toepassen, of toelichten waarom dit (nog) niet kan (‘comply or explain’). 5. We zijn scherp op innovaties, met oog voor de continuïteit
    We willen innovaties accommoderen in de digitale basisinfrastructuur. Innovaties kunnen de kwaliteit van de publieke dienstverlening verbeteren door nieuwe, meer flexibele vormen van interactie met burgers en bedrijven. Innovaties kunnen ook de kosten voor de overheid verlagen. 6. We werken samen aan digitalisering over de grens
    Bij de doorontwikkeling van de digitale basisinfrastructuur houdt de overheid rekening met de verdere digitalisering van grensoverschrijdende diensten. Dat is in het belang van Nederland als open economie. 7. Er is geen blauwdruk voor de realisatie van generieke functies
    De afgelopen jaren is de impliciete aanname bij de ontwikkeling van de GDI steeds geweest, dat concrete ‘eigen’ systemen moesten worden gebouwd. Maar binnen de afgesproken architectuurprincipes, afspraken en standaarden kunnen generieke functies op verschillende wijzen worden gerealiseerd (publiek en/of privaat). Dit stimuleert experimenten en het vinden van innovatieve oplossingen. 8. Er zijn meerdere ontwerpeisen aan de basisinfrastructuur
    De basisinfrastructuur biedt privacy en veiligheid naar de laatste vastgestelde standaarden zodat continuïteit geborgd is. Daarom hanteren we ‘privacy by design’ en ‘security by design’ als ontwerpeisen bij digitalisering. Ook de aspecten gebruikersvriendelijkheid, open source en duurzame toegankelijkheid zijn relevant in het ontwerp.
    Er zijn ook ethische vraagstukken; deze spelen vooral een rol op het niveau van beleidsontwikkeling voor de digitale overheid. 9. Samenwerking is niet vrijblijvend
    Als we vanuit overtuiging en motivatie binnen de overheid afspreken dat we bepaalde architectuur, standaarden of voorzieningen gebruiken, dan moeten we dat ook doen. Hier geldt in ieder geval een ‘pas-toe-of-leg-uit’-regime.
    )
  • Doelarchitectuur Digitale Duurzaamheid (Toelichting: De Doelarchitectuur Digitale Duurzaamheid schetst het streefbeeld van een rijksbrede informatiehuishouding, waarin de duurzame toegankelijkheid van digitale informatie is geborgd.)
  • EU-richtlijn e-factureren (Toelichting: De Europese richtlijn (2014/55/EU) verplicht alle aanbestedende diensten (en dus ook alle overheden) om ue-facturen in de EU-norm te kunnen ontvangen en verwerken. Verwerkt in de Nederlandse aanbestedingswet 2012 https://wetten.overheid.nl/BWBR0032203/)
  • EU-richtlijn toegankelijkheid overheidswebsites
  • Eindrapport Parlementair onderzoek naar ICT-projecten bij de overheid (Toelichting: Eindrapport van de Commissie Elias naar ICT-projecten bij de overheid. De commissie stelt het volgende vast:
    1. De rijksoverheid heeft haar ICT-projecten niet onder controle.
    2. De politiek beseft het niet, maar ICT is overal.
    3. De rijksoverheid maakt haar ICT-beleidsambities niet waar.
    4. De verantwoordings- en besluitvormingsstructuur bij ICT-projecten is zeer gebrekkig.
    5. De rijksoverheid heeft onvoldoende inzicht in de kosten en baten van haar ICT.
    6. De ICT-kennis van de rijksoverheid schiet tekort.
    7. Het ICT-projectmanagement is zwak.
    8. ICT-aanbestedingstrajecten bevatten perverse prikkels.
    9. Het contractmanagement bij ICT-projecten is onprofessioneel.
    10. Het ontbreekt de rijksoverheid aan lerend vermogen op ICT-gebied.)
    11. Eindrapportage SGO9 Digitaal Rijk 2017 (Toelichting: Dit document is de eindrapportage van de stuurgroep SGO9 aan de Minister van Wonen en Rijksdienst als opdrachtgever van SGO9. Onder het SGO project 9 ‘Digitaal Rijk 2017’ is sinds maart 2013 gewerkt aan het identificeren van aanvullende mogelijkheden om de dienstverlening van de rijksoverheid aan burgers en bedrijven te digitaliseren, op een zodanige manier dat dit zowel leidt tot een betere overheidsdienstverlening als tot een efficiëntere overheid.
    Dit document gaat allereerst kort in op de opdracht en governance van SGO9. Daarna worden de activiteiten en resultaten van het project SGO9 in algemene zin beschreven. Tenslotte wordt aangegeven wat de specifieke resultaten en vervolgacties van SGO9 zijn. Hierbij is de volgende redeneerlijn gevolgd:
    • Wat is er gedaan en hoe?
    • Wat levert het op?
      • wat is hiervan al gerealiseerd?
      • wat kan er nog meer bereikt worden?
    • Wie gaat ermee verder?
    • Wat moeten die partijen nog doen om het potentieel aan verbetering van dienstverlening en efficiëntie te realiseren?
    De rapportage beschrijft 5 projecten:
    1. Berichtenboxen voor burgers en bedrijven
    2. Digitaal Ondernemersplein
    3. Shared Service Centre – Output Management (SSC-OM)
    4. Burger/bedrijf in regie over eigen gegevens (virtuele datakluis)
    5. Ondersteuningsprogramma kleine(re) uitvoeringsorganisaties)
    6. European Interoperability Framework (EIF) (Toelichting: Zie Toelichting European Interoperability Framework (EIF).
    Op 23 maart 2017 is de nieuwste versie van het European Interoperability Framework geadopteerd. Ter gelegenheid zijn een korte folder (PDF, 259 kB) en een uitgebreid document (PDF, 870 kB) met de inhoud van EIF uitgebracht.
    Venn-diagram van drie overlappende cirkels. De linker cirkel is Oranje en heeft als tekst (DIFS') Domain Interoperability Frameworks. De bovenste en meest rechtse cirkel zijn beide blauw, met als tekst (NIF) National Interoperability Framework Member State 1 en (NIF) National Interoperability Framework Member State 2. De driehoek die ontstaat door de drie overlappende cirkels is wit, met als tekst (EIF) European Interoperability Netwerk, en de overlappende delen van twee cirkels zijn gemarkeerd.
    Verband van Nationale en Europese Interoperability Frameworks
    )
  • Focus Group on Cloud Computing Technical Report Part 5 - Cloud security
  • GA Basisprincipes
  • GA Gegevensuitwisseling
  • GA Identificatie en Authenticatie
  • GA Infrastructuur
  • GA Interactie
  • GA Machtigen
  • Generiek waarderingsmodel Rijksoverheid: concordans Basis Selectiedocumenten, 2011 (Toelichting: Het Generiek waarderingsmodel Rijksoverheid is een sterk ingedikt generieke selectielijst gebaseerd op de MARIJ (Model Architectuur Rijksdienst). Het dient niet als de wettelijke selectielijst, maar als een model dat zorgdragers kunnen gebruiken om uiteindelijk een eigen selectielijst samen te stellen.)
  • Governance voor beheer en doorontwikkeling van NORA (Toelichting: De specifieke governance van NORA is door de jaren heen een paar keer gewijzigd, maar de uitgangspunten vanuit dit memo bleven gelijk:
    • Beheer onder verantwoordelijkheid van gemandateerd opdrachtgever ministerie van BZK
    • Beheer belegd bij stichting ICTU
    • Doorontwikkeling gezamenlijke verantwoordelijkheid van de verschillende overheidslagen
    • Gebruikersraad met vertegenwoordigers van de verschillend overheidsarchitecturen en verdere stakeholders
    • Inzet op transparantie en de gemeenschap van architecten)
    • Horizontale verantwoording Archiefwet 1995 via Kritische Prestatie Indicatoren (Toelichting: Een VNG Handreiking om gemeenten bij de horizontale verantwoording van de zorg over en het beheer van archieven conform de Archiefwet 1995 te ondersteunen. Het bevat en raamwerk van Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) op basis van de eisen die aan de gemeente gesteld worden door de archiefwetgeving.)
    • I-NUP Programmaplan Stelsel van Basisregistraties (Toelichting: Als bron gebruikt in Het huidige Stelsel van Basisregistraties)
    • I-strategie Rijk 2021-2025 (Toelichting: We leven in uitdagende tijden. Digitalisering zorgt voor snelle veranderingen in technische mogelijkheden. Burgers, bedrijven, instellingen en overheid zijn bezig met de digitale transformatie. Digitale middelen zijn inmiddels vitaal voor het functioneren van onze samenleving; de Corona-pandemie maakte dat nog eens duidelijk. Innovaties zorgen voor talloze nieuwe kansen, maar ook voor nieuwe bedreigingen. Nederland heeft de ambitie om samen met mede EU-lidstaten innovaties te omarmen en bedreigingen in de kiem te smoren, met onze democratische rechtsstaat als uitgangspunt.

    Tegelijkertijd hebben we als rijksoverheid te maken met erfenissen. Een aantal serieuze problemen in de uitvoering vraagt om ingrijpende maatregelen.

    Veranderkracht benutten
    Met de I-strategie Rijk 2021- 2025 pakken de CIO’s van het rijk samen de handschoen op om de veranderkracht van digitalisering verder te benutten. Op weg naar een veilige, mensgerichte, transparante, effectieve digitale toekomst.

    I in ‘t hart
    Nederland heeft de ambitie innovaties te omarmen en bedreigingen in de kiem te smoren, met onze democratische rechtstaat als uitgangspunt. Daarvoor moeten de onze digitale randvoorwaarden op orde zijn, bijvoorbeeld door vereenvoudiging en vernieuwing van het ICT-landschap. Zo kan de ‘I’ opschuiven naar het hart van beleid, toezicht en uitvoering. Datamogelijkheden zijn daarbij geen sluitstuk, maar een vertrekpunt.

    Oog voor risico’s
    Het rijk houdt steeds oog voor de risico’s. Nieuwe (informatie)veiligheidsvraagstukken ontstaan nu er veel wordt thuisgewerkt. Ook ethische vraagstukken rondom data en algoritmen vragen aandacht. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat de overheid mensen buitensluit met nieuwe technologie. Daaraan werkt de overheid ook in Europees verband veel samen.

    Mens als sterkste schakel
    De mens moet de ‘sterkste schakel’ zijn. Digitaal transformeren binnen de overheid vraagt om investering in mensen, organisaties en cultuur. Het rijk zoekt nieuw talent met een frisse blik en actuele kennis. Versterkt de samenwerking met onderwijs en wetenschap. En investeert in de ontwikkeling van rijkscollega’s zodat ieder de benodigde bagage heeft om zijn/haar rol te pakken.

    Herijken

    Technologische, economische, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen laten zich lastig voorspellen. Lang niet alles is duidelijk voor de periode tot 2025. Jaarlijks kijken de CIO’s van het rijk of ze door nieuwe ontwikkelingen prioriteiten anders moeten wegen.
    )
  • IBI (Interprovinciale Baseline Informatiebeveiliging)
  • ICT-Beveiligingsrichtlijnen voor Webapplicaties-Richtlijnen (Toelichting: In 'Aanwijzing voor gebruikers versie 2012' vind je veel gestelde vragen, bedoeld voor organisaties die willen overstappen van versie 2012 naar versie 2015.)
  • ICT-agenda 2008-2011. De gebruiker centraal in de digitale dienstenmaatschappij.
  • INSPIRE
  • INUP
  • Informatie op Orde. Vindbare en toegankelijke overheidsinformatie
  • Informatie- en communicatietechnologie (ICT); brief regering oktober 2018 - verhogen informatieveiligheid bij de overheid (Toelichting: Om dat te bereiken, wordt een aantal maatregelen voorgesteld die zich richten op het op orde brengen en houden van de informatieveiligheid van overheidsorganisaties en het bevorderen van overheidsbrede samenwerking. Het gaat er ondermeer om dat overheidsorganisaties richtlijnen betekenis geven in hun eigen ICT- bedrijfsvoering, hierover verantwoording afleggen en zichzelf blijven trainen.
    Het betreft: Ook vanuit de NORA is een analyse van de brief gemaakt, gericht op aspecten die meer specifiek voor de architectuur van de overheidsdienstverlening van belang zijn.
    Hierbij is de samenhang met bestaande beleidskaders aangegeven, is een index gemaakt van onderwerpen per thema en is een samenvatting gemaakt waarbij specifieke architectuur-onderwerpen in de tekst zijn onderscheiden. Nog uit te werken:
    • Aangeven welke architectuur-keuzes of aandachtspunten het stuk bevat;
    • Verwijzingen opnemen naar plekken waar een architect handvatten voor de toepassing kan vinden;
    • Relateren aan Kwaliteitsdoelen
    • linkjes opnemen naar de andere Beleidskaders.
    Samenhang met bestaande beleidskaders
    1. De kabinetsbrede werkagenda digitalisering: dit is de uitwerking van de hoofdlijnen uit de brief en dat volgt nog in 2022
    2. Brief Nr. 2020-0000374147 Agenda Digitale Overheid: NL DIGIbeter actualisatie 2020 29 juni 2020
    3. Brief Nr. 4181691 Kabinetsreactie rapport 'Ongekend onrecht' 15 januari 2021 Brief Nr. 2021-0000358208 Rapport Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties, ‘Klem tussen balie en beleid’ 14 juli 2021
    4. Brief Nr. 31865 nr. 198 Verbetering verantwoording en begroting; Brief regering; Beleidskeuzes uitgelegd: werkwijze onderbouwing voorstellen vanaf november 2021 1 november 2021
    5. Brief Nr. 2021-0000044740 Kabinetsreactie rapporten Werk aan Uitvoering: het versterken van de publieke dienstverlening 5-3-2021
    6. Brief Nr. 31490 nr. 284 Vernieuwing van de rijksdienst; Brief regering; Werk aan Uitvoering: handelingsperspectieven voor het versterken van de dienstverlening en een toekomstbestendige en wendbare uitvoering 11 september 2020
    7. Brief Nr. 29362 nr. 295 Modernisering van de overheid; Brief regering; Overheidsbrede Werkagenda voor de publieke dienstverlening 25 juni 2021
    8. Brief Nr. 32359 nr. 4 Brede heroverwegingen; Brief regering; Rapporten Brede maatschappelijke heroverwegingen 22 april 2020
    9. Brief Nr. 2021-0000225034 Doelmatig en doeltreffend beleid 15 november 2021
    10. Brief Nr. 31865 nr. 198 Verbetering verantwoording en begroting; Brief regering; Beleidskeuzes uitgelegd: werkwijze onderbouwing voorstellen vanaf november 2021 1 november 2021
    11. Brief Nr. 32761 nr. 147 Verwerking en bescherming persoonsgegevens; Brief regering; Regie op persoonlijke gegevens bij de overheid 11 juli 2019
    Index per thema
    Op hoofdlijnen wordt de digitale transitie invulling gegeven aan de hand van vier thema’s met elke eigen doelen, middelen en/of onderwerpen: Thema 1: Digitaal fundament
    1. Cyberveiligheid
    2. Online identiteit en regie over eigen data
    3. Privacy
    4. Gelijke behandeling
    5. Democratie
    6. Een sterke rechtsstaat
    7. Digitale autonomie en goedwerkende digitale markten en diensten
    8. Inclusie en digitale vaardigheden
    9. Digitale infrastructuur (netwerken)
    Thema 2: Digitale Overheid
    1. Doel: laagdrempelige en hoogwaardige dienstverlening
    2. Doel: transparante overheid
    3. Doel: overheid als digitale partner en voorbeeld
    4. Middel: moderne IT-architectuur
    5. Middel: digitaal vakmanschap en agile werkwijze
    Thema 3: Digitale Samenleving
    1. Onderwijs en Wetenschap
    2. Gezondheidszorg
    3. Mobiliteit
    4. Klimaat
    5. Publieke ruimte
    6. Werkgelegenheid
    Thema 4: Digitale Economie
    1. Digitale technologie
    2. MKB en industrie

    Samenvatting Kamerbrief 8 maart 2022 Hoofdlijnen beleid voor digitalisering
    Digitalisering heeft onze samenleving in de afgelopen decennia veranderd. Het is verweven geraakt met bijna alles wat we doen. Er kwam een stroom aan nieuwe digitale technologieën en toepassingen: browsers, e-mail, zoekmachines, het internet of things, digitale platforms en cloud computing. Deze ontwikkeling gaat de komende jaren door: o.a. via kunstmatige intelligentie, blockchain, fotonica en kwantum computing. Digitalisering heeft onze maatschappij verbonden, verrijkt en efficiënter gemaakt, ons leven aangenamer en gemakkelijker gemaakt en biedt ook in de toekomst ongelooflijke kansen. Digitale technologie raakt in razend tempo vervlochten met alle onderdelen van onze leefwereld en ons leven. Het is bovendien deels een wereld naast de fysieke wereld. Hoewel afgelopen jaren goede stappen zijn gezet, staan we als overheden – Europees, nationaal en lokaal – nog te weinig zelf aan het roer. Om de kansen te stimuleren en omarmen, op een manier waarmee onze publieke waarden veilig worden gesteld. Daarin maken we zélf - samen met de EU - keuzes over wat we aanjagen en wat we afremmen en over de richting waarin we de ontwikkelingen sturen.
    In deze brief zetten wij op hoofdlijnen onze ambitie en doelen uiteen voor de digitale transitie van onze samenleving. Deze hoofdlijnen komen voort uit het coalitieakkoord en zijn het startpunt voor de kabinetsbrede werkagenda Digitalisering.
    We bouwen hierbij voort op bestaande kennis en bestaand beleid, zoals de I-strategie Rijk 2012-2025, de Nederlandse Digitaliseringsstrategie en de Nederlandse Cybersecurity Agenda.
    Onder haar regie zal de Rijksoverheid volop inzetten op het benutten van de kansen die de digitale transitie ons biedt en, meer dan voorheen, normerend optreden naar publieke en private partijen. Doel hiervan is om publieke waarden in de digitale transitie te borgen, het gesprek over waarden-gedreven digitalisering te faciliteren, en de bouwstenen van een waarde gedreven digitale overheid te ontwikkelen.
    Hieronder beschrijven we hoe kabinet, medeoverheden en samenleving aan het roer komen te staan van digitalisering en publieke waarden centraal stellen.
    Als overheid willen we onze verantwoordelijkheid nemen en een sterke, anticiperende rol spelen om de digitale transitie zo vorm te geven dat zij aansluit bij onze Nederlandse waarden, als veiligheid, democratie en zelfbeschikking. Dat vraagt om solide spelregels, toezicht en strategische autonomie. We hebben de plicht om grondrechten en publieke waarden (veiligheid, democratie, zelfbeschikking, non-discriminatie, participatie, privacy en inclusiviteit) te beschermen en de taak om een gelijk economisch speelveld te creëren: met eerlijke concurrentie, consumentenbescherming en brede maatschappelijke samenwerking. Mensen moeten zich online ook veilig kunnen voelen. Het kabinet gaat zich daarom, in aansluiting op bestaand beleid, samen met medeoverheden en Europese partners inzetten voor het borgen van onze publieke waarden in het digitale domein. Daarmee bouwen we aan een veilige, inclusieve, en kansrijke digitale samenleving voor alle Nederlanders en Europeanen.
    Digitalisering in Europa, Nederland en Internationaal
    Digitalisering overstijgt onze landsgrenzen. Het heeft dus bij uitstek een Europese component. Digitalisering is een van de twee topprioriteiten van de huidige Europese Commissie. Vorig jaar presenteerde zij een visie, strategie en routekaart voor de digitale transformatie van Europa tot 2030: het Digitale Kompas. Daarnaast wordt nu gewerkt aan enkele wetsvoorstellen. Een aantal zit in de afrondende fase, zoals de Data Governance Act, Digital Markets Act en Digital Services Act. Maar er zijn ook wetsvoorstellen waarover nog wordt onderhandeld, zoals Artificial Intelligence Act, de Data Act en de eIDAS-Verordening, en voorstellen die nog moeten worden gepresenteerd, zoals de Interoperability Act.
    Vormgeven van de digitale transitie aan de hand van vier thema’s
    Het kabinet werkt aan een veilige, inclusieve en kansrijke digitale samenleving voor alle Nederlanders. Om dit te realiseren, bestaat onze aanpak uit vier thema’s:
    1. Digitale fundament: Dit zijn de randvoorwaarden om de digitale overheid, samenleving en economie vorm te geven. Zodat de grondrechten van burgers worden beschermd, er een voedingsbodem is om kansen te benutten en onze digitale wereld veilig is. Dat doen we door actief te normeren en reguleren. Op dit fundament bouwen we de andere thema’s.
    2. Digitale overheid. We bouwen aan een slagvaardige, veilige en open digitale overheid, die de mens centraal stelt met toegankelijke en betrouwbare dienstverlening.
    3. Digitale samenleving. We bouwen een digitale samenleving met sterke publieke instellingen, waarin voorzieningen als zorg, onderwijs en mobiliteit zijn geborgd.
    4. Digitale Economie. We stimuleren een digitale economie die open, eerlijk en veilig is, waarin bedrijven goed kunnen innoveren, consumenten goed beschermd zijn en die bijdraagt aan duurzame economische groei.
    Thema 1: Digitale fundament
    -Cyberveiligheid
    Cybersecurity is een essentiële randvoorwaarden voor succesvolle digitalisering en daarmee een prioriteit van het kabinet. Dit zorgt ervoor dat overheid, burgers en bedrijven beter beschermd zijn tegen digitale dreigingen, bijvoorbeeld door overheidscommunicatie beter te beveiligen en ‘security by design’ het uitgangspunt maken voor onze overheidssystemen: dit betekent dat veiligheidsaspecten al in het ontwerp van overheidssystemen worden meegenomen.
    -Online identiteit en regie over eigen data
    Een andere cruciale voorwaarde is dat burgers in de digitale wereld autonoom kunnen zijn en zelf kunnen beschikken over hun eigen data en identiteit. Burgers moeten hun digitale omgeving kunnen begrijpen, zelf kunnen kiezen hoe zij zich daartoe willen verhouden en hun eigen gedrag kunnen bepalen.
    -Een nieuwe privacy vriendelijkere manier van omgang met gegevens, waarbij burgers in staat worden gesteld echte keuzes te maken, ontstaat niet zomaar. Daarom krijgen burgers een breed bruikbare digitale identiteit, zodat zij zich in de digitale wereld op veilige wijze kunnen identificeren en meer regie over eigen gegevens hebben zonder dat iemand over de schouders meekijkt – vergelijkbaar met het gebruik van een paspoort in de fysieke wereld.
    Wij verwelkomen in dit kader de better internet for children strategy van de Europese Commissie die eind maart wordt gepresenteerd, en geven op Europees niveau aandacht voor onze Nederlandse Code voor Kinderrechten Online.
    -Gelijke behandeling
    Iedereen in Nederland heeft het recht om - ongeacht o.a. geslacht, leeftijd, seksuele voorkeur en migratieachtergrond – in gelijke gevallen op gelijke wijze behandeld te worden. Dit recht geldt offline en online.
    -Democratie
    Digitalisering heeft de potentie om de democratie te versterken met een levendig en open debat. Zo kunnen op internet minderheidsstandpunten goed worden vertegenwoordigd en kunnen gelijkgestemden elkaar vinden. We zetten ons daarom in voor versterking van de EU Code of Practice on Disinformation, nemen dit mee in de onderhandelingen voor de Digital Services Act en zijn positief dat de Europese Commissie verdere gedragscodes aanmoedigt en faciliteert.
    Democratische gedachtewisseling is de kern van de democratie en moet ook kunnen plaatsvinden in een veilige en open publieke digitale ruimte. Waar mogelijk ondersteunen we neutrale, privacy-vriendelijke en transparante alternatieven in het maatschappelijk middenveld, zoals platformen voor gemeenten, scholen of publieke media.
    -Een sterke rechtsstaat
    Het is van belang dat digitale grondrechten ook kunnen worden verwezenlijkt doormiddel van digitale rechtshandhaving, rechtspleging en rechtsbescherming. Er moeten passende en uitvoerbare (wettelijke) waarborgen zijn, en in het geval van de onrechtmatige inzet van gegevens en technologie moet er handhaving plaatsvinden; wat offline geldt moet ook online gelden. Burgers – en zeker kwetsbare groepen en/of slachtoffers – moeten beschermd worden.
    • Allereerst zal het kabinet niet aarzelen waar nodig nieuwe wetgeving te introduceren om de in deze brief genoemde waarden van burgers te borgen. Onze juridische kaders moeten toekomstbestendig zijn en blijven, ook in het licht van ontwikkelingen op het gebied van AI, deepfakes en immersieve technologie.
    • Ten tweede zijn goede regels maar weinig waard zonder stevige handhaving en goede mogelijkheden voor burgers om hun recht te halen. We investeren in een sterke positie van de Autoriteit Persoonsgegevens, introduceren een algoritmetoezichthouder en versterken de samenwerking en samenhang tussen de diverse digitale toezichthouders.
    • Ten derde constateert het kabinet dat veel bestaande regels gedrag reeds normeren, maar pas kunnen worden gehandhaafd als het onrechtmatige gedrag heeft plaatsgevonden. Het kabinet zal daarom sterker inzetten op verplichtingen die vooraf door partijen in acht moeten worden genomen (zoals de conformiteitsbeoordeling voorgesteld in de AI-verordening), en op hulpmiddelen zoals het Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes en de Code Kinderrechten online8.

    -Digitale autonomie en goedwerkende digitale markten en diensten
    Nederland en de EU moeten in staat zijn om ook op digitaal terrein hun eigen publieke belangen te behartigen en ongewenste afhankelijkheden voorkomen. Daarom willen wij waar mogelijk onze open strategische autonomie versterken, zoveel mogelijk in samenwerking met onze EU-partners en gelijkgestemde derde landen. Dat betekent o.a. dat we zelf de spelregels bepalen voor digitale markten en diensten, en dat niet overlaten aan grote techbedrijven of regimes van landen met heel andere waarden dan wij. Daarom zetten we naast (Europese) regulering ook in op het ontwikkelen van eigen competenties op het terrein van digitale technologieën, zoals AI en quantum. Op het gebied van cruciale digitale diensten dragen we bij aan de ontwikkeling van Europese alternatieven op het gebied van clouddiensten, zoals GAIA-X.
    -Inclusie en digitale vaardigheden
    We willen dat iedereen de kansen die digitalisering biedt, kan benutten. Het is belangrijk dat iedereen over de juiste kennis en vaardigheden beschikt om de digitale wereld te begrijpen en er veilig aan deel te nemen. In lijn met het coalitieakkoord investeert het kabinet in het versterken van digitale vaardigheden, onder meer via om- en bijscholing. Digitalisering moet bovendien dienstbaar aan mensen zijn. Daarom werkt het kabinet aan een toegankelijke, begrijpelijke en gebruikersvriendelijke overheidsdienstverlening, waarbij burgers en bedrijven centraal staan.
    -Digitale infrastructuur
    Tot slot is ook een hoogwaardige, betrouwbare en betaalbare infrastructuur nodig voor digitale inclusie en het borgen van grondrechten en publieke waarden in digitalisering. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gaat voorop in het realiseren van de ambitie uit het coalitieakkoord dat Nederland het digitale knooppunt van wereldklasse in Europa blijft. Dat betekent robuust, supersnel en veilig internet in alle delen van het land, waar iedere Nederlander toegang toe heeft.
    Thema 2: Digitale Overheid
    Op het digitaal fundament bouwen wij aan een digitale overheid die de burger en ondernemer centraal stelt, slagvaardig optreedt en met een transparante houding toegankelijke dienstverlening biedt. Dat doen we omwille van drie doelen en maken we mogelijk door twee belangrijke middelen.
    1. Doel: laagdrempelige en hoogwaardige dienstverlening We digitaliseren als overheid om de burger maximaal te ondersteunen en niet om eigen problemen op te lossen. Dit vereist een omslag in ons denken en herontwerp van processen, waarbij burgers en ondernemers (en de belangrijke momenten in hun leven) centraal staan. Dat ontwerp is gebaseerd op vertrouwen in de burger en houdt rekening met zijn of haar doenvermogen. We gaan uit van vertrouwen, niet van wantrouwen. Daarbij onderstrepen we onze verantwoordelijkheid om analoge alternatieven aan te bieden voor onze digitale dienstverlening.
    2. Doel: transparante overheid We zetten digitalisering ook in om onze nieuwe bestuurscultuur te faciliteren. De Regeringscommissaris Informatiehuishouding is onlangs gestart met een structurele verbetering van de informatiehuishouding, om zo meer openheid te kunnen bieden aan parlement, pers en burgers. Als aanjager bevordert hij de uitvoering van het generieke actieplan informatiehuishouding Rijksoverheid ‘Open op Orde’. Openheid vraagt om een andere grondhouding bij het maken en uitvoeren van beleid. Digitalisering vergt ook transparantie. We gaan bij datagebruik vroegtijdig integrale afwegingen maken tussen wat ethisch wenselijk is, juridisch is toegestaan en technisch kan. We putten inspiratie uit de recente introductie van algoritmeregisters in enkele gemeenten. Zulke initiatieven moedigen we aan en willen we opschalen.
    3. Doel: overheid als digitale partner en voorbeeld Een moderne digitale overheid biedt niet alleen kansen op het gebied van dienstverlening en transparantie, maar is ook een katalysator voor een waardengedreven digitalisering in de hele samenleving. Wanneer de overheid nieuwe regels maakt, wordt kritisch gekeken of zij zich er zelf ook aan houdt en zelf het goede voorbeeld geeft. Denk aan cyberveiligheid en transparantie. Of op het gebied van standaarden en open source, zodat we als overheid transparant en open zijn, maar ook zodat veel meer mensen kunnen bijdragen aan een digitale overheid die maatschappelijke problemen aanpakt. Een digitaal bewuste overheid gebruikt haar inkoopkracht daarnaast om innovatieve en verantwoorde digitale producten en diensten aan te schaffen bij bedrijven die digitale grondrechten en publieke waarden op de eerste plek zetten.
    Middel: moderne IT-architectuur Het kabinet wil (via de overheids-brede werkagenda Werk aan Uitvoering) de uitvoering van de overheid versterken. Onderdeel hiervan is het investeren in een gemeenschappelijke digitale basis, de generieke digitale infrastructuur (GDI), en het wegwerken van achterstallig onderhoud in systemen in de uitvoering. De afgelopen jaren is het digitaliseren van processen bij uitvoeringsorganisaties vaak ingezet als bezuinigingsmaatregel. Een grote uitdaging is om de digitale basis de komende jaren zo robuust en wendbaar in te richten dat de gewenste menselijke maat in de uitvoering te realiseren is. Eén (digitaal) loket voor overheidsdienstverlening is één van de belangrijkste wensen van burgers en ondernemers voor de overheid van de toekomst.13 Deze digitale transformatie stelt alle publieke organisaties voor dezelfde uitdagingen om burgers en bedrijven zo goed mogelijk te bedienen. Dit kunnen zij steeds minder individueel tot een goed einde brengen, omdat burgers en bedrijven in toenemende mate gecombineerde dienstverlening nodig hebben en verwachten van meerdere overheden. De overheid kan een doorbraak realiseren in de transformatie van haar dienstverlening, als binnen de gehele publieke sector gebruik wordt gemaakt van dezelfde digitale bouwstenen. Daarom werken we aan doorontwikkeling van de GDI die bestaat uit afspraken, open standaarden en voorzieningen zoals DigiD en MijnOverheid. We gaan de Architectuur Board Rijk reactiveren, die verantwoordelijk wordt voor de actualisatie van de huidige Enterprise Architectuur Rijk.
    Middel: digitaal vakmanschap en agile werkwijze Naast een modern IT-landschap is ook digitaal vakmanschap bij de overheid cruciaal. We zetten ons in voor het aantrekken, cultiveren en behouden van digitaal talent. Dat doen we deels binnen de overheid en deels door samen te werken met wetenschap, maatschappelijke organisaties en bedrijven in publiekprivate partnerschappen. Ook zetten we in op een andere manier van werken, onder meer door het adopteren van meer open ontwikkel- en samenwerkingsprincipes. Digitalisering gaat snel en dus moeten we snel meebewegen. We anticiperen voortdurend op de kansen en risico’s van morgen en overmorgen. Daarom streven we naar een werkwijze die ruimte biedt aan innovatieve experimenten en traditionele organisatiegrenzen tussen departementen en overheden doorbreekt.
    Thema 3: Digitale Samenleving
    Digitalisering kan een belangrijk middel zijn om maatschappelijke problemen op te lossen. Het biedt kansen om onze samenleving hoogwaardiger, inclusiever, innovatiever en efficiënter te maken op gebieden zoals onderwijs, volksgezondheid, klimaat en mobiliteit. We willen de economische kansen van technologieën in deze sectoren benutten en tegelijkertijd waarden beschermen en versterken.
    -Onderwijs en Wetenschap
    In het onderwijs vergroten we de aandacht voor digitale kennis en vaardigheden over de hele breedte.
    -Gezondheidszorg
    Het beschikken over adequate, actuele en uniforme gegevens over de patiënt is een belangrijke randvoorwaarde om een goede kwaliteit van zorg te kunnen verlenen. Voor het verkrijgen van die gegevens op de juiste plek en op het juiste moment is standaardisering van de gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders onderling noodzakelijk. Patiënten krijgen meer regie over de eigen gezondheidsgegevens. Gegevens kunnen straks - als de patiënt dit wil - opgenomen worden in een eigen Persoonlijke Gezondheidsomgeving.
    Voor standaardisatie van de gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders onderling regelt het wetsvoorstel Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg15 dat gegevens die zij uitwisselen voor het verlenen van goede zorg verplicht elektronisch worden uitgewisseld, waarbij ook eisen aan taal en techniek kunnen worden gesteld.
    -Mobiliteit
    Moderne technieken bieden enorme kansen om het vervoer, veiliger, vlotter en schoner te maken. Daarom experimenteren we met nieuwe technieken zoals slimme verkeerslichten, zelfrijdende auto’s en real-time persoonlijk reisadvies. -Klimaat
    Technologie kan een belangrijke bijdrage leveren aan het behalen van klimaatdoelstellingen. Duurzame technologieën kunnen steeds beter concurreren met conventionele toepassingen, doordat de effectiviteit van hernieuwbare bronnen (zoals zonne-en windenergie, maar ook batterijtechnologie) de afgelopen jaren enorm is toegenomen. -Publieke ruimte
    In de publieke ruimte zien we potentiële digitale toepassingen, die zorgen voor meer gebruiksvriendelijkheid en (energie-)efficiëntie. Denk bijvoorbeeld aan de optimalisatie van afvalinzameling op basis van het aangeboden huisvuil, actueel inzicht in beschikbare parkeerplaatsen door heel de stad en straatverlichting die automatisch aan en uit gaat op basis van de verkeersdeelname. Hiervoor bouwen we voort op een goede samenwerking met gemeenten – zij staan dicht bij de praktijk en hebben dagelijks te maken met de kansen en de risico’s. En hiermee borgen we publieke waarden als privacy, rechtsstatelijkheid, democratie en regie over gegevens, voortbouwend op de Agenda Digitale Grondrechten en Ethiek van de VNG19.
    -Werkgelegenheid
    Digitalisering heeft verschillende effecten op werkende Nederlanders. Corona heeft ons geleerd dat we met technologie vaak goed op afstand kunnen werken. We zetten in op behoud van kwalitatief hoogwaardig werk voor alle beroepen. Om- en bijscholing in digitale vaardigheden moet voor iedereen toegankelijk zijn. Technologie kan worden ingezet om mensen in hun werk te ondersteunen en taken te verlichten.
    Thema 4: Digitale Economie
    De digitale transitie levert ongekende kansen op voor economie en samenleving. Natuurlijk is de digitale economie een onlosmakelijk onderdeel van de samenleving, maar vanwege haar belangrijke rol in digitalisering willen we het los benadrukken. Het kabinet wil de kansen van digitalisering vol benutten en initiatieven waar mogelijk opschalen. - Digitale technologie
    Het is ook van belang dat de overheid samenwerkt in publiek-private partnerschappen om samen met bedrijven, startups, scale-ups en kennisinstellingen te innoveren en de handen ineen te slaan om kansen te verzilveren. Daarom is de rijksoverheid betrokken bij bestaande coalities: de Nederlandse Artificial Intelligence Coalitie (NLAIC), de Dutch Blockchain Coalition en de Data Sharing Coalitie. Deze samenwerkingen zijn gericht op belangrijke bouwstenen, zoals de effectieve datadeel-ecosystemen in Nederland en Europa. We maken afspraken over standaarden, verantwoording (bijvoorbeeld rond privacy) en veiligheid.
    Daarnaast zetten we in op het aantrekken en opleiden van digitaal talent.
    Tot slot willen we de basis leggen voor een gunstig groei- en vestigingsklimaat voor digi-topsectoren. Hiervoor zetten we in op heldere wet- en regelgeving, voldoende ondersteuning voor startups en een actief investeringslandschap, bijvoorbeeld waar het gaat om toegang tot durfkapitaal.
    Vervolgproces
    Via al deze thema’s geven wij invulling aan de kabinetsopdracht rond digitalisering uit het coalitieakkoord. De precieze invulling krijgt in de komende maanden vorm in een kabinetsbrede werkagenda digitalisering. Bij het opstellen van deze werkagenda wordt nauwe samenhang met bestaande en in ontwikkeling zijn de agenda’s en strategieën worden geborgd. Bij deze uitwerking kijken we ook naar de implicaties voor (bestaande) wetgeving, de consequenties voor (het absorptievermogen van) uitvoeringsorganisaties en de specifieke inpassing van mogelijke budgettaire gevolgen binnen de begrotingen van departementen. De budgettaire kaders van het coalitieakkoord zijn daarbij leidend.
    Tot slot kijken we uit naar een intensieve samenwerking hierover met uw Kamer. Juist in de Kamer hoort de discussie over waarden die elkaar versterken of juist conflicteren. Maar vooral willen we dit gesprek voeren met burgers, zodat we goed begrijpen waar de wensen, ideeën, pijnpunten en hulpvragen echt liggen. Digitalisering is een doorgaande ontwikkeling die de hele maatschappij raakt. We willen daar niet aan voorbijgaan, maar juist al die verschillende initiatieven samenbrengen, aanscherpen en ondersteunen. Op deze manier benutten we de kansen en komen kabinet, medeoverheden en samenleving aan het roer te staan van deze grote, doorgaande ontwikkeling en daarbij publieke waarden centraal stellen. Onze hogere doel daarbij is een veilige, inclusieve en kansrijke digitale samenleving.
    )
  • Kamerbrief kaderstelling Architectuur standaardisatie en interoperabiliteit (Toelichting: De genoemde passages staan in Hoofdstuk 4, Kaderstellende maatregelen, kopje Architectuur standaardisatie en interoperabiliteit: "Werken onder architectuur is een noodzakelijke voorwaarde voor toekomstvaste ICT-investeringen, goede samenhang tussen ICT-systemen en samenwerking tussen de afzonderlijke ministeries en de rijksoverheid als geheel. Het gebruik van (open) standaarden draagt bij aan betere interoperabiliteit tussen (onderdelen van) ministeries en andere overheden, een betere gegevensuitwisseling tussen overheden met burgers en bedrijven en het verminderen van leveranciersafhankelijkheid. Het toepassen van architectuur maakt complexiteit beter beheersbaar, maakt het mogelijk grote projecten met behoud van samenhang op te knippen in modules met een eigen einddoel en resultaat, helpt bij het hergebruik van bestaande oplossingen en bij het identificeren van overlap tussen projecten. Voor de overheid als geheel geldt de Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA) als norm. Daarvan afgeleid is de Model Architectuur RIJksdienst (MARIJ), die een set van multilaterale afspraken (inrichtingsprincipes) omvat voor de rijksoverheid en ook is te beschouwen als referentiekader voor afgeleide architecturen van departementen, departementsonderdelen en (rijksbrede)projecten. Bovendien kan via architectuurontwikkeling kennis binnen de overheid worden uitgewisseld, waardoor verregaande vormen van horizontale samenwerking beter mogelijk zijn. In de tweede helft van 2008 wordt NORA (versie 3) ook als interoperabiliteitsraamwerk gepositioneerd op voordracht van het College Standaardisatie en met de steun van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken (zoals al aangekondigd in het actieplan Nederland Open in Verbinding). In NORA zijn de Europese ontwikkelingen in het kader van het European Interoperability Framework verankerd voor wat betreft publieke diensten waarbij sprake is van grensoverschrijdende gegevensuitwisseling. De Model Architectuur Rijksdienst (MARIJ) is afgeleid van NORA. Medio 2008 wordt versie 1.0 van MARIJ opgeleverd. Het kabinet stelt vast dat NORA en MARIJ als referentie-architectuur fungeren voor ICT-projecten binnen de rijksdienst. Elk ministerie is zelf verantwoordelijk voor het toepassen van de genoemde architecturen en daarbij behorende instrumenten volgens het «pas-toe-of-leg-uit»-principe. Het kabinet stelt tevens vast dat voor elk nieuw groot ICT-project een Project Start Architectuur dient te worden opgesteld in lijn met NORA en MARIJ. De Directie Informatiseringsbeleid Rijksdienst van BZK is verantwoordelijk voor de realisatie, de borging, het onderhoud en het verder ontwikkelen en toepassen van de rijksbrede architectuur en specifieke architectuurinstrumenten. Voor overheidsorganisaties is het principe «pas-toe-of-leg-uit» voor open standaarden al verplicht conform het kabinetsbeleid inzake het Actieplan Nederland Open in Verbinding. De bewindslieden van BZK zijn ook verantwoordelijk voor afspraken voor rijksdiensten ten aanzien van het Voorschrift Informatiebeveiliging (VIR), de baseline informatiehuishouding (samen met de minister van OCW), de DWR (Digitale werkomgeving Rijk) standaarden en het Normenkader Informatiebeveiliging Rijksweb en Haagse Ring.")
  • Kamerbrief over rapport expertgroep big data en privacy (Toelichting: Brief van de minister van Economische Zaken bij de aanbieding van het rapport van de expertgroep big data en privacy aan de Tweede Kamer. In deze brief van vier pagina's gaat de minister in op de inhoud van het rapport.)
  • Ketens, ketenregisseurs en ketenontwikkeling
  • Landkaart semantische interoperabiliteit
  • Licht op de digitale schaduw: Verantwoord innoveren met big data (Toelichting: De minister van Economische Zaken heeft een expertrgoep ingesteld met als opdracht om de relatie tussen big data en profilering en de bescherming van grondrechten verder te verkennen en oplossingsrichtingen uit te werken voor het verenigen van twee doeleinden: het benutten van de mogelijkheden van big data enerzijds en het behoud van het vertrouwen van de samenleving in het internet anderzijds. Hij verwacht van de expertgroep bovendien praktisch toepasbare kennis over hoe om te gaan met de wettelijke kaders op het terrein van privacy. De bevindingen staan in dit rapport.)

Bronnen