Eigenschap:Implicaties

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 20 pages using this property.
A
# Diensten worden in eerste instantie door dienstverleners geleverd op basis van afspraken. # Als wetgeving of beleidsafspraken dit nodig maken worden hier standaarden bij afgesproken. # De functies van de GDI worden bij voorkeur gerealiseerd via generieke afspraken en standaarden. Als de beoogde doelen hiermee niet worden bereikt, worden voorzieningen geïntroduceerd. # Wanneer slechts een deel van alle dienstverleners behoefte heeft aan een bepaalde voorziening is deze niet een generiek en per definitie door iedereen te gebruiken onderdeel van de GDI. Deze kan wel in overleg met betrokken partijen gezamenlijk worden gerealiseerd en optioneel onderdeel van de GDI zijn. Als de GA een voorziening als niet-generiek ziet, kan deze nog wel zich moeten conformeren aan afspraken en/of standaarden die deel uitmaken van de betreffende generieke functie. GA doet geen uitspraak of een dergelijke (niet-generieke) voorziening onder de GDI (governance en/of financiering) valt; dat is een bestuurlijk vraagstuk. # Dienstverleners moeten mogelijk aanpassingen doorvoeren om te voldoen aan afspraken en standaarden of om gebruik te kunnen maken van een generieke voorziening. # Alle afspraken, standaarden en generieke voorzieningen die partijen overeenkomen passen zij ook toe.   +
B
Gemeenten moeten vanaf 1 januari 2009 het zogenaamd ‘comply-or-explain and commit’ principe (voorkeursbeleid) toepassen voor open standaarden. Ook moeten gemeenten vanaf die datum het Open Document Format (ODF) kunnen lezen, bewerken en opslaan. Andere belangrijke actielijnen zijn: * Binnen de overheid moet een basislijst open standaarden gepubliceerd worden * Realisatie van een interoperabiliteitsraamwerk * Ontwikkelen van een OSS implementatiestrategie  +
Overheidsorganisaties onderzoeken welke kwaliteit voor de afnemers voldoende is. Deze wordt als norm vastgesteld en bekendgemaakt. Vervolgens worden er processen ingericht om de norm te handhaven en wordt er gerapporteerd over de behaalde resultaten. Waar de kwaliteit kan variëren, wordt bij de informatie vermeld wat het actuele kwaliteitsniveau is (bijvoorbeeld wanneer de informatie voor het laatst is gecontroleerd).  +
D
# Diensten worden ontwikkeld in samenwerking met burgers en bedrijven. # Diensten voldoen aan geldende toegankelijkheidseisen van websites en mobiele applicaties van de overheid. # Burgers en bedrijven kunnen voorkeuren kenbaar maken, waarmee rekening gehouden wordt bij dienstverlening. # Zie de implicaties van ieder van de NORA [[Architectuurprincipes]]   +
G
Functies beperken zich tot hun kernfunctionaliteit (‘do one thing and do it well’). # Functionaliteit wordt afgebakend en door zelfstandig functionerende onderdelen geleverd (‘seperation of concerns’) # Zelfstandig functionerende functionele componenten zijn beschreven in een dienstencatalogus of meerdere dienstencatalogi # Bij samenwerking zijn voor alle partijen heldere dienstverleningsovereenkomsten aanwezig. # GA houdt rekening met toekomstige (veranderende) keuzes, technologische ontwikkelingen en ontwikkelingen in Europa en daarbuiten. # Als flexibiliteit voor toekomstige ontwikkelingen leidt tot meerkosten wordt dit expliciet aangegeven. # GA beschrijft geen aspecten van de solution-architectuur.  +
Allereerst moet worden onderzocht hoe afnemers gebruikmaken van een dienst en hoe zij deze associëren met andere diensten. Op basis daarvan kunnen dienstverleners gaan samenwerken. Gezamenlijk moeten zij bepalen hoe zij hun diensten willen bundelen. In het geval van verlening van gecombineerde vergunningen moeten bijvoorbeeld dossiervorming en handhaving worden geregeld. Doet de vergunningverlener dit centraal of doen alle achterliggende organisaties dit decentraal? Welke oplossing er ook wordt gekozen: dit vraagt om intensieve samenwerking en afstemming tussen de betrokken organisaties. Bundeling kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Bijvoorbeeld door het inrichten van portals (webpagina, callcenter, balie, etc. met doorverwijsfunctie) rond belangrijke gebeurtenissen (zogenoemde 'life events', zoals verhuizen, geboorte of een verbouwing), thema's (zoals de status van alle lopende processen bij elkaar), doelgroepen (studenten, 65+) of individuen (persoonlijke webpagina). Op portals worden afnemers nog steeds doorverwezen naar afzonderlijke diensten. Dit kan worden voorkomen door diensten (gedeeltelijk) te integreren. Bij deze verdergaande vorm van bundeling worden bijvoorbeeld websites en formulieren, maar ook gehele procedures, samengevoegd.  +
I
Voor de inrichting van de Europese geo-informatie infrastructuur hanteert INSPIRE de volgende basisprincipes. Geo-informatie: * wordt op één passend niveau opgeslagen, beheerd en beschikbaar gesteld * uit verschillende bronnen in de Europese Unie kan op consistente wijze worden gecombineerd en uitgewisseld tussen verschillende gebruikers en toepassingen * die op een bepaald overheidsniveau is verzameld kan worden uitgewisseld met andere overheidsniveaus * wordt onder zodanige voorwaarden beschikbaar gesteld dat grootschalig gebruik ervan niet onnodig wordt belemmerd * beschikbare geo-informatie kan gemakkelijk worden opgezocht en de geschiktheid en gebruiksvoorwaarden kunnen gemakkelijk worden nagegaan.  +
N
Overheidsorganisaties vereenvoudigen regels, procedures, formulieren, etc. zo veel mogelijk, zodat de noodzaak tot het opvragen van informatie wordt beperkt. Daarna wordt onderzocht welke wel noodzakelijke 'need to know' informatie al binnen de overheid bekend is en wie de beheerder daarvan is. Vervolgens leggen dienstverleners expliciet vast welke afspraken zij hebben gemaakt over het delen van de informatie,de inzet van technische voorzieningen, verantwoordelijkheden en rollen in de samenwerking en dienstverlening. Ook kunnen formulieren worden aangepast, zodat reeds bekende informatie over de burger of het bedrijf, al van tevoren is ingevuld. Omgekeerd zal de dienstverlener zijn informatie moeten delen met andere dienstverleners die gebruik mogen en willen maken van die informatie voor de uitvoer van hun taken. Omdat andere partijen in staat te stellen hergebruik te maken van informatie, worden er hoge eisen gesteld aan kwaliteit, beheer en duurzaamheid en worden deze expliciet vastgelegd. '''Ontwerpeis''': overheden hebben expliciet vastgelegd welke afspraken zij in hun samenwerking gericht op gezamenlijke dienstverlening,hebben gemaakt over het hergebruik van informatie, technische voorzieningen, rollen en verantwoordelijkheden.  +
O
Input van afnemers wordt systematisch verzameld en geanalyseerd. Goede indicatoren zijn klachten van gebruikers, verzoeken om correctie van gegevens en suggesties voor het verbeteren van de dienstverlening. De dienstverlener kan ook zelf het initiatief nemen om te achterhalen hoe afnemers de dienst ervaren. Als een vorm van (indirecte) input kunnen bijvoorbeeld systeemmeldingen en gebruiksstatistieken worden gebruikt. Er worden procedures ingericht om tijdig en gepast te reageren op afnemers die input leveren. Besturingsprocessen zijn zodanig ingericht dat bij planning en control rekening wordt gehouden met input van afnemers.  +
Burgers, bedrijven en instellingen mogen van ons verwachten dat wij onze dienstverlening conform de volgende uitgangspunten organiseren: Uitgangspunt 1 – de vraag staat centraal * De vraag van burgers, bedrijven en instellingen staat centraal in ons handelen * Wij werken oplossingsgericht en sluiten aan bij de behoeften van burgers en de eigen processen en systemen van bedrijven en instellingen. * Wij spannen ons in om overbodige regels te schrappen, heffen onnodige indieningsvereisten op en voorkomen nieuwe overbodige regels. * Ons gedrag is erop gericht mensen snel, vriendelijk en goed te helpen. Uitgangspunt 2 - snel en zeker * Wij zorgen ervoor dat burgers, bedrijven en instellingen hun zaken snel en zeker kunnen regelen. * Wij praten en schrijven in begrijpelijke taal. * Wij geven burgers, bedrijven en instellingen online inzicht in de gegevens die de overheid van hen heeft en bieden hen de mogelijkheid een verzoek te doen om deze gegevens te laten wijzigen als ze onjuist zijn. * Wij bieden burgers, bedrijven en instellingen de mogelijkheid om hun transacties met de overheid online aan te gaan en de voortgang daarvan te volgen. * Burgers, bedrijven en instellingen mogen zelf beslissen of de overheid de gegevens die de overheid over hen beschikbaar heeft, ook (digitaal) ter beschikking mag stellen aan derden. * Wij zorgen ervoor dat burgers, bedrijven en instellingen in beginsel 7 dagen per week, 24 uur per dag via internet algemene informatie kunnen opvragen, vragen kunnen stellen, statusinformatie kunnen inzien, aanvragen kunnen indienen en hun persoonlijke gegevens kunnen inzien. * Wij stemmen ieder zelfstandig de openingstijden en beschikbaarheid van onze andere communicatiekanalen (loket, telefoon en post) af op de behoeften van de burgers, bedrijven en instellingen die van onze diensten gebruik maken. * Wij zorgen voor goede beveiliging en gaan zorgvuldig om met (persoons)gegevens. Om de privacy te beschermen én om fraude en misbruik van voorzieningen te voorkomen en te bestrijden. Uitgangspunt 3 – één overheid * Wij vallen burgers, bedrijven en instellingen niet lastig met de verschillen tussen onze organisaties: wij opereren als één overheid. * Onze dienstverlening is voor iedereen toegankelijk en bereikbaar. * Burgers, bedrijven of instellingen kunnen met een vraag voor de overheid op verschillende plekken terecht: altijd de juiste deur. Wanneer een burger, bedrijf of instelling niet weet waar hij precies moet zijn, kan hij in ieder geval altijd terecht bij de gemeente voor hulp of een doorverwijzing. * Wij wijzen één aanspreekpunt aan als burgers, bedrijven of instellingen voor één vraag of proces met meerdere overheidsorganisaties tegelijk te maken hebben. * Wij spannen ons in om publiek-private samenwerking bij overheidsdienstverlening te vereenvoudigen. Uitgangspunt 4 - eenmalige uitvraag gegevens * Wij stellen geen overbodige vragen. Gegevens die in basisregistraties zijn opgenomen en informatie die binnen onze eigen organisatie beschikbaar is vragen wij niet nogmaals. * Waar mogelijk bieden wij diensten pro-actief aan burgers, bedrijven en instellingen aan. Uitgangspunt 5 - transparant en aanspreekbaar * Wij gebruiken servicenormen en dragen deze uit. * Wij meten en vergelijken overheidsbreed onze prestaties ten aanzien van dienstverlening en maken deze openbaar. * Wij stellen openbare overheidsinformatie actief online beschikbaar, zodat derden deze informatie kunnen hergebruiken of eenvoudig kunnen integreren in hun eigen informatie of diensten. Uitgangspunt 6 – efficiënt werken * Wij richten onze dienstverlening zo efficiënt mogelijk in, met inachtneming van de behoeften van burgers, bedrijven en instellingen. * Waar mogelijk heeft het elektronische communicatiekanaal de voorkeur. Hierdoor kunnen besparingen worden gerealiseerd. * Voor bedrijven en instellingen geldt dat het papieren kanaal op termijn zal worden afgeschaft. * Waar persoonlijk contact met de overheid noodzakelijk of bevorderlijk is voor de kwaliteit van de dienstverlening, maken wij persoonlijk contact met burgers, bedrijven en instellingen mogelijk.  
# Burgers en bedrijven herkennen en zien dat zij zich in een veilige overheidsomgeving begeven of zich daarbuiten begeven. # Diensten zijn ingericht met een passend beveiligingsniveau dat aantoonbaar is bepaald en wordt geverifieerd. # Diensten voldoen aan geldende veiligheidseisen en maken gebruik van actuele veilige standaarden. # Diensten zijn erop ingericht om misbruik en fraude te signaleren en daarop maatregelen te nemen.   +
P
Een belangrijke voorwaarde is dat dienstverleners hun afnemers kennen en daarbij informatie van andere organisaties meenemen. Proactiviteit vraagt om het opnieuw doordenken van dienstverleningsprocessen vanuit het perspectief van de afnemer. Het is niet vanzelfsprekend dat dienstverlening altijd start met een aanvraag van een afnemer. Een overheidsorganisatie kan ook zelf het initiatief nemen. Als hiervoor geen input van de afnemer nodig is, kan het proces zelfs eenzijdig worden afgerond.  +
R
# Zowel digitaal vaardige als ook digitaal niet-vaardige burgers en bedrijven moeten eenvoudig met dienstverleners kunnen communiceren. # Ondersteuning van behoeften van burgers en bedrijven houdt rekening met aanwezige verschillen in de rol, aard en voorkeuren die zij hebben.   +
Stelselafspraken, standaarden en generieke voorzieningen moeten geschikt zijn voor gebruik door grote en kleine dienstverleners.  +
S
Overheidsorganisaties ontwikkelen geen eigen processen, systemen en technieken wanneer deze al beschikbaar zijn. Ze moeten zich actief op de hoogte stellen van beschikbare en geplande standaardoplossingen, zodat ze daar bij het maken van plannen rekening mee kunnen houden. De pagina [[Bouwstenen]] bevat een overzicht van de belangrijkste standaardoplossingen waar dienstverleners gebruik van kunnen maken. Vervolgens zullen de bruikbare elementen moeten worden ingepast in de eigen organisatie. Geen enkele standaardoplossing past altijd voor de volle honderd procent. Daarom zal de bereidheid tot het sluiten van compromissen aanwezig moeten zijn. Waar nog geen standaardoplossingen beschikbaar zijn, kunnen organisaties hun eigen oplossingen geschikt maken voor gebruik door anderen. Bijvoorbeeld door ze gezamenlijk verder te ontwikkelen en beschikbaar te stellen als open source of open standaarden. Zo ontstaan nieuwe standaardoplossingen.  +
T
Onderzocht moet worden hoe de doelgroep is opgebouwd en hoe de verschillende soorten afnemers van de dienst gebruikmaken (gebruikersonderzoek). Op basis hiervan kan worden bepaald welke communicatiekanalen er worden ingezet en op welke wijze. Dit kan betekenen dat er meerdere communicatiekanalen moeten worden gebruikt (bijvoorbeeld internet en telefoon) via mogelijk meerdere ingangen (bijvoorbeeld verschillende websites voor verschillende doelgroepen). Het is daarbij niet mogelijk alle afnemers naar wens te bedienen. Er zal daarom een afweging moeten worden gemaakt tussen de voorkeuren van de afnemers en het rendement van de verschillende kanalen en ingangen. Voorwaarde daarbij is dat niemand wordt uitgesloten. Waar meerdere kanalen en ingangen worden aangeboden, moet zijn gewaarborgd dat de resultaten van de dienstverlening onafhankelijk zijn van het gekozen kanaal en de gekozen ingang. Zelfs als deze door elkaar heen worden gebruikt. Het moet bijvoorbeeld voor het antwoord niet uitmaken of een vraag binnenkomt per post, e-mail of telefoon.  +
Vastgesteld moet worden welke informatie relevant is voor afnemers. Hiervoor wordt betrouwbare informatie vervolgens (duurzaam) beschikbaar gesteld aan degene die inzage wenst. Het betreft bijvoorbeeld: * beschrijving van de dienst; * leveringsvoorwaarden; * welke informatie wordt gebruikt; * betekenis van gebruikte informatie; * wat de werkwijze is; * voortgang van het dienstverleningsproces; * hoe resultaten (met name: beslissingen) tot stand zijn gekomen.  +
V
Er worden maatregelen genomen om te voorkomen dat gegevens ongeautoriseerd worden gebruikt. Gebouwen en systemen worden beveiligd tegen onbevoegden en malafide software. Ook wordt voorkomen dat eigen medewerkers toegang krijgen tot informatie die niet voor hen is bedoeld. Registratie van handelingen maakt het mogelijk om te controleren of er sprake is van schending van vertrouwelijkheid.  +
Bekend moet zijn welke informatie afnemers doorgaans zoeken en waar ze deze zoeken. Deze informatie wordt aangemeld op de voor de afnemers bekende vindplaatsen (zoekmachines, portals, catalogi, registers, etc.). Ook de dienst zelf wordt voorzien van de nodige zoekfuncties. Om te kunnen doorverwijzen, moet de dienstverlener op de hoogte zijn van de andere plaatsen waar diensten te vinden zijn en de afnemers hiernaar verwijzen als dat nodig is.  +
a
De organisatie is in staat om communicatie met de afnemer via meerdere kanalen af te wikkelen  +