Eigenschap:Rationale

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
TOGAF9: "Should highlight the business benefits of adhering to the principle, using business terminology. Point to the similarity of information and technology principles to the principles governing business operations. Also describe the relationship to other principles, and the intentions regarding a balanced interpretation. Describe situations where one principle would be given precedence or carry more weight than another for making a decision."
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 20 pages using this property.
A
Uitvoeringsorganisaties hebben vaak een andere populatie van burgers en bedrijven en andere wetgeving waarbinnen zij hun taken uitvoeren. Het maken van afspraken is een flexibele manier om binnen een diverse overheid tot resultaten te komen. Het biedt dienstverleners maximale vrijheid om in hun dienstverlening de optimale invulling voor burgers en bedrijven te realiseren. Verder is er een tendens waarbij burgers en bedrijven steeds vaker autonomie vragen om eigen middelen (bijvoorbeeld voor authenticatie of beheer van persoonlijke gegevens) te kunnen toepassen. Dat vraagt om een overheid die middelen accepteert die de burger al heeft en voorwaarden stelt waaronder dat mogelijk is. Dat betekent dus minder overheidsvoorzieningen maken en meer afsprakenstelsels om aan te sluiten. In het belang van burgers en bedrijven en uitvoering van de wet kan het noodzakelijk zijn naast afspraken ook standaarden of ook generieke voorzieningen toe te passen. Gebruik van generieke voorzieningen door (deels) autonome organisaties kan binnen het Nederlandse bestuurlijk bestel in de praktijk leiden tot grote uitdagingen. De functies van de GDI worden daarom bij voorkeur gerealiseerd via generieke afspraken en standaarden. Als de beoogde doelen hiermee niet worden bereikt, worden voorzieningen geïntroduceerd. Een voorziening die juist vrijheden geeft (door ontkoppeling volgens GA-BP-4 [[Gebruik van flexibele en ontkoppelde functies]] helpt bij deze uitdagingen.<br> Zie ook [[Toelichting op de relatie tussen principes van de GDI-Architectuur en van de NORA]]<br> Een verdere rationale voor dit architectuurprincipe en de implicaties die hieruit voortkomen is te vinden in: * Beleidskader [[Digitale Basisinfrastructuur]] D en I (paragraaf 3.1 van de Bron) * [[https://www.noraonline.nl/wiki/Bestand:De_WHY_van_de_GDI_-_visual.pdf De WHY van de Generieke Digitale Infrastructuur]] S en U (paragraaf 3.4 van de Bron)  +
B
Wanneer helder in beeld is welke gevaren en bedreigingen van toepassing zijn voor de dienst, kun je gepaste beheersmaatregelen nemen. De manieren waarop componenten kunnen falen of hoe er misbruik van kan worden gemaakt zijn onderdeel van de risicoanalyse. Telkens kan dan de afweging worden gemaakt in welke mate de kosten en inspanningen van verdere mitigatie in verhouding staan tot de gevolgen als een risico zich voordoet. De bereidheid van de overheidsdienstverlener om restrisico's te accepteren maakt onderdeel uit van de afweging. Door risico's tijdig te onderkennen zijn beheersmaatregelen effectiever en efficiënter te implementeren.  +
Het kabinet wil een aantal doelen bereiken, zoals een goede participatie van burgers, duurzaamheid van informatie en innovatie en een administratieve lastenverlichting. Interoperabiliteit tussen bedrijven en overheden, burgers en overheden en overheden onderling is een noodzakelijke voorwaarde voor het bereiken van deze doelen. De Tweede Kamer vindt met het oog op deze maatschappelijk doelen, het gebruik van open standaarden en open source software door de overheid en de (semi-) publieke sectoren een belangrijk instrument om deze interoperabiliteit te borgen. Daarom heeft de Tweede kamer gevraagd om de uitvoering van een actieplan voor de bevordering van dit het gebruik van open standaarden voor overheidstoepassingen.  +
Een heldere beschrijving van het wat, het doel en wettelijk kader inclusief interactiemomenten en positionering draagt bij aan het gebruik van de dienst. Het maakt diensten gemakkelijker vindbaar voor afnemers. Het draagt bij aan het begrip bij afnemers van wat de dienst wel en niet te bieden heeft, ten opzichte van andere verwante diensten.  +
Samenwerking in het leveren van dienstverlening tussen en binnen overheidsorganisaties is alleen goed mogelijk wanneer de betrokkenen de relevante informatieobjecten kunnen toepassen, hergebruiken en duurzaam archiveren.  +
Willen diensten voor de afnemer bruikbaar zijn, dan moeten ze betrouwbaar zijn. Vooral ketendiensten moeten daarop kunnen vertrouwen, omdat de mate van betrouwbaarheid mede de kwaliteit van hun eigen dienstverlening bepaalt. Als normen bij herhaling worden geschonden, raken afnemers geïrriteerd, gaan ze klagen en haken ze uiteindelijk af.  +
Het gebruik en gemak van diensten neemt toe wanneer overheidsdienstverleners acteren op signalen die duiden op (latente) behoeften bij de afnemer. Op basis hiervan nemen zij het initiatief om (aanvullende) diensten aan te bieden of er naar door te wijzen. Afnemers hoeven daardoor niet eerst zelf de vraag te stellen, of te weten welke diensten beschikbaar zijn. Proactiviteit is een belangrijk aspect van de kwaliteit van dienstverlening die de overheid nastreeft.  +
Door diensten modulair op te bouwen en te ontkoppelen wordt de flexibiliteit vergroot, wat leidt tot meer wendbaarheid, meer hergebruik en duurzaamheid.  +
Door bundeling van diensten nemen gebruiksgemak en meerwaarde voor afnemers toe: waar voorheen meerdere aanvragen nodig waren, kan nu met één aanvraag worden volstaan. Tevens kunnen overheidsdienstverleners zo efficiënter samenwerken.  +
C
Het gebruik en gedrag van de dienst moet voldoen aan de afgesproken regels. Om te borgen dat dit gebeurt, moet continu worden gemonitord. Om de juistheid van uitkomsten van het systeem aan te kunnen tonen, moet gelogd worden.  +
D
Scheidt zoveel mogelijk systemen van elkaar, door een meerlaagse toegang tot de infrastructuur, applicatie- en intergratie software toe te passen. Hiermee wordt het risico van schade bij een (cyber)aanval op de infrastructuur en de systemen zo veel mogelijk beperkt.  +
De overheid wil, voor zover dit mogelijk is binnen haar beleidsuitvoeringstaken, aansluiten bij behoeftes van burgers en bedrijven. <br> De GDI gaat over de generieke infrastructuur die nodig is om de (digitale) overheid te faciliteren. Met de GDI los je geen maatschappelijk vraagstuk op. Dat is de taak van de betreffende uitvoeringsorganisatie of overheid en gebaseerd op de politieke keuzes die worden gemaakt. De GDI moet wel in staat zijn om hen daarbij te faciliteren. Daarbij blijft de behoefte van burgers en bedrijven centraal.<br> Bundeling van de NORA Architectuurprincipes vergemakkelijkt het gebruik binnen GA doordat hier integraal aan gerefereerd kan worden.<br> Zie ook [[Toelichting op de relatie tussen principes van de GDI-Architectuur en van de NORA]]<br> Een verdere rationale voor dit architectuurprincipe en de implicaties die hieruit voortkomen is te vinden in: * Beleidskader [[Digitale Basisinfrastructuur]] A en B (paragraaf 3.1 van de Bron) * [[Interactiestrategie]] L (paragraaf 3.3 van de Bron) * [https://www.noraonline.nl/wiki/Bestand:De_WHY_van_de_GDI_-_visual.pdf De WHY van de Generieke Digitale Infrastructuur] M, N, O, P, Q en R (paragraaf 3.4 van de Bron)  +
E
Burgers en bedrijven verwachten een overheid waarvan vaststaat dat ze slagvaardig optreedt bij fraude en bij de handhaving van wet- en regelgeving, vergunningen en dergelijke.  +
Burgers en bedrijven verwachten een overheid die laat zien dat ze, door een goede organisatie en met inzet van moderne hulpmiddelen, haar taken efficiënt vervult. Dit vraagt om samenwerking en samenwerking kost tijd en geld. Toch zijn de voordelen aanzienlijk (voor individuele organisaties en de overheid als geheel): * besparingen door gebruik te maken van generieke oplossingen en dubbel werk te voorkomen; * kwaliteitswinst door bijvoorbeeld gebruik te maken van eenduidige, betrouwbare gegevens; * waarborging van de samenhang tussen ontwikkelingen binnen en buiten de eigen organisatie; * standaardisatie. Hierdoor neemt de flexibiliteit toe, omdat de organisatie makkelijker kan samenwerken met andere organisaties, burgers en bedrijven.  +
Burgers en bedrijven verwachten een overheid waarvan duidelijk is dat haar beleidsontwikkeling en -uitvoering stoelt op een gedegen kennis en toegang tot informatie.  +
Burgers en bedrijven verwachten een overheid die een state-of-the-art service biedt aan burgers en bedrijven, en waar je zeven dagen per week, 24 uur per dag kunt aankloppen;die niet naar de bekende weg vraagt: een overheid die de administratieve lasten waarmee zij burgers en bedrijven confronteert, tot een onvermijdelijk minimum beperkt.  +
Burgers en bedrijven verwachten een overheid die zorg draagt voor rechtszekerheid en rechtsgelijkheid.  +
G
Ontkoppeling draagt bij aan wendbaarheid en robuustheid. We willen rekening houden met veranderende politieke en beleidswensen. Het is daarom nodig om bij de ontwerpkeuzen voldoende flexibiliteit en vrijheidsgraden in te bouwen. Dit is vergelijkbaar met rekening houden met ontwikkelingen in IT: je weet dat die er zullen komen, je weet alleen niet wanneer en in welke vorm ze komen. Vanuit Europa en ook daarbuiten hebben wetten, richtlijnen en wensen invloed op het handelen van onze (digitale) overheid. Dat vraagt om flexibiliteit om op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. Dit vraagt ook om het realiseren van gestandaardiseerde koppelvlakken die eenduidig gebruik mogelijk maken om waar mogelijk invloeden te beperken. Deze koppelvlakken met Europa als generieke functies zien, maakt het mogelijk hiervoor een generieke oplossing in de vorm van een standaard of ‘gateway’-voorziening in te richten. Zo staan afzonderlijke organisaties niet voor het verbindingsprobleem en helpen we de burger buiten Nederland met een meer uniforme behandeling. De ervaring leert dat technologie en beleid zich snel ontwikkelen. Architectuur moet dat mogelijk maken. We mogen bij de inrichting dus niet alleen uit gaan van het huidige situatie, maar moeten ook toekomstige beleidsontwikkelingen maximaal mogelijk maken en technologische ontwikkelingen kunnen volgen. Een verdere rationale voor dit architectuurprincipe en de implicaties die hieruit voortkomen is te vinden in: * Beleidskader [[Digitale Basisinfrastructuur]] B, C, E en F (paragraaf 3.1 van de Bron) * De [https://www.noraonline.nl/wiki/Bestand:De_WHY_van_de_GDI_-_visual.pdf WHY van de Generieke Digitale Infrastructuur] V, W en X (paragraaf 3.4 van de Bron) * NORA NAP02: [[Bouw diensten modulair op]]  +
Het spaart de afnemer veel tijd als hij diensten die hij bij elkaar verwacht, op één plaats en in combinatie kan afnemen.  +
Afnemers willen graag inzicht hebben in de voortgang en (deel)beslissingen van de dienstverlening. Dit is onder andere van belang wanneer de afnemer het resultaat nodig heeft voor vervolgactiviteiten. De overheidsdienstverlener neemt onzekerheid weg door deze transparantie te bieden: is mijn verzoek überhaupt aangekomen, krijg ik de uitslag op tijd? Verder geeft het inzagerecht invulling aan het streven naar een betrouwbare en transparante overheid. Door deze informatie duurzaam toegankelijk te houden wordt de traceerbaarheid van beslissingen gegarandeerd.  +

1 gerelateerde entiteit weergegeven.