Strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten

Uit NORA Online
ISOR:Strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten /
Versie door Jdirks2 (overleg | bijdragen) op 18 jan 2018 om 19:58 (Tekst vervangen - '====Voetnoot==== <References/>' door '')
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Logo ISOR normen (een hangslot met de tekst ISOR norm)

Stelling

Persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten (inclusief een door de rechter opgelegd verbod naar aanleiding van onrechtmatig of hinderlijk gedrag) of daarmee verband houdende veiligheidsmaatregelen mogen alleen worden verwerktUitvoeringswet AVG art. 31.:

  1. als de verwerking geschiedt door organen die krachtens de wet zijn belast met de toepassing van het strafrecht, alsmede door verwerkingsverantwoordelijken die deze hebben verkregen krachtens de Wet politiegegevens of de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
  2. als de verwerkingsverantwoordelijke deze gegevens ten eigen behoeve verwerkt :
    1. ter beoordeling van een verzoek van betrokkene om een beslissing over hem te nemen of aan hem een prestatie te leveren, of:
    2. ter bescherming van zijn belangen voor zover het gaat om strafbare feiten die zijn of op grond van feiten en omstandigheden naar verwachting zullen worden gepleegd jegens hem of jegens personen die in zijn dienst zijn;
  3. indien deze ten behoeve van derden worden verwerkt:
    1. door verwerkingsverantwoordelijken die optreden krachtens een vergunning op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;
    2. door een verwerkingsverantwoordelijke die tevens rechtspersoon is en in dezelfde groep is verbonden als bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, of:
    3. door een verwerkingsverantwoordelijke die hiervoor toestemming heeft verkregen van de Autoriteit.

Opsporingsinstanties dienen eerst na te gaan of Richtlijn (EU) 2016/680 van 27 april 2016 van toepassing is inzage de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

De bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid en het vrije verkeer van die gegevens wordt geregeld in een specifieke rechtshandeling van de Unie. De Avg mag derhalve niet van toepassing zijn op de met die doeleinden verrichte verwerkingsactiviteiten. Overeenkomstig de Avg door overheidsinstanties verwerkte persoonsgegevens die voor die doeleinden worden gebruikt, moeten vallen onder een meer specifieke rechtshandeling van de Unie, namelijk Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad. De lidstaten kunnen bevoegde autoriteiten in de zin van Richtlijn (EU) 2016/680 taken opdragen die niet noodzakelijk worden verricht met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid, zodat de verwerking van persoonsgegevens voor die andere doeleinden binnen het toepassingsgebied van de Avg valt, voor zover zij binnen het toepassingsgebied van de Uniewetgeving valtAVG overweging 19..

Het aanwijzen van mogelijke strafbare feiten of gevaren voor de openbare veiligheid door de verwerkingsverantwoordelijke en de doorzending van de desbetreffende persoonsgegevens in individuele zaken of in verschillende zaken die met hetzelfde strafbare feit of dezelfde gevaren voor de openbare veiligheid te maken hebben, aan een bevoegde instantie moeten worden beschouwd als zijnde in het gerechtvaardigde belang van de verwerkingsverantwoordelijke. De doorgifte in het gerechtvaardigde belang van de verwerkingsverantwoordelijke of de verdere verwerking van persoonsgegevens moeten evenwel worden verboden wanneer de verwerking niet verenigbaar is met een wettelijke, beroepsmatige of anderszins bindende geheimhoudingsplichtAVG overweging 50..

Bovenliggende principe(s)

Deze norm realiseert het principe Doelbinding gegevensverwerking via de conformiteitsindicator strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten.

Grondslag