Persoonsgegevens van strafrechtelijke aard

Uit NORA Online
ISOR:Strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
Logo ISOR normen (een hangslot met de tekst ISOR norm)

Stelling

Persoonsgegevens van strafrechtelijke aard mogen worden verwerktUAVG Art. 32. indien:

  1. De betrokkene uitdrukkelijke toestemming heeft gegeven voor de verwerking van die persoonsgegevens voor een of meer welbepaalde doeleinden;
  2. De verwerking noodzakelijk is ter bescherming van de vitale belangen van de betrokkene of van een andere natuurlijke persoon, indien de betrokkene fysiek of juridisch niet in staat is zijn toestemming te geven;
  3. De verwerking betrekking heeft op persoonsgegevens die kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt;
  4. De verwerking noodzakelijk is voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering, of wanneer gerechten handelen in het kader van hun rechtsbevoegdheid.


Toelichting

  • Opsporingsinstanties dienen eerst na te gaan of Richtlijn (EU) 2016/680 van 27 april 2016 van toepassing is inzage de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.
  • De bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid en het vrije verkeer van die gegevens wordt geregeld in een specifieke rechtshandeling van de Unie. De AVG mag derhalve niet van toepassing zijn op de met die doeleinden verrichte verwerkingsactiviteiten. Overeenkomstig de AVG door overheidsinstanties verwerkte persoonsgegevens die voor die doeleinden worden gebruikt, moeten vallen onder een meer specifieke rechtshandeling van de Unie, namelijk Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad. De lidstaten kunnen bevoegde autoriteiten in de zin van Richtlijn (EU) 2016/680 taken opdragen die niet noodzakelijk worden verricht met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid, zodat de verwerking van persoonsgegevens voor die andere doeleinden binnen het toepassingsgebied van de AVG valt, voor zover zij binnen het toepassingsgebied van de Uniewetgeving valtAVG overweging 19.
  • Het aanwijzen van mogelijke strafbare feiten of gevaren voor de openbare veiligheid door de verwerkingsverantwoordelijke en de doorzending van de desbetreffende persoonsgegevens in individuele zaken of in verschillende zaken die met hetzelfde strafbare feit of dezelfde gevaren voor de openbare veiligheid te maken hebben, aan een bevoegde instantie moeten worden beschouwd als zijnde in het gerechtvaardigde belang van de verwerkingsverantwoordelijke. De doorgifte in het gerechtvaardigde belang van de verwerkingsverantwoordelijke of de verdere verwerking van persoonsgegevens moeten evenwel worden verboden wanneer de verwerking niet verenigbaar is met een wettelijke, beroepsmatige of anderszins bindende geheimhoudingsplichtAVG overweging 50.

Bovenliggende principe(s)

Deze norm realiseert het principe Doelbinding gegevensverwerking via de conformiteitsindicator strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten.

Grondslag