Technische beoordeling van informatiesystemen na wijziging besturingsplatform

Uit NORA Online
ISOR:Technische beoordeling van informatiesystemen na wijziging besturingsplatform /
Versie door Jdirks2 (overleg | bijdragen) op 10 mei 2019 om 20:03 (1 versie: ISOR Applicatieontwikkeling)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Versie 2.0 van 22 februari 2021 van de BIO Thema-uitwerking Applicatieontwikkeling is vervangen door versie 2.1 van 29 oktober 2021.
De wijzigingen betreffen met name de uniformering van objectdefinities en objectnamen in en tussen BIO Thema-uitwerkingen.
Versie 2.1 in PDF-formaat is op de website CIP-overheid/producten gepubliceerd.
Logo ISOR themaprincipes (vier hangsloten die in elkaar geklikt zitten met tekst ISOR Beveiliging Principe)

Tijdens de ontwikkelfase tot kort na ingebruikname kunnen om bepaalde redenen veranderingen in het besturingssysteem plaatsvinden. In deze situaties dient de verantwoordelijke stakeholder de noodzakelijke tests uit te voeren om vast te stellen of de applicatie nog de beoogde functionaliteiten biedt en of de beveiliging van deze applicatie aan de daaraan gestelde eisen voldoet.


Criterium

Bij veranderingen van besturingsplatforms behoren bedrijfskritische toepassingen te worden beoordeeld en getest om te waarborgen dat er geen nadelige impact ontstaan op de activiteiten of de beveiliging van de organisatie.

Doelstelling

Risico

Indeling binnen ISOR

Dit beveiligingsprincipe:

ℹ️(Klik om uitleg open/dicht te klappen)

De ISOR-wiki bevat normenkaders waarin beveiligings- en privacyprincipes zijn beschreven. Deze themaprincipes zijn conform de SIVA-methodiek ingedeeld in drie aspecten: Beleid, Uitvoering of Control. Daarnaast zijn ze geordend in invalshoeken: Intentie, Functie, Gedrag, Structuur.

Grondslag

De grondslag voor dit principe is BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) 14.2.3

Onderliggende normen

IDConformiteitsindicatorStelling
APO_C.07.01 Veranderingen van besturingsplatforms

Bij verandering van besturingssystemen wordt onder andere het volgende getest:

  • de toepassingscontrole procedures;
  • het vaststellen of de veranderingen aan het besturingssysteem een permanente karakter hebben;
  • het vaststellen of de veranderingen invloed hebben op de beschikbaarheid van de functionaliteiten van de applicatie en invloed hebben op de beveiliging van de applicatie;
  • het vaststellen dat de juiste veranderingen plaatsvinden aan de bedrijfscontinuïteitsplannen.