MIM conceptueel framework

Uit NORA Online
Versie door M.M.Vos (overleg | bijdragen) op 3 apr 2019 om 15:53 (feedback naar NORA)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Onderdeel van
Thema's
Contact
Arjen Santema
nora@ictu.nl
Status
Actueel
Auteurs

MIM

Het Metamodel voor Informatiemodellen (MIM) is ontwikkeld door het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING, nu VNG Realisatie), Kadaster en Geonovum. Het MIM is ontwikkeld vanuit het idee dat een eenduidige aanpak voor semantische integratie, harmonisatie en effectieve informatiehuishouding zorgt. Het MIM bestaat uit een verzameling van bouwstenen, de modelelementen, die gebruikt (mogen) worden om een informatiemodel mee op te stellen. Het is de modelleertaal voor het informatiemodel.

De doelen van het MIM zijn als volgt:

  • Gezamenlijke taal en structuur: leesbaarheid en eenduidigheid vergroten;
  • Het koppelen van diverse informatie/modellen vereenvoudigen;
  • Koppelvlakken en producten maken volgens de tooling en modeldriven werkwijze;
  • Kennis uit organisaties bundelen en bij elkaar brengen.


Onderdelen van het metamodel MIM[bewerken]

De verschillende onderdelen van het metamodel worden als volgt beschreven:

Model van begrippen[bewerken]

Beschrijft de werkelijkheid binnen het beschouwde domein (de ‘universe of discourse’) d.m.v. de daarin gehanteerde begrippen en hun relaties tot elkaar. Doel is dat de actoren daarbinnen elkaar begrijpen en één taal spreken. Een model van begrippen wordt opgesteld voor gebruik door mensen, met name uit ‘de business’. De begrippen worden beschreven in een formele taal, een vocabulaire. Een vocabulaire is geen informatiemodel. Begrippen kunnen in meerdere informatiemodellen gebruikt worden.

Conceptueel informatiemodel[bewerken]

Modellering van de werkelijkheid binnen het beschouwde domein, voor wat betreft informatie daarvan, onafhankelijk van ontwerp van en implementatie in systemen. Het geeft een zo getrouw mogelijke beschrijving van die werkelijkheid en is in natuurlijke taal geformuleerd. Een conceptueel informatiemodel structureert het begrippenkader en definieert het ‘wat’: welke ‘concepten’ (‘dingen’) worden onderscheiden (in de beschouwde werkelijkheid), wat betekenen zij, hoe verhouden ze zich tot elkaar en welke informatie (eigenschappen) is daarvan relevant. Het dient als taal waarmee domeinexperts kunnen communiceren met informatie-analisten en verschaft een eenduidige interpretatie van die werkelijkheid ten behoeve van deze communicatie. Een conceptueel informatiemodel wordt dan ook opgesteld voor gebruik door mensen, zodat ‘the business’ en de ICT-specialisten elkaar makkelijker kunnen begrijpen.

Logisch informatie- of gegevensmodel[bewerken]

Beschrijft hoe de, in het conceptuele model onderscheiden, concepten gebruikt worden bij de interactie tussen systemen en hun gebruikers en tussen systemen onderling. Anders gezegd, een model van de representatie van informatie over de werkelijkheid in digitale registraties en in de uitwisseling daartussen. Het gaat hierbij, in tegenstelling tot een conceptueel model, dus veel meer om het ‘hoe’. Het slaat de brug tussen werkelijkheid en systemen maar beschrijft nog niet de implementatie in die systemen. Een dergelijk model wordt in een formele taal beschreven en wordt waar mogelijk gegenereerd vanuit het conceptueel model. Het logisch model wordt opgesteld voor ICT-interoperabiliteit, voor gebruik door met name de ontwerpers, bouwers en beheerders van ICT-voorzieningen.

Fysiek of technisch gegevens- of datamodel[bewerken]

Specificeert de structuur en eigenschappen van de technologie waarin de informatie wordt vastgelegd of uitgewisseld. Dit is sterk afhankelijk van de gebruikte opslagtechnologie zoals een specifieke database of de servicetechnologie zoals XML, GML, SOAP, REST, (Geo)JSON, LinkedData e.d. Het kan tevens informatie bevatten over de manier waarop berichten ‘verpakt’ worden, het (internet)protocol en de logistiek van het berichtenverkeer. De technische specificaties worden over het algemeen zoveel als mogelijk gegenereerd uit het logisch informatiemodel. Deze specificaties worden opgesteld voor ‘machines’, te gebruiken door software-ontwikkelaars.

Registraties[bewerken]

Dit zijn systematische en meestal in een informatiesysteem opgeslagen beschrijvingen van instanties van concepten.Ze komen technisch voor op de vierde laag van het Vijflaagsmodel van de NORA, de Applicatielaag, maar ze hebben ook een informatiekundige tegenhanger op de derde laag, de Informatielaag. Zo kan een bepaalde referentietabel voorkomen in een logisch of technisch informatiemodel én in een applicatie waarin de waarden van de tabel machine-raadpleegbaar beschikbaar zijn. Bij een concept als ‘Vreemdelingenrecht’ in de migratieketen bijvoorbeeld kan een lijst gegeven worden van alle Europese en Nederlandse wetten en regelgeving die de omgang van de overheid met vreemdelingen reguleren. Dit zijn dan de instanties, de concrete verschijningsvormen, van het concept. In het onderwijsdomein komen vergelijkbare lijsten van opleidingen en eindtermen (instanties van de concepten 'Opleiding' en 'Eindterm') voor die een sterk conceptualiserende en structurerende functie hebben binnen het domein, bijvoorbeeld als metadata van leerobjecten. Zij hebben de technische vorm van een registratie maar fungeren in de praktijk min of meer als een logisch informatie- of gegevensmodel.

Analyse en invulling van het MIM om het bruikbaar te maken als gedeelde taal voor het beschrijven van gegevenswoordenboeken[bewerken]

Het MIM geeft een nadere invulling van de Informatielaag van het Vijflaagsmodel van de NORA. Hoe moeten wij het metamodel van het MIM precies begrijpen als nadere invulling hiervan? In het metamodel worden vier concepten beschreven, die staan voor vier types modellen met hun eigen doel en functie. Drie daarvan, het conceptueel informatiemodel, het logisch informatie- of gegevensmodel en het fysiek of technisch gegevens- of datamodel, weerspiegelen de praktijk van het werk van de informatiearchitect of -analist. Deze drie modellen horen dus functioneel bij elkaar. Men werkt top-down vanuit een abstractie van het domein naar de concrete werkelijkheid van het berichtenverkeer. Er kan ook bottom-up worden gewerkt, waarbij de concrete gegevensuitwisseling de basis vormt voor normaliserende abstracties. Vaak vinden ook allebei de bewegingen plaats, waarbij het helaas niet altijd zo is dat partijen elkaar halverwege vinden. De werelden van architecten enerzijds en ontwikkelaars anderzijds kunnen zeer gescheiden zijn.

Schematische weergave van de vier concepten uit het MIM (Metamodel voor informatiemodellen) in twee clusters (domeinonafhankelijk geordend en domeinafhankelijk geordend). In het eerste cluster staat het begrippenmodel. In het tweede staan van boven naar beneden Conceptueel informatiemodel, Logisch informatiemodel en Technisch model, telkens verbonden met het concept er boven en onder met dubbele pijlen heen en weer.
De vier concepten uit het MIM-model geordend in twee clusters.

Het vierde concept, het model van begrippen, heeft een andere functie. De beschrijving in het MIM geeft het concept van het begrippenmodel een heel pragmatische functie (‘mensen in een domein elkaar laten begrijpen’) en stelt: ‘De begrippen worden beschreven in een formele taal, een vocabulaire. Een vocabulaire is geen informatiemodel’. Deze beschrijving roept de vraag op wat hier precies wordt bedoeld met een vocabulaire in een formele taal, als dit niet een informatiemodel mag zijn. Het klinkt namelijk tegenstrijdig: een begrippenmodel moet wel een ordening kennen, maar deze ordening mag geen model zijn. Om deze tegenstrijdigheid op te lossen leggen we het MIM-concept begrippenmodel in abstracto uit als een domeinonafhankelijk geordende samenstelling van begrippen. Met domeinonafhankelijk bedoelen we: algemene informatiekundige vormen van structurering, zoals die van entiteiten in een hiërarchie, een taxonomie of ontologie of zelfs in een simpele alfabetische volgorde. Voor deze vormen van structurering zijn formele talen beschikbaar als SKOS.

Domeinonafhankelijke ordening staat tegenover domeinafhankelijke ordening, die aangetroffen wordt in conceptuele, logische en technische informatiemodellen. Daar is het immers de conceptuele structuur van het domein (entiteiten, processen, etc.) die de ordening van de begrippen in het model regeert. Een conceptueel informatiemodel kan met andere woorden precies dezelfde begrippen bevatten als een begrippenmodel, maar de manier van ordenen verschilt.

We kunnen dus stellen dat de vier concepten uit het MIM-model uit twee clusters bestaan, met verschillende functies.