Sandbox:Standaarden

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
NB: Deze pagina is geen onderdeel van de reguliere NORA, maar een testruimte. Het is dus niet zeker of de inhoud zoals u die ziet juist, actueel en betrouwbaar is.
StandaardBeschrijvingRelatie met andere standaardenVersie
Ades Baseline ProfilesElektronische handtekeningen worden gebruikt voor het ondertekenen van digitale berichten. Een elektronische handtekening is voor de ontvanger het bewijs dat een elektronisch bericht inderdaad afkomstig is van de ondertekenaar en dat deze de inhoud van het bericht onderschrijft. Voor het ondertekenen van berichten die een hoger niveau van betrouwbaarheid vereisen, kunnen geavanceerde elektronische handtekeningen of gekwalificeerde elektronische handtekeningen worden gebruikt. De AdES Baseline Profiles zorgen ervoor dat een geavanceerde/gekwalificeerde elektronische handtekening voor de ondertekenaar en ontvanger uitwisselbaar is door eisen te stellen aan de minimale set aan informatie die wordt uitgewisseld.

De AdES Baseline Profiles beschrijven de minimale set aan gegevens die uitgewisseld moeten worden om aan de eisen van een geavanceerde elektronische handtekening te voldoen. Een geavanceerde elektronische handtekening voldoet aan vier eisen:

  1. De handtekening is op unieke wijze aan de ondertekenaar verbonden;
  2. De handtekening maakt het mogelijk de ondertekenaar te identificeren;
  3. De handtekening komt tot stand met middelen die de ondertekenaar onder zijn uitsluitende controle kan houden;
  4. De handtekening is op zodanige wijze aan het elektronisch bestand waarop zij betrekking heeft verbonden, dat elke wijziging van de gegevens, na ondertekening, kan worden opgespoord.
Xades v2.1
Pades v2.1
Cades v2.2 en Asic v2.2
Aquo-standaardAquo 2022-06
BWBCiteren, vinden en verbinden van wet- en regelgeving gaat door toepassing van de BWB standaard sneller, eenvoudiger en geeft minder kans op fouten. Gebruik van de standaard biedt daardoor verbetering van interoperabiliteit.

De open standaard BWB biedt een eenduidige manier van verwijzen naar (onderdelen van) wet- en regelgeving.

De laatste versie (versie 1.3.1) maakt het mogelijk om in wet- en regelgeving te kunnen verwijzen naar:

  • taalversies en onderdelen van internationale verdragen,
  • wet- en regelgeving waarvan de indeling niet voldoet aan de gebruikelijke nummering van hoofdstukken en paragrafen, en
  • ruime begrippen zoals “enig artikel”.

De drie Juriconnect standaarden BWB, ECLI en JCDR zijn gericht op standaardisatie van identificatie met het doel om de geïdentificeerde inhoud te delen.

De standaard BWB (Basis Wetten Bestand) is gericht op verwijzing naar geconsolideerde wet- en regelgeving. Voor verwijzing naar wet- en regelgeving of onderdelen daarvan in wetten.overheid.nl, is aan elke regeling een uniek identificatienummer (BWBID) toegekend. De Juriconnect standaard voor BWB beschrijft hoe deze verwijzing wordt vormgegeven. Nota bene: op de website van Juriconnect wordt de BWB standaard ook wel aangeduid als de standaard "logische links naar wetgeving".

De standaard JCDR (Juriconnect Decentrale Regelgeving) is gericht op identificatie van en verwijzing naar geconsolideerde decentrale regelgeving. Elke overheid legt een collectie algemeen verbindende voorschriften aan met de teksten van verordeningen en keuren, waarin de later vastgestelde wijzigingen zijn verwerkt (geconsolideerde vorm). Deze collectie is de Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving (CVDR). De Juriconnect standaard voor decentrale voorzieningen beschrijft hoe dient te worden verwezen naar documenten die in CVDR zijn opgeslagen.

De ECLI standaard (European Case Law Identifier) is gericht op identificatie voor citatie in het juridische domein. De ECLI is een Europese standaard notatie voor het uniek identificeren van jurisprudentie, met een sterke basis en input vanuit LJN (Landelijk Jurisprudentie Nummer). De standaard beschrijft de wijze waarop, met behulp van een Uniform Resource Identifier (URI), kan worden verwezen naar een European Case Law Identifier.
1.3.1
DKIMDKIM (DomainKeys Identified Mail Signatures) koppelt een e-mail aan een domeinnaam met behulp van een digitale handtekening. Het stelt de ontvanger in staat om te bepalen welke domeinnaam (en daarmee welke achterliggende organisatie) verantwoordelijk is voor het zenden van de e-mail. Daardoor kunnen spam- en phishing-mails beter worden gefilterd.RFC 6376
DMARCAnti-phishingRFC 7489
DNSSECDNS is kwetsbaar waardoor een kwaadwillende een domeinnaam kan koppelen aan een ander IP-adres ("DNS spoofing"). Gebruikers kunnen hierdoor bijvoorbeeld worden misleid naar een frauduleuze website. Domain Name System Security Extensions (DNSSEC) lost dit op. DNSSEC is een cryptografische beveiliging die een digitale handtekening toevoegt aan DNS-informatie. Op die manier wordt de integriteit van deze DNS-informatie beschermd. Aan de hand van de digitale handtekening kan een internetgebruiker (onderwater en volledig automatisch m.b.v. speciale software) controleren of een gegeven DNS-antwoord authentiek is en afkomstig is van de juiste bron. Zodoende is met grote waarschijnlijkheid vast te stellen dat het antwoord onderweg niet is gemanipuleerd.RFC 4033
RFC4034
RFC4035
DigikoppelingDigikoppeling bestaat uit een set standaarden voor elektronisch berichtenverkeer tussen overheidsorganisaties.

Digikoppeling onderkent twee hoofdvormen van berichtenverkeer:

  • Bevragingen; een vraag waar direct een reactie op wordt verwacht. Hierbij is snelheid van afleveren belangrijk. Als een service niet beschikbaar is, dan hoeft de vraag niet opnieuw worden aangeboden.
  • Meldingen; men levert een bericht en pas (veel) later komt eventueel een reactie terug. In dat geval is snelheid van afleveren minder belangrijk. Als een partij even niet beschikbaar is om het bericht aan te nemen, dan is het juist wel gewenst dat het bericht nogmaals wordt aangeboden.

Aan versie 2.0 van Digikoppeling is o.a. de specifiactie voor grote berichten toegevoegd, de mogelijkheid om attachments toe te voegen en om security op berichtniveau toe te passen. Digikoppeling versie 2 en later zijn backward compatible met versie 1.

In 2018 is besloten om geen versienummering meer te gebruiken voor Digikoppeling. De meest actuele versie is nu altijd de verzameling van gepubliceerde documenten. Zo is in 2018 de DK Architectuur naar versie 1.5.1 gegaan terwijl de Koppelvlakstandaard WUS op 3.5 is gebleven.
Digitoegankelijk (EN 301 549 met WCAG 2.1)De wettelijke afspraak om websites en mobiele apps toegankelijk te maken voor mensen met een functiebeperking (zoals dyslectici, kleurenblinden, slechtzienden en blinden), door de standaard EN 301 549 (WAGC 2.1) toe te passen en daar een toegankelijkheidsverklaring over te publiceren.3.2.1
E-Portfolio NLNTA 2035 E-portfolio NL is een toepassingsprofiel voor studenten en werknemers bij Nederlandse organisaties, van de internationale IMS ePortfolio specificatie. Hiermee kunnen de competenties van een individu worden bijgehouden. Het voordeel van deze standaard is dat de student/lerende medewerker zijn profiel mee kan nemen naar verschillende organisaties.NEN 2035:2014 nl
ECLIMet de ECLI standaard kunnen:
  1. alle rechterlijke uitspraken in de Europese Unie (zowel van nationale als van Europese gerechten) worden voorzien van een gelijkaardige, unieke en persistente identifier. Deze identifier kan worden gebruikt voor identificatie en citatie van rechterlijke uitspraken en derhalve om deze te vinden in binnenlandse of, buitenlandse, Europese of internationale jurisprudentiedatabanken.
  2. alle rechterlijke uitspraken worden voorzien van uniforme metadata, gebaseerd op de Dublin Core standaard. Het zoeken van uitspraken in allerlei databanken worden daardoor gefaciliteerd.
1
ECLI1
EML_NLNederlands toepassingsprofiel op de Election Markup Language. De EML_NL standaard versie 1.0 definieert de gegevens en de uitwisseling van gegevens bij verkiezingen die vallen onder de Nederlandse Kieswet. Het gaat daarbij om de uitwisseling van kandidaatgegevens en uitslaggegevens.1
GWSWHet GWSW is een ontologie, een speciale datastructuur die assets, systemen en (beheer)processen op het gebied van stedelijk waterbeheer beschrijft. Het is een open datastandaard volgens het linked data principe. Het GWSW is onderdeel van het Semantisch Web en is gemodelleerd in RDF/RDFS/OWL-2.1.5.2
Geo-StandaardenIn Nederland (en ook daarbuiten) zijn veel organisaties betrokken bij het registreren en uitwisselen van informatie met een geografische component. Dat wil zeggen: informatie over objecten die gerelateerd zijn aan een locatie ten opzichte van het aardoppervlakte. Hierbinnen zijn verschillende domeinen te onderkennen, zoals kadastrale informatie en informatie over waterhuishouding. Om te waarborgen dat de geo-informatiehuishouding van deze domeinen goed op elkaar aansluit, en dat informatie tussen domeinen uitgewisseld kan worden, zijn afspraken nodig over de te gebruiken standaarden.

De basisset Geo-standaarden voorziet hierin. De set bestaat uit:

Zie 'Toelichting bij Opname'
HTTPS en HSTSHTTPS is een uitbreiding op het HTTP-protocol met als doel de veilige uitwisseling van gegevens tussen een (web)server en client. Bij gebruik van HTTPS worden de gegevens tussen een client en server versleuteld, waardoor de gegevens voor een derde -bijvoorbeeld een aanvaller die probeert de gegevens te onderscheppen- niet leesbaar zijn. De HSTS standaard zorgt ervoor dat een client -doorgaans een browser- weet dat een server met HTTPS bereikbaar is, en voor alle vervolgbezoeken een versleutelde verbinding gebruikt. Dit helpt voorkomen dat een derde -bijvoorbeeld een kwaadaardige WiFi hotspot- een browser kan omleiden naar een valse website. Daarom heeft het veel zin om HTTPS samen met HSTS te gebruiken.1.2
IFCUitwisseling van 3D-bouwinformatiemodellen2x3 TC1
IFC2x3 TC1
IPv6 en IPv4Internet Protocol versie 6 (IPv6) maakt communicatie van data tussen ICT-systemen binnen een netwerk, zoals internet, mogelijk. De standaard bepaalt dat ieder ICT-systeem binnen het netwerk een uniek nummer (IP-adres) heeft. De belangrijkste motivatie voor de ontwikkeling van IPv6 was het vergroten van de hoeveelheid beschikbare adressen ten opzichte van de tegenwoordig gangbare voorganger IPv4.4 en 6
JCDR1
JCDRDe standaard biedt een eenduidige manier van verwijzen naar (onderdelen van) decentrale regelgeving waarmee de interoperabiliteit van juridische documenten en systemen die veel verwijzingen kennen naar decentrale regelgeving wordt bevorderd.1
... meer resultaten