Sjabloon:Principetabel thema
Afgeleid principe | Impact in thema | Implicaties |
---|---|---|
AP26:
|
Een API kent geen interactie met een burger of een bedrijf en is daarom niet direct van belang voor het via het internet aanvragen van een dienst.
Door het gebruik van API’s kunnen processtappen binnen het dienstverleningsproces wel makkelijker aansluiten op de interactie via het internet. ► | |
AP26:
|
In het zaakdossier wordt alle bij de zaak behorende informatie vastgelegd. De dienstaanbieder kan deze informatie ontsluiten naar de dienstafnemer. Wat van hetgeen in het zaakdossier zit zichtbaar wordt voor de dienstafnemer wordt geregeld door autorisaties. Hoe meer wordt ontsloten naar bijvoorbeeld een burger, des te gelijkwaardiger de informatiepositie van die burger wordt. In algemene zin is een betere informatiepositie van de burger een door de overheid in te vullen randvoorwaarde bij het bevorderen van de zelfredzaamheid van burgers. ► |
|
AP28:
|
Bij zaakgericht werken in ketens gaat dit principe over het tussen ketenpartners aan elkaar leveren van diensten. Afspraken over wat standaard wordt geleverd en waarop de andere partij standaard kan rekenen (kwaliteit, grondslag, levertijd en kosten), worden vastgelegd in een Zaaktypencatalogus (ZTC). Door de zaak uit te voeren volgens hetgeen in de ZTC is vastgelegd, wordt het proces uitgevoerd volgens de gemaakte afspraken en wordt het resultaat geleverd zoals is afgesproken en binnen de tijd die is afgesproken. Zaakgericht werken bewaakt dat alle afspraken (aantoonbaar) worden nagekomen.
|
|
AP23:
|
Dit principe behoeft invulling, ongeacht of een API wordt gebruikt voor de dienst.
Of kan dit met API’s altijd beter verlopen dan zonder API's? ► | |
AP13:
|
Bij dit principe wordt nagegaan of de gegevens die een overheidsorganisatie nu zelf uitvraagt aan een burger of een bedrijf, voortaan -direct of indirect- via de (overheids)organisaties kunnen worden verkregen die de authentieke bron zijn voor dat gegeven.
Door bij het ontwerp van een API voor elk benodigd gegeven de juiste bronregistratie te gebruiken (en natuurlijk de afgesproken API Design Rules te volgen), wordt invulling gegeven aan dit principe van de NORA. Het (her)gebruik van reeds bestaande API’s die gebaseerd zijn op gegevens uit bronregistraties, vult dit principe dus ook in. Zie hiertoe AP06 of AP07. NB. AP12 en AP17 zijn randvoorwaardelijk voor principe AP13. ► | |
AP21:
|
Bij het bundelen van diensten kan Zaakgericht werken zowel het tot stand komen van de resulterende gebundelde dienst bewaken als het tijdig leveren van de te bundelen diensten. Het mechanisme van een hoofdzaak met onderliggende deelzaken kan hier invulling aan geven. Evenals het mechanisme van een hoofdzaak met één of meer vervolgzaken en/of gerelateerde zaken. ► |
Zaken worden hiervoor in logische samenhang aangeboden. Er kan sprake sprake zijn van bundeling van diensten bij levensgebeurtenissen waarbij meerdere diensten noodzakelijk zijn om te voldoen aan de behoefte van de afnemer of in het geval van gezamenlijke opsporing.
|
AP01:
|
In het licht bezien van diensten aan burgers en bedrijven, lijkt er weinig verschil tussen tussenliggende “diensten” of processtappen van het dienstverleningsproces. Daarmee zijn AP01 en AP02 weinig van elkaar onderscheidend voor de Nederlandse samenleving.
Voorstel derhalve om aan NORA Beheer het advies te geven deze 2 APs in elkaar op te laten gaan, dan wel het onderscheid duidelijker aan te geven. ► | |
AP01:
|
Het hergebruik van geo-informatie in gegevensdiensten is sterk gegroeid door standaardisatie. Bijna alle overheidsorganisaties maken gebruik van de (grootschalige) topografie. Hoe het hergebruik eruit gaat zien is niet altijd te voorzien. Het hergebruik van geo-informatie door andere (overheids-)organisaties is eerder regel dan uitzondering. ► | |
AP01:
|
Diensten zijn zodanig opgezet dat andere organisaties deze in eigen diensten kunnen hergebruiken. Dit vergt een uniforme opzet van de betreffende diensten qua functionaliteit, maar ook qua gebruik en uitwisselbaarheid van gegevens. Voor het zaakgericht werken kan dit betekenen dat de procesinrichting van een zaak met een andere organisatie kan worden uitgewisseld, maar ook dat een zaak van een andere (overheids)dienstverlener als deelzaak kan worden ingebed binnen een hoofdzaak. ► |
|
AP15:
|
Dit principe behoeft invulling, ongeacht of een API wordt gebruikt voor de dienst.
Door het principe van hergebruik van gegevens uit bronregistraties (zie AP13) zal een overheidsorganisatie vaker moeten nagaan of de gegevens die nu in haar bronregistratie zijn opgenomen wel of niet mogen worden verstrekt aan andere overheidsorganisaties om daar te worden hergebruikt. Heroverweging van het stelsel van bronregistraties in relatie tot de taken van de overheid voor het verzamelen en gebruiken van gegevens is gewenst om hier gepast mee om te kunnen gaan richting burgers en bedrijven en richting de samenwerkende overheidsorganisaties. De Wet Digitale Overheid geeft hier mede invulling aan. ► | |
AP12:
|
Dit principe behoeft invulling, ongeacht of een API wordt gebruikt voor de dienst.
Bij dit principe wordt nagegaan of de gegevens die een overheidsorganisatie nu zelf uitvraagt aan een burger of een bedrijf, voortaan -direct of indirect- via de (overheids)organisaties kunnen worden verkregen die de authentieke bron zijn voor dat gegeven. Door toepassing van AP13 met API’s kan hier invulling aan worden gegeven. ► | |
AP27:
|
Dit principe is vooral van betekenis voor Zaakgericht werken in ketens. Er is altijd één organisatie eindverantwoordelijk, ook bij gebundelde dienstverlening. Als ketenpartners met een eigen dienst een bijdrage leveren aan de gebundelde dienst, dan hebben zij daarvoor een eigen zaak, maar het resultaat ervan wordt geleverd aan de eindverantwoordelijke organisatie die de gebundelde dienst levert en daarvoor een hoofdzaak uitvoert. Het kan voorkomen dat een ondergeschikte dienstverlener adviserend werkt voor een opdrachtgever die de hoofdzaak uitvoert, en dat de ondergeschikte dienstverlener daarbij gegevens verzamelt die niet beschikbaar mogen komen voor de opdrachtgever (bijvoorbeeld bij medische keuringen). In dat geval is de eindverantwoordelijke organisatie die de dienst aan de burger levert, wel eindverantwoordelijk voor de voortgang en het resultaat, maar niet voor alle inhoud. ► |
|
AP08:
|
Door bij het ontwerp van een API zo veel mogelijk open standaarden toe te passen (en natuurlijk de afgesproken API Design Rules te volgen), wordt invulling gegeven aan dit principe van de NORA.
Het (her)gebruik van reeds bestaande API’s die gebaseerd zijn op open standaarden, vult dit principe dus ook in. Zie hiertoe AP06 of AP07. ► | |
AP06:
|
Reeds bestaande API’s die afdoende zijn beschreven en ook feitelijk beschikbaar zijn voor (her)gebruik, zijn te beschouwen als zulke standaard oplossingen.
Het (her)gebruik maken van API’s vult daarom dit principe van de NORA in. De Nederlandse overheid stimuleert dit hergebruik van API’s en laat overheidsorganisaties daarom bij voorkeur hun API’s publiceren op https://developer.overheid.nl/ (DON). ► | |
AP42:
|
Als API’s zijn opgezet volgens de afgesproken API Design Rules en daarna afdoende zijn getest op de juiste werking, dan wordt door deze softwarematige verwerking bijgedragen aan de invulling van dit principe van de NORA. Een geautomatiseerde verwerking van gegevens is immers beter dan een handmatige verwerking waarbij altijd menselijke fouten worden gemaakt. ► | |
AP05:
|
Onderdeel van Zaakgericht werken is dat de start en het resultaat van een zaak wordt gedefinieerd, dat er wordt gestandaardiseerd en dat afspraken ontstaan over het proces en de informatievoorziening inclusief de te gebruiken systeemfunctionaliteit. Die afspraken vormen de basis voor het bewaken van zowel de kwaliteit en de voortgang van het uitvoeringsproces als van de kwaliteit van de resulterende dienst, evenals de kosten en de levering ervan. ► |
|
AP02:
|
Door een API bewust te ontwerpen als een specifieke te leveren functionaliteit c.q. stap van het dienstverleningsproces van 1 of meer diensten, wordt dit principe van de NORA ingevuld. Zeker als het gaat om het uitwisselen van informatie of gegevens over de grenzen heen van de eigen organisatie. ► | |
AP40:
|
Door bij het ontwerp van een API de juiste beveiligingsmaatregelen te gebruiken (en natuurlijk de afgesproken API Design Rules te volgen), wordt invulling gegeven aan dit principe van de NORA.
Het (her)gebruik van reeds bestaande API’s die gebaseerd zijn op gegevens uit bronregistraties, vult dit principe dus ook in. Zie hiertoe AP06 of AP07. ► | |
AP24:
|
Dit principe behoeft invulling, ongeacht of een API wordt gebruikt voor de dienst.
Of kan dit met API’s altijd beter verlopen dan zonder APIs? ► | |
AP25:
|
'Afnemers willen graag inzicht hebben in de voortgang van de dienstverlening' staat bij dit principe. Zaakgericht werken lijkt daarvoor gemaakt: met het ontsluiten van statusinformatie ontstaat inzicht bij de burger en het bedrijf of de ketenpartner die een dienst afneemt. Verder houdt Zaakgericht werken in principe in dat er digitaal wordt gewerkt, maar wel zo dat via alle kanalen dezelfde inhoud wordt gecommuniceerd. Als er bij het KlantContactCentrum (KCC) een telefonische vraag naar de voortgang en status van de behandeling van een aanvraag binnenkomt, dan leest de KCC-medewerker de juiste statusinformatie in het organisatiebreed gebruikte zaaksysteem. Het mondelinge antwoord is vervolgens niet anders dan wanneer de dienstafnemer de statusinformatie op internet had geraadpleegd. ► |
|
AP30:
|
Bij Zaakgericht werken wordt alle relevante bijbehorende informatie opgeslagen in het zaakdossier. Wat daarvan nodig is en blijft voor verantwoording wordt gearchiveerd. Na het afsluiten van de zaak en de geleverde dienst te reconstrueren en te verantwoorden. ► | |
AP30:
|
Dit principe behoeft invulling, ongeacht of een API wordt gebruikt voor de dienst.
Of kan dit met API’s altijd beter verlopen dan zonder API's? ► | |
AP09:
|
Een API kent geen interactie met een burger of een bedrijf en is daarom niet direct van belang voor het via het internet aanvragen van een dienst.
Door het gebruik van API’s kunnen processtappen binnen het dienstverleningsproces wel makkelijker aansluiten op de interactie via het internet. ► |