Uitgangspunten NORA Begrippenkader
Doel[bewerken]
Door toepassing van eenduidige begrippen wordt het mogelijk om informatie beter vindbaar te maken doordat de beschrijvingen van begrippen bij zoekopdrachten nieuwe ingangen biedt tot de informatie. Door de interoperabele beschrijvingen is van alle beschreven begrippen altijd een eenduidige beschrijving vanuit de primair verantwoordelijke organisatie beschikbaar. En last but not least is waar relevant altijd de rationale achter de beschrijving beschikbaar door de verwijzing naar de bron in wet- en regelgeving, standaarden, werkinstructies en afspraken. Dit zijn concrete stappen op weg naar een toegankelijke en transparante overheid. (bron: Nederlandse standaard voor het beschrijven van begrippen (NL-SBB)
Doelgroep[bewerken]
Architecten en collega’s uit de publieke sector actief betrokken op dit thema
Uitgangspunten[bewerken]
In de totstandkoming van de herziening van het NORA Begrippenkader zijn we tegen allerlei onderwerpen aangelopen en hebben we keuzes moeten maken. Dit heeft er toe geleid dat we een aantal uitgangspunten hebben opgesteld voor het begrippenkader.
Standaarden[bewerken]
- Voor het beschrijven van begrippen volgen we de Nederlandse standaard voor het beschrijven van begrippen, NL-SBB.
- We hebben inmiddels al extra attributen onderkend die (nog) niet in NL-SBB zijn opgenomen. Denk hierbij aan attributen die iets zeggen over de status van een begrip, of de periode van gebruik, eventuele afkorting. We zullen hier een uitputtende opsomming van geven zodra de eerste inventarisatie afgerond is.
- Aanvullend op NL-SBB volgen we ook de ISO 704:2022-standaard] voor het beschrijven van begrippen en hun definities.
- In de verdere doorontwikkeling van het NORA Begrippenkader moeten we rekening houden met de ontwikkelingen rondom de Core Vocabularies van de EU
- We geven een invulling aan de voorlopige URI-strategie van de Nederlandse overheid voor het publiceren van de begrippen.
Criteria voor het opnemen van begrippen in het NORA Begrippenkader[bewerken]
- Begrip dat nodig is voor begrijpen van de architectuur van de overheidsdienstverlening
- Generieke begrippen die familielid-overstijgend zijn.
- Begrippen die voor een afspraak, standaard of voorziening van belang zijn
- "Van Dale"- begrippen die van groot belang zijn, nemen we wel op met een toelichting over het juiste gebruik daarvan.
- Begrippen die voorkomen in de diverse NORA/GDI Werkgroepen, zijn tevens kandidaat voor NORA Begrippenkader.
Afspraken[bewerken]
- We hanteren 'actieve'-taalconstrucies. Dus geen passief taalgebruik.
- Indien een term behoort tot meerdere lagen, voegen we deze toe aan de overkoepelende laag Basisarchitectuur
- Bij (ogenschijnlijk) dezelfde begrippen hanteren we de volgende uitgangspunten:
- Als een begrip in meerdere werkingsgebieden wordt gebruikt, maar met dezelfde betekenis, dan plaatsen we het begrip daar waar de definitie primair wordt opgesteld. Anders dienen we het begrip meerdere keren op te nemen met de verschillende definities uit de betreffende werkingsgebieden.
- In een situatie waarin twee of meer begrippen met dezelfde aanduiding daadwerkelijk verschillende definities hebben, kan dit met de eigenschappen als werkingsgebied of context nader geduid worden.
- We gebruiken een specialisatierelatie (broader/narrow-relatie) als een begrip een aangepaste verbindende definitie heeft in een ander werkingsgebied. Dan is het begrip een specialisatie van het generiekere begrip.
- We nemen geen organisatienamen en/of productnamen op.
- Voorkeur voor het Nederlands bij het aanduiden van begrippen:
- Aanduiding van begrippen is bij voorkeur in het enkelvoud (gegeven i.p.v. gegevens).
- Bij voorkeur nemen we geen adjectieven en werkwoorden op als enige aanduiding van een begrip. Dus niet autoriseren maar autorisatie. Uitzonderingen zijn onder andere bcDV-processen (uitvoeren, verbeteren etc.).
- M.b.t. spaties en koppeltekens volgen we de Nederlandse taalregels, liefst zoveel mogelijk aan elkaar geschreven behalve als het voor de leesbaarheid beter is om een koppelteken te gebruiken (om de ‘Engelse spatie-ziekte’ te voorkomen).
- Voor begrippen gebruiken we alleen kleine letters, behalve als het gaat om gangbare afkortingen, zoals API.
- Samenstellingen zijn begrippen waar de samenstelling der delen overeenkomt met de optelsom van de definities van de afzonderlijke begrippen.
- Deze nemen we niet op, want deze definities zijn afleidbaar. Bijvoorbeeld gegevensbeheer.
- In gevallen waar dit niet opgaat, bijvoorbeeld informatie-architectuur, is het een zelfstandig begrip.
- We nemen geen begrippen op met een te algemene betekenis, bijvoorbeeld mens. Dit zijn woorden die voorkomen in de Van Dale en waarvan de definities ook van toepassing zijn voor het NORA-begrippenkader.
- Als begrippen al zijn opgenomen in andere gepubliceerde begrippenkaders, verwijzen we hier naar (liefst via "adoptie" waarbij we wel het begrip met zijn eigenschappen tonen maar die niet zelf aanpassen).
- Voor het definiëren van begrippen hanteren we ISO 704:2022.
- Als onderliggend model gebruiken we liefst 1-op-1 NL-SBB als standaard voor het beschrijven van begrippen (mogelijk aangevuld met attributen die we nodig achten voor het beheer en de beschrijving).
- De werkwijze voor het definiëren van begrippen (inmiddels ook als practice opgenomen in NL-SBB) is gebaseerd op vijf patronen waarin we definities vastleggen
- Voor het gebruik van hoofdletters voor afkortingen en acroniemen hanteren we de woordenlijst van de Nederlandse Taalunie.
Brongebruik[bewerken]
<nader uitwerken>
16 mei 2024 10:48:20
12 november 2025 14:14:19
14
Informatief