Vijflaagsmodel

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Vijflaagsmodel, vijf rechthoekige lagen boven elkaar en met een lege tussenruimte. Elk vlak heeft een eigen kleur en een tekst. Van boven naar beneden: Groen vlak met de tekst Grondslagenlaag (W&R, ANVB, Beleid, etc), Paars vlak met de tekst Organisatorische laag (domeinen, organisaties, processen). Blauw vlak met de tekst Informatielaag (stelsel van gegevenswoordenboeken en -modellen). Oranje vlak met de tekst Applicatielaag (bouwstenen, registers). Grijs vlak met de tekst Netwerklaag (netwerken, knooppunten).GrondslagenlaagOrganisatorische laagInformatielaagApplicatielaagNetwerklaag
Vijflaagsmodel

Doel en achtergrond Vijflaagsmodel[bewerken]

Architectuur analyseert maatschappelijke vraagstukken vanuit diverse invalshoeken. Bij de overheid gaat het dan vooral om vraagstukken omtrent de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Bij die analyse gebruiken architecten vaak het zogenaamde Negenvlaksmodel, al dan niet aangevuld met twee extra vlakken voor Beveiliging & Privacy en Beheer.

De vlakken dienen om een vraagstuk te definiëren en te duiden en tevens om oplossingsrichtingen te zoeken binnen één of meer vlakken. De dimensies Beveiliging & Privacy en Beheer lopen door alle vlakken heen. De NORA gebruikt deze opzet ook.

De laatste jaren groeit de behoefte om de analyse van architecten beter te kunnen delen en bespreken met “niet-architecten”, zoals beleidsmedewerkers, projectleiders en ambtenaren die de dienstverlening moeten besturen of uitvoeren. Dit komt met name door de snelle ontwikkeling van informatiesystemen via een Agile / Scrum aanpak waarbij de directe interactie met de diverse stakeholders bij het vraagstuk een grotere rol is gaan spelen. De NORA speelt op deze behoefte in door het klassieke negenvlaksmodel (plus twee) zo rechtstreeks mogelijk te verbinden met de diensten waar burgers, bedrijven en ook ambtenaren mee te maken hebben. Hiervoor gaan we uit van een Vijflaagsmodel, dat aansluit bij de modellen in de EIRA en kan worden uitgebreid met actuele thema’s. Voor elke laag en thema geeft de NORA zoveel mogelijk inzicht in de actuele Nationale situatie en waar mogelijk een doorkijkje naar ontwikkelingen (projecten e.d.) die daar spelen. Lees meer informatie over de relatie negenvlaksmodel en vijflaagsmodel.

De kracht van de vijf lagen is dat je elk project of elk maatschappelijk vraagstuk kunt analyseren en visualiseren vanuit deze aansprekende lagen. Je vult de lagen in met een mix van unieke aspecten voor het project, gemeenschappelijke aspecten uit het domein en de bestuurslagen waarbinnen het project valt en de landelijke afspraken die we binnen de hele publieke sector hebben gemaakt. Voor elk project krijg je zo een ‘praatplaat’ waarover je het gesprek kunt aangaan met de mensen die er mee te maken hebben. Afhankelijk van de gesprekspartner focus je meer op de ene laag of de andere, hanteer je meer of minder jargon – maar de boodschap blijft hetzelfde.

Relatie Domeinen en Lagen[bewerken]

Binnen de NORA Familie bestaan verschillende architecturen, sets van afspraken die relevant zijn binnen een bepaald domein, bestuurslaag of keten. De afspraken en bronnen die binnen deze architecturen beschikbaar zijn kunnen architecten en projectleiders helpen bij het vullen van de vijf lagen voor projecten die (deels) binnen dat domein vallen. De NORA helpt hierbij door aan te geven of inzichten in de wiki generiek zijn (landelijk van toepassing / relevant, aangegeven met een landkaart van Nederland) of domeingebonden (aangegeven met een afbeelding uit het relevante domein).

Vijflaagsmodel op nationaal niveau[bewerken]

Laag 1: Grondslagenlaag[bewerken]

Deze laag bevat alle wet- en regelgeving die van toepassing kan zijn op onze vraagstukken en projecten.
Er is een publiek toegankelijk en uitputtend overzicht van de Nederlandse nationale wet- en regelgeving (W&R). De Grondslagenlaag is binnen de NORA-wiki te vinden in Beleidskaders. Het is echter niet eenvoudig om snel inzicht te krijgen welke W&R relevant is voor de maatschappelijke vraagstukken. Onze W&R is namelijk niet op basis van een holistische, vooraf bedachte en logische benadering opgezet. Door de omvang, complexiteit en verwevenheid, is geen mens in staat een goed overzicht te hebben. Toch kunnen we in die W&R wel aanknopingspunten vinden die relevant zijn voor algemene vraagstukken of meer specifieke aspecten daarvan.

Zo is er W&R voor de algemene kaders waarbinnen de dienstverlening plaatsvindt en met de rechten en plichten van inwoners: de grondwet, privacy-wetgeving enz.

Daarnaast is er W&R gericht op specifieke dienstverlening, de taken van overheidsorganisaties daarbij en de producten en diensten (P&D) die ze in dat kader leveren. Denk bijvoorbeeld aan P&D gerelateerd aan wonen, onderwijs, werken en zorg. Gezien vanuit het principe “Burger centraal” is het goed om ons te richten op de P&D die de overheid aan die burger levert. Klevant Groen juridisch advies heeft in opdracht van BZK in kaart gebracht vanuit welke Wet of Regelgeving een product of dienst voortkomt. Dit krijgt een vervolg in 2016. Zodra hieruit een overzicht beschikbaar komt, zal het op de NORA worden gepubliceerd.

In de Awb staat nog in het bijzonder het voortbrengingsproces van de dienstverlening (aanvraag t/m besluit). Dit kan gezien worden als norm bij het vormgeven van de processen van overheidsorganisaties.

NB. Met behulp van ICT zijn wel al diverse geautomatiseerde wetgevingssystemen ontwikkeld die verbanden tussen W&R inzichtelijk kunnen maken die een mens zelf niet zou kunnen ontdekken. Mogelijk dat daarmee in de toekomst nog beter de van toepassing zijnde W&R voor een specifiek vraagstuk kan worden geïnventariseerd. Voorbeelden hiervan zullen binnenkort worden gepubliceerd.

Laag 2: Organisatorische laag[bewerken]

Deze laag gaat in op de organisaties en processen om de afgesproken producten en diensten van de overheid te kunnen leveren.
Hieronder valt ook de manier waarop de organisaties daarbij het Basisconcept van Dienstverlening toepassen en de manier waarop de organisaties hun uiteindelijke werkwijzen inrichten op basis van handreikingen zoals bijvoorbeeld Zaakgericht Werken.

Er is een publiek toegankelijk en uitputtend overzicht van de Nederlandse overheidsorganisaties. Naast deze overheidsorganisaties voeren echter ook diverse private organisaties publieke taken uit. Doorgaans is dat in materiewetten geregeld. Daarbij wordt een indeling aangehouden naar domeinen en sectoren. Een uitputtend overzicht van de producten en diensten van al deze organisaties is niet beschikbaar: elke organisatie beheert zelf de producten en diensten die zij levert. Je kunt wel in al deze producten en diensten zoeken via een gemeenschappelijke zoekmachine. Deze zoekmachine bevat een virtuele catalogus voor de Nederlandse Overheid. Dat is mogelijk doordat alle deelnemende organisaties hun productcatalogus op hun website publiceren conform de standaard van Samenwerkende Catalogi. Het gaat dan voornamelijk over de producten van decentrale overheden (gemeenten, provincies, waterschappen). Informatie over de producten van andere overheden worden gepubliceerd via de ministeries van Algemene Zaken en Economische Zaken.

Vanuit elk product of dienst kunnen we nagaan in welke mate die burger daarover tevreden is (meer gemak; dat wordt jaarlijks gemeten via een onderzoek) en welke inspanning de overheid daartoe moet leveren en tegen welke kosten (kleinere en meer efficiënte overheid).

Er zijn ook grensoverschrijdende producten en diensten. Aangezien daar allerlei extra zaken bij komen kijken, zoals internationaal recht, taalverschillen en (internationale) standaarden, behoeft dat extra aandacht vanuit de architectuur. Meer informatie hierover in het thema Architectuur internationaal.

Laag 3: Informatielaag[bewerken]

Een belangrijke basis voor samenwerking, is het delen van taal en begrippen (woorden), zodat we elkaar kunnen begrijpen en voor het uitwisselen en (her)gebruiken van elkanders informatie. Er is (nog) geen uitputtend overzicht beschikbaar van de informatie en gegevens die voor de informatiehuishouding van de overheid relevant zijn. Doorgaans wordt voor elk systeem, organisatie of domein, een afzonderlijk gegevenswoordenboek en/of gegevensmodel gehanteerd.

NORA werkt daarom aan het zogenaamde Nationaal Semantisch Vlak (NSV), dat inzicht geeft in de reeds bekende gegevenswoordenboeken, thesauri, gegevens- en informatiemodellen binnen Nederland en bij wie meer informatie daarover te verkrijgen is.

Laag 4: Applicatielaag[bewerken]

Binnen deze laag vallen registers en softwarematige functies.

De 12 Basisregistratie en 144 Sectorregistraties zijn in de NORA-wiki terug te vinden. Er is ook een overzicht van datasets die in het kader van Open Data beschikbaar worden gesteld op data.overheid.nl.

Van de softwarematige functies is geen uitputtend overzicht beschikbaar voor de publieke sector. Wel geeft de NORA-wiki overzichten van generieke Bouwstenen en Voorzieningen, die voor hergebruik beschikbaar zijn gesteld. Ook zijn er initiatieven om het hergebruik van software te bevorderen, zoals voor gemeentelijke dienstverlening www.softwarecatalogus.nl/.

Laag 5: Netwerklaag[bewerken]

Binnen deze laag vallen de netwerken, middle ware, knooppunten en infrastructuur die nodig is om systemen te hosten en gegevens tussen die systemen uit te wisselen. We willen architecten ondersteunen met het vinden van antwoorden op vragen als: Kan de informatieuitwisseling via het openbare internet? Of moet het via (semi-)besloten netwerken of zelfs via een netwerk dat in eigen beheer is? En welke standaarden zijn dan van toepassing?

Netwerken die hiertoe kunnen worden gebruikt, zijn onder meer:

  1. Diginetwerk, is een afsprakenstelsel voor het koppelen van besloten netwerken van de overheid. Het wordt gezien als het besloten netwerk van de overheid. Diginetwerk maakt het uitwisselen van gegevens met een hoge mate van beveiliging mogelijk tussen overheden. Diginetwerk bestaat uit een aantal aan elkaar gekoppelde, specifieke, besloten overheidsnetwerken. Diginetwerk zal in 2016 in het teken staan van bestendigen van de governance, het eenduidig beleggen van rollen, taken en verantwoordelijkheden voor deze voorziening. Het definiëren van een visie en beleidskader over de gewenste ontwikkelrichting van Diginetwerk en het verkrijgen van een trusted netwerk voor uitwisselen overheidsgegevens. De vraag naar meer netwerkcapaciteit van de overheid leidt tot forse investeringen in sneller, nieuwer en vooral uitgebreider netwerk. Een verkenning hiertoe is nodig om de juiste besluiten te kunnen nemen. Net als dat we het waterbeheer ondergebracht hebben bij de overheid moeten we ook het digitale netwerk onderbrengen bij de overheid. In 2016 wordt onderzocht wat de invloed van het internet der dingen op Diginetwerk is en hoe eventuele koppeling met niet-fysieke, besloten netwerken op een veilige wijze tot stand gebracht kan worden.
  2. RINIS (Routerings Instituut (inter)Nationale InformatieStromen), is een knooppunt voor het elektronisch uitwisselen van gegevens in het publieke domein. Ook over de landsgrenzen heen.
  3. Internet Standaarden die van toepassing zijn bij het berichtenverkeer over het Internet, zijn onder meer IPv6 en IPv4.

Aansluiting op het Europese netwerk Gegevensuitwisseling met Europese lidstaten en bedrijven is een belangrijk aandachtspunt. Met name ook een integrale benadering voor de overheid als geheel. De Regieraad Interconnectiviteit ziet toe op beleidsontwikkeling op dit vlak waarbij ook het sTESTA netwerk en relevantie Europese initiatieven worden betrokken. Hierbij hoort ook meer samenhang realiseren richting europa als 1 overheid.

Waar wordt het vijflaagsmodel toegepast?[bewerken]

We komen regelmatig (aangepaste) toepassingen tegen van het vijflaagsmodel van de NORA.
Ter inspiratie hebben we enkele voorbeelden opgenomen:

  • bij de EIRA
  • Op Bestuurlijk niveau in het Maak Waar rapport inzake het functioneren van de digitale overheid in relatie tot de snelle digitalisering van de samenleving.
  • In de standaardisatie (architectuur) van de Zorg (beheerder is Nictiz).
  • In de architectuur van de Waterschappen (beheerder is WILMA):
  • bij Discipl
  • bij het MIM
  • bij iStandaarden van de Rijksoverheid