Wat is Digitale duurzaamheid?

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Deze pagina is een concept. Reacties via nora@ictu.nl of tekstvoorstellen in de wiki zijn welkom.

Digitale duurzaamheid[bewerken]

Digitale duurzaamheid verwijst naar het streven om digitale overheidsinformatie in de tijd gezien toegankelijk en bruikbaar te houden.

Dit korte antwoord roept nog wel vragen op. Wat verstaan we onder overheidsinformatie? En wat is de positie van het thema Digitale duurzaamheid binnen het grotere geheel van overheidsinformatievoorziening? Waarbij we die laatste vraag beantwoorden door te kijken naar waar de term Informatiebeheer voor staat.

Bij de verdere uitwerking van dit thema gaan we er van uit dat we spreken over de digitale variant van de overheidsinformatievoorziening.

Wat verstaan we onder overheidsinformatie?[bewerken]

Onder overheidsinformatie verstaan we alle informatie die wordt gebruikt of beschikbaar komt in werkprocessen die overheidsorganisaties in het kader van hun taakstelling uitvoeren. Men spreekt in dit verband ook wel van 'werkprocesgebonden informatie'.

De overheid bewaart veel overheidsinformatie voor kortere tijd, langere tijd of blijvend. Zij doet dit om deze informatie te (her-)gebruik in werkprocessen, om invulling te geven aan informatiebehoeften vanuit de maatschappij, om het eigen handelen te kunnen reconstrueren in het kader van verantwoording en bewijsvoering of om raadpleging om cultuurhistorische redenen mogelijk te maken.

Wat is het probleem en de uitdaging bij Digitale duurzaamheid?[bewerken]

De transitie naar digitaal werken bij de overheid die voor een belangrijk deel al eerder plaats vond, en de transitie naar digitaal archiveren die inmiddels ook is begonnen, leveren nieuwe uitdagingen op. Hoe kunnen overheidsorganisaties, in dit geval gemeenten, eenmaal opgeslagen overheidsinformatie zo bewaren en beheren dat deze informatie in de tijd gezien beschikbaar, toegankelijk, leesbaar en bruikbaar blijft? Dit terwijl de apparatuur, de programmatuur, de bestandsformaten en de opslagmedia die worden gebruikt bij het opslaan en lezen van digitale informatie, in de loop van de tijd veranderen of zelfs verdwijnen.

Elders zijn ook andere termen in gebruik, zoals 'Duurzame digitale toegankelijkheid' en 'Duurzaam toegankelijke overheidsinformatie'.

Als thema heeft Digitale duurzaamheid betrekking op alle digitale overheidsinformatie. Daarom gaat het niet alleen over traditionele tekstdocumenten (ongestructureerde informatie). Het gaat ook over gestructureerde gegevens (gegevensobjecten) in databasebestanden en over complexe combinaties van gestructureerde en ongestructureerde informatie zoals webpagina's (samengesteld uit een groot aantal informatie-elementen van diverse aard) en digitale ruimtelijke plannen (idem).

Digitale duurzaamheid heeft niet alleen betrekking op langdurig of blijvend te bewaren overheidsinformatie, maar ook op tijdelijk of kortdurend te bewaren informatie. Wel is de bijbehorende problematiek bij langdurig te bewaren informatie het duidelijkst aanwezig. De reden daarvoor is, zoals al genoemd, het na verloop van tijd veranderen van de ICT waarmee digitale informatie wordt gelezen. Omdat met name veel gearchiveerde informatie (in de betekenis van bewaard als 'digitaal bewijs') lang of blijvend wordt bewaard, is Digitale duurzaamheid juist daarbij een belangrijk aandachtspunt. Dat geldt voor zowel archiefvorming (hoe zodanig opslaan dat het zo lang mogelijk digitaal toegankelijk blijft?) als en archiefbeheer (hoe zodanig in stand houden én na verloop van tijd zonodig converteren etc. dat het ook na veranderingen van de ICT digitaal toegankelijk blijft?).

Wat verstaan we onder Informatiebeheer?[bewerken]

De term Informatiebeheer zoals hier aan de orde staat voor het opslaan, het bewaren en beheren, het ontsluiten of (actief) leveren en het waar nodig vernietigen van informatie. Daarbij is het beheren gericht op het in stand, beschikbaar, toegankelijk, leesbaar en bruikbaar houden van informatie. Het vernietigen heeft betrekking op niet blijvend te bewaren informatie. Onder het beheer vallen ook handelingen waarbij de zorg voor gearchiveerde informatie over gaat naar een andere verantwoordelijke partij. Daarvan bestaan meerdere varianten die met termen als 'overbrengen', 'overdragen' en 'vervreemden' zijn vastgelegd in archiefwet- en regelgeving.

Ontsluiting, voor gebruik en raadpleging, hoort ook bij het aandachtsgebied en is essentieel omdat zonder gebruik en raadpleging bewaren geen zin heeft. Wel kunnen voor ontsluiting, gebruik en raadpleging beperkingen gelden. Want niet alle overheidsinformatie is op elk moment openbaar oftewel voor iedereen beschikbaar. Toegang voor het publiek en de bijbehorende beperkingen worden geregeld in de Wet openbaarheid bestuur (Wob) en de Archiefwet met daarnaast een groter wordende rol voor actieve openbaarmaking in het kader van het landelijke beleid voor een meer open overheid.

Het doel van het bewaren van overheidsinformatie werd kort al benoemd. Hier zetten we het nog wat scherper neer:

  1. het (her-)gebruik van informatie in werkprocessen. Dit kan de vorm hebben van het 'teruggeven' van informatie aan het werkproces waaruit de informatie afkomstig is. Vaak zal dat het geval zijn bij informatie in een zaakdossier van een nog lopende zaak;
  2. het reconstrueren van het handelen van overheidsorganisaties ten behoeve van onder andere verantwoording en bewijsvoering (vooral met gebruikmaking van gearchiveerde informatie);
  3. het invulling geven aan informatiebehoeften vanuit de maatschappij, onder andere door informatie op verzoek of actief openbaar te maken;
  4. het raadplegen van informatie om cultuurhistorische redenen (ook gericht op vooral gearchiveerde informatie).

Informatiebeheer en het werkproces[bewerken]

Informatiebeheer zoals hier bedoeld gaat niet over inhoud in de betekenis van het verwerken en bewerken van informatie zoals dat in werkprocessen gebeurt. Het gaat over het in oorspronkelijke (authentieke) staat bewaren, beheren en ontsluiten van wat daar is ontstaan en beschikbaar gekomen. Het gaat dus ook niet over het actueel houden van informatie zoals dat gebeurt bij een database met adresgegevens. Daarom zou de term 'niet-inhoudelijk informatiebeheer' nog zuiverder zijn. Tegelijkertijd is die term niet gebruikelijk en herkenbaar. Daarom werken we kortweg met de term Informatiebeheer, wetende dat dat in dit verband exclusief het inhoudelijk bewerken van informatie is.

Twee aandachtsgebieden

Het vorenstaande maakt, kijkend naar de algehele informatievoorziening van de overheid, twee aandachtsgebieden zichtbaar:

  1. het op inhoud gerichte lezen, verwerken en bewerken van informatie in werkprocessen;
  2. het niet op inhoud gerichte informatiebeheer in de vorm van informatie opslaan en deze met de originele inhoud (dus ongewijzigd) bewaren om deze informatie vervolgens beschikbaar, toegankelijk, leesbaar en bruikbaar te houden (het beheren) en deze voor gebruik en raadpleging te ontsluiten en te leveren. Dit laatste zowel naar werkprocessen als naar (individuele) burgers en de maatschappij (het publiek).

Onderstaand model visualiseert een en ander.


Positionering Informatiebeheer

Het aandachtsgebied Informatiebeheer bevindt zich in hoofdzaak binnen de dikke blauwe stippellijn. Digitale duurzaamheid als aspect of thema heeft daarop betrekking.

Het op de juiste manier opslaan van overheidsinformatie gebeurt vanuit het werkproces. Bij een goede invulling van digitaal werken is het ook een integraal onderdeel van dat werkproces.

Klik hier voor een verdere toelichting bij de plaat Positionering Informatiebeheer.

Het thema Digitale duurzaamheid is direct verbonden met het nu afgebakende aandachtsgebied Informatiebeheer. Daarmee kan ook Digitale duurzaamheid scherper worden gedefinieerd en wel als het streven om te bewaren digitale overheidsinformatie binnen het aandachtsgebied Informatiebeheer zodanig op te slaan, te beheren en te ontsluiten dat deze informatie in de tijd gezien toegankelijk blijft, oftewel beschikbaar, leesbaar en bruikbaar.

Dossiervorming, archivering en preservering[bewerken]

Informatiebeheer is een breed terrein. Om te beginnen vallen dossiervorming en archivering eronder. Dat is inclusief hetgeen ook wel wordt aangeduid met de term Documentaire Informatievoorziening oftewel DIV. Maar kijkend naar hoe Informatiebeheer in de vorige paragraaf is benoemd, is het breder. Ook werkgerelateerde e-mail die nooit in een dossier terecht komt, valt eronder, evenals het bewaren van gestructureerde gegevens in databases en het opslaan van een concept-tekstdocument met nog geen formele betekenis om er een dag later weer aan verder te werken. Informatiebeheer gaat over elke vorm van overheidsinformatie opslaan, bewaren en beheren, en ontsluiten.

Dossiervorming

Onder (digitale) dossiervorming wordt verstaan het bundelen van bij elkaar horende overheidsinformatie door deze op te slaan met een gemeenschappelijk kenmerk (bij een zaakdossier bijvoorbeeld is dat het zaaknummer).

Archivering

Onder (digitaal) archiveren wordt verstaan het als 'digitaal bewijs' opslaan en bewaren van overheidsinformatie met als meest in het oog springende doel het documenteren van het handelen van de organisatie om dit handelen indien nodig te reconstrueren in het kader van verantwoording en bewijsvoering.

De formulering 'digitaal bewijs' betekent dat de content van gearchiveerde informatie is gefixeerd oftewel bevroren, zodat die content niet meer kan wijzigen.

Het resultaat van archiveren is gearchiveerde informatie, ook wel aangeduid met de term 'archiefobject(en)', dit om aan te geven dat het in de praktijk om concrete en begrensde eenheden van gearchiveerde informatie gaat.

Metagegevens van archiefobjecten kunnen, anders dan de content, wel veranderen. Dit omdat die deels gaan over aspecten die ook na het archiveren nog kunnen veranderen, zoals de beheergeschiedenis en de openbaarheid van informatie.

Door archiveren te definieren zoals hier gedaan, ontstaat een duidelijk onderscheid tussen enerzijds gearchiveerde digitale informatie met gefixeerde content die het handelen van een organisatie en de daarbij gebruikte informatie documenteert en anderzijds niet-gearchiveerde informatie in de vorm van bijvoorbeeld nog in bewerking zijnde tekstdocumenten of actueel te houden en dus eveneens nog wijzigbare gestructureerde gegevens in databases.

Archiefvorming en archiefbeheer

Een essentieel onderscheid binnen het aandachtsgebied archivering is dat tussen archiefvorming en archiefbeheer. Als archiefvorming een handeling of activiteit is dan bestaat de input daarvan uit informatie die in aanmerking komt voor archivering maar nog niet als gearchiveerde informatie oftewel als digitaal bewijs is opgeslagen. De inhoud (content) is bijvoorbeeld nog niet beveiligd tegen wijzigen en het formaat is bijvoorbeeld nog niet duurzaam want een Word- of Open Office-formaat in plaats van PDF/A-formaat. Het resultaat van archiefvorming is digitale informatie die wél gearchiveerde is en ook voldoet aan de eisen die horen bij het beheerregime voor gearchiveerde informatie.

Archiefbeheer betreft het bewaren en in stand en toegankelijk houden van eenmaal gevormd digitaal archief. Dit is inclusief functies zoals ontsluiten en (indien nodig) vernietigen.

Preservering

De term 'preservering' wordt in de praktijk op verschillende manieren gebruikt. We noemen hier een van de varianten, namelijk 'preservering' in de smalle betekenis. Die houdt in dat preservering het aandachtsgebied is dat na archiefvorming zorgt voor de instandhouding van de digitale toegankelijkheid van archiefobjecten door de tijd heen. In die variant gaat het om handelingen en functies zoals:

  • het converteren van informatie van een verouderd naar een nieuwer en op dat moment wel duurzaam toegankelijk formaat;
  • het toegankelijk houden van in verouderde formaten opgeslagen informatie door het toepassen van bijpassende viewers;
  • het operationeel houden of emuleren van verouderde programmatuur om op die manier in verouderde formaten opgeslagen informatie leesbaar te houden.

Informatiebeheerregimes[bewerken]

Tot het aandachtsgebied Informatiebeheer behoort ook het werken met (meerdere) informatiebeheerregimes. Er wordt dan uitgegaan van een set generieke eisen voor alle overheidsinformatie. Vervolgens kunnen bestuurslagen of overheidsorganisaties die eisen specifieker maken per vast te stellen beheerregime. Zo kan bijvoorbeeld worden gekozen voor:

  • een beheerregime voor gearchiveerde informatie (archiefobjecten);
  • een beheerregime voor niet of nog niet gearchiveerde informatie maar die wel wordt bewaard als inhoud van een digitaal dossier (zoals bijvoorbeeld een zaakdossier);
  • een beheerregime voor informatie in het persoonlijke domein van medewerkers (begrensd geheugenbeslag, inhoud gecontroleerd verwijderen bij uit dienst gaan, welke informatie daar niet opslaan etc);
  • een beheerregime voor informatie op de gemeenschappelijke schijfruimte van een organisatie.

Ook kan onderscheid worden gemaakt naar de soort (e-mail), de status of andere kenmerken van informatie (bijvoorbeeld alleen gearchiveerde informatie met een bewaartermijn van meer dan 10 jaar overbrengen naar een digitale archiefbewaarplaats of andere e-Depot-achtige oplossing).

De levensloop van informatie[bewerken]

Informatiebeheer als aandachtsgebied heeft betrekking op de gehele levensloop van informatie. Informatie wordt in werkprocessen gecreëerd of komt anderszins beschikbaar zoals bij het ontvangen van een aanvraagformulier of brief. Veel informatie doorloopt verschillende stadia met een bijbehorende status en betekenis. Bij bijvoorbeeld een complex besluit zal een eerste versie vaak nog geen formele betekenis hebben. Het wordt bewaard om er - bijvoorbeeld de volgende dag - weer aan verder te werken. Op enig moment wordt een van de volgende versies ter bespreking op de agenda van een extern overleg gezet. Die versie zal gearchiveerd worden en vervolgens worden bewaard als archiefobject in bijvoorbeeld het PDF/A-formaat. Maar de bewerkbare versie in bijvoorbeeld Word-formaat blijft ook bestaan. Dan wordt het concept-besluit ter visie gelegd. Ook daarvan wordt een 'afslag' gemaakt in de vorm van een archiefobject. De bewerkbare Word-versie blijft nog steeds bestaan, want wordt verder bewerkt tot een besluit dat wordt vastgesteld en definitief wordt. En wederom ontstaat een archiefobject. En de Word-versie van het definitieve besluit blijft wellicht ook bestaan voor hergebruik in een ander proces of andere zaak. Dit laat zien dat het begrip levensloop vaak meer is dan een traject langs een simpele en enkelvoudige tijdslijn.

Belangrijk ook is het inzicht dat al direct in het begin van de levensloop van informatie wordt voldaan aan de eisen die bij Informatiebeheer horen. Daarvoor zijn meerdere redenen:

  • digitale informatie is vluchtig in vergelijking tot informatie op papier en kan daarom bij onzorgvuldig informatiebeheer makkelijk verloren gaan of onvindbaar worden;
  • veel beheermaatregelen zoals bijvoorbeeld het toevoegen van metagegevens (creatiedatum, auteur, inhoudelijke context) kunnen alleen goed worden uitgevoerd als het al direct bij de creatie van informatie gebeurt;
  • digitaal bewaren betekent dat ook een keuze nodig is wat betreft de plaats waar het wordt opgeslagen en bewaard en het beheerregime dat daarbij hoort.





Hoe is het aandachtsgebied dat wordt aangeduid met de term 'Digitale duurzaamheid' begrensd?[bewerken]

Zoals al gezegd gelden de eisen met betrekking tot Digitale duurzaamheid voor alle overheidsinformatie, dus voor zowel de kort- als langdurig te bewaren informatie. Wel is de problematiek die verbonden is met het duurzaam toegankelijk houden van digitale informatie extra nadrukkelijk aanwezig bij informatie die de overheid in het kader van de Archiefwet langdurig moet bewaren. Dit omdat computerapparatuur en -programmatuur in de loop van de tijd veranderen. Informatie wordt daardoor makkelijk onleesbaar of gaat daardoor zelfs verloren.

Digitale duurzaamheid verwijst niet naar alle aspecten van overheidsinformatie. Zo gaat Digitale duurzaamheid bijvoorbeeld niet over het actueel houden van informatie en het in werkprocessen be- en verwerken van informatie. Digitale duurzaamheid gaat wel over het bewaren en toegankelijk houden van de informatie die in die werkprocessen ontstaat. Twee voorbeelden:

  • digitale duurzaamheid gaat niet over hoe de gegevens in de Basisregistratie Personen (BPR) inhoudelijk actueel te houden. Het gaat wel over het bewaren en toegankelijk houden van de gegevens in de BPR en dat is inclusief de historische gegevens, zoals op welk adres een burger woonde voordat hij verhuisde;
  • digitale duurzaamheid gaat niet over het bewerken van een concept-tekstdocument, oftewel over de aard van de inhoud. Het gaat wel over het bewaren en toegankelijk houden van documenten die aldus ontstaan, zelfs als het gaat om kortdurend bewaren. Digitale duurzaamheid gaat in die zin ook over het opslaan en bewaren van een concept-document in een zaakdossier opdat de auteur of een collega er de volgende dag aan verder kan werken.

Vandaar dat behalve archivering ook andere vormen van bewaren onder Digitale duurzaamheid vallen, zoals dossiervorming. Waarbij een dossier ook niet of nog niet gearchiveerde informatie kan bevatten. Vandaar dat het aandachtsgebied ook wel benoemd wordt als 'Informatiebeheer', waarbij overigens de variant 'Niet-inhoudelijk informatiebeheer’ nog duidelijker is.

Het aandachtsgebied 'Niet-inhoudelijk informatiebeheer’ heeft op procesniveau betrekking op:

  • het ontvangen of afvangen van informatie uit het werkproces;
  • het duurzaam toegankelijk bewaren van die informatie;
  • het ontsluiten van die informatie.

Het bewaren en ontsluiten van informatie is hierbij gericht op:

  • (her-)gebruik in werkprocessen (zowel gearchiveerde als niet of nog niet gearchiveerde informatie);
  • het reconstrueren van het handelen van een overheidsorganisatie ten behoeve van onder andere bewijsvoering en verantwoording (gearchiveerde informatie);
  • raadpleging om cultuurhistorische redenen (gearchiveerde informatie).

In de digitale variant van 'Niet-inhoudelijk informatiebeheer’ bestaat de grootste uitdaging dus uit Digitale duurzaamheid oftewel het duurzaam toegankelijk houden van voor korte of langere tijd in bewaring genomen digitale informatie.

Hoe past de term 'Duurzame digitale toegankelijkheid' hierbij?[bewerken]

Naast de binnen NORA gebruikte term Digitale duurzaamheid voor het overeenkomstige aandachtsgebied en bijbehorend project, zijn voor hetzelfde aandachtsgebied ook andere termen in gebruik. Een bekende variant is Duurzame digitale toegankelijkheid. Zo'n net iets andere term maakt het hier in beeld zijnde en de eronder vallende inhoud niet anders.

Aspecten van Digitale duurzaamheid of Duurzame toegankelijkheid[bewerken]

We gaan uit van tien aspecten zoals ook benoemd in de conceptversie van een nieuw landelijk 'Normenkader duurzaam toegankelijke overheidsinformatie' (bij het Nationaal Archief ondergebracht project):

  1. het bij informatie passende beheerregime;
  2. de context van informatie;
  3. ordening van informatie;
  4. de vindbaarheid van informatie;
  5. de beschikbaarheid van informatie;
  6. de leesbaarheid van informatie;
  7. de authenticiteit van informatie;
  8. de (mate van) openbaarheid van informatie;
  9. de bewaartermijn van informatie;
  10. het eigendom van informatie en de bijbehorende verantwoordelijkheden.

Merk op dat een aspect als 'actualiteit' hier - terecht - ontbreekt.

Andere aspecten lijken slechts te ontbreken. Twee voorbeelden daarvan:

  • het opslagformaat of het opslagmedium van digitale informatie. Deze aspecten volgen uit de wel genoemde aspecten zoals leesbaarheid;
  • metagegevens: idem. Want metagegevens vormen een middel, of werkwijze, om invulling te geven aan - zelfs verschillende van - de hierboven genoemde aspecten. Met metagegevens wordt context vastgelegd, maar ook de beheergeschiedenis, het met leesbaarheid verbonden formaat van informatie en de bewaartermijn van informatie. En dit is geen uitputtende opsomming.

Eisen[bewerken]

Het bewaren, ontsluiten en toegankelijk houden van overheidsinformatie moet voldoen aan de met Digitale duurzaamheid verbonden eisen. Deze zijn vastgelegd in wet- en regelgeving waaronder de Archiefwet en in normen waarin die eisen verder zijn uitgewerkt. Zie Wat zijn de kaders voor Duurzame Toegankelijkheid?.

Een bij het Nationaal Archief in ontwikkeling zijnd nieuw normenkader voor overheidsinformatie gaat uit van de tien hiervoor genoemde aspecten. Dat normenkader gaat generiek geformuleerde eisen voor overheidsinformatie bevatten. Overheidsorganisaties kunnen die vervolgens specifieker maken per soort informatie en per vastgesteld beheerregime. Zo kan worden gekozen voor bijvoorbeeld een beheerregime voor als 'digitaal bewijs' gearchiveerde informatie (archiefobjecten) en daarnaast een beheerregime voor niet of nog niet gearchiveerde informatie maar die wel wordt bewaard als inhoud van een digitaal dossier (zoals bijvoorbeeld een zaakdossier).

De breedte van het aandachtsgebied[bewerken]

Behalve langdurig te bewaren gearchiveerde informatie moet ook kortdurend te bewaren informatie voldoen aan de voor overheidsinformatie geldende eisen. Daarnaast geldt voor zowel gearchiveerde informatie (archiefobjecten) als niet of nog niet gearchiveerde informatie dat het voldoen aan bepaalde eisen al om actie vraagt bij het creëren van informatie oftewel bij het begin van de levensloop van informatie. Zo is informatie alleen goed bruikbaar als altijd duidelijk is waar het bij hoort (welk werkproces, welke situatie, welke burger, welke organisatie, welke behandelend ambtenaar) oftewel als de context van die informatie duidelijk is. Die context wordt vastgelegd in de vorm van zogenoemde metagegevens. Die worden zoveel mogelijk al de creatie van informatie aan die informatie toegevoegd. Daarmee heeft Digitale duurzaamheid betrekking op de gehele levensloop van overheidsinformatie, van creatie tot het moment - bij niet-blijvend te bewaren informatie - van vernietiging van die informatie. Digitale duurzaamheid gaat dus over zowel het korte als het lange termijn geheugen van de overheid gaat.

Het gehele aandachtsgebied is van belang voor en stelt eisen aan alle overheidsorganisaties. Daarnaast zijn er de op dit terrein gespecialiseerde organisaties zoals bibliotheken en archiefinstellingen. Maar uiteindelijk is het behoud van digitale overheidsinformatie van belang voor het functioneren van de gehele samenleving en aspecten daarvan zoals de rechtstaat en ons democratisch bestel.

Belangrijke deelaandachtsgebieden van niet-inhoudelijk informatiebeheer zijn dossiervorming en archivering.

Wat verstaan we onder digitaal archiveren?[bewerken]

Onder digitaal archiveren verstaan we het als 'digitaal bewijs' opslaan en bewaren van overheidsinformatie met als drieledig doel:

  • (her-)gebruik in werkprocessen;
  • reconstrueren van het handelen van een overheidsorganisatie ten behoeve van onder andere bewijsvoering en verantwoording;
  • invulling geven aan cultuurhistorische redenen waaronder geschiedschrijving.

De formulering 'digitaal bewijs' betekent dat gearchiveerde informatie informatie is waarvan de content is gefixeerd oftewel bevroren. Metagegevens kunnen nog wel veranderen, onder andere omdat ook aspecten zoals de beheergeschiedenis en de openbaarheid van informatie in metagegevens worden vastgelegd, maar de content blijft zoals die was toen de desbetreffende informatie gearchiveerd werd. Het resultaat van archiveren is gearchiveerde informatie en daarvoor gebruiken we ook de term archiefobjecten om aan te geven dat het bewaren ervan concrete en begrensde eenheden van informatie betreft. Daarnaast hebben deze eenheden archiefstatus en moeten ze voldoen aan de eisen en kenmerken die horen bij informatie met archiefstatus.

De Archiefwet beschrijft archivering als 'Het in goede geordende en toegankelijke staat brengen en houden van archiefwaardige en procesgebonden informatie'. De Archiefwet schrijft niet voor dat die informatie digitaal moet zijn. Maar als streven is dat inmiddels wel overheidsbreed geaccepteerd. Bovendien is het vastgelegd in landelijke beleidsstukken waaronder de Visiebrief digitale overheid 2017 die het kabinet in 2013 naar de Tweede kamer zond.