4e symposium Gegevensmanagement 2020: STUREN OP GEGEVENS

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Bijeenkomst op woensdag 7 oktober 2020, locatie: Digitaal / Fieldlab.
Doel: Kennis delen
Doelgroep: Geïnteresseerden in Gegevensmanagement uit de publieke sector .

Verslag en presentaties Symposium Sturen op gegevens beschikbaar


Op 7 oktober 2020 vond het symposium "Sturen op gegevens" plaats als onderdeel van het Fieldlab Digitale Overheid in Transitie. De NORA Expertgroep Gegevensmanagement was betrokken bij de organisatie van het symposium en wil graag het verslag (hieronder) en de presentaties (op pleio) onder de aandacht brengen van iedereen die niet aanwezig kon zijn. Het is ook mogelijk de opnames van de verschillende presentaties terug te kijken via de links in het verslag.

Verslag vierde symposium Gegevensmanagement door Karina Meerman (VNG Realisatie)

Tijdens het Fieldlab 2020 vond het vierde symposium Gegevensmanagement plaats. Het thema: sturen op gegevens. Het programma belichtte dit van alle kanten. Van de praktijk uit de gemeenten Leeuwarden, Den Haag en Rotterdam tot en met de mammoettaak van de Belastingdienst die wetswijzigingen technisch moet vertalen naar alle hoeken van haar applicatiejungle.

Geen doel maar een middel

“We moeten stoppen met gegevensmanagement,” aldus de verrassende openingsboodschap van organisator Wim Stolk. “Gegevensmanagement is een middel om het doel te bereiken en geen doel op zich. Niet doelgericht bezig? Stop dan.” Na tien jaar in het werkveld is Stolk klaar met “eendimensionale oplossingen en meewaaien met de wind”. Gegevens- of datamanagement moet meerwaarde opleveren voor een organisatie, anders heeft het geen zin.

“Gemeenten: faciliteer de burger, draag zorg voor de leefbare omgeving. Belastingdienst: maak het makkelijker. Alle organisaties: zie gegevensmanagement in een groter geheel, als cruciale randvoorwaarde voor de digitale transformatie.” Stolk verheugde zich nu al op het lustrum van volgend jaar, waar het programma bol zal staan van presentaties over de meerwaarde die gegevensmanagement heeft gebracht. Insturen mag al.

Kijk de opening terug op youtube

Leeuwarden: de praktische aanpak

Spreker Susanne Spaan was in 2016 de eerste in de gemeente Leeuwarden “die aan gegevensmanagement deed.” Zij vertelde kort over haar zoektocht naar het vak en op welke manier het van nut kon zijn voor haar organisatie. “Aangezien ik zelf pragmatisch ben, koos ik voor de praktische inslag.” Zij pakte vraagstukken op die al bij de organisatie leefden en voegde – eenvoudig gezegd – stukje bij beetje gegevensmanagement toe, daar waar het meerwaarde had. Zij begon bij de technische uitwisseling van data, omdat dit al leefde. “Daar zat veel energie en hoefde ik geen campagne te voeren voor het nut van gegevensmanagement.” Spaans zette techneuten aan tafel met vakafdelingen en opeens praatte men met elkaar, en ging men samen aan de slag.

Het maken van nieuw beleid bleek niet nodig, omdat Spaans ontdekte dat er al veel was. “Wat bleek: de CISO wilde afspraken en helderheid en inzicht op informatie, maar de recordmanager en de informatiearchitect ook. Zij hadden al veel beleid liggen met uitspraken over gegevensmanagent.” Dat bracht zij samen. Ook voor het invoeren van beleid haakte zij aan bij bestaande paden. “Ik heb geen nieuwe structuren hoeven optuigen.”

Minder geslaagd was de invoering van de gegevens leveringsovereenkomst. Spaans vond het een mooi instrument, maar de organisatie zag het als een papieren tijger. “Mensen vulden mijn prachtige template in omdat het moest en niet omdat ze het nut zagen.

Gegevensmanagement moet geen doel op zich worden en daar begon dit op te lijken. Dus ben ik er mee gestopt. Voor ons werkte het niet.” Inmiddels hoort gegevensmanagement bij de gemeente Leeuwarden. “Wanneer wij we iets nieuws kopen nemen we het gelijk mee. Zo krijgen we stukje bij beetje meer grip dat resulteert in blije burgers en bedrijven en andere belanghebbenden.”

Rotterdam: nieuwe rollen in de datafabriek

De teamleider datadiensten gemeente Rotterdam is Robert Jansen en hij gaf een inkijkje in “de datafabriek” van zijn gemeente, die datagedreven wil werken vanwege de vele mogelijkheden. Jansen: “We kunnen data verzamelen over fietsongevallen en die op een dashboard weergeven, maar met toevoeging van geodata ontstaat opeens een kaart met plekken waar fietsongevallen zich voordoen. Geef die data door aan de mensen van het asfalt, en zij kunnen met hun werk wellicht ongevallen voorkomen.”

Het idee van een fabriek is dat data binnenstromen en op voorraad worden gelegd, als ruw materiaal of halffabrikaten. Een wethouder of andere klant gooit een pamflet binnen met een opdracht, wat resulteert in producten, zoals een dashboard. “We hebben dus ook een datacatalogus nodig van wat we als fabriek kunnen aanbieden.” Rondom data zijn security en privacy belangrijk alsook het beheer van data, ofwel: datagovernance. Die laatste taak leidt tot nieuwe rollen binnen de gemeente, te weten:

  • Gegevensmakelaar
  • Datasteward
  • Datajurist
  • Data-auditor
  • Gegevensarchitect

Nieuwe rollen vragen om anders opleiden, een van de drie sporen waarop datagedreven werken loopt in Rotterdam. De andere twee zijn het ontwikkelen van generieke voorzieningen (het bouwen van eerdergenoemde fabriek) en het ondersteunen van complete projecten of use-cases.

Kijk de hele presentatie van de gemeente Rotterdam terug op youtube

Den Haag: Samenhangende Objectenregistratie in 3D

De samenhangende objectenregistratie (vng realisatie.nl) is een - nog te ontwikkelen - uniforme registratie met daarin basisgegevens over objecten in de fysieke werkelijkheid die zich voor gebruikers als één registratie gedraagt. Het is een samenvoeging van vier basisregistraties: adressen en gebouwen, waarde onroerend goed, kadaster en grootschalige topografie.

Robert Koster van de gemeente Den Haag legde uit dat de belangrijkste verandering zal zijn dat het werk niet langer registratiegericht wordt, maar objectgericht. Door data samen te voegen (ook van buiten de overheid) wordt veel meer bekend over een object en kan het integraal worden benaderd. De ambitie van Den Haag is om objecten met al die data driedimensioneel te kunnen visualiseren, “zodat we straks digitaal door een stad kunnen lopen”.

Die informatie van buiten kan via een online portaal binnenkomen en/of worden gedetecteerd met een vorm van AI. Denk aan data uit de omgevingswet, van landmeters of uit beeldmateriaal zoals satellietfoto’s of vastgoedfotografie (Funda). Het idee is data aan de voorkant zo veel mogelijk te verrijken, zodat uiteindelijk een SOR in 3D kan worden ontwikkeld. Koster poneerde tot slot de stelling dat kleine gemeenten de SOR makkelijker kunnen inregelen zonder AI en portaal.

Kijk de hele presentatie van de gemeente Den Haag terug op youtube

De Belastingdienst: wendbare wetsuitvoering

De Belastingdienst won het woord van de dag met ‘kennisexplicitatiearchitectuur’. Dit begrip werd uitgelegd door Mariëtte Lokin en Ronald Damhof van de Belastingdienst. Kort door de bocht houdt het in dat de infrastructuur van de Belastingdienst zo ingericht moet zijn dat op basis van kennis, wijzigingen in de wetgeving zo effectief mogelijk een realiteit worden in de ICT-omgeving.

De uitdagingen zijn talrijk. Oude applicaties met oude code, kennis die diep verborgen zit in de techniek en in de hoofden van mensen, dataschuld, gebrek aan kennis en kunde en bewerkelijke wetgeving. “En één zin in bewerkelijke wetgeving kan leiden tot meer stappen in ICT,” aldus Lokin. “Juristen en technici moeten daar met elkaar aan werken.”

In een ideale wereld zijn er duurzame specificaties voor de uitvoering op basis van wet- en regelgeving. Goed beheersbaar en goed onderhoudbaar. Specificaties zijn altijd te traceren naar wet- en regelgeving en vice versa. En tot slot zijn veranderingen in wet- en regelgeving snel, begrijpelijk, en valideerbaar te vertalen naar specificaties. “Dat is altijd mensenwerk,” benadrukte Damhof. “Het idee van wet erin, kant-en-klare applicatie eruit, is ver weg.”

Het streven is naar kennisgebaseerd werken met regels, processen en gegevens. Dit alles vormt tezamen een kennisexplicitatiearchitectuur, waar een wendbare wetsuitvoering aan ten grondslag ligt.

Damhof: “De wet maakt geen onderscheid tussen data, gegevens, logica of processen. Dat gebeurt pas bij implementatie. Het is voor ons belangrijk dat bij de bron de juridische elementen duidelijk benoemd zijn en expliciet worden gemaakt, zowel semantisch als formeel linguïstisch.”

De presentatie ging dieper in op wetsanalyse als fundament van de kennisexplicitatiearchitectuur en wat dit kan betekenen voor specificaties in Regelspraak.

Ook werd de huidige problematiek rondom dataschuld uitgediept en de mogelijke oplossing van het herdefiniëren van informatiestructureren vanuit kennis. “Anders blijven we data kopiëren,” aldus Damhof.

Kijk de hele presentatie van de Belastingdienst terug op youtube

Modelleren met linked data bij de Kamer van Koophandel

Een van de taken van de Kamer van Koophandel is het toekennen van een SBI-code aan nieuwe bedrijven. Dit is een getal dat het CBS gebruikt voor zijn statistieken. Het toekennen van de juiste code blijkt in de praktijk een tijdrovende klus voor de medewerkers van de KvK. Daarom wordt onderzocht of dit sneller kan met behulp van machine learning en linked data, een digitale methode voor het publiceren van gestructureerde gegevens.

Een filmpje liet zien hoe linked data een datacollectie kan verrijken, omdat alle data een of meerdere eigen beschrijvingen krijgen waardoor ze eenvoudig gekoppeld kunnen worden aan andere, relevante data. Meerdere beschrijvingen, omdat de betekenis van een gegeven kan verschuiven met de context. Enterprise-architect Art Lichthart: “Ik hoorde ooit dat de Belastingdienst 71 verschillende betekenissen heeft van het woord ‘loon’, afhankelijk van de context. Linked data is dan de ideale modelleringstechnologie.” Programmamanager Joost Fleure voegde toe dat het moeite kost om data goed te beschrijven, maar dat daarna iedereen die gegevens kan interpreteren, combineren en presenteren met data.

Kijk de hele presentatie van de Kamer van Koophandel terug op youtube.

Gegevenskwaliteit en Common Ground

Informatiearchitect Arnoud Quanjer van de VNG praatte iedereen bij over het belang van gegevenskwaliteit in een volgens Common Ground ingerichte informatievoorziening. De basisgedachte van Common Ground is:

  • Gegevens bevrijden uit applicaties en processen
  • Gegevens eenmalig opslaan in de bron en meervoudig gebruiken
  • Gegevens in de bron zijn eigendom van de bronhouder

Randvoorwaarden zijn dan standaardisatie van semantiek, samenhang en syntax van gegevens per gemeentelijk domein onder regie van gemeenten plus het ontsluiten van gegevensbronnen via gestandaardiseerde diensten. Dat alles heeft geresulteerd in het Common Ground-model, dat net als het NORA-model vijf lagen telt. Het is nader uitgewerkt als onderdeel van de gemeentelijke modelarchitectuur, GEMMA.

Het Common Ground-model wordt al gebruikt binnen het programma HaalCentraal(vngrealisatie.nl), dat samen met bronhouders werkt aan API’s voor de basisregistraties. Door het scheiden van processen van gegevens en het direct bevragen van de bron ontstaat een afhankelijkheid tussen aanbieders en afnemers van gegevens. Dat betekent dat er afspraken gemaakt moeten worden tussen afnemers en aanbieders over een aantal zaken, waaronder de kwaliteit van geleverde gegevens. Zo zijn vestigingsadressen uit het handelsregister niet BAG-conform, om maar een voorbeeld te noemen. Quanjer gaf nog meer voorbeelden van hoe gemeenten gegevens (willen) verrijken en wees op het belang van de juiste kwaliteit van gegevens.

Het goede nieuws is dat vanuit NORA wordt gewerkt aan een gemeenschappelijk raamwerk voor gegevenskwaliteit voor de Nederlandse overheid (zie volgende presentatie). Het raamwerk beschrijft kwaliteitsdimensies en attributen en biedt voorbeelden van kwaliteitseisen en kwaliteitsregels. Gebruik van het raamwerk vereist het opstellen van processen rondom gegevenskwaliteit. “Houd hier rekening mee als je gaat overstappen richting Common Ground visie, dus scheiding van processen en gegevens,” aldus Quanjer.

Kijk de hele presentatie over Common Ground en gegevenskwaliteit terug op youtube

Raamwerk gegevenskwaliteit vanuit NORA

Danny Greefhorst sprak namens een kernteam bij NORA, dat werkt aan een gemeenschappelijk raamwerk voor gegevenskwaliteit voor de Nederlandse overheid en een gemeenschappelijk begrippenkader waarmee over kwaliteit gepraat kan worden. Greefhorst begon met een korte uiteenzetting over wat kwaliteit nu precies is in de context van gegevens. De conclusie van het kernteam is dat kwaliteit betrekking heeft op de mate waarin wordt voldaan aan verwachtingen. In het geval van gegevenskwaliteit betekent dit dat een gegeven aansluit bij het gebruik, ‘fit for purpose’ (passend) is.

Vervolgens moeten er kwaliteitsregels en -eisen komen, want hoe is kwaliteit anders te meten? “Stel een concrete norm wat acceptabel is, waaraan gegevens moeten voldoen,” aldus Greefhorst. Voorbeeld van een regel: de naam van de medewerker komt overeen met de naam zoals vermeld op het paspoort. Bijbehorende eis: naam van de medewerker komt volledig overeen met de naam zoals vermeld op het paspoort voor 100% van de medewerkers. Greefhorst: “De kunst is met reële eisen te komen. Een 100 procent score is leuk, maar zal vaak genuanceerder moeten zijn.”

Via Mentimeter bleek dat 45 deelnemers kwaliteitsregels hanteerden en 29 niet, maar slechts 24 hadden kwaliteitseisen gedefinieerd. Een minderheid (6) werkte bij een organisatie met een eigen kwaliteitsraamwerk (dit waren DUO, Logius, PGGM en JenV).

In de prestatie staat een lijst redenen waarom gegevenskwaliteit belangrijk is. Ze kunnen worden samengevat als:

  • Snellere en betere besluitvorming – betere gegevens leiden tot minder discussie en meer betrouwbare besluiten
  • Meer efficiënte en voorspelbare processen – betere gegevens voorkomen inefficiënte handelingen en onverwachte verrassingen
  • Compliance – door betere gegevens kun je beter, efficiënter en met meer vertrouwen rapporteren over het voldoen aan wet- en regelgeving

Het basisraamwerk voor gegevenskwaliteit kent een aantal dimensies, die door de deelnemers in volgorde van belangrijkheid werden gezet. Met stip op 1 stond juistheid, met op een bijna gedeelde tweede plaats compleetheid en actualiteit. Deze werden gevolgd door consistentie, validiteit, begrijpelijkheid en traceerbaarheid. Hekkensluiters waren plausibiliteit en precisie. Zie de presentatie voor verdere detaillering van het raamwerk, de toepassingsniveaus en de definities van de kwaliteitsattributen.

Greefhorst sloot af met een oproep: “Kwaliteit is de basis voor alles, maar wat kwaliteit is, is afhankelijk van de context. We horen graag over jouw context.”

Kijk de hele presentatie over het kwaliteitsraamwerk terug op youtube

Reacties kunnen naar:

Wim Stolk (NORA) en Danny Greefhorst (Omgevingswet)