Bestand:De 4 GDI-domeinen.png

GDI domeinen[bewerken]

Overheidsorganisaties realiseren digitale dienstverlening aan burgers en ondernemers en gebruiken daarbij ook gezamenlijke oplossingen. De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) bevat generieke oplossingen voor digitale dienstverlening aan burgers en ondernemers en voor de daarbij noodzakelijke samenwerking tussen overheidsorganisaties. Deze ‘ruggengraat’ van de digitale overheid realiseren overheidsorganisaties gezamenlijk in de vorm van afspraken, standaarden en voorzieningen, vaak in samenhangende stelsels. De GDI kent vier domeinen:

1. Toegang
2. Interactie
3. Gegevensuitwisseling
4. Infrastructuur

De domeinen zijn oranje gekleurd. Oplossingen binnen deze domeinen werken als volgt samen:

• De burger/ondernemer maakt gebruik van een digitale-ik (digitale identiteit) om digitaal zaken te doen met de overheid en met andere partijen.
• Toegang maakt het voor de burger/ondernemer mogelijk om veilig gebruik te maken van zijn (door dienstverleners vertrouwde) digitale identiteit. Daarbij is niet alleen zijn identiteit belangrijk maar ook wie hij mag vertegenwoordigen.
• De burger/ondernemer kan in verschillende vormen, zoals websites en apps, interactie hebben met digitale diensten en publicaties raadplegen; als hij/zij zelf niet digitaal vaardig is dan zijn er niet-digitale mogelijkheden en is er persoonlijke ondersteuning door publieke en private organisaties.
• Gegevensuitwisseling bundelt informatie van private en publieke partijen voor veilig en betrouwbaar gebruik door burger/ondernemer zelf en door geautoriseerde derden. Informatie wordt interoperabel op verschillende manieren uitgewisseld:

  - via de digitale ik waarbij de burger/ondernemer zelf controle heeft of,

  - rechtstreeks tussen organisaties op basis van wettelijke grondslagen en afgeleide regelingen.

• Infrastructuur ten slotte, ondersteunt de andere domeinen en staat ver af van de burger/ondernemer zodat hij niet rechtstreeks met technisch essentiële maar complexe standaarden en componenten geconfronteerd wordt.

Hoewel op deze manier inhoudelijk helder gescheiden, hangen oplossingen vaak samen met oplossingen uit andere domeinen.

Gebruik van de GDI[bewerken]

De GDI is ingericht op het volgende gebruik dat in de visual is weergegeven in het blauw:

• De burger en ondernemer staan centraal (fysieke ik). De GDI is zodanig ingericht dat de overheid hen efficiënt kan ondersteunen.
• Om persoonlijke ondersteuning te bieden, gebruiken ondersteuners ook de GDI.
• De Nederlandse overheid gebruikt de GDI, inclusief zijn ontsluiting van Europese oplossingen, om diensten aan te bieden en voert belangrijke (basis)registraties over en voor de burger/ondernemer.
• Diensten van de overheid aan burgers en ondernemers staan niet op zichzelf. Vaak gaat het om gebeurtenissen waar ook diensten en registraties van private organisaties en internationale overheid en bedrijven een rol bij kunnen spelen. Bij het zoeken van bijvoorbeeld een sociale huurwoning kunnen zowel een makelaar, verhuurder als gemeente en registratie met inkomensgegevens betrokken zijn. Een burger/ondernemer wil dan niet ‘alle stukjes bij elkaar sprokkelen’. De GDI maakt het mogelijk dat overheid en private organisatie de diensten die nodig zijn bij een gebeurtenis gebundeld aanbieden.

Download visual[bewerken]

De visual is integraal met bovenstaande tekst als PDF te domwnloaden: Media:GDI_domeinen-compleet.pdf

Licentie[bewerken]

Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal-licentie