Digitale Overheid

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Beschrijving: Met ‘digitale overheid’ wordt de inzet van informatie- en communicatietechnologie bedoeld, in de relatie tussen enerzijds mensen en organisaties en anderzijds de overheid, maar ook de inzet van ICT binnen en tussen overheidsorganisaties.


Bron:
Vastgesteld in: Architectuurraad GDI/DO
Toelichting: Deze definitie beschouwt de digitale overheid als een aspect of uitsnede van de overheid als geheel. De definitie beschrijft dus een construct, niet een organisatie.

Door de centrale plaats van ICT in de definitie, wordt een heldere focus aangebracht; het gaat niet over alle aspecten van de overheid, maar beperkt zich tot het deel van de overheid en van overheidsactiviteiten of functies die ondersteund worden door of gebruik maken van ICT.

In de definitie zijn woorden als klanten, burgers, ondernemers en bedrijven vervangen door slechts twee woorden: mensen en organisaties. Niet alleen mensen met een Nederlandse nationaliteit vallen daardoor binnen de definitie, maar ook mensen vanuit andere landen die in Nederland willen studeren, werken of wonen kennen relaties met de overheid. Zo ook woorden als bedrijven en ondernemers. We spreken over organisaties als de optelsom van bedrijven, ondernemers, stichtingen, verenigingen, etc.

Met ‘relatie’ wordt gerefereerd aan een uitstekende, klantgerichte en inclusieve verhouding – waaronder dienstverlening - tussen de overheid en mensen en organisaties, maar evenzeer aan een optimale toegankelijkheid van de overheid – gezien vanuit mensen en organisaties – voor het verkrijgen van de gewenste diensten, informatie, producten en participatiemogelijkheden.

Hoewel de nadruk vaak ligt op dienstverlening, dienen we ook zaken als monitoring, handhaving en bestuur mee te nemen met het idee van digitale overheid. Daarom spreekt de voorgestelde definitie ook over ‘relatie’ en niet specifiek over dienstverlening. Het ontvangen van een parkeerboete, het indienen van een bezwaarschrift of het inspreken tijdens een Raadsvergadering zijn ook voorbeelden van relaties tussen burgers en overheid. Bovendien omvat de definitie ook de inzet van ICT bij belangrijke overheidsfuncties in de openbare ruimte (bijvoorbeeld verkeersregelsystemen en camera’s) en zaken als het waterbeheer, calamiteitenpreventie en -repressie, e.d.

De definitie beperkt zich tot het idee van de digitale overheid en omvat dus niet de digitale samenleving als geheel. De digitale overheid kan gezien worden als één aspect van de digitale samenleving. De digitale overheid is dus te zien als een onderdeel van onze (digitale) samenleving. In dit bredere verband gaat het om de digitalisering van onder meer vervoer, industrie, zorg, onderwijs, bouw, energievoorziening, media, cultuur, klimaat, milieu, etc. etc. Ook in deze sectoren speelt de overheid een vooraanstaande rol, maar de definitie laat de digitalisering van deze sectoren buiten scope, met uitzondering van de relatie die de overheid onderhoudt met mensen en organisaties binnen deze sectoren.

Ook de relatie tussen overheidsorganisaties onderling is van belang, zodat (keten)diensten drempelloos kunnen verlopen, benodigde data op legitieme wijze kunnen worden gedeeld en datagedreven werken (besturing, beleidsontwikkeling, dienstverlening, etc.), mogelijk wordt. Dit impliceert ook dat overheidsmedewerkers die rechtstreeks contact onderhouden met burgers en ondernemers, gebruik moeten kunnen maken van alle gegevens die nodig zijn voor een goede dienstverlening. Daarom valt ook de ICT die binnen overheidsorganisaties wordt ingezet, binnen de definitie.

De definitie betekent niet dat de overheid haar relatie met burgers en bedrijven uitsluitend via ICT laat verlopen. Ook persoonlijk contact (balie, keukentafel, telefoon, vergadering) maakt deel uit van het idee van de digitale overheid. En ook bij dit type contact tussen overheid, burgers en ondernemers speelt ICT vaak een belangrijke rol. Een voorbeeld: een ambtenaar die in gesprek is met een burger, dient te kunnen beschikken over gepaste informatie over de klant en de zaak waarover het gesprek gaat.

De term ‘overheid’ leidt soms ook tot afbakeningsdiscussies. De voorgestelde definitie laat dit bewust open of ook zorginstellingen, pensioenuitvoerders en andere organisaties met publieke taken en/of financiering er deel van uitmaken.

Tenslotte: zowel de behoefte van mensen en organisaties, als de technologische ontwikkeling maken een voortdurende heroverweging noodzakelijk over de mogelijke en gewenste inzet van ICT.
De concrete invulling van de digitale overheid is dus niet statisch, maar zal door de tijd heen veranderen.


Wordt op andere pagina's toegelicht met een 'tooltip': Ja

Aanleiding

Eén van de opmerkingen in de evaluatie van het document “Architectuur Digitale Overheid 2030” was dat er geen definitie van het begrip ‘digitale overheid’ in staat. Een terechte constatering. Deze notitie werkt dan ook toe naar een robuuste definitie van dit begrip. We beginnen met suggesties die door derden al zijn gedaan. Op Wikipedia worden enkele gezaghebbende instanties geciteerd: Er bestaat geen eenduidige definitie van e-government. E-government kan worden omschreven als het gebruik van informatie- en communicatietechnologie bij overheidsdiensten in combinatie met organisatorische veranderingen en nieuwe vaardigheden met het oog op een verbetering van de openbare diensten. E-government gaat in essentie over het inzetten van nieuwe technologieën (ICT) en proces(re)organisatie met als doel de dienstverlening naar de klant te verbeteren en de interne efficiëntie van de overheid te verhogen. De Verenigde Naties omschrijft e-government als een permanente betrokkenheid van overheden met het oog op het verbeteren van de relaties tussen private personen en de overheidssector door een betere, effectieve en efficiëntie dienstverlening, betere informatie en kennis. (“A permanent commitment by government to improve the relationship between the private citizen and the public sector through enhanced, cost-effective and efficient delivery of services, information and knowledge.") De nadruk ligt hierbij op het permanent karakter van de inspanningen en op het verbeteren van de relaties tussen overheid en burger. De wereldbank legt de nadruk op het aspect van de informatietechnologie als instrument. De wereldbank beschrijft e-government als het gebruik van informatietechnologie door overheidsdiensten met het oog op het veranderen van de relaties met burgers, bedrijven en andere overheidsdiensten. Het gebruik van informatietechnologie kan bijdragen tot diverse doelen: een betere dienstverlening aan burgers, een verbeterde interactie met ondernemingen en industrie, een betere betrokkenheid van burgers, bijvoorbeeld door middel van toegang tot informatie, of door een meer efficiënt overheidsbeheer. ("The use by government agencies of information technologies […] that have the ability to transform relations with citizens, businesses, and other arms of government. These technologies can serve a variety of different ends: better delivery of government services to citizens, improved interactions with business and industry, citizen empowerment through access to information, or more efficient government management.") Volgens Wikipedia beschrijft de Europese Unie e-government als het uitvoeren van elektronische transacties met de overheid inclusief de daarbij betrokken processen. De Europese commissie stelt eveneens dat in de huidige informatiesamenleving, klanten in steeds toenemende mate van de overheid verwachten dat zij een toegankelijke en klantgerichte dienstverlening aanbiedt. ("The carrying out of government business transactions electronically, usually over the Internet, but including all the related real-world processes. In our information society, customers increasingly expect government to be accessible and convenient. As customers' expectations increase, governments must adopt eGovernment strategies"). In haar ministeriële verklaring met betrekking tot e-government brengt de Europese Unie naast het gebruik van ICT voor een goede overheidsvoering, vijf principes naar voren die allen door middel van e-government verbeterd dienen te worden: openheid, participatie, verantwoording, effectiviteit en samenhang. Verder heeft de Europese Unie ook aandacht voor de mogelijkheden van ICT op het gebied van het versterken van de democratie door middel van een betere participatie en bewustmaking door de ontwikkeling van zogenaamde "e-community's". Tot zover informatie uit Wikipedia. In het E-Government Action Plan 2016-2020 & Tallinn Declaration on eGovernment wordt gesteld dat “the overall vision remains to strive to be open, efficient and inclusive, providing borderless, interoperable, personalised, user-friendly, end-to end digital public services to all citizens and businesses – at all levels of public administration” De Vlaamse overheid[1] hanteert een brede definitie waarin ze een combinatie maakt van de elementen die ook in de andere definities terugkeren. De definitie legt meer nadruk op de samenhang met organisatorische verandering. E-government is het gebruik van ICT bij overheidsdiensten in combinatie met organisatorische veranderingen en nieuwe vaardigheden om te komen tot een efficiëntere werking van de overheid gericht op een betere dienstverlening aan de klant.

Evaluatie Een definitie over zo’n belangrijk begrip als ‘digitale overheid’ moet kort en krachtig zijn. Een zekere mate van abstractie is daarbij onvermijdelijk. Veel aspecten van de definitie kunnen in toelichtingen verder worden uitgewerkt. In de bovenstaande definities en omschrijvingen zijn de volgende paralellen te ontdekken:

  • Het draait om de inzet van informatie- en communicatietechnologie door de overheid in haar dienstverlening aan – in verschillende bewoordingen - klanten, burgers, bedrijven en ondernemers en ten behoeve van onderlinge samenwerking van overheidsorganisaties.
  • De redenen om gebruik te maken van ICT hebben betrekking op het (permanent) verbeteren van de relatie of interactie tussenoverheid en burgers en ondernemers, toegang tot overheidsinformatie, participatie, kosteneffectiviteit en efficiëntie.

Op basis van deze parallellen is de definitie voor digitale overheid voorgesteld.