Gegevensbeschrijvingen/Standaarden voor gegevensbeschrijvingen

Uit NORA Online
< Semantiek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Hieronder wordt het toepassingsgebied van de relevante standaarden kort samengevat aan de hand van de in Nederland geldende toepassingsrichtlijnen, voor zover die bestaan.

Standaarden voor ongestructureerde informatie[bewerken]

Overheid Web Metadata Standaard/Dublin Core[bewerken]

De OWMS is een semantische definitie van de metadata-eigenschappen waarmee ongestructureerde informatie van de Nederlandse overheid op een gestructureerde manier beschreven kan worden. Het betreft informatie van organen van een rechtspersoon, die ingesteld zijn volgens het publiekrecht, dan wel een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed.

Het domein van de OWMS-eigenschappen (DCAM: domain) is 'informatieobject', ontsloten via internet. Dit is een beperking ten opzichte van het domein van de overgenomen Dublin Core properties: 'resource'. Het betreft bijvoorbeeld een overheidspublicatie, webpagina of een databank, dus geen metagegevens voor de beschrijving van gestructureerde informatie in de vorm van gegevens. In de huidige handreiking heeft OWMS vooral betrekking op het registratiecatalogustype.

Richtlijn Metagegevens Overheidsinformatie/NEN-ISO 23081[bewerken]

Artikel 19 van de Archiefregeling (2009) schrijft voor dat zorgdragers[1] een metagegevensschema opstellen aan de hand van NEN-ISO 23081-1. De Richtlijn Metagegevens Overheidsinformatie (RMO) is opgesteld voor gebruik binnen de Nederlandse overheid en maakt deel uit van NORA. De RMO geldt voor alle informatieobjecten die bij de uitvoering van overheidstaken worden gebruikt en gemaakt, zoals documenten, databases, afbeeldingen, mp3-bestanden, websites, GIS, CAD-tekeningen en beperkt zich dus niet tot webpublicaties zoals OWMS. Wel is het toepassingsgebied beperkt tot archiefbescheiden.

De RMO beschrijft welke entiteiten kunnen worden onderscheiden (Record[2], Actor, (Bedrijfs-) Activiteit, Mandaat en Relatie) en hun metagegevens en is daarmee evenals OWMS niet bedoeld voor de beschrijving van gestructureerde gegevens. De RMO wordt niet rechtstreeks toegepast, maar dient een nadere vertaling te krijgen in een Toepassingsprofiel. Voor het Rijk is het Toepassingsprofiel Metagegevens Rijksoverheid ontwikkeld en vastgesteld. Hiermee wordt tevens voldaan aan de Baseline Informatiehuishouding Rijksoverheid.

ADMS en DCAT[bewerken]

ADMS (EU en W3C) is een toepassingsprofiel van DCAT, dat gebruikt kan worden om semantic assets (grofweg: informatieobjecten in een catalogus of register) te beschrijven in de vorm van in hoge mate herbruikbare metadata (bv. xml-schema’s, generieke datamodellen) en referentiedata (bv. code lists, taxonomies, dictionaries, vocabularies) voor eGovernment systeemontwikkeling. Er zijn geen metadata voor het beschrijven van afzonderlijke gestructureerde gegevens. ADMS focust op de informatieobjecten in die afzonderlijke catalogi. DCAT focust meer op het vinden van catalogi.

Standaarden voor gestructureerde gegevens[bewerken]

Standaarden voor geo-informatie[bewerken]

ISO/TS 19103[bewerken]

(Geographic Information – Conceptual schema language). Biedt een formele conceptuele taal voor het eenduidig beschrijven van uitwisseling van geo-informatie en interoperabele services. De standaard identificeert in UML in combinatie met OCL object-klassen (features), attributen, basis datatypen, associaties, operaties, stereotypen, constraints en documentatie.

ISO 19109[bewerken]

Geographic information - Rules for application schema. Het metamodel definieert de regels voor het opstellen en documenteren van applicatieschema’s inclusief de principes voor het definiëren van objecttypen. De formele beschrijving bevat de inhoud en structuur van gegevens die in een of meerdere toepassingen worden gebruikt om daaruit eenduidig informatie te kunnen halen. Het Algemene ObjecttypeModel (General Feature Model) beschrijft aan de hand van modelelementen (klassen, attributen, associaties, specialisaties e.d.) die een applicatieschema kan hebben de regels voor hun eigenschappen, gedrag en naamgeving. De modelelementen worden beschreven in metaklassen (metaclass). Zo heeft de metaklasse Objecttype (optioneel of verplicht) een naam, een definitie, abstractJaNee, een overervingsrelatie, associaties, constraints. De scope van de standaard omvat o.a.:

  • conceptueel modelleren van objecttypen en hun eigenschappen binnen een toepassingsdomein;
  • gebruik van UML voor het maken van applicatieschema’s
  • vertaling van concepten in het conceptuele model naar datatypen in een applicatieschema.

NEN-EN-ISO 19110[bewerken]

Geographic information — Methodology for feature cataloguing. Methodologie voor het opstellen van een objectcatalogus. Die definieert de objecttypen, hun attributen en associaties voor de omzetting van data naar bruikbare informatie. De standaard bevat een normatieve layout voor een objectcatalogus waarin de beschrijvende eigenschappen per informatie-element op het niveau van ´type´ worden gedefinieerd.

ISO 19115[bewerken]

Geographic information — Metadata. Definieert het schema voor het beschrijven van geografische informatie en (netwerk) services. Het bevat informatie over het identificeren, de geografische extent, de kwaliteit, het ruimtelijke en temporele schema, geografisch referentiestelsel en de verspreiding van geografische data. De metadata zijn toepasbaar op datasets, dataset-series, en individuele geografische objecten en eigenschappen daarvan (attributen, relaties e.d.). Hoewel bedoeld voor digitale data kan het ook toegepast worden op niet digitale geografische data en niet geografische data.

Core Components Technical Specification[bewerken]

CCTS (Core Component Technical Specification) (CCTS, 2001 Verenigde Naties) definieert een metamodel en regels voor het beschrijven van structuur en inhoud van conceptuele en logische gegevens- en uitwisselingsmodellen in UML, gestructureerde informatie dus. Core Components zijn gegevenstypen als objecttypen (Aggregate Core Component) attribuuttypen (Basic Core Component) en relatietypen (Association Core Component). CCTS verwijst naar ISO/IEC 11179 (2003), maar is een zelfstandige standaard.

Overige standaarden gestructureerde gegevens[bewerken]

Naast de hiervoor genoemde standaarden bestaan er standaarden op deelgebieden van gegevensbeschrijving, zoals voor berichtuitwisseling (XML, XSD, XMI, RDF met uitbreidingen als SKOS en OWL etc.). Deze standaarden zijn algemeen geaccepteerd, maar worden hier vanwege hun beperktere scope niet verder besproken. De datatypen zoals beschreven in deze handreiking zijn wel aan XSD ontleend. Verder zijn deze talen nodig voor de publicatie en distributie van de metagegevens. Voor de distributie van metagegevens wordt RDF aanbevolen, eventueel met aanvullingen.

Voetnoten[bewerken]

  1. Zorgdrager: Degene die bij of krachtens de wet belast is met de zorg voor de archiefbescheiden (Archiefwet 1995)
  2. Een record wordt, in aansluiting op de Archiefwet 1995, NEN 2082 en de Baseline Informatiehuishouding Rijksoverheid, gedefinieerd als “Informatieobject, ongeacht zijn vorm, met de bijbehorende metagegevens ontvangen of opgemaakt door een natuurlijke en/of rechtspersoon bij de uitvoering van taken en bewaard om te voldoen aan wettelijke en/of administratieve en/of maatschappelijke behoeften”.