Huisvesting Informatievoorzieningen Uitvoering
De wijzigingen betreffen met name de uniformering van objectdefinities en objectnamen in en tussen BIO Thema-uitwerkingen.
Versie 2.1 in PDF-formaat is op de website CIP-overheid/producten gepubliceerd.
Deze informatie is onderdeel van BIO Thema-uitwerking Huisvesting Informatievoorzieningen.
Meer lezen |
Doelstelling[bewerken]
Het doel van het uitvoeringsdomein voor Huisvesting IV is het waarborgen dat de fysieke toegang tot functionaliteit is ingericht overeenkomstig specifieke beleidsuitgangspunten van de bedrijfsonderdelen en dat de beveiliging van de huisvesting als geheel in bestaan en werking voldoet aan de eisen die door de organisatie zijn gesteld.
Risico's[bewerken]
Als naleving van de specifieke normen, omgezet in eisen voor de inrichting en exploitatie van de rekencentra niet wordt gerealiseerd, dan ontstaan continuïteits-, vertrouwelijkheids- en integriteitsrisico’s, zoals uitval van bedrijfsfuncties, datalekken en verminking van cruciale persoonsinformatie of bedrijfsgegevens.
Objecten, controls en maatregelen
Binnen het uitvoeringsdomein zijn specifieke inrichtings- en beveiligingsobjecten voor huisvesting Informatievoorzieningen (IV) beschreven. Per object zijn de conformiteitsindicatoren en de desbetreffende implementatie-elementen uitgewerkt. De onderwerpen die uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) binnen dit domein een rol spelen zijn huisvesting IV, inrichting en dienstverlening. Onderstaande afbeelding toont het resultaat van de SIVA-methodiek voor relevante objecten voor huisvesting IV. De wit ingekleurde objecten ontbreken als control in de BIO maar zijn van belang voor deze BIO Thema-uitwerking. Om deze reden zijn aanvullende objecten uit andere baselines opgenomen.
Principes uit de BIO Thema Huisvesting Informatievoorziening binnen dit aspect[bewerken]
ID | Principe | Criterium |
---|---|---|
HVI_U.01 | Richtlijn gebieden en ruimten | Voor het werken in beveiligde gebieden behoren richtlijnen te worden ontwikkeld en toegepast1. |
HVI_U.02 | Bedrijfsmiddelen-inventaris | Bedrijfsmiddelen die samenhangen met informatie en informatie-verwerkende faciliteiten behoren te worden geïdentificeerd, en van deze bedrijfsmiddelen behoort een inventaris te worden opgesteld en onderhouden. |
HVI_U.03 | Fysieke zonering | Fysieke beveiligingszones behoren te worden gedefinieerd en gebruikt om gebieden te beschermen die gevoelige of essentiële informatie en informatie verwerkende faciliteiten bevatten. |
HVI_U.04 | Beveiligingsfaciliteiten | Voor het beveiligen van ruimten behoren faciliteiten te worden ontworpen en toegepast1. |
HVI_U.05 | Nutsvoorzieningen | Apparatuur behoort te worden beschermd tegen stroomuitval en andere verstoringen die worden veroorzaakt door ontregelingen in nutsvoorzieningen. |
HVI_U.06 | Apparatuur-positionering | Apparatuur behoort zo te worden geplaatst en beschermd, dat risico's van bedreigingen en gevaren van buitenaf, alsook de kans op onbevoegde toegang worden verkleind. |
HVI_U.07 | Apparatuur-onderhoud | Apparatuur behoort op een correcte wijze te worden onderhouden. |
HVI_U.08 | Apparatuur-verwijdering | Alle onderdelen van de apparatuur die opslagmedia bevatten, behoren te worden geverifieerd om te waarborgen dat gevoelige gegevens en in licentie gegeven software voorafgaand aan verwijdering of hergebruik zijn verwijderd of betrouwbaar veilig zijn overschreven. |
HVI_U.09 | Bedrijfsmiddelenverwijdering | Informatieverwerkende bedrijfsmiddelen, uitgezonderd daarvoor bestemde mobiele apparatuur, behoren niet van de locatie te worden verwijderd zonder voorafgaande goedkeuring. |
HVI_U.10 | Laad- en loslocatie | Toegangspunten zoals laad- en loslocaties en andere punten waar onbevoegde personen het terrein kunnen betreden, behoren te worden beheerst, en zo mogelijk te worden afgeschermd van IT-voorzieningen. |
HVI_U.11 | Bekabeling | Voedings- en telecommunicatiekabels voor het versturen van gegevens of die informatiediensten ondersteunen, behoren te worden beschermd tegen interceptie, verstoring of schade. |
HVI_U.12 | Huisvesting IV-architectuur | Voor het implementeren en onderhouden van huisvestingsvoorzieningen behoren architectuurvoorschriften en benodigde documentatie beschikbaar te zijn. |
Normen uit de BIO Thema Huisvesting Informatievoorziening binnen dit aspect[bewerken]
ID | Stelling | Norm |
---|---|---|
HVI_U.01.01 | Personeel behoort alleen dankzij ‘need-to-know’ bekend te zijn met het bestaan van of de activiteiten binnen een beveiligd gebied. | Personeel is op grond van ‘need-to-know’ bekend met het beveiligd gebied |
HVI_U.01.02 | Zonder toezicht wordt niet gewerkt in beveiligde gebieden. Dit is zowel om veiligheidsredenen als om geen gelegenheid te bieden voor kwaadaardige activiteiten. | In beveiligde gebieden wordt slechts onder toezicht gewerkt |
HVI_U.01.03 | Leegstaande beveiligde ruimten behoren fysiek afgesloten en periodiek geïnspecteerd te zijn. | Leegstaande beveiligde ruimten worden fysiek afgesloten en periodiek geïnspecteerd |
HVI_U.01.04 | Tenzij goedgekeurd wordt beeld- en geluidsopnameapparatuur, zoals in mobiele apparatuur niet toegelaten in de beveiligde ruimten. | Foto-, video-, audio- of andere opnameapparatuur wordt niet toegelaten |
HVI_U.01.05 | Bezoekers van kritieke faciliteiten:
| Richtlijnen m.b.t. bezoek tot kritieke faciliteiten |
HVI_U.02.01 | Voor elk van de geïdentificeerde bedrijfsmiddelen is het eigenaarschap toegekend (zie paragraaf 8.1.2 van de ISO 27002) en de classificatie van het bedrijfsmiddel is geïdentificeerd (zie paragraaf 8.2 van de ISO 27002). | Eigenaarschap en classificatie is toegekend aan elk van de geïdentificeerde bedrijfsmiddelen |
HVI_U.02.02 | De huisvesting Informatievoorzieningen (IV)-organisatie identificeert de bedrijfsmiddelen, die voor huisvesting IV relevant zijn in de levenscyclus van informatie en documenteert het belang daarvan, waarbij:
| Identificatie en documentatie van bedrijfsmiddelen voor de Huisvesting-IV |
HVI_U.02.03 | De inventarislijst van de bedrijfsmiddelen is nauwkeurig, actueel, consistent en conform andere inventarisoverzichten. | Actualiteit, consistentie en overeenstemming van de inventarislijst van bedrijfsmiddelen |
HVI_U.02.04 | De huisvesting Informatievoorzieningen (IV)-organisatie heeft inventarisoverzichten, waarvoor geldt:
| Doeltreffende bescherming is zekergesteld m.b.v. inventarisoverzichten |
HVI_U.03.01 | Er wordt voor het inrichten van beveiligde zones gebruik gemaakt van de volgende standaarden:
| Voorschriften voor het inrichten van beveiligde zones |
HVI_U.03.02 | Beveiligingszones worden gedefinieerd waarbij de locatie en de sterkte van elke zone afhangen van de beveiligingseisen van de bedrijfsmiddelen die zich binnen de zone bevinden en van de resultaten van een risicobeoordeling. | Locatie en sterkte beveiligingszone afhankelijk van risico en eisen bij bedrijfsmiddelen |
HVI_U.03.03 | Informatieverwerkende faciliteiten die worden beheerd door de organisatie zijn fysiek of logisch gescheiden van informatieverwerkende faciliteiten die door externe partijen worden beheerd. | Informatieverwerkende faciliteiten zijn gescheiden van extern beheerde faciliteiten |
HVI_U.03.04 | Alle medewerkers dragen zichtbaar een identificatiemiddel en informeren beveiligingspersoneel als zij in de niet publieke ruimten personen zonder begeleiding en zonder zichtbaar identificatiemiddel tegenkomen. | Het dragen van identificatiemiddellen en het melden van personen zonder zichtbaar identificatiemiddel |
HVI_U.03.05 | Elke fysieke toegang wordt gecontroleerd en fysiek of elektronisch in een logboek vastgelegd. | Elke fysieke toegang wordt gecontroleerd en in een logboek vastgelegd |
HVI_U.04.01 | Belangrijke faciliteiten zijn zo gelegen dat ze niet voor iedereen toegankelijk zijn. | Belangrijke faciliteiten moeten zo te worden gesitueerd dat ze niet voor iedereen toegankelijk zijn |
HVI_U.04.02 | Faciliteiten zijn zo geconfigureerd dat wordt voorkomen dat vertrouwelijke informatie of activiteiten van buitenaf zichtbaar en hoorbaar zijn; voor zover van toepassing wordt ook elektromagnetische afscherming overwogen. | Vertrouwelijke informatie en activiteiten zijn van buitenaf zichtbaar of hoorbaar |
HVI_U.04.03 | Adresboeken en interne telefoonboeken waarin locaties worden aangeduid met faciliteiten die vertrouwelijke informatie verwerken, zijn niet vrij toegankelijk voor onbevoegden. | Adresboeken en telefoonboeken bevattende vertrouwelijke locaties zijn niet vrij toegankelijk |
HVI_U.04.04 | Sleutelbeheer is ingericht op basis van een sleutelplan (zie ook het Normenkader Beveiliging Rijkskantoren (NKBR) 2016 paragraaf 5.4). | Sleutelbeheer is ingericht op basis van een sleutelplan |
HVI_U.05.01 | Nutsvoorzieningen:
| De nutsvoorzieningen |
HVI_U.05.02 | Noodverlichting en (nood)communicatiemiddelen zijn aanwezig. | Noodverlichting en (nood)communicatiemiddelen moeten aanwezig zijn |
HVI_U.05.03 | Nabij nooduitgangen en ruimten waar apparatuur aanwezig is, zijn noodschakelaars en knoppen waarmee stroom, water, gas of andere voorzieningen kunnen worden uitgeschakeld. | Aanwezigheid van noodschakelaars en -knoppen bij nooduitgangen of ruimten waar apparatuur aanwezig is |
HVI_U.05.04 | Voor de netwerkverbinding(en) is redundantie verkregen via meerdere routes en vanaf meer dan één aanbieder. | Redundantie voor de netwerkverbinding via meerdere routes vanaf meer dan één aanbieder |
HVI_U.06.01 | Apparatuur en informatieverwerkende- en opslagfaciliteiten worden zodanig geplaatst, dat onbevoegden hier geen toegang toe hebben en beveiligd zijn tegen onbevoegde kennisname van gegevens. | Onbevoegden hebben geen toegang tot apparatuur, informatie verwerkende- en opslagfaciliteiten |
HVI_U.06.02 | Apparatuur wordt beschermd tegen bedreiging (zoals overspanningen, blikseminslag, diefstal, weglekken van informatie door elektromagnetische straling) van buitenaf. | Apparatuur wordt beschermd tegen externe bedreigingen |
HVI_U.07.01 | Apparatuur wordt onderhouden volgens de door de leverancier aanbevolen intervallen voor servicebeurten en voorschriften. | Apparatuur wordt op aanbevolen intervallen voor servicebeurten en voorschriften onderhouden |
HVI_U.07.02 | Reparaties en onderhoudsbeurten aan apparatuur worden alleen uitgevoerd door bevoegd onderhoudspersoneel. | Reparaties en onderhoudsbeurten aan apparatuur worden uitgevoerd door bevoegd onderhoudspersoneel |
HVI_U.07.03 | Reparaties van en onderhoud aan apparatuur (hardware) worden op locatie en door bevoegd personeel uitgevoerd, tenzij geen data (meer) op het apparaat aanwezig of toegankelijk is. | Reparatie en onderhoud van apparatuur vindt plaats op locatie en door bevoegd personeel |
HVI_U.07.04 | Van alle vermeende en daadwerkelijke fouten en van al het preventieve en correctieve onderhoud worden registraties bijgehouden. | Alle vermeende en daadwerkelijke fouten en elk preventieve en correctieve onderhoud wordt geregistreerd |
HVI_U.07.05 | Voldaan wordt aan alle onderhoudseisen die door verzekeringspolissen zijn opgelegd. | Er wordt voldaan aan alle onderhoudseisen die door verzekeringspolissen zijn opgelegd |
HVI_U.07.06 | Voordat apparatuur na onderhoud weer in bedrijf wordt gesteld, wordt een inspectie uitgevoerd om te waarborgen dat niet met de apparatuur geknoeid is en dat deze niet slecht functioneert. | Voorafgaand aan in bedrijfstelling wordt apparatuur op functioneren en knoeien geïnspecteerd |
HVI_U.08.01 | Voorgaand aan verwijdering of hergebruik, behoort te worden gecontroleerd of apparatuur opslagmedia bevat. | Voorgaand aan verwijdering of hergebruik wordt gecontroleerd of apparatuur opslag media bevat |
HVI_U.08.02 | Het verwijderen van apparatuur vindt plaats met vastgestelde procedurestappen:
| Het verwijderen van apparatuur vindt plaats volgens vastgestelde procedurestappen |
HVI_U.09.01 | In het beveiligingsbeleid is geborgd dat het invoeren en afvoeren van bedrijfsmiddelen met een vaste procedure plaatsvindt. Onderdeel van deze procedure is een formeel toestemmingstraject. | Het toestemmingstraject voor in- en afvoeren van bedrijfsmiddelen is in het beveiligingsbeleid geborgd |
HVI_U.09.02 | Medewerkers en gebruikers van externe partijen, die bevoegd zijn om toe te staan dat bedrijfsmiddelen van de locatie worden meegenomen, worden geïdentificeerd. | Identificatie van externe personen die bedrijfsmiddelen van de locatie mogen (laten) nemen |
HVI_U.09.03 | Aan de afwezigheid van bedrijfsmiddelen worden tijdsgrenzen gesteld en geverifieerd wordt dat ze tijdig worden teruggebracht. | Tijdsgrenzen aan de afwezigheid ern terugbrengen van bedrijfsmiddelen worden geverifieerd |
HVI_U.09.04 | Voor zover nodig en gepast wordt het meenemen en de terugkeer van bedrijfsmiddelen geregistreerd. | Meenemen en terugkeer van bedrijfsmiddelen worden geregistreerd |
HVI_U.09.05 | De identiteit, rol en connectie van iedereen die bedrijfsmiddelen hanteert of gebruikt, worden gedocumenteerd en deze documenten moeten samen met de apparatuur, informatie of software worden geretourneerd. | Documentatie van ieders identiteit, rol en connectie die bedrijfsmiddelen hanteert of gebruikt |
HVI_U.10.01 | Er is een procedure voor het omgaan met verdachte brieven en pakketten in postkamers en laad- en losruimten. | Een procedure beschrijft het omgaan met verdachte brieven en pakketten |
HVI_U.10.02 | Toegang tot een laad- en loslocatie van buiten het gebouw wordt beperkt tot geïdentificeerd en bevoegd personeel. | Toegang van buitenaf tot laad- en loslocaties wordt beperkt tot geïdentificeerd en bevoegd personeel |
HVI_U.10.03 | De laad- en loslocaties zijn zo ontworpen dat goederen kunnen worden geladen en gelost zonder dat de leverancier toegang heeft tot andere delen van het gebouw. | Eisen aan de laad- en loslocatie |
HVI_U.10.04 | De buitendeuren van een laad- en loslocatie moeten beveiligd zijn als de binnendeuren open zijn. | De buitendeuren van een laad- en loslocatie moeten beveiligd te zijn als de binnendeuren open zijn |
HVI_U.10.05 | Inkomende materialen worden bij binnenkomst op de locatie geregistreerd volgens de procedures voor bedrijfsmiddelenbeheer. | Inkomende materialen worden bij binnenkomst op de locatie geregistreerd |
HVI_U.10.06 | Inkomende en uitgaande zendingen worden, voor zover mogelijk, fysiek gescheiden. | Inkomende en uitgaande zendingen moeten, voor zover mogelijk, fysiek te worden gescheiden |
HVI_U.10.07 | Inkomende materialen worden gecontroleerd op mogelijke aanwijzingen voor vervalsing tijden het transport. Bij ontdekte vervalsing wordt dit direct aan het beveiligingspersoneel gemeld. | Inkomende materialen worden gecontroleerd op mogelijke aanwijzingen voor vervalsing |
HVI_U.11.01 | Kabels worden bij voorkeur ondergronds aangelegd. | Kabels worden bij voorkeur ondergronds aangelegd |
HVI_U.11.02 | Huisvesting Informatievoorzieningen (IV) is ingericht met de volgende best practices:
| De huisvesting van de Rekencentra is ingericht op basis van “Best Practices” |
HVI_U.11.03 | Voedings- en telecommunicatiekabels zijn beveiligd en niet toegankelijk door onbevoegden. | Voedings- en telecommunicatiekabels zijn beveiligd en niet toegankelijk door onbevoegden |
HVI_U.12.01 | De aanwezige architectuurvoorschriften voor de fysieke inrichting van huisvesting Informatievoorzieningen (IV) worden actief onderhouden. | De architectuurvoorschriften voor de Huisvesting-IV worden actief onderhouden |
HVI_U.12.02 | De inrichting van huisvesting Informatievoorzieningen (IV) en bekabelingen zijn gedocumenteerd. | De inrichting van de Huisvesting-IV voorzieningen en bekabelingen zijn gedocumenteerd |
HVI_U.12.03 | Het document met de inrichting van huisvesting Informatievoorzieningen (IV) en de bekabeling:
| Aan het architectuurdocument gestelde eisen |