Informatie over sectorregistraties
Vanuit het programma IBDS is in 2024 een inventarisatie uitgevoerd naar aanwezige sectorregistraties zoals ze in de wet zijn benoemd en als taak zijn toegekend aan een organisatie. In de inventarisatie zijn alleen registraties meegenomen die worden bijgehouden door of in opdracht van een overheidsorganisatie. Volledig privaat beheerde registraties zijn hiermee buiten de inventarisatie gehouden, tenzij zij de opdracht hebben gekregen om een register bij te houden. Voorbeelden van private partijen die sectorregistraties bijhouden in opdracht van de overheid zijn KIWA (diverse beroepen- en diplomaregisters).
In totaal zijn er 205 sectorregistraties opgenomen in de NORA. De peildatum van de inventarisatie is gebaseerd op wet- en regelgeving geldend op 1 januari 2024. Op de pagina alle sectorregistraties vind je een beknopt overzicht van alle sectorregistraties. Voor een compleet overzicht met alle eigenschappen van alle sectorregistraties klik je hier.
Typen sectorregistraties[bewerken]
Sectorregistraties kunnen worden ingedeeld op basis van het primaire doel waarvoor ze worden gebruikt. Op basis hiervan zijn tien typeringen vastgesteld. Wanneer een sectorregistratie niet binnen één van deze typeringen valt, wordt deze ondergebracht bij de typering 'Overig'. In onderstaande tabel vind je de omschrijvingen van deze typeringen.
| Typering | Omschrijving |
|---|---|
| Erkenning personen | Individuele personen die gekwalificeerd of bevoegd zijn om een beroep uit te oefenen, een bepaalde taak uit te voeren of om bij een specifiek type bedrijf of instelling te mogen werken. Doorgaans zijn er specifieke eisen gesteld aan personen om te kunnen worden ingeschreven, zoals een diploma, certificaat of beëdiging. Voorbeelden zijn artsen (BIG-register) en notarissen (Register Notariaat). |
| Erkenning organisaties | Bedrijven of instellingen die erkend zijn om specifieke werkzaamheden of taken uit te voeren. De erkenning wordt afgegeven door een overheidsorganisatie of een certificerende instelling. Erkende bedrijven en instellingen moeten vaak aan specifieke kwaliteitseisen voldoen. Deze worden vaak geborgd via stringent overheidstoezicht of door een certificerende instelling. Voorbeelden zijn banken (Register Banken) en peuterspeelzalen (LRKP). |
| Erkenning organisaties en personen | Registraties waarin zowel organisaties als personen als entiteit een formele erkenning verkrijgen om specifieke taken of functies te mogen uitvoeren. In deze registers worden eisen gesteld aan beide typen entiteiten, en de erkenning kan afzonderlijk of gecombineerd plaatsvinden. Een voorbeeld kan zijn een medische instelling waarin zowel de instelling als de individuele zorgverleners geregistreerd moeten zijn. |
| Gebeurtenissen | Situaties en hun specifieke eigenschappen, zoals incidenten, rampen en verplaatsingen van bijzondere voorwerpen of stoffen. Gebeurtenissen worden doorgaans bijgeschreven op basis van meldingen of gerechtelijke uitspraken. Gebeurtenissen zijn doorgaans niet gerelateerd aan individuele personen of organisaties. In dat geval wordt het effect van de gebeurtenis als erkenning van een persoon of organisatie aangemerkt. Voorbeelden zijn verwerken van een afvalstroom (AMICE) en verkeersongelukken (BRON). |
| Ruimtelijke objecten | Eigenschappen van locaties, gebieden en bebouwing, zoals de aard van de bebouwing, opbouw en samenstelling van de ondergrond en grondgebruik. De gegevens worden vaak aangeleverd door overheden met een ruimtelijke beheertaak. Voorbeelden zijn archeologische vindplaatsen (Archis) en bestemmingsplannen (ruimtelijkeplannen.nl). |
| Financiën en vermogen | Gegevens van personen en organisaties over recht op uitkeringen, aandelen, (uitgesteld) vermogen, schulden, insolventie en faillissementen. De gegevens zijn vaak afkomstig van banken, verzekeraars en rechtbanken. Voorbeelden zijn insolventie (Centraal Insolventieregister) en opgebouwd pensioen (pensioenregister). |
| Toestemmingen | Vastgelegde toestemmingen van of over personen en organisaties, voorzover deze niet gaan over vermogen of financiën. De inschrijving in dit type registers wordt in veel gevallen door de betreffende personen en organisaties zelf geïnitieerd. In sommige situaties kan de initiatiefnemer geheel zelf beslissen (bijvoorbeeld het donorregister en het bel-me-nietregister), in andere gevallen beslist een door de overheid aangewezen instantie (zoals de rechtbank bij het Centraal gezagsregister). |
| Diensten en producten | Toegelaten producten en diensten. Producten of diensten mogen vanuit een maatschappelijk belang niet worden aangeboden als zij niet in het register zijn opgenomen. De gegevens worden meestal aangeboden door bedrijven en goedgekeurd en ingeschreven door de organisatie die verantwoordelijk is voor de toelating. Een voorbeeld zijn biociden (biocidenregister). |
| Vervoersmiddelen | Specifieke categorieën en eigenschappen van voertuigen waarvan het gebruik aan regels is verbonden, zoals snelle speedboten, tellerstanden en de gebruiksfunctie, bijvoorbeeld vissersvaartuigen. |
| Dieren | Dieren en de locatie waar zij zich bevinden. Dieren worden bij import of bij geboorte in het register bijgeschreven en bij export, overlijden of slacht weer uitgeschreven. De dieren zijn niet altijd op individueel niveau geregistreerd. Voorbeelden zijn runderen (I&R runderen) en varkens (I&R varkens en varkensleveringen). |
Gehanteerde begrippen[bewerken]
Bij de informatie over sectorregistraties worden een aantal begrippen gebruikt die hieronder worden toegelicht:
| Begrip | Toelichting |
|---|---|
| Landelijk dekkend | Afnemers moeten een sectorregistratie kunnen hanteren als een betrouwbare en volledige gegevensbron. Een registratie die niet volledig is omdat deze niet landelijk dekkend is, is daarom niet interessant om aan te sluiten op het stelsel van basisregistraties. Bij de inventarisatie zijn daarom alleen sectorregistraties meegenomen met een landelijke dekking. Dit kunnen ook regionale registraties betreffen die via een landelijke voorziening kunnen worden geraadpleegd. |
| Wettelijke grondslag | De registratie wordt bijgehouden door of in opdracht van de overheid. De overheid moet invloed kunnen uitoefenen op het toepassingsbereik en de kwaliteit van de registratie om misbruik te kunnen voorkomen. Deze garantie kan niet worden gegeven bij volledig privaat beheerde registraties. Bij een volledig privaat register bestaat daarnaast ook het risico dat de beheerder niet bereid is de gegevens te delen met andere organisaties of dat de beheerder niet bereid is om te investeren in een koppeling met de basisregistraties. |
| Unieke objecten, subjecten of rechten | Gegevens in sectorregistraties zijn alleen te koppelen aan andere (basis)registraties als de opgeslagen gegevens te koppelen zijn aan unieke objecten, subjecten of rechten die zijn vastgelegd in het stelsel van basisregistraties. Denk hierbij aan een duidelijke koppeling met een persoon (BSN), bedrijf (KvK-nummer) of (BAG-)adres. Geaggregeerde of geanonimiseerde gegevensverzamelingen zijn daarom niet meegenomen als sectorregistratie. Deze gegevensverzamelingen bieden onvoldoende mogelijkheden voor koppeling met de basisregistraties. |
| Opdrachtgever | De opdrachtgever is het voor de sectorregistratie verantwoordelijke ministerie dat opdrachtgever is voor de data-aanbieder. Deze definitie is gebaseerd op de opdrachtgever uit het stelsel van basisregistraties. |
| Bronhouder | Een bronhouder is verantwoordelijk voor het inwinnen en bijhouden van gegevens in een sectorregistratie en voor het borgen van de kwaliteit van die gegevens (onder meer naar aanleiding van ontvangen terugmeldingen). Een sectorregistratie heeft één of meer bronhouders. Deze definitie is gebaseerd op het stelsel van basisregistraties. |
1 augustus 2025 08:57:29
Ministerie van BZK
28 maart 2025 10:43:10
1 augustus 2025 08:57:29
13
Informatief
12 mei 2025