NORA gebruiken
Burgers en bedrijven verwachten een goed functionerende, dienstverlenende overheid. Samenwerking tussen overheidsorganisaties, waarbij zij hun processen afstemmen en gebruikmaken van elkaars informatie, is hiervoor een belangrijke voorwaarde. NORA, de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur, helpt de samenwerking te realiseren.
Primaire doelgroep van NORA zijn NORA dochters: door afstemming tussen domeinarchitecturen en ketenarchitecturen op NORA zorgen zij er voor dat gebruikers van de domeinarchitectuur daarmee ook de compatibiliteit met partijen uit andere domeinen en ketens hebben. Voor partijen die geen gebruik kunnen maken van domeinarchitecturen is het ook mogelijk NORA direct te gebruiken.
Verschillende manieren om NORA te gebruiken
Opstellen van architecturen
NORA kan gebruikt worden als kader in het architectuurproces van de organisatie, bij het opstellen van architectuurdocumenten, zoals een enterprise-architectuur, projectstartarchitecturen, solutionarchitecturen en referentiearchitecturen voor specifieke domeinen.
Toetsen van architecturen
Van belang is dat een voorziening die in een solutionarchitectuur wordt beschreven goed aansluit op de enterprise-architectuur van de organisatie en op gemeenschappelijke voorzieningen en architecturen van andere overheidsorganisaties waarmee wordt samengewerkt. Zo’n goede aansluiting kan worden geborgd door het gebruik van projectstartarchitecturen en architectuurtoetsen.
Er zijn diverse organisaties gespecialiseerd om zulke architectuurproducten op te stellen en/of te toetsen door onafhankelijke, ervaren architecten, zoals Stichting ICTU, Inspearit, Capgemini en Novius. (NB Als uw organisatie ook zulke architectuurtoetsen aanbiedt, laat het ons dan weten, zodat we dat ook kunnen vermelden.)
Sturen op interoperabiliteit
Bestuurders die willen dat hun organisatie intensiever gaat samenwerken met andere (overheids)organisaties, kunnen de toepassing van NORA in de organisatie borgen. Zij kunnen de verantwoordelijken voor architectuur in hun organisatie opdracht geven om de strategie en tactiek van de organisatie te concretiseren aan de hand van NORA, zoals hierboven beschreven, en de uitkomsten van dit proces bekrachtigen.
Werken met NORA[bewerken]
NORA biedt een raamwerk dat het maken van afspraken tussen organisaties makkelijker, en op sommige punten zelfs overbodig, maakt. NORA is een checklist van algemeen geaccepteerde principes (uitgangspunten) voor de inrichting van processen en systemen met het oog op interoperabiliteit. Organisaties die met NORA werken, kiezen voor aansluiting bij een aantal breed gedeelde uitgangspunten en bijbehorend begrippenkader. Hierdoor wordt het gemakkelijker om afspraken te maken met organisaties die dezelfde uitgangspunten hanteren. Het zal in de praktijk moeilijk zijn om in één keer volledig aan deze principes te voldoen. Dat is ook niet nodig. Waar het om gaat, is dat overheidsorganisaties het streven naar samenwerking onderschrijven, zich aan de principes committeren en actief sturen op het voldoen aan de principes waar dat mogelijk is. Overheidsorganisaties gaan daarmee een groeipad op, waarbij NORA de richting aangeeft.
Sturingsinstrument[bewerken]
NORA is een sturingsinstrument. Het is aan de bestuurders om beleid te formuleren hoe dit instrument te gebruiken. Deze pagina gaat in op het gebruik van NORA. Bestuurders kunnen NORA gebruiken als een checklist van uitgangspunten om plannen voor veranderingen te toetsen. In die plannen speelt het delen van informatie met burgers, bedrijven en/of overheidsorganisaties een belangrijke rol. De verandering kan gaan om het ontwikkelen of aanpassen van processen en systemen, het opstellen van wet- en regelgeving, herijking van een takenpakket, een fusie van organisaties, etc. NORA kan worden geraadpleegd vanaf het eerste moment dat wordt overwogen om een verandering te starten, via het formuleren van de opdracht en de concrete eisen die aan het resultaat worden gesteld tot aan de aanbesteding, de ontwikkeling, de implementatie en het beheer van het resultaat.
Over de inrichting van het sturingsproces doet NORA geen uitspraken. Zo is het mogelijk NORA te gebruiken in combinatie met diverse sturingsvormen en managementmethoden. De enige aanname is dat het proces de bekende ‘plan-do-check-act’-cyclus volgt. Hierbinnen grijpt NORA in op het punt van ‘plan’, waar de geplande resultaten worden getoetst. Het sturingsproces zorgt er vervolgens voor dat de getoetste plannen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd.
Richtinggevend[bewerken]
NORA is geen blauwdruk die één op één kan worden overgenomen. Eerder is zij een checklist met kwaliteitskenmerken. Voor elke specifieke situatie worden deze kwaliteitskenmerken (in de vorm van ontwerpprincipes) vertaald naar kwaliteitsnormen (in de vorm van ontwerpbeslissingen). Door het hanteren van de checklist worden belangrijke keuzes op het juiste moment en de juiste plaats aan de orde gesteld. NORA presenteert ook best practices om te helpen bij het maken van die keuzes. Deze worden voortdurend aangevuld met nieuwe ervaringen.
Scope[bewerken]
NORA is relevant voor de uitvoering van alle publieke taken door publieke en private organisaties. NORA beperkt zich daarbij tot het aspect ‘informatie’ en respecteert het subsidiariteitsbeginsel. Dat wil zeggen dat alleen zaken aan de orde komen die noodzakelijkerwijs overheidsbreed moeten worden afgesproken om een goed functionerende, gedeelde informatiehuishouding te bereiken. Dit valt in NORA onder het begrip ‘interoperabiliteit’. NORA wordt daarom ook wel het Nederlandse interoperabiliteitsraamwerk genoemd.
Status[bewerken]
Een deel van de uitgangspunten van NORA steunt op bestaande wettelijke uitspraken. In alle andere gevallen staat het al dan niet opvolgen van de principes juridisch gezien open. Wetgeving voor de naleving van alle principes past niet bij de bestuurlijke verhoudingen en bij de autonomie van organisaties. NORA is een instrument om de samenwerking tussen organisaties te verbeteren. Samenwerking veronderstelt dat de deelnemers zelf de verantwoordelijkheid nemen om tot onderlinge afspraken te komen. Het bestuur van elke individuele organisatie bepaalt hoe het NORA gebruikt, middelen beschikbaar stelt en de uitvoering bewaakt. Kiezen voor NORA betekent dat een organisatie de principes onderschrijft en zich committeert aan actieve sturing op het realiseren van de principes.
Rollen[bewerken]
In het gebruik en de verdere ontwikkeling van NORA wordt een aantal rollen onderscheiden:
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties[bewerken]
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is eigenaar/opdrachtgever van NORA. Hanteert in die rol NORA als richtinggevend bij de zorg voor een goed functionerend openbaar bestuur [2]. Omdat dit de gehele overheid betreft, krijgen organisaties, via het beleid van BZK, steeds nadrukkelijker te maken met NORA.
Kabinetsbeleid
Het kabinet heeft besloten dat NORA en de van NORA afgeleide architectuur voor de Rijksoverheid (MARIJ) de referentiearchitectuur vormen voor projecten van Rijksdiensten. In het bestuursakkoord Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (NUP) hebben Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen afgesproken dat projecten in lijn dienen te zijn met NORA.
Vertegenwoordigend bestuurder[bewerken]
De vertegenwoordigend bestuurder is de bruggenbouwer tussen organisaties. Hij of zij is werkzaam binnen diverse samenwerkingsverbanden voor advies, overleg, coördinatie of besturing. Maakt onderlinge afspraken om NORA als richtinggevend te gebruiken en adviseert anderen dat ook te doen. Neemt waar nodig het initiatief tot het ontwikkelen van een domeinarchitectuur (waarin de informatiehuishouding van een specifiek deel van de overheid wordt beschreven) en draagt zorg voor een sturingsstructuur met voldoende mandaat voor het sturen van organisatieoverstijgende projecten.
Bestuurder[bewerken]
De bestuurder van een individuele organisatie vervult de rol van sponsor. Committeert zich aan NORA-principes en hanteert deze als vertrekpunt voor zijn of haar organisatie. Zet de grote lijnen uit en zorgt er ook voor dat hier voor langere tijd aan wordt vastgehouden. Ondersteunt de toepassing van het NORA-gedachtegoed en stelt de middelen daarvoor beschikbaar. Besluit, indien nodig, tot de ontwikkeling van een organisatiespecifieke architectuur. En maakt ten slotte keuzes die naar voren komen door het gebruik van NORA.
Manager[bewerken]
De manager zorgt voor voldoende kennis van en vaardigheden voor het toepassen van NORA. Dit betreft primair de architecten, maar ook medewerkers die zijdelings met NORA te maken krijgen, zoals managers, projectleiders en auditors. De manager actualiseert de werkwijze en de processen, zodat betrokkenen weten wie waarover beslist en hoe wordt samengewerkt met andere organisaties. Hij of zij zorgt ervoor dat plannen worden getoetst aan NORA en ziet erop toe dat de veranderingen ook daadwerkelijk volgens plan worden gerealiseerd. Waar nodig, legt de manager keuzes tijdig voor aan de verantwoordelijke bestuurders.
Architect[bewerken]
De architect is adviseur en ontwerper. Hij of zij is in detail op de hoogte van NORA. Geeft uitvoering aan het gedachtegoed en vertaalt dit naar de specifieke situatie. Actualiseert de architecturen van de organisatie op basis van de relevante elementen uit NORA. Toetst plannen aan NORA-principes. Legt, waar nodig, keuzes tijdig voor aan het verantwoordelijke management. Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van NORA en domeinarchitecturen.