Inleiding Federatief Datastelsel

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
NB: Deze pagina is geen onderdeel van de reguliere NORA, maar een testruimte. Het is dus niet zeker of de inhoud zoals u die ziet juist, actueel en betrouwbaar is.

Doel Federatief Datastelsel[bewerken]

Complexe maatschappelijke opgaven vragen steeds vaker om samenwerking in ketens en netwerken, waarin gegevens gezamenlijk worden gebruikt. De Interbestuurlijke Datastrategie beschrijft een strategische richting gericht op een beter gebruik van het datapotentieel van en door de Nederlandse overheid. Niet alleen beter gebruik, maar ook juridisch en ethisch verantwoord gebruik. Een effectief functionerend federatief datastelsel wordt daarbij gezien als een essentieel middel.

Het Federatief Datastelsel (FDS) wordt een samenspel van participanten (de leden) met specifieke rollen en verantwoordelijkheden, die op basis van eenduidige afspraken en standaarden, kwalitatief hoogwaardige data verzamelen, beheren, beschikbaar stellen en/of gebruiken op maatschappelijk verantwoorde wijze.

Het belangrijkste doel van FDS is om het datapotentieel bij de leden zo goed mogelijk te benutten ten bate van maatschappelijke vraagstukken en ten bate van dienstverlening. Dit doen de leden door hun eigen data effectief (d.i. doelgericht) en op verantwoorde wijze beschikbaar te maken voor verantwoord gebruik door anderen.

Federatie met collectieve afspraken en zo nodig voorzieningen[bewerken]

Een federatie is feitelijk een samenwerking tussen de leden op basis van individuele datasoevereiniteit en collectieve en eventueel aanvullende afspraken. Dat wil zeggen dat de leden binnen de kaders van relevante wetgeving en collectieve afspraken, zelf kunnen bepalen wat er met hun data mag gebeuren. Daarover kunnen ze aanvullende afspraken maken, waaraan zijzelf en de andere betrokkenen zich dienen te houden. Stelselbekwaamheden zoals ‘Governance’ moeten dit waarborgen.

Het waarborgen van het functioneren van een federatie is in beginsel de verantwoordelijkheid van de leden, doordat zij ieder afzonderlijk conformeren aan de collectieve afspraken. Een centraal niveau is er alleen als waarborg voor essentiële zaken die op het decentrale niveau moeilijk zijn in te richten en/of daarvoor niet efficiënt zijn.

Ook voor FDS geldt de soevereiniteit van de leden en conformiteit aan de collectieve afspraken en principes. Bij het FDS wordt deze soevereiniteit echter begrensd door de publieke waarden die elke stelseldeelnemer in acht moet nemen. Deze publieke waarden zijn in wet- en regelgeving en overheidsbeleid verankerd. De collectieve afspraken en (stelsel)standaarden komen dus zowel voort uit behoeften van de leden in het stelsel als uit de concretisering van de op het FDS gerichte juridisch- en beleidskader.

De federatie kan niet functioneren zonder voorzieningen die invulling geven aan het gezamenlijke doel. Denk o.a. aan voorzieningen (applicaties) voor het beheren en ontsluiten van (meta)data. Dergelijke voorzieningen zijn in beginsel de verantwoordelijkheid van de leden op basis van de collectieve afspraken en standaarden. Alleen waar het echt nodig is, moet eventueel gebruik worden gemaakt van centrale generieke voorzieningen. Het staat partijen uiteraard vrij om daarnaast op eigen initiatief gezamenlijke voorzieningen te realiseren als zij daarvoor een positieve business case verwachten. Deze vormen van vrijwillige onderlinge samenwerking vallen echter buiten de besturing van het FDS.

FDS als Data-ecosysteem[bewerken]

Het Federatief Datastelsel (FDS) wordt ontwikkeld als een 'data-ecosysteem'. De onderstaande afbeelding verbeeldt dit Ecosysteem.

FDS Ecosysteem groot.png

De afbeelding van het ecosysteem toont op de bovenste laag de samenleving. Hier vinden we de maatschappelijke uitdagingen op velerlei gebied, van effectieve zorg tot energiebeheer en milieu. Op grond van wettelijke verplichtingen, leveren de organisaties en mensen in de samenleving gegevens aan overheidsdienstverleners op de tweede laag. Dat kan zijn voor de aanvraag van een milieuvergunning tot aan het doen van aangifte van een geboorte.

Deze data, afgebeeld als puzzelstukjes, worden door de dienstverlener geregistreerd conform de afspraken en standaarden m.b.t. betekenis, kwaliteit, etc. zoals ze gelden binnen het ecosysteem. De organisatorische stelselfuncties op dezelfde laag faciliteren en houden toezicht.

De geregistreerde data wordt in samenhang opgeslagen in systemen en silo's op de derde laag. De technische stelselfuncties op diezelfde derde laag waarborgen dat de opgeslagen data bekend en vindbaar is en via dataservices ontsluitbaar voor gebruik. Een prominente rol daarbij is weggelegd voor de catalogusfunctie. Ook voor de technische functies geldt dat het stelsel deze zoveel als mogelijk invult met afspraken en standaarden en alleen als het niet anders kan, met (centraal verplichte) voorzieningen.

De technische functies op de derde laag, faciliteren de data-afnemer op de tweede laag als deze puzzelstukjes (data dus) wil ontsluiten om daarmee een stuk van een maatschappelijke puzzel te kunnen leggen. Dergelijke puzzels worden in principe gemaakt op basis van de behoefte die leeft binnen de samenleving. In beginsel zijn dat maatschappelijke vraagstukken waar een overheid mee wordt geconfronteerd.

Via de data-afnemer op de tweede laag wordt de samenleving bediend met puzzels gelegd uit puzzelstukjes die ze zelf heeft geleverd. Zo is de cirkel in het ecosysteem rond.