Waarom is Digitale duurzaamheid belangrijk?: verschil tussen versies

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
k (historie Digitale Duurzaamheid)
 
(32 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Concept|}}
{{Start Digitale Duurzaamheid}}


====Ook voor bestuurders ....====  
==Ook voor bestuurders ....==  
Overheidsorganisaties werken al digitaal want met computers. Maar hoe betrouwbaar en bruikbaar is de digitale informatie van overheidsoirganisaties, nu en in de toekomst? Zijn de digitale dossiers compleet? Of wordt er ook gewerkt met papier dat niet in dat digitale dossier terecht komt? En wat betekent dat voor de betrouwbaarheid van werkprocessen en het handelen naar de burger?
Overheidsorganisaties werken al digitaal want met computers. Maar hoe betrouwbaar en bruikbaar is de digitale informatie van overheidsorganisaties, nu voor gebruik in werkprocessen en later als er iets verantwoord moet worden? Zijn de digitale dossiers compleet? Of wordt er ook gewerkt met papier dat niet in een digitaal dossier terecht komt?


Kan de organisatie haar handelen later verantwoorden met informatie die op een veilige en duurzame is bewaard? Is de informatie die de organisatie vandaag opslaat nog leesbaar als de organisatie over tien jaar in een door een burger, bedrijf of instelling aangespannen zaak voor de rechter staat? Of gaat het dan zoals met de informatie die we nog niet zo lang geleden op een floppy disk zetten, en die we nu .... inderdaad nu niet meer kunnen lezen?
Kan de organisatie haar handelen later verantwoorden met informatie die op een veilige en duurzame manier is bewaard? Is de digitale informatie van vandaag dan nog wel leesbaar? En vindbaar? Of gaat het dan zoals met die floppy van vroeger, niet meer leesbaar, niet goed bewaard, niet meer te vinden. En staat uw organisatie dan met een mond vol tanden en u als bestuurder in de krant?


Hoe is de situatie bij de digitale dienstverlening die de organisatie aanbiedt? Gebeurt dat in combinatie met het aanbieden van alle digitale informatie die de burger nodig heeft bij het indienen van bijvoorbeeld een goede aanvraag?
Hoe is de situatie bij de digitale dienstverlening die de organisatie aanbiedt? Biedt u daarbij de digitale informatie aan die de zelfredzame burger nodig heeft bij het indienen van een aanvraag?


En openbaarmaking op internet van alle overheidsinformatie volgens het principe 'openbaar, tenzij'? Kan de organisatie dat ook, of wordt er nog steeds op papier gearchiveerd? Dat door de aard ervan natuurlijk niet geschikt is voor actieve openbaarmaking op internet.
En openbaarmaking op internet van alle overheidsinformatie volgens het principe 'openbaar, tenzij'? Kan uw organisatie dat ook? Of wordt er nog steeds op papier gearchiveerd, zodat actieve openbaarmaking via internet bij voorbaat al een lastig verhaal is?


Over dit soort vragen én het belang van oplossingen gaat deze pagina.
Over dit soort vragen én het belang van oplossingen gaat deze pagina.


====Dossiers====
==Dossiers==
Geen werkproces en zaak zonder een dossier waarin de informatie over en voor dat werkproces is en wordt gebundeld. Dat het zo werkt en ook moet werken is een al jaren bestaand inzicht. Dat ging redelijk goed toen alles nog op papier stond. Als de behandelend ambtenaar de dossiermap niet goed had gevuld, dan ging de afdeling DIV wel aan de slag om de dossiermap te ordenen en aan te vullen. In een digitale wereld is dat lastiger. DIV ziet niet wat er bijvoorbeeld in de e-mail van een ambtenaar zit. Digitale informatie is vluchtig en kan overal en nergens zijn.
Bij elke zaak hoort een dossier waarin de informatie over die zaak wordt gebundeld. Dat is een al jaren bestaand inzicht. Dat ging redelijk goed toen alles nog op papier stond. De behandelend ambtenaar vulde een dossiermap en afhandeling van de zaak ging die map naar de afdeling DIV. Was de map onvolledig of slecht geordend, dan ging DIV wel achter de stukken aan en bracht orde in de chaos. In een digitale wereld is dat een stuk lastiger. Want hoe kan DIV nou weten welke relevante e-mails bij de behandelend ambtenaar zijn binnengekomen? Bovendien is digitale informatie vluchtig. Een verkeerde druk op een knop van de computer en het is weg of niet meer te vinden.


Bovendien stopten we niet met het gebruik van papier toen gingen we digitaal werken. In veel organisaties is een deel van de informatie digitaal, staat een deel op papier en is er ook informatie die in beide werelden voorkomt. In dat laatste geval weten we niet altijd wat de juiste versie is. En vaak is in zo'n hybride situatie ook onduidelijk of dossiers wel compleet zijn. Dat levert risico's op voor het werkproces, de dienstverlening naar burger en bedrijf en bij het samenwerken met andere organisaties. En incomplete dossiers zijn een ramp als een organisatie zich moet verantwoorden, in de pers of voor de rechtbank.
Bovendien stopten we niet met het gebruik van papier toen we digitaal gingen werken. In veel organisaties is een deel van de informatie digitaal, staat een deel op papier en is er daarnaast ook informatie die in beide werelden voorkomt. Dat maakt het lastig om te weten wat de juiste versie is. En vaak ook is er in beide werelden geen dossier dat helemaal volledig is. Dat levert risico's op voor het werkproces, de dienstverlening naar burger en bedrijf en bij het samenwerken met andere organisaties. En incomplete dossiers zijn een ramp als een organisatie zich moet verantwoorden. Tenzij die nieuwe digitale wereld goed wordt georganiseerd, en wordt gebaseerd op principes en mechanismen die horen bij hoe dingen werken in een digitale wereld.


====Digitale dienstverlening====
==Digitale dienstverlening==
In mei 2013 stuurde het kabinet de Visiebrief digitale overheid 2017 naar de Tweede kamer. Daarin staat dat bedrijven en burgers uiterlijk in 2017 de zaken die ze met de overheid doen, zoals het aanvragen van een vergunning, digitaal moeten kunnen afhandelen. De brief zegt ook - en terecht - dat het daarvoor noodzakelijk is dat de overheid alle voor burgers relevante informatie digitaal beschikbaar maakt. Want als de overheid wil dat de burger zichzelf kan helpen bij een digitaal loket, dan is die informatie niet meer iets extra's maar een voorwaarde. Dat digitaal beschikbaar stellen lukt alleen als een overheidsorganisatie niet alleen digitaal werkt maar haar informatie ook digitaal bewaart en in een digitale en op de computer van de burger leesbare vorm beschikbaar kan stellen.
In mei 2013 stuurde het kabinet de Visiebrief digitale overheid 2017 naar de Tweede kamer. Daarin staat dat bedrijven en burgers uiterlijk in 2017 de zaken die ze met de overheid doen, zoals het aanvragen van een vergunning, digitaal moeten kunnen afhandelen. De brief zegt ook - en terecht - dat het daarvoor noodzakelijk is dat de overheid alle voor burgers relevante informatie digitaal beschikbaar maakt. Want als de overheid wil dat de burger zichzelf kan helpen bij een digitaal loket, dan is die informatie niet meer iets extra's maar een voorwaarde. Daaraan invulling geven lukt alleen als een overheidsorganisatie niet alleen digitaal werkt maar haar informatie ook op de goede manier digitaal bewaart en deze informatie daardoor vindbaar en leesbaar blijft, ook op de computer van de burger.


====De Open overheid====
==Effectief en efficiënt==
Het kabinet heeft in 2013 in haar streven naar meer openheid gekozen voor de lijn om overheidsinformatie actief openbaar te maken volgens het principe 'openbaar tenzij'. Dat is als landelijke beleid vastgelegd in de Visie Open Overheid  en een Actieplan Open Overheid. Het enige praktische kanaal daarvoor is internet. Een voorwaarde is dan wel dat de openbaar te maken informatie in een digitale en goed leesbare vorm beschikbaar is en bij publicatie op internet ook gevonden kan worden. Dat vergt digitale opslag, duurzaam digitaal beheer en toegevoegde digitale metagegevens zodat een burger de informatie ook kan vinden als hij niet direct weet waar te zoeken.
Zonder computers zou de overheid niet meer effectief en efficiënt kunnen werken. In de werkprocessen is automatisering onmisbaar. Tegelijkertijd zijn juist daardoor ook nieuwe ongewenste situaties ontstaan. Zo levert het afdrukken van documenten om ze van een paraaf of handtekening te voorzien om ze daarna weer in te scannen, niet alleen extra werk op, maar vergroot het ook de kans op onduidelijkheden en fouten. Daarom is in een effectieve en efficiënte organisatie digitale informatie leidend, goed georganiseerd en betrouwbaar en is papieren informatie zoveel mogelijk daarvan een tijdelijke afgeleide.


====Effectief en efficiënt====
==Wet- en regelgeving==
Zonder computers zou de overheid niet meer effectief en efficiënt kunnen werken. In de werkprocessen is automatisering onmisbaar. Tegelijkertijd zijn juist daardoor ook nieuwe ongewenste situaties ontstaan. Documenten afdrukken, ze van parafen of handtekeningen voorzien en ze daarna weer inscannen, om maar een voorbeeld te noemen, levert vooral veel extra werk op. In een effectieve en efficiënte organisatie is digitale informatie goed georganiseerd, betrouwbaar en leidend en is papieren informatie daarvan een afgeleide.
De Archiefwet stelt eisen aan overheidsinformatie en is van toepassing op alle informatie die hoort bij de werkprocessen van de overheid. Zo schrijft de Archiefwet voor hoe overheidsorganisaties hun handelingen en bijbehorende transacties, zoals het ontvangen van een aanvraag, het verlenen van een vergunning en het afsluiten van een overeenkomst, moeten documenteren. Zo ontstaat archief dat vervolgens vaak jarenlang beschikbaar en bruikbaar moet blijven voor raadpleging en hergebruik in werkprocessen, voor raadpleging door het publiek in het kader van de openbaarheid van overheidsinformatie en voor het reconstrueren van het handelen van de organisatie; dit laatste in het kader van verantwoording en bewijsvoering.


====Wet- en regelgeving====
De openbaarheid van overheidsinformatie vormt mede de basis van onze rechtstaat en daarmee geldt dat ook voor duurzaam en toegankelijk bewaren ervan.
De Archiefwet stelt eisen aan overheidsinformatie en is van toepassing op alle informatie die hoort bij de werkprocessen van de overheid. Op basis van de Archiefwet moeten overheidsorganisaties hun handelingen en alle transacties, zoals het ontvangen van een aanvraag, het verlenen van een vergunning en het afsluiten van een overeenkomst, documenteren. Dit moeten zij doen door het vormen en vervolgens bewaren van archief. Vervolgens moet het resultaat beschikbaar zijn en blijven voor het reconstrueren van het handelen van de organisatie in het kader van verantwoording en bewijsvoering, voor hergebruik in werkprocessen en vaak ook voor ontsluiting naar het publiek.


Omdat duurzame en toegankelijke overheidsinformatie aan de basis van onze rechtstaat ligt, stelt de Archiefwet hoge eisen aan overheidsinformatie. De Archiefwet schrijft niet voor dat overheidsinformatie in digitale vorm wordt bewaard. Toch is het belangrijk daar wel voor te kiezen. Niet-digitale informatie is problematisch bij in ieder geval digitale dienstverlening, hergebruik ervan in werkprocessen (waar vrijwel altijd met computers wordt gewerkt) en bij het actief openbaar maken van die informatie.
De Archiefwet schrijft niet voor dat overheidsinformatie in digitale vorm wordt bewaard en gearchiveerd. Toch is het belangrijk daar wel voor te kiezen. In een digitale wereld is niet-digitale informatie weinig bruikbaar. Tegelijkertijd pakken de eisen die de Archiefwet stelt aan overheidsinformatie bij digitale informatie flink anders uit dan bij informatie op papier. Juist de vluchtigheid van digitale informatie vergt andere en ook meer complexe maatregelen om aan dezelfde eisen te voldoen dan in de papieren wereld het geval was. In de papieren wereld bestaan maatregelen onder andere uit de klimaatbeheersing van een archiefruimte en het voorkomen van wat in de archiefwereld inktvraat heet. In de digitale wereld gaat het ineens over computerapparatuur en -programmatuur, opslagmedia en opslagformaten en kennis van ICT. De combinatie 'digitaal' én 'eisen in de Archiefwet' vraagt dan ook om een breed spectrum van relatief nieuwe maatregelen. Die maatregelen zijn deels technisch, maar ook organisatorisch en zijn voor een deel zelfs onderdeel van het werkproces. Iedereen in een overheidsorganisatie krijgt ermee te maken.  


Tegelijkertijd is digitale informatie wel kwetsbaar. Dat maakt dat de nieuwe combinatie 'digitaal' én 'hoge eisen in de Archiefwet' vraagt om een breed spectrum van relatief nieuwe maatregelen.
==Zaakgericht werken==
Zaakgericht werken als concept voor het organiseren van het werkproces en de bijhorende informatievoorziening, is slechts een middel. We noemen het vanwege de relatie met digitale dossiervorming en archivering. Het hedendaagse Zaakgericht werken is een digitale manier van werken. Bij een zaak hoort een digitaal zaakdossier en dat moet op orde, volledig, betrouwbaar en goed toegankelijk zijn, tijdens de behandeling van de zaak oftewel de uitvoering van het werkproces en erna als de zaak is afgedaan en het dossier gearchiveerd.


====Ketensamenwerking====
Op die manier is goed digitaal informatiebeheer van essentieel belang voor zaakgericht werken. Maar in omgekeerde richting is er ook een belang. Digitale dossiervorming en digitale archivering zijn juist voor zaakgericht werken goed uitgewerkt en beschreven. Daarom ook kan de invoering van Zaakgericht werken het digitaal informatiebeheer in een organisatie, waaronder digitale dossiervorming en archivering, op een hoger plan brengen.
Overheidsorganisaties werken meer en meer samen in ketens. Betrouwbare en bruikbare digitale informatie is daarbij nog belangrijker dan bij werkprocessen die binnen de grenzen van de organisatie blijven. Intern is werken met papieren informatie niet ideaal maar wel 'te doen'. Stukken en dossiers 'stromen' dan door de organisatie, van de ene naar de andere afdeling. Tussen organisaties is dat lastiger tot - bij nauwe samenwerking - nauwelijks te doen. De overheid gaat daar tegenwoordig ook van uit. Digitale systemen en digitale koppelingen maken ketensamenwerking mogelijk. De informatie, de grondstof, moet dan wel digitaal zijn, betrouwbaar en digitaal leesbaar voor ook andere organisaties.


====Informatiebeveiliging====
==Tijd-, plaats- en apparaatonafhankelijk werken==
De laatste jaren wordt het belang van een goede informatiebeveiliging voluit erkend. Het is een complex vakgebied, dat gericht is op het beheersbaar maken van risico's. Belangrijke aspecten zijn:
Bij digitale dienstverlening is wel duidelijk dat je dat niet kunt organiseren met informatie die op papier staat. Maar voor de eigen werkprocessen van een moderne overheidsorganisatie is het ook niet meer passend. Want met de invoering van flexibele werkplekken kiezen overheidsorganisaties er steeds vaker voor om  hun medewerkers meer keuze te geven bij het bepalen waar en wanneer ze hun werk doen. En werken met dergelijke 'flexplekken' gaat nou eenmaal niet samen met papieren informatiestromen en stapels papier.
* de beschikbaarheid van informatie;
* de integriteit (betrouwbaarheid) van informatie.
* de vertrouwelijkheid van informatie, waaronder het aspect privacy en gereguleerde toegang via de stappen identificatie, authenticatie en autorisatie;
* de controleerbaarheid van het voldoen aan eisen en het toepassen van maatregelen.
Zie verder het NORA-thema [[Beveiliging]].


Daarbij wordt ook het onderscheid tussen in- en extern vager. Bij een deadline wordt er 's avonds thuis gewerkt en bij een ziek kind in het gezin misschien ook overdag, of gewoon omdat het reistijd scheelt of omdat men thuis geconcentreerder kan werken aan dat belangrijke rapport. Een andere ontwikkeling is dat de balie en de spreekkamer van sommige overheidsorganisaties zich verplaatsen naar elders, in een buurthuis of aan de keukentafel bij de burger thuis. Met digitale informatie kunnen afstanden en tijd worden overbrugd, maar dan moet het wel betrouwbaar en goed toegankelijk zijn.


Ook wat betreft apparatuur staan de ontwikkelingen niet stil. Het heeft ook een naar: BYOD oftewel 'bring your own device'. In vergaderingen is de tabletcomputer inmiddels een normaal verschijnsel. Het is een vorm van professionaliteit en efficiëntie die we bij zowel medewerkers als bestuurders zien. En wederom is de voorwaarde: betrouwbare en goed toegankelijke digitale informatie.


==De Open overheid==
In 2013 heeft het kabinet met de {{bestand met info|Visie-open-overheid.pdf|Visie open overheid}} en het {{bestand met info|Actieplan-open-overheid.pdf|Actieplan open overheid}} gekozen voor de lijn om overheidsinformatie actief openbaar te gaan maken volgens het principe 'openbaar tenzij'. Het zal duidelijk zijn dat het enige praktische kanaal voor het op omvangrijke schaal openbaar maken van overheidsinformatie, internet is. Maar dan moet die informatie wel in digitale vorm bewaard zijn en beschikbaar en leesbaar zijn.


Dat geldt ook voor informatie over zaken die al zijn afgedaan en die vervolgens is gearchiveerd. Ook dat moet in een goed georganiseerde overheidsorganisatie digitaal gebeuren, want papier kun je nou eenmaal niet ontsluiten via internet.


Belangrijk bij openbaarmaking via internet is de vindbaarheid ervan op internet. Dat vergt het toevoegen van zogenoemde metagegevens. Op internet kunnen die functioneren als trefwoorden waarop de burger kan zoeken. Het toevoegen van die (digitale) metagegevens gebeurt voor een belangrijk deel al in het werkproces waar de desbetreffende informatie ontstaat, simpelweg omdat juist in dat werkproces en op het moment van het ontstaan van die informatie goed duidelijk is wat de betekenis en context van de informatie is.


Relevant in dit verband is ook de [http://wetten.overheid.nl/BWBR0005252/geldigheidsdatum_12-03-2015 Wet openbaarheid bestuur (Wob)]. De Wob regelt voor alle burgers het recht op informatie van de overheid, zodat zij inzage kunnen hebben in het handelen van de overheid en zij goed geïnformeerd kunnen deelnemen aan democratische processen en overheidsbesluitvorming. Overheidsinformatie is altijd openbaar, tenzij de Wob of andere wetgeving bepaalt dat de informatie die de burger vraagt, niet geschikt is om openbaar te maken. Dat betekent dat elke burger met een beroep op de Wob een verzoek kan doen tot openbaarmaking van bepaalde overheidsinformatie. Als de overheidsorganisatie waarbij een Wob-verzoek wordt ingediend, in gebreke blijft, dan kan de burger deze organisatie dwingen tot het aan hem betalen van een dwangsom. Niet zelden is het voldoen aan een Wob-verzoek nogal arbeidsintensief omdat het lastig is de gevraagde informatie te vinden en vervolgens aan de burger beschikbaar te stellen. Dat is een van de redenen waarom de overheid kiest voor een beleid dat streeft naar actieve openbaarmaking. Dat moet overheidsorganisaties stimuleren tot een pro-actieve houding in deze, hetgeen neerkomt op het zodanig digitaal opslaan en beheren van overheidsinformatie dat deze daarbij al direct wordt voorbereid op ontsluiting via internet.


==Ketensamenwerking==
Overheidsorganisaties werken meer en meer samen in ketens. Betrouwbare en bruikbare digitale informatie is daarbij nog belangrijker dan bij werkprocessen die binnen de grenzen van de organisatie blijven. Intern is werken met papieren informatie niet ideaal maar 'nog te doen'. Papieren stukken en dossiers 'stromen' dan door de organisatie, van de ene naar de andere afdeling. Tussen organisaties is dat lastig tot - bij nauwe samenwerking - nauwelijks te doen. De overheid gaat daar tegenwoordig ook van uit. Overheidsorganisaties zien digitale informatie, digitale informatiesystemen en de koppelingen daartussen als een voorwaarde voor ketensamenwerking. Betrouwbaarheid en kwaliteit van die informatie is dan zo mogelijk nog belangrijker dan wanneer die informatie binnen de grenzen van de eigen organisatie blijft. De andere partij of partijen moeten er op kunnen vertrouwen dat de informatie die gedeeld wordt, juist is en volledig.


====Wat is het belang?====
Extra maatregelen zijn ook nodig voor de leesbaarheid van informatie, omdat ketenpartners vaak met andere apparatuur en andere informatiesystemen werken. Die leesbaarheid wordt geregeld door het maken van gezamenlijke afspraken over [[Semantiek]], hetgeen staat voor de betekenis van informatie, en door het werken met gestandaardiseerde opslag- en berichtenformaten.
Het registreren en bewaren van overheidsinformatie, ongeacht de informatiedrager, is wettelijk geregeld en dient een aantal belangen, zoals:
* het bedrijfsvoeringsbelang;
* het verantwoordingsbelang;
* het belang van de informatieverstrekking en transparantie;
* het cultuurhistorisch belang.
Duurzame en toegankelijke overheidsinformatie ligt aan de basis van onze rechtstaat en vertegenwoordigt op termijn bovendien een belangrijke afgeleide, culturele waarde. Een en ander is onder andere vastgelegd in de Archiefwet en in met de Archiefwet verbonden regelgeving. Daarin worden eisen gesteld aan overheidsinformatie en het bewaren ervan.


Belangrijk is ook wat de Visiebrief digitale overheid 2017 van het kabinet zegt. Bedrijven en burgers moeten in 2017 hun zaken met de overheid, zoals het aanvragen van een vergunning, digitaal kunnen afhandelen. De visie brief zegt ook dat het daarvoor noodzakelijk is dat de overheid alle voor burgers relevante informatie digitaal beschikbaar maakt. Dat kan alleen als overheidsorganisaties niet alleen digitaal werken, want dat doen ze voor een belangrijk deel al, maar dat ze hun informatie ook digitaal bewaren en duurzaam digitaal toegankelijk houden.
==Informatiebeveiliging==
 
De laatste jaren wordt het belang van een goede informatiebeveiliging voluit erkend. Het is een complex vakgebied, dat gericht is op het beheersbaar maken van risico's. Belangrijke aspecten zijn:
====Wat is de relatie tussen digitaal archiveren en digitale duurzaamheid enerzijds en het realiseren van de e-Overheid anderzijds?====
* de beschikbaarheid van informatie, onder andere in de betekenis van bedrijfszekerheid;
Digitale archivering en Digitale duurzaamheid zijn een integraal en noodzakelijk onderdeel van de e-overheid.
* de integriteit oftewel de betrouwbaarheid van informatie;
 
* de vertrouwelijkheid van informatie, waaronder de aspecten privacy, gevoelige bedrijfsinformatie en toegang voor wie bevoegd is, dit laatste via het mechanisme van achtereenvolgens identificatie, authenticatie en autorisatie;
Vrijwel alle overheidsorganisaties werken intern al digitaal in die zin dat ze met computers werken. Dat betekent echter niet dat deze organisaties reeds alle overheidsinformatie waarvoor zij verantwoordelijk zijn, wel of niet gearchiveerd, digitaal opslaan, bewaren en ontsluiten. Bij veel organisaties is nog sprake van een hybride situatie. Binnen het werkproces produceert men dan wel digitale informatie en men gebruikt het ook, maar niet zelden in combinatie met papieren afdrukken. Parafen en handtekeningen bijvoorbeeld worden vaak nog op papier gezet, waarna stukken vaak weer worden ingescand. Dat is niet efficiënt en leidt makkelijk tot onduidelijkheden over wat de juiste authentieke versie is.
* de controleerbaarheid van informatie en maatregelen.
 
Zie verder het NORA-thema [[Beveiliging]].
Ook hebben veel organisaties nog een papieren archief. De inhoud van zo'n archief is zonder conversie niet beschikbaar voor digitaal werken, digitale dienstverlening en actieve openbaarmaking op internet. Daarom zijn er sterke relaties met een aantal van met de Digitale overheid-thema's waaronder:
* digitale dienstverlening (digitaal zaken doen);
* zaakgericht werken;
* actieve openbaarmaking.
 
Hieronder wordt op een aantal relaties nader ingegaan.
 
====De relatie met digitale dienstverlening en digitaal zaken doen met de overheid====
Op papier bewaarde informatie kan niet worden ontsloten voor gebruik op internet zonder eerst een conversie naar digitaal. Terwijl de overheid de burger, die digitaal zaken wil doen, wel de bijbehorende relevante informatie, zoals aanwezig in klant- en zaakdossiers, wil aanbieden. Daarvoor moet die informatie dus '''digitaal''' beschikbaar en toegankelijk zijn.
 
Daarnaast zal de overheid het zaken doen met haar burgers, bedrijven en instellingen, waaronder de bijbehorende transacties zoals het ontvangen van een aanvraag, het verlenen van een vergunning en het afsluiten van een overeenkomst, altijd in het kader van de Archiefwet moeten archiveren. Het resultaat moet als 'digitaal bewijs' toegankelijk en leesbaar zijn en blijven voor zowel hergebruik in werkprocessen als voor reconstructies van het handelen van de overheid in het kader van verantwoording en bewijsvoering; dit voor zolang als wordt bepaald door de voor de desbetreffende overheidsinformatie geldende bewaartermijn.
 
====De relatie met actieve openbaarmaking====
In het kader van de Open overheid is gekozen voor het actief openbaar maken van alle overheidsinformatie volgens het principe: 'alles tenzij'. Het enige praktische kanaal voor grootschalige openbaarmaking is internet. Een voorwaarde is dan dat de openbaar te maken informatie in digitale vorm beschikbaar is. Dat geldt voor zowel gearchiveerde informatie als voor openbaarmaking in aanmerking komende actuele nog niet gearchiveerde overheidsinformatie.
 
Belangrijk voor de uitvoerbaarheid van actieve openbaarmaking is ook dat in (digitale) metagegevens wordt vastgelegd wát in aanmerking komt voor actief openbaar maken. Het publicerende of ontsluitende systeem moet dat digitaal kunnen uitlezen bij in principe alle opgeslagen overheidsinformatie.
 
Daarnaast is het voor de vindbaarheid en bruikbaarheid van eenmaal openbaar gemaakte informatie belangrijk dat deze is voorzien van digitale metagegevens over de context. Daarbij moet die context voor burgers, bedrijven en instellingen begrijpelijk en herkenbaar zijn.
 
====De relatie met zaakgericht werken====
Tegenwoordig gaan we er van uit dat Zaakgericht werken per definitie digitaal gebeurt en dus ook de opslag van de bij een zaak horende informatie.
 
Omgekeerd helpt Zaakgericht werken als men streeft naar goede digitale dossiervorming en archivering. Want Zaakgericht werken is een duidelijk concept waarbij het werk en de bijbehorende informatie duidelijk worden benoemd en begrensd. Denk aan het begin en einde van een zaak bij een gedefinieerd zaaktype. Vaak is bij een zaaktype ook benoemd welke informatie minimaal in het dossier aanwezig moet zijn, alvorens  de organisatie aan een volgende processtap in de zaak kan beginnen. Op deze manier maakt Zaakgericht werken dat het duidelijk is om welke informatie het gaat bij dossiervorming en archivering. En het bundelen van zaakinformatie in een zaakdossier is een effectieve manier om informatie, zoals de Archiefwet voorschrijft, te ordenen. Bovendien is de vraag hoe dossiers te vormen en te archiveren goed uitgewerkt in relatie tot Zaakgericht werken (zie bijvoorbeeld deel 2b van de GEMMA Baseline Informatiehuishouding Gemeenten).
 
====De relatie met informatiebeveiliging====
Hierbij gaat het om:
* vertrouwelijkheid;
* beschikbaarheid;
* integriteit;
* controleerbaarheid.
 
Wat houden deze begrippen in relatie tot Digitale duurzaamheid in en/of hoe zijn ze er mee verbonden?
 
* Bij vertrouwelijkheid gaat het om privacy-aspecten en andere invalshoeken van vertrouwelijkheid zoals de bescherming van bedrijfsinformatie en de privacy van ambtenaren (waaronder beleidsintimiteit). Vertrouwelijkheid wordt vooral geregeld met gecontroleerde toegang en de combinatie identificatie, authenticatie en autorisatie.


* Beschikbaarheid is direct verbonden met het Digitale duurzaamheidsaspect toegankelijkheid.
==Ons digitale erfgoed==
Een moderne democratische rechtstaat beschrijft haar eigen geschiedenis. Dat is een maatschappelijk belang. Besluitvorming in politieke en bestuurlijke organisaties en het handelen van de overheid als beleidsvormend en beleidsuitvoerend orgaan zijn cultuurhistorisch gezien van belang en vormen een belangrijk element van geschiedschrijving.


* Integriteit gaat over de juistheid en betrouwbaarheid van informatie. Dat heeft een relatie met het Digitale duurzaamheidsaspect authenticiteit.
Daarnaast heeft de overheid de taak om ook ontwikkelingen in de maatschappij en culturele uitingen in de maatschappij te documenteren en voor het nageslacht te bewaren. Ook dat zal in toenemende mate in digitale vorm moeten gebeuren. Want voor het reproduceren van wat nu wordt vastgelegd, zal in de toekomst steeds vaker vooral of zelfs uitsluitend digitale apparatuur beschikbaar zijn. En dat vergt nu al nieuwe technieken en maatregelen. Want net als 'gewone' digitale overheidsinformatie is ook ons digitale erfgoed vluchtig van karakter. Zonder maatregelen gaat het gemakkelijk verloren.


* Controleerbaarheid gaat over het kunnen controleren van de vorige drie aspecten en de daarvoor genomen maatregelen.
==Risico's==
Met veel risico's is iets vreemds aan de hand. Meestal gaat het goed. Want hoe vaak staat een overheidsorganisatie nou voor de rechter? Aan de andere kant ligt de overheid in de hedendaagse samenleving voortdurend onder het vergrootglas van de media, van maatschappelijke organisaties en van de eigen burgers die op internet en via social media ook voluit mee kunnen communiceren.


Informatiebeveiliging is in ieder geval een belangrijk thema bij digitale overheidsinformatie en verbonden met meerdere Digitale duurzaamheidsaspecten. Zie verder het nog uit te werken overzicht van álle met Digitale duurzaamheid verbonden aspecten en het NORA-thema [[Beveiliging]].
Duidelijk is ook dat als het fout, omdat een politieke organisatie of overheidsorganisatie geen 'digitaal bewijs' heeft en zich niet kan verantwoorden, het vaak ook goed fout gaat. Geen bestuurder wil op de verkeerde manier in de krant of op de TV komen, en zeker niet omdat men de eigen digitale informatievoorziening niet op orde heeft of in het verleden had.


====De relatie met digitaal samenwerken in ketens====
==Samenvattend==
Bij digitaal samenwerken in ketenverband is digitale informatie mogelijk nog belangrijker dan bij het werken binnen een organisatie. Intern is werken met papieren informatie nog wel te doen. Zo is het ook vele jaren gegaan. Papier ging van de ene naar de andere afdeling. Tussen organisaties is dat een stuk lastiger tot - bij nauwe samenwerking - niet te doen. Inmiddels gaan we daar ook van uit, dat informatieuitwisseling tussen organisaties in veel gevallen alleen goed werkt als daarvoor digitale koppelingen beschikbaar zijn. En dat vergt betrouwbare en voor beide partijen toegankelijke, dat wil zeggen goed leesbare, digitale informatie.
Een goede invulling van digitaal informatiebeheer en digitale duurzaamheid is tegenwoordig randvoorwaardelijk voor het goed functioneren van een overheidsorganisatie. Het is van belang of zelfs een voorwaarde voor:
* de bedrijfsvoering;
* digitale dienstverlening;
* tijd-, plaats en apparaatonafhankelijk werken;
* ketensamenwerking;
* verantwoording en bewijsvoering;
* het voldoen aan wet- en regelgeving;
* het beheersbaar maken en houden van bestuurlijke risico's;
* actieve openbaarmaking in het kader van een open en transparante overheid;
* het bewaren en naar het publiek ontsluiten van informatie die cultuurhistorisch gezien van betekenis is (ons culturele erfgoed).


====Redactie en contact====
[[Bestand:Cartoons Digitale duurzaamheid.jpg|450px|thumb|none]]
De redacteuren van deze pagina zijn Jan Möller van het ministerie van I&M en Adrie Spruit (medewerker van ICTU en KING).


Reacties in de vorm van vragen, aanvullingen, andere verbetersuggesties of zelfs eigen materiaal kunnen naar [mailto:adrie.spruit@ictu.nl adrie.spruit@ictu.nl] met een c.c. naar [mailto:architectuur@ictu.nl architectuur@ictu.nl].
{{Digitale Duurzaamheid staart}}

Huidige versie van 1 dec 2015 om 17:39

Het thema Digitale Duurzaamheid is 'historische informatie' in NORA. De inhoud van dit onderwerp komt in beheer van het Nationaal Archief onder het thema 'Duurzame Toegankelijkheid'

Achtergronden hierover zijn te lezen in de notitie: 'Duurzame Overheidinformatie' (PDF, 751 kB).

Ook voor bestuurders ....[bewerken]

Overheidsorganisaties werken al digitaal want met computers. Maar hoe betrouwbaar en bruikbaar is de digitale informatie van overheidsorganisaties, nu voor gebruik in werkprocessen en later als er iets verantwoord moet worden? Zijn de digitale dossiers compleet? Of wordt er ook gewerkt met papier dat niet in een digitaal dossier terecht komt?

Kan de organisatie haar handelen later verantwoorden met informatie die op een veilige en duurzame manier is bewaard? Is de digitale informatie van vandaag dan nog wel leesbaar? En vindbaar? Of gaat het dan zoals met die floppy van vroeger, niet meer leesbaar, niet goed bewaard, niet meer te vinden. En staat uw organisatie dan met een mond vol tanden en u als bestuurder in de krant?

Hoe is de situatie bij de digitale dienstverlening die de organisatie aanbiedt? Biedt u daarbij de digitale informatie aan die de zelfredzame burger nodig heeft bij het indienen van een aanvraag?

En openbaarmaking op internet van alle overheidsinformatie volgens het principe 'openbaar, tenzij'? Kan uw organisatie dat ook? Of wordt er nog steeds op papier gearchiveerd, zodat actieve openbaarmaking via internet bij voorbaat al een lastig verhaal is?

Over dit soort vragen én het belang van oplossingen gaat deze pagina.

Dossiers[bewerken]

Bij elke zaak hoort een dossier waarin de informatie over die zaak wordt gebundeld. Dat is een al jaren bestaand inzicht. Dat ging redelijk goed toen alles nog op papier stond. De behandelend ambtenaar vulde een dossiermap en afhandeling van de zaak ging die map naar de afdeling DIV. Was de map onvolledig of slecht geordend, dan ging DIV wel achter de stukken aan en bracht orde in de chaos. In een digitale wereld is dat een stuk lastiger. Want hoe kan DIV nou weten welke relevante e-mails bij de behandelend ambtenaar zijn binnengekomen? Bovendien is digitale informatie vluchtig. Een verkeerde druk op een knop van de computer en het is weg of niet meer te vinden.

Bovendien stopten we niet met het gebruik van papier toen we digitaal gingen werken. In veel organisaties is een deel van de informatie digitaal, staat een deel op papier en is er daarnaast ook informatie die in beide werelden voorkomt. Dat maakt het lastig om te weten wat de juiste versie is. En vaak ook is er in beide werelden geen dossier dat helemaal volledig is. Dat levert risico's op voor het werkproces, de dienstverlening naar burger en bedrijf en bij het samenwerken met andere organisaties. En incomplete dossiers zijn een ramp als een organisatie zich moet verantwoorden. Tenzij die nieuwe digitale wereld goed wordt georganiseerd, en wordt gebaseerd op principes en mechanismen die horen bij hoe dingen werken in een digitale wereld.

Digitale dienstverlening[bewerken]

In mei 2013 stuurde het kabinet de Visiebrief digitale overheid 2017 naar de Tweede kamer. Daarin staat dat bedrijven en burgers uiterlijk in 2017 de zaken die ze met de overheid doen, zoals het aanvragen van een vergunning, digitaal moeten kunnen afhandelen. De brief zegt ook - en terecht - dat het daarvoor noodzakelijk is dat de overheid alle voor burgers relevante informatie digitaal beschikbaar maakt. Want als de overheid wil dat de burger zichzelf kan helpen bij een digitaal loket, dan is die informatie niet meer iets extra's maar een voorwaarde. Daaraan invulling geven lukt alleen als een overheidsorganisatie niet alleen digitaal werkt maar haar informatie ook op de goede manier digitaal bewaart en deze informatie daardoor vindbaar en leesbaar blijft, ook op de computer van de burger.

Effectief en efficiënt[bewerken]

Zonder computers zou de overheid niet meer effectief en efficiënt kunnen werken. In de werkprocessen is automatisering onmisbaar. Tegelijkertijd zijn juist daardoor ook nieuwe ongewenste situaties ontstaan. Zo levert het afdrukken van documenten om ze van een paraaf of handtekening te voorzien om ze daarna weer in te scannen, niet alleen extra werk op, maar vergroot het ook de kans op onduidelijkheden en fouten. Daarom is in een effectieve en efficiënte organisatie digitale informatie leidend, goed georganiseerd en betrouwbaar en is papieren informatie zoveel mogelijk daarvan een tijdelijke afgeleide.

Wet- en regelgeving[bewerken]

De Archiefwet stelt eisen aan overheidsinformatie en is van toepassing op alle informatie die hoort bij de werkprocessen van de overheid. Zo schrijft de Archiefwet voor hoe overheidsorganisaties hun handelingen en bijbehorende transacties, zoals het ontvangen van een aanvraag, het verlenen van een vergunning en het afsluiten van een overeenkomst, moeten documenteren. Zo ontstaat archief dat vervolgens vaak jarenlang beschikbaar en bruikbaar moet blijven voor raadpleging en hergebruik in werkprocessen, voor raadpleging door het publiek in het kader van de openbaarheid van overheidsinformatie en voor het reconstrueren van het handelen van de organisatie; dit laatste in het kader van verantwoording en bewijsvoering.

De openbaarheid van overheidsinformatie vormt mede de basis van onze rechtstaat en daarmee geldt dat ook voor duurzaam en toegankelijk bewaren ervan.

De Archiefwet schrijft niet voor dat overheidsinformatie in digitale vorm wordt bewaard en gearchiveerd. Toch is het belangrijk daar wel voor te kiezen. In een digitale wereld is niet-digitale informatie weinig bruikbaar. Tegelijkertijd pakken de eisen die de Archiefwet stelt aan overheidsinformatie bij digitale informatie flink anders uit dan bij informatie op papier. Juist de vluchtigheid van digitale informatie vergt andere en ook meer complexe maatregelen om aan dezelfde eisen te voldoen dan in de papieren wereld het geval was. In de papieren wereld bestaan maatregelen onder andere uit de klimaatbeheersing van een archiefruimte en het voorkomen van wat in de archiefwereld inktvraat heet. In de digitale wereld gaat het ineens over computerapparatuur en -programmatuur, opslagmedia en opslagformaten en kennis van ICT. De combinatie 'digitaal' én 'eisen in de Archiefwet' vraagt dan ook om een breed spectrum van relatief nieuwe maatregelen. Die maatregelen zijn deels technisch, maar ook organisatorisch en zijn voor een deel zelfs onderdeel van het werkproces. Iedereen in een overheidsorganisatie krijgt ermee te maken.

Zaakgericht werken[bewerken]

Zaakgericht werken als concept voor het organiseren van het werkproces en de bijhorende informatievoorziening, is slechts een middel. We noemen het vanwege de relatie met digitale dossiervorming en archivering. Het hedendaagse Zaakgericht werken is een digitale manier van werken. Bij een zaak hoort een digitaal zaakdossier en dat moet op orde, volledig, betrouwbaar en goed toegankelijk zijn, tijdens de behandeling van de zaak oftewel de uitvoering van het werkproces en erna als de zaak is afgedaan en het dossier gearchiveerd.

Op die manier is goed digitaal informatiebeheer van essentieel belang voor zaakgericht werken. Maar in omgekeerde richting is er ook een belang. Digitale dossiervorming en digitale archivering zijn juist voor zaakgericht werken goed uitgewerkt en beschreven. Daarom ook kan de invoering van Zaakgericht werken het digitaal informatiebeheer in een organisatie, waaronder digitale dossiervorming en archivering, op een hoger plan brengen.

Tijd-, plaats- en apparaatonafhankelijk werken[bewerken]

Bij digitale dienstverlening is wel duidelijk dat je dat niet kunt organiseren met informatie die op papier staat. Maar voor de eigen werkprocessen van een moderne overheidsorganisatie is het ook niet meer passend. Want met de invoering van flexibele werkplekken kiezen overheidsorganisaties er steeds vaker voor om hun medewerkers meer keuze te geven bij het bepalen waar en wanneer ze hun werk doen. En werken met dergelijke 'flexplekken' gaat nou eenmaal niet samen met papieren informatiestromen en stapels papier.

Daarbij wordt ook het onderscheid tussen in- en extern vager. Bij een deadline wordt er 's avonds thuis gewerkt en bij een ziek kind in het gezin misschien ook overdag, of gewoon omdat het reistijd scheelt of omdat men thuis geconcentreerder kan werken aan dat belangrijke rapport. Een andere ontwikkeling is dat de balie en de spreekkamer van sommige overheidsorganisaties zich verplaatsen naar elders, in een buurthuis of aan de keukentafel bij de burger thuis. Met digitale informatie kunnen afstanden en tijd worden overbrugd, maar dan moet het wel betrouwbaar en goed toegankelijk zijn.

Ook wat betreft apparatuur staan de ontwikkelingen niet stil. Het heeft ook een naar: BYOD oftewel 'bring your own device'. In vergaderingen is de tabletcomputer inmiddels een normaal verschijnsel. Het is een vorm van professionaliteit en efficiëntie die we bij zowel medewerkers als bestuurders zien. En wederom is de voorwaarde: betrouwbare en goed toegankelijke digitale informatie.

De Open overheid[bewerken]

In 2013 heeft het kabinet met de Visie open overheid (PDF, 625 kB) en het Actieplan open overheid (PDF, 667 kB) gekozen voor de lijn om overheidsinformatie actief openbaar te gaan maken volgens het principe 'openbaar tenzij'. Het zal duidelijk zijn dat het enige praktische kanaal voor het op omvangrijke schaal openbaar maken van overheidsinformatie, internet is. Maar dan moet die informatie wel in digitale vorm bewaard zijn en beschikbaar en leesbaar zijn.

Dat geldt ook voor informatie over zaken die al zijn afgedaan en die vervolgens is gearchiveerd. Ook dat moet in een goed georganiseerde overheidsorganisatie digitaal gebeuren, want papier kun je nou eenmaal niet ontsluiten via internet.

Belangrijk bij openbaarmaking via internet is de vindbaarheid ervan op internet. Dat vergt het toevoegen van zogenoemde metagegevens. Op internet kunnen die functioneren als trefwoorden waarop de burger kan zoeken. Het toevoegen van die (digitale) metagegevens gebeurt voor een belangrijk deel al in het werkproces waar de desbetreffende informatie ontstaat, simpelweg omdat juist in dat werkproces en op het moment van het ontstaan van die informatie goed duidelijk is wat de betekenis en context van de informatie is.

Relevant in dit verband is ook de Wet openbaarheid bestuur (Wob). De Wob regelt voor alle burgers het recht op informatie van de overheid, zodat zij inzage kunnen hebben in het handelen van de overheid en zij goed geïnformeerd kunnen deelnemen aan democratische processen en overheidsbesluitvorming. Overheidsinformatie is altijd openbaar, tenzij de Wob of andere wetgeving bepaalt dat de informatie die de burger vraagt, niet geschikt is om openbaar te maken. Dat betekent dat elke burger met een beroep op de Wob een verzoek kan doen tot openbaarmaking van bepaalde overheidsinformatie. Als de overheidsorganisatie waarbij een Wob-verzoek wordt ingediend, in gebreke blijft, dan kan de burger deze organisatie dwingen tot het aan hem betalen van een dwangsom. Niet zelden is het voldoen aan een Wob-verzoek nogal arbeidsintensief omdat het lastig is de gevraagde informatie te vinden en vervolgens aan de burger beschikbaar te stellen. Dat is een van de redenen waarom de overheid kiest voor een beleid dat streeft naar actieve openbaarmaking. Dat moet overheidsorganisaties stimuleren tot een pro-actieve houding in deze, hetgeen neerkomt op het zodanig digitaal opslaan en beheren van overheidsinformatie dat deze daarbij al direct wordt voorbereid op ontsluiting via internet.

Ketensamenwerking[bewerken]

Overheidsorganisaties werken meer en meer samen in ketens. Betrouwbare en bruikbare digitale informatie is daarbij nog belangrijker dan bij werkprocessen die binnen de grenzen van de organisatie blijven. Intern is werken met papieren informatie niet ideaal maar 'nog te doen'. Papieren stukken en dossiers 'stromen' dan door de organisatie, van de ene naar de andere afdeling. Tussen organisaties is dat lastig tot - bij nauwe samenwerking - nauwelijks te doen. De overheid gaat daar tegenwoordig ook van uit. Overheidsorganisaties zien digitale informatie, digitale informatiesystemen en de koppelingen daartussen als een voorwaarde voor ketensamenwerking. Betrouwbaarheid en kwaliteit van die informatie is dan zo mogelijk nog belangrijker dan wanneer die informatie binnen de grenzen van de eigen organisatie blijft. De andere partij of partijen moeten er op kunnen vertrouwen dat de informatie die gedeeld wordt, juist is en volledig.

Extra maatregelen zijn ook nodig voor de leesbaarheid van informatie, omdat ketenpartners vaak met andere apparatuur en andere informatiesystemen werken. Die leesbaarheid wordt geregeld door het maken van gezamenlijke afspraken over Semantiek, hetgeen staat voor de betekenis van informatie, en door het werken met gestandaardiseerde opslag- en berichtenformaten.

Informatiebeveiliging[bewerken]

De laatste jaren wordt het belang van een goede informatiebeveiliging voluit erkend. Het is een complex vakgebied, dat gericht is op het beheersbaar maken van risico's. Belangrijke aspecten zijn:

  • de beschikbaarheid van informatie, onder andere in de betekenis van bedrijfszekerheid;
  • de integriteit oftewel de betrouwbaarheid van informatie;
  • de vertrouwelijkheid van informatie, waaronder de aspecten privacy, gevoelige bedrijfsinformatie en toegang voor wie bevoegd is, dit laatste via het mechanisme van achtereenvolgens identificatie, authenticatie en autorisatie;
  • de controleerbaarheid van informatie en maatregelen.

Zie verder het NORA-thema Beveiliging.

Ons digitale erfgoed[bewerken]

Een moderne democratische rechtstaat beschrijft haar eigen geschiedenis. Dat is een maatschappelijk belang. Besluitvorming in politieke en bestuurlijke organisaties en het handelen van de overheid als beleidsvormend en beleidsuitvoerend orgaan zijn cultuurhistorisch gezien van belang en vormen een belangrijk element van geschiedschrijving.

Daarnaast heeft de overheid de taak om ook ontwikkelingen in de maatschappij en culturele uitingen in de maatschappij te documenteren en voor het nageslacht te bewaren. Ook dat zal in toenemende mate in digitale vorm moeten gebeuren. Want voor het reproduceren van wat nu wordt vastgelegd, zal in de toekomst steeds vaker vooral of zelfs uitsluitend digitale apparatuur beschikbaar zijn. En dat vergt nu al nieuwe technieken en maatregelen. Want net als 'gewone' digitale overheidsinformatie is ook ons digitale erfgoed vluchtig van karakter. Zonder maatregelen gaat het gemakkelijk verloren.

Risico's[bewerken]

Met veel risico's is iets vreemds aan de hand. Meestal gaat het goed. Want hoe vaak staat een overheidsorganisatie nou voor de rechter? Aan de andere kant ligt de overheid in de hedendaagse samenleving voortdurend onder het vergrootglas van de media, van maatschappelijke organisaties en van de eigen burgers die op internet en via social media ook voluit mee kunnen communiceren.

Duidelijk is ook dat als het fout, omdat een politieke organisatie of overheidsorganisatie geen 'digitaal bewijs' heeft en zich niet kan verantwoorden, het vaak ook goed fout gaat. Geen bestuurder wil op de verkeerde manier in de krant of op de TV komen, en zeker niet omdat men de eigen digitale informatievoorziening niet op orde heeft of in het verleden had.

Samenvattend[bewerken]

Een goede invulling van digitaal informatiebeheer en digitale duurzaamheid is tegenwoordig randvoorwaardelijk voor het goed functioneren van een overheidsorganisatie. Het is van belang of zelfs een voorwaarde voor:

  • de bedrijfsvoering;
  • digitale dienstverlening;
  • tijd-, plaats en apparaatonafhankelijk werken;
  • ketensamenwerking;
  • verantwoording en bewijsvoering;
  • het voldoen aan wet- en regelgeving;
  • het beheersbaar maken en houden van bestuurlijke risico's;
  • actieve openbaarmaking in het kader van een open en transparante overheid;
  • het bewaren en naar het publiek ontsluiten van informatie die cultuurhistorisch gezien van betekenis is (ons culturele erfgoed).
Cartoons Digitale duurzaamheid.jpg

Redactie en contact[bewerken]

Reacties zoals aanvullingen en suggesties kunnen naar Xander van der Linde, coördinator NORA Digitale duurzaamheid, nora@ictu.nl met een c.c. naar architectuur@ictu.nl.