BIO Thema Middleware/Use case Applicaties met integratiefuncties
Alle hoofdstukken bij BIO Thema-uitwerking Middleware:
|
In deze implementatie zijn alle applicaties van organisatie A voorzien van eigen integratiefuncties. De verschillende applicaties verzorgen vanuit de bedrijfsprocessen P, Q en R zelf het berichtenverkeer, zie afbeelding 11. Voordeel daarvan is de onafhankelijkheid van de platformen voor wat betreft performance en beschikbaarheid. Ook is er geen sprake van een ‘single point of failure’-effect in een centraal platform. Nadelen zijn de dubbeling van het beheer, de beheersingskosten voor de instandhouding van meervoudige functies met hetzelfde doel en de extra kosten voor pentesten etc.
Een tweede belangrijk nadeel van deze opstelling is dat alles point-to-point met elkaar verbonden wordt. Als proces Q verhuist, dan moeten P en R meebewegen. Bij het gebruik van centraal opgestelde integratietechnologie hebben processen P en R geen notie van wat er met Q gebeurt.
Kenmerken zijn:
- Koppeling met andere platformen is onderdeel van applicatieverantwoordelijkheid
- Meervoudige toepassing van dezelfde functionaliteit
- Geen specialisatievoordeel
Beveiligingsobjecten
Omdat de integratiefuncties hier integraal onderdeel zijn van de applicatie zelf, blijven relevante beveiligingsobjecten voor deze implementatie beperkt tot de beveiliging van berichtenverkeer, wat afhankelijk van de classificatie van de data op verschillende manieren opgelost wordt; van een simpele SSL/TLS-koppeling tot een meer geavanceerde koppeling op basis van Message Level Security.
Applicatieontwikkelaars dienen over de benodigde specialistische kennis beschikken om deze maatregelen in te kunnen bouwen in hun applicaties.