FDS Uitgangspunten

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
NB: Deze pagina is geen onderdeel van de reguliere NORA, maar een testruimte. Het is dus niet zeker of de inhoud zoals u die ziet juist, actueel en betrouwbaar is.
Terug naar FDS Basis concept

Datasoevereiniteit[bewerken]

Data-aanbieders behouden binnen FDS controle over de beschrijving van en de toegang tot de data waarvoor ze verantwoordelijk zijn, op grond van hun wettelijke taak.

Decentraal wat kan en centraal als het moet[bewerken]

In het federale stelsel conformeren de leden aan collectieve afspraken, standaarden en voorzieningen. Het uitgangspunt is om voorzieningen alleen verplicht te stellen als dat functioneel noodzakelijk is om de doelen van het FDS te realiseren. Verplicht te gebruiken zijn bepaalde centrale voorzieningen alleen als dat in wetgeving of de collectieve afspraken zo is opgenomen.

Met collectieve afspraken wordt bedoeld de richtlijnen, convenanten, standaarden, etc., die worden benoemd in een formeel vast te stellen en te onderhouden FDS-afsprakenkader.

Afspraken boven (open) standaarden boven voorzieningen[bewerken]

FDS gaat uit van het principe 'Afspraken gaan boven standaarden en standaarden gaan boven voorzieningen'. De nadruk ligt niet op realisatie en beheer van (generieke) IT-voorzieningen, maar op ontwikkelen en toepassen van generieke afsprakenkaders en standaarden.

Het principe houdt in dat voor stelseldoelen die volledig behaald kunnen worden met een of meer bindende stelselafspraken, geen stelselstandaard of stelselvoorziening wordt ontwikkeld. Als stelselafspraken alleen niet toereikend zijn, kan (ook) een stelselstandaard worden afgesproken. Pas als ook een stelselstandaard niet toereikend is, kan een generiek toepasbare stelselvoorziening worden ontwikkeld.

Voor standaarden hanteert FDS het uitgangspunt dat dit open standaarden zijn.

Data bij de bron[bewerken]

Met dit uitgangspunt volgt FDS de ontwikkelingen die er zijn op dit gebied en volgt FDS ook het NORA architectuurprincipe Informeer bij de bron, en de implicaties ervan.

Het NORA principe stelt dat er voor gegevens die de overheid gebruikt, altijd één bron bestaat die als leidend kan worden beschouwd. Dat sluit niet uit dat er meerdere bronnen kunnen zijn met dezelfde data. Dat kunnen (technische) kopieën zijn of afleidingen van de bron. Voor FDS geldt het uitgangspunt dat data zo dicht mogelijk bij de bron wordt betrokken. Elke kopie of afleiding en daaropvolgende kopie of afleiding brengt de data verder weg van de bron en verhoogt het risico op inconsistenties en fouten in de data.

FDS geeft invulling aan dit uitgangspunt met het concept van datadelen via dataservices die toegang geven tot data bij de bron of zo dicht mogelijk daarbij. Dit draagt ook bij aan het uitgangspunt van data-soevereiniteit. De houders van de bronnen houden beter zicht op de data die rechtstreeks, of eventueel via een enkele afleiding, van hun bron worden afgenomen. Er is ook beter zicht op de afnemers van de data. Hoe verder de data van de bron raakt, hoe lastiger het zicht wordt op verantwoord gebruik.

Sectoroverstijgend datadelen[bewerken]

FDS wil zich in het Nederlandse en Europese landschap van datastelsels (of data spaces) positioneren als verbindende schakel tussen sectoraal ingerichte stelsels. De focus van FDS is daarmee gericht op sectoroverstijgende datadeel-relaties, in de veronderstelling dat datadeel-relaties binnen een sector de focus zijn van de sectorale datastelsels. Dat betekent niet dat intra-sectorale datadeel-relaties niet mogelijk zijn binnen FDS. Maar FDS kan geen rekening houden met alle eisen en wensen die voor een sector specifiek zijn.

De sectoroverstijgende datadeel-relaties worden ondersteund door adequate beschrijving van de data (de metadata) en door de zogeheten Informatiekundige Kern (IK).

Vertrouwensraamwerk[bewerken]

FDS is gericht op het opbouwen van vertrouwen. Hiervoor is een raamwerk nodig waarmee dat vertrouwen wordt opgebouwd en gewaarborgd. Een vertrouwensraamwerk bestaande uit functies en mechanismen gericht op ondersteunen van o.a.:

  • veilig en verantwoord gebruik van data,
  • waarborgen van privacy,
  • rechtmatige en gerechtvaardigde toegang tot data,
  • transparantie over aanbod en gebruik van data,
  • faciliteren van certificeringen en audits,
  • toezicht en audits,
  • ...

Deze en andere functies moeten het vertrouwen van de deelnemers in het stelsel vergroten.