ISOR:Nationaal identificerend nummer: verschil tussen versies

Uit NORA Online
ISOR:Nationaal identificerend nummer
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (1 versie: Import elementen de Privacy Baseline)
k (redactie)
 
(12 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{#Element:
{{#element:
|Elementtype=Norm
|ID=PRIV_U.01.06.01
|ID=PRIV_U.01.06.01
|Titel=Nationaal identificerend nummer
|Titel=Nationaal identificerend nummer
|Elementtype=Norm
|Versieaanduiding=3.3
|Is subnorm=0
|Versieaanduiding=3.1
|Gebruik in Nederlandse publieke sector=In gebruik
|Gebruik in Nederlandse publieke sector=In gebruik
|Status actualiteit=Actueel
|Status actualiteit=Actueel
|Practice=CIP
|Practice=CIP
|Redactionele wijzigingsdatum=16-10-17
|Publicatiedatum=2017/10/16
|Publicatiedatum=16-10-17
|Redactionele wijzigingsdatum=2020/06/04
|Toelichting=Avg art 87 geeft een grondslag om bij lidstatelijk recht specifieke voorwaarden te stellen aan de verwerking van een nationaal identificatienummer. Artikel 38 van de Uitvoeringswet Avg regelt het gebruik van wettelijk voorgeschreven nummers.
Artikel 44 van de Uitvoeringswet Avg regelt dat een nummer dat ter identificatie van een persoon bij wet is voorgeschreven, bij de verwerking van persoonsgegevens slechts gebruikt wordt ter uitvoering van de betreffende wet dan wel voor doeleinden bij de wet bepaald. In feite is dit een kapstokbepaling op basis waarvan in andere wetten invulling kan worden gegeven aan dergelijke nummers.
Voor de overheid is het gebruik van een uniek persoonsnummer, het burgerservicenummer (BSN), geregeld in Wabb art. 10. Overheidsorganen kunnen bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van hun publieke taak gebruik maken van het burgerservicenummer zonder dat daarvoor nadere regelgeving vereist is. Voor instellingen die geen beroep kunnen doen op Wabb art. 10 dient het gebruik te zijn voorgeschreven in sectorale wetgeving. Zo geldt bijvoorbeeld voor de zorgsector de Wet gebruik burgerservicenummer in de Zorg en moeten banken het BSN gebruiken voor uitwisseling van gegevens met de Belastingdienst. Daarnaast zijn andere identificerende nummers in gebruik, bijvoorbeeld het onderwijsnummer, dat overeenkomt met het burgerservicenummer tenzij de deelnemer geen burgerservicenum-mer heeft.
Noch in de bepaling zoals deze was opgenomen in de Wbp, noch in sectorspecifieke voorschriften worden veranderingen voorzien ten aanzien van het burgerservicenummer.
|Heeft bron=de Privacy Baseline
|Beveiligingsaspect=Uitvoering
|Beveiligingsaspect=Uitvoering
|Stelling=Het bepalen van een nummer dat ter identificatie van een persoon bij wet is voorgeschreven wordt slechts gebruikt ter uitvoering van de betreffende wet dan wel voor doeleinden die bij de wet bepaald:
|Stelling=Het bepalen van een nummer dat ter identificatie van een persoon bij wet is voorgeschreven wordt slechts gebruikt ter uitvoering van de betreffende wet dan wel voor doeleinden die bij de wet zijn bepaald{{Noot|UAVG|Art. 46}}:
a. Overheidsorganen kunnen bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van hun publieke taak gebruik maken van het burgerservicenummer (BSN), zonder dat daarvoor nadere regelgeving vereist is.
*Overheidsorganen kunnen bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van hun publieke taak (dus met een specifieke wettelijke grondslag) gebruik maken van het burgerservicenummer (BSN), zonder dat daarvoor nadere regelgeving vereist is.
b. Het burgerservicenummer (BSN) als uniek persoonsnummer voldoet aan artikel 10 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer (Wabb).
*Voor instellingen die geen beroep kunnen doen op Wabb Art. 10 dient het gebruik te zijn voorgeschreven in sectorale wetgeving.
c. Voor instellingen die geen beroep kunnen doen op Wabb art. 10 dient het gebruik te zijn voorgeschreven in sectorale wetgeving. Zo geldt bijvoorbeeld voor de zorgsector de Wet gebruik burgerservicenummer in de Zorg en moeten banken het BSN gebruiken voor uitwisseling van gegevens met de Belastingdienst. Daarnaast zijn andere identificerende nummers in gebruik, bijvoorbeeld het onderwijsnummer, dat overeenkomt met het burgerservice¬nummer, tenzij de deelnemer geen burgerservicenummer heeft.
*De (anno 2019) in de maak zijnde wet Digitale overheid (voorheen: Wet generieke digitale infrastructuur - GDI) maakt het noodzakelijk dat er ook voor private partijen een wettelijke grondslag komt voor het verwerken van het BSN in het kader van authenticatie{{Noot|Mvt bij de GDI|pag. 15}}.
|Conformiteitsindicator=nationaal identificerend nummer
|Conformiteitsindicator=nationaal identificerend nummer
|Invalshoek=Onbekend
|Toelichting=<br>''Toelichting''<br>
*AVG Art. 87 geeft een grondslag om bij lidstatelijk recht specifieke voorwaarden te stellen aan de verwerking van een nationaal identificatienummer. UAVG Art. 46 regelt het gebruik van wettelijk voorgeschreven nummers. Dit artikel bepaalt dat een nummer dat ter identificatie van een persoon bij wet is voorgeschreven, bij de verwerking van persoonsgegevens slechts gebruikt wordt ter uitvoering van de betreffende wet dan wel voor doeleinden bij de wet bepaald. In feite is dit een kapstokbepaling op basis waarvan in andere wetten invulling kan worden gegeven aan dergelijke nummers.
*De Mvt zegt erover: "Aldus is een afweging op het niveau van de formele wet in beginsel gegarandeerd. Er is met andere woorden voor gekozen om op dit punt geen delegatie door de formele wetgever toe te staan en eventuele andere gebruiksdoeleinden dienen derhalve door de formele wetgever zelf te worden vastgesteld. Wel is het op grond van het tweede lid mogelijk om bij algemene maatregel van bestuur andere gevallen aan te wijzen waarin een persoonsnummer mag worden gebruikt. Ook bestaat hier voor verdere verwerking van een dergelijk nummer dus geen ruimte voor een eigen afweging van de verwerkingsverantwoordelijke." {{Noot|Mvt UAVG|toelichting bij Art 46}}. En: "Uit een oogpunt van bescherming van de persoonlijke levenssfeer is het noodzakelijk geacht om aan het gebruik van identificatienummers beperkingen te stellen. Vast staat immers dat persoonsnummers de koppeling van verschillende bestanden aanzienlijk vergemakkelijken en daarmee een extra bedreiging voor de persoonlijke levenssfeer vormen".
*Mvt bij de Gdi, pag. 15, onder Verwerking persoonsgegevens: "Wettelijke grondslag is tenslotte noodzakelijk vanwege het feit, dat in het kader van authenticatie sprake is van de verwerking van persoonsgegevens, waaronder het bsn, door publieke en private partijen". Het wetsvoorstel voorziet in de benoeming van 'bij authenticatie betrokken erkende diensten' die werkzaamheden uitoefenen die verband houden met een veilige en betrouwbare authenticatie in het publieke domein [https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?cfg=wetsvoorsteldetails&qry=wetsvoorstel%3A34972 https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?cfg=wetsvoorsteldetails&qry=wetsvoorstel%3A34972].
*Voor de overheid is het gebruik van een uniek persoonsnummer, het burgerservicenummer (BSN), geregeld in Wabb Art. 10. Overheidsorganen kunnen bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van hun publieke taak gebruik maken van het burgerservicenummer zonder dat daarvoor nadere regelgeving vereist is. Voor instellingen die geen beroep kunnen doen op Wabb Art. 10 dient het gebruik te zijn voorgeschreven in sectorale wetgeving. Zo geldt bijvoorbeeld voor de zorgsector de Wet gebruik burgerservicenummer in de Zorg en moeten banken het BSN gebruiken voor uitwisseling van gegevens met de Belastingdienst. Daarnaast zijn andere identificerende nummers in gebruik, bijvoorbeeld het onderwijsnummer, dat overeenkomt met het burgerservicenummer tenzij de deelnemer geen burgerservicenummer heeft.
|Heeft bron=de Privacy Baseline
|Realiseert=ISOR:Doelbinding gegevensverwerking
|Kent element met zelfde titel=Nee
|Is subnorm=Nee
|Voetnoten=Nee
|Heeft ouder=ISOR:Doelbinding gegevensverwerking
|Heeft ouder=ISOR:Doelbinding gegevensverwerking
|Realiseert=ISOR:Doelbinding gegevensverwerking
}}
}}

Huidige versie van 19 jun 2020 om 10:39

Logo ISOR normen (een hangslot met de tekst ISOR norm)

Stelling

Het bepalen van een nummer dat ter identificatie van een persoon bij wet is voorgeschreven wordt slechts gebruikt ter uitvoering van de betreffende wet dan wel voor doeleinden die bij de wet zijn bepaaldUAVG Art. 46:

  • Overheidsorganen kunnen bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van hun publieke taak (dus met een specifieke wettelijke grondslag) gebruik maken van het burgerservicenummer (BSN), zonder dat daarvoor nadere regelgeving vereist is.
  • Voor instellingen die geen beroep kunnen doen op Wabb Art. 10 dient het gebruik te zijn voorgeschreven in sectorale wetgeving.
  • De (anno 2019) in de maak zijnde wet Digitale overheid (voorheen: Wet generieke digitale infrastructuur - GDI) maakt het noodzakelijk dat er ook voor private partijen een wettelijke grondslag komt voor het verwerken van het BSN in het kader van authenticatieMvt bij de GDI pag. 15.


Toelichting

  • AVG Art. 87 geeft een grondslag om bij lidstatelijk recht specifieke voorwaarden te stellen aan de verwerking van een nationaal identificatienummer. UAVG Art. 46 regelt het gebruik van wettelijk voorgeschreven nummers. Dit artikel bepaalt dat een nummer dat ter identificatie van een persoon bij wet is voorgeschreven, bij de verwerking van persoonsgegevens slechts gebruikt wordt ter uitvoering van de betreffende wet dan wel voor doeleinden bij de wet bepaald. In feite is dit een kapstokbepaling op basis waarvan in andere wetten invulling kan worden gegeven aan dergelijke nummers.
  • De Mvt zegt erover: "Aldus is een afweging op het niveau van de formele wet in beginsel gegarandeerd. Er is met andere woorden voor gekozen om op dit punt geen delegatie door de formele wetgever toe te staan en eventuele andere gebruiksdoeleinden dienen derhalve door de formele wetgever zelf te worden vastgesteld. Wel is het op grond van het tweede lid mogelijk om bij algemene maatregel van bestuur andere gevallen aan te wijzen waarin een persoonsnummer mag worden gebruikt. Ook bestaat hier voor verdere verwerking van een dergelijk nummer dus geen ruimte voor een eigen afweging van de verwerkingsverantwoordelijke." Mvt UAVG toelichting bij Art 46. En: "Uit een oogpunt van bescherming van de persoonlijke levenssfeer is het noodzakelijk geacht om aan het gebruik van identificatienummers beperkingen te stellen. Vast staat immers dat persoonsnummers de koppeling van verschillende bestanden aanzienlijk vergemakkelijken en daarmee een extra bedreiging voor de persoonlijke levenssfeer vormen".
  • Mvt bij de Gdi, pag. 15, onder Verwerking persoonsgegevens: "Wettelijke grondslag is tenslotte noodzakelijk vanwege het feit, dat in het kader van authenticatie sprake is van de verwerking van persoonsgegevens, waaronder het bsn, door publieke en private partijen". Het wetsvoorstel voorziet in de benoeming van 'bij authenticatie betrokken erkende diensten' die werkzaamheden uitoefenen die verband houden met een veilige en betrouwbare authenticatie in het publieke domein https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?cfg=wetsvoorsteldetails&qry=wetsvoorstel%3A34972.
  • Voor de overheid is het gebruik van een uniek persoonsnummer, het burgerservicenummer (BSN), geregeld in Wabb Art. 10. Overheidsorganen kunnen bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van hun publieke taak gebruik maken van het burgerservicenummer zonder dat daarvoor nadere regelgeving vereist is. Voor instellingen die geen beroep kunnen doen op Wabb Art. 10 dient het gebruik te zijn voorgeschreven in sectorale wetgeving. Zo geldt bijvoorbeeld voor de zorgsector de Wet gebruik burgerservicenummer in de Zorg en moeten banken het BSN gebruiken voor uitwisseling van gegevens met de Belastingdienst. Daarnaast zijn andere identificerende nummers in gebruik, bijvoorbeeld het onderwijsnummer, dat overeenkomt met het burgerservicenummer tenzij de deelnemer geen burgerservicenummer heeft.

Bovenliggende principe(s)

Deze norm realiseert het principe Doelbinding gegevensverwerking via de conformiteitsindicator nationaal identificerend nummer.

Grondslag