Virtualisatie serverplatform
De wijzigingen betreffen met name de uniformering van objectdefinities en objectnamen in en tussen BIO Thema-uitwerkingen.
Versie 2.1 in PDF-formaat is op de website CIP-overheid/producten gepubliceerd.
|
Objectdefinitie
Betreft een of meer gescheiden logische omgevingen op één fysieke server of serverplatform.
Objecttoelichting
Servervirtualisatie stelt een organisatie in staat om een of meer gescheiden logische omgevingen te creëren op één fysieke server. Bij virtualisatie zijn drie soorten componenten betrokken: een fysieke server, een hypervisor en een of meerdere virtuele servers.
De hypervisor alloceert resources van de fysieke server naar elke onderliggende virtuele server, inclusief Central Processing Unit (CPU), geheugen, harddisk of netwerk. Hiermee zijn de virtuele servers in staat simultaan of geïsoleerd van elkaar te opereren. Deze drie componenten moeten voldoen aan specifieke eisen.
Criterium
Doelstelling
Risico
Indeling binnen ISOR
Dit beveiligingsprincipe:
- is gericht op het Beveiligingsaspect Uitvoering;
- valt binnen de Invalshoek Gedrag.
ℹ️(Klik om uitleg open/dicht te klappen)
Grondslag
De grondslag voor dit principe is The Standard of Good Practice for Information Security 2018 SY1.3
Onderliggende normen
ID | Conformiteitsindicator | Stelling |
---|---|---|
SVP_U.11.01 | Fysieke servers |
Fysieke servers die worden gebruikt om virtuele servers te hosten, worden beschermd tegen:
|
SVP_U.11.02 | Hypervisors |
Hypervisors worden geconfigureerd om:
|
SVP_U.11.03 | Virtuele servers |
Virtuele servers worden ingezet, geconfigureerd en onderhouden conform standaarden en procedures, die de bescherming omvat van:
|
SVP_U.11.04 | Virtuele servers |
Virtuele servers worden beschermd met standaard beveiligingsmechanismen op hypervisors, waaronder:
|