ISOR:Exit-strategie: verschil tussen versies
k (externe hyperlink aangepast) |
k (voetnoot hersteld) |
||
(10 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
|Elementtype=Beveiligingsprincipe | |Elementtype=Beveiligingsprincipe | ||
|ID=CLD_B.03 | |ID=CLD_B.03 | ||
|Titel=Exit strategie clouddiensten | |Titel=Exit-strategie clouddiensten | ||
|Versieaanduiding=1 | |Versieaanduiding=2.1 | ||
|Status actualiteit=Actueel | |Status actualiteit=Actueel | ||
|Redactionele wijzigingsdatum= | |Redactionele wijzigingsdatum=2022/01/17 | ||
|Publicatiedatum= | |Publicatiedatum=2021/10/29 | ||
|Beschrijving= | |Beschrijving===Objectdefinitie== | ||
Omvat het plan van handelen, inclusief voorwaarden voor de beëindiging van de dienstverlening bij een bestaande Cloud Service Provider (CSP), plus het kunnen overzetten van data en IT-diensten naar een nieuwe CSP. | |||
Om verschillende redenen kan een CSC de dienstverlening van de CSP willen beëindigen. Enerzijds planmatig, zoals bij het einde van de contracttermijn, anderszins | ==Objecttoelichting== | ||
|Criterium=In de | Omdat geen enkel contract voor eeuwig is, moet een Cloud Service Consumer (CSC) op een zeker moment afscheid kunnen nemen van de CSP. Als bij het afsluiten van de clouddienst geen bindende afspraken zijn gemaakt over het afscheid nemen, kan het heel lastig of kostbaar worden om data te migreren naar een andere CSP. | ||
De organisatie moet rekening houden met een ‘vendor lock-in’. Het is daarom van belang, nog voor het aangaan van een overeenkomst met een CSP, een exit-strategie te ontwikkelen. De exit-strategie dient de voorwaarden voor mutaties van data te bevatten. Het is ook mogelijk de praktische uitwerking van de exit-strategie op te nemen in een Service Level Agreement (SLA). | |||
Om verschillende redenen kan een CSC de dienstverlening van de CSP willen beëindigen. Enerzijds planmatig, zoals bij het einde van de contracttermijn, anderszins vanwege moverende redenen, zoals niet voldoen aan de afspraken, overname van de CSP door een andere organisatie. Het niet planmatig beëindigen is gerelateerd aan de exit-strategie, dat onderdeel is van bedrijfscontinuïteitsmanagement (BCM). Het planmatig beëindigen van de dienstverlening raakt de transitie en is onderdeel van Service Level Management (SLM). | |||
|Criterium=In de clouddienstenovereenkomst tussen de CSP en CSC behoort een exit-strategie te zijn opgenomen waarbij zowel een aantal ''bepalingen''{{Ref|Weolcan|Weolcan: https://blog.weolcan.eu/wat-is-een-cloud-exit-strategie-precies-en-hoe-voer-je-het-uit}} over exit zijn opgenomen, als een aantal ''condities''{{Ref|Weolcan}} die aanleiding kunnen geven tot een exit. | |||
|Doelstelling=Het vooraf vaststellen wat de organisatie wil nastreven bij beëindiging van clouddiensten en hoe dat bereikt gaat worden. | |||
|Risico=Het niet beschikken over een overeengekomen leidraad/globale manier van aanpak bij beëindiging van leverancierscontracten. | |||
|Beveiligingsaspect=Beleid | |Beveiligingsaspect=Beleid | ||
|Invalshoek=Intentie | |Invalshoek=Intentie | ||
|Grondslag=* | |Grondslag=* CIP-netwerk | ||
|Conformiteitsindicator=Bepalingen, condities | |||
|Conformiteitsindicator= | |||
|Heeft bron=BIO Thema Clouddiensten | |Heeft bron=BIO Thema Clouddiensten | ||
|Status Actualiteit=Actueel | |Status Actualiteit=Actueel | ||
|Heeft ouder=ISOR:BIO Thema Clouddiensten Beleid | |Heeft ouder=ISOR:BIO Thema Clouddiensten Beleid | ||
}} | }} |
Huidige versie van 17 jan 2022 om 12:33
De wijzigingen betreffen met name de uniformering van objectdefinities en objectnamen in en tussen BIO Thema-uitwerkingen.
Versie 2.1 in PDF-formaat is op de website CIP-overheid/producten gepubliceerd.
Verwante principes |
Objectdefinitie
Omvat het plan van handelen, inclusief voorwaarden voor de beëindiging van de dienstverlening bij een bestaande Cloud Service Provider (CSP), plus het kunnen overzetten van data en IT-diensten naar een nieuwe CSP.
Objecttoelichting
Omdat geen enkel contract voor eeuwig is, moet een Cloud Service Consumer (CSC) op een zeker moment afscheid kunnen nemen van de CSP. Als bij het afsluiten van de clouddienst geen bindende afspraken zijn gemaakt over het afscheid nemen, kan het heel lastig of kostbaar worden om data te migreren naar een andere CSP.
De organisatie moet rekening houden met een ‘vendor lock-in’. Het is daarom van belang, nog voor het aangaan van een overeenkomst met een CSP, een exit-strategie te ontwikkelen. De exit-strategie dient de voorwaarden voor mutaties van data te bevatten. Het is ook mogelijk de praktische uitwerking van de exit-strategie op te nemen in een Service Level Agreement (SLA).
Om verschillende redenen kan een CSC de dienstverlening van de CSP willen beëindigen. Enerzijds planmatig, zoals bij het einde van de contracttermijn, anderszins vanwege moverende redenen, zoals niet voldoen aan de afspraken, overname van de CSP door een andere organisatie. Het niet planmatig beëindigen is gerelateerd aan de exit-strategie, dat onderdeel is van bedrijfscontinuïteitsmanagement (BCM). Het planmatig beëindigen van de dienstverlening raakt de transitie en is onderdeel van Service Level Management (SLM).
Criterium
Doelstelling
Risico
Indeling binnen ISOR
Dit beveiligingsprincipe:
- is gericht op het Beveiligingsaspect Beleid;
- valt binnen de Invalshoek Intentie.
ℹ️(Klik om uitleg open/dicht te klappen)
Grondslag
De grondslag voor dit principe is CIP-netwerk
Onderliggende normen
ID | Conformiteitsindicator | Stelling |
---|---|---|
CLD_B.03.01 | Bepalingen |
De Cloud Service Consumer (CSC) legt in de overeenkomst een aantal bepalingen over de exit-regeling vast, zoals:
|
CLD_B.03.02 | Condities |
De Cloud Service Consumer (CSC) kan buiten het verstrijken van de contractperiode besluiten over te gaan tot exit als sprake is van aspecten die gerelateerd zijn aan:
|