Exit-strategie clouddiensten

Uit NORA Online
ISOR:Exit-strategie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Versie 2.0 van 1 juni 2021 van de BIO Thema-uitwerking Clouddiensten is vervangen door versie 2.1 van 29 oktober 2021.
De wijzigingen betreffen met name de uniformering van objectdefinities en objectnamen in en tussen BIO Thema-uitwerkingen.
Versie 2.1 in PDF-formaat is op de website CIP-overheid/producten gepubliceerd.
Logo ISOR themaprincipes (vier hangsloten die in elkaar geklikt zitten met tekst ISOR Beveiliging Principe)

Objectdefinitie

Omvat het plan van handelen, inclusief voorwaarden voor de beëindiging van de dienstverlening bij een bestaande Cloud Service Provider (CSP), plus het kunnen overzetten van data en IT-diensten naar een nieuwe CSP.

Objecttoelichting

Omdat geen enkel contract voor eeuwig is, moet een Cloud Service Consumer (CSC) op een zeker moment afscheid kunnen nemen van de CSP. Als bij het afsluiten van de clouddienst geen bindende afspraken zijn gemaakt over het afscheid nemen, kan het heel lastig of kostbaar worden om data te migreren naar een andere CSP.


De organisatie moet rekening houden met een ‘vendor lock-in’. Het is daarom van belang, nog voor het aangaan van een overeenkomst met een CSP, een exit-strategie te ontwikkelen. De exit-strategie dient de voorwaarden voor mutaties van data te bevatten. Het is ook mogelijk de praktische uitwerking van de exit-strategie op te nemen in een Service Level Agreement (SLA).


Om verschillende redenen kan een CSC de dienstverlening van de CSP willen beëindigen. Enerzijds planmatig, zoals bij het einde van de contracttermijn, anderszins vanwege moverende redenen, zoals niet voldoen aan de afspraken, overname van de CSP door een andere organisatie. Het niet planmatig beëindigen is gerelateerd aan de exit-strategie, dat onderdeel is van bedrijfscontinuïteitsmanagement (BCM). Het planmatig beëindigen van de dienstverlening raakt de transitie en is onderdeel van Service Level Management (SLM).


Criterium

In de clouddienstenovereenkomst tussen de CSP en CSC behoort een exit-strategie te zijn opgenomen waarbij zowel een aantal bepalingen1 over exit zijn opgenomen, als een aantal condities1 die aanleiding kunnen geven tot een exit.

Doelstelling

Het vooraf vaststellen wat de organisatie wil nastreven bij beëindiging van clouddiensten en hoe dat bereikt gaat worden.

Risico

Het niet beschikken over een overeengekomen leidraad/globale manier van aanpak bij beëindiging van leverancierscontracten.

Indeling binnen ISOR

Dit beveiligingsprincipe:

ℹ️(Klik om uitleg open/dicht te klappen)

De ISOR-wiki bevat normenkaders waarin beveiligings- en privacyprincipes zijn beschreven. Deze themaprincipes zijn conform de SIVA-methodiek ingedeeld in drie aspecten: Beleid, Uitvoering of Control. Daarnaast zijn ze geordend in invalshoeken: Intentie, Functie, Gedrag, Structuur.

Grondslag

De grondslag voor dit principe is CIP-netwerk

Onderliggende normen

IDConformiteitsindicatorStelling
CLD_B.03.01 Bepalingen

De Cloud Service Consumer (CSC) legt in de overeenkomst een aantal bepalingen over de exit-regeling vast, zoals:

  • De exit-bepaling geldt zowel bij het einde van de overeenkomst als om valide redenen aangedragen door de CSC (zie conformiteitsindicator Condities).
  • De overeenkomst (en eventuele verwerkersovereenkomst) duurt voort totdat de exit-regeling helemaal is uitgevoerd.
  • De opzegtermijn geeft voldoende tijd om te kunnen migreren.
  • Data en configuratiegegevens (indien relevant) mogen pas na succesvolle migratie verwijderd worden.
  • Door een onafhankelijke partij wordt gecontroleerd en vastgesteld dat alle data is gemigreerd.
  • De exit-regeling wordt aangepast/anders ingevuld als de software die gebruikt wordt voor de clouddienst is gewijzigd.
CLD_B.03.02 Condities

De Cloud Service Consumer (CSC) kan buiten het verstrijken van de contractperiode besluiten over te gaan tot exit als sprake is van aspecten die gerelateerd zijn aan:

  • Contracten:
    • niet beschikbaarheid zijn van afgesproken performance;
    • eenzijdige wijziging door de Cloud Service Provider (CSP) van de Service Level Agreement (SLA);
    • prijsverhoging.
  • Geleverde prestatie/ondersteuning:
    • onvoldoende compensatie voor storingen;
    • niet leveren van de afgesproken beschikbaarheid of performance;
    • gebrekkige support.
  • Clouddienst(en):
    • nieuwe eigenaar of nieuwe strategie;
    • end-of-life van clouddienst(en);
    • achterwege blijvende features.