Eigenschap:Implicaties

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 50 pages using this property.
c
* Het niveau van beschikbaarheid is in overleg met afnemers vastgesteld. * De ondersteunende ICT-voorzieningen voldoen aan het voor de diensten overeengekomen niveau van beschikbaarheid. * De continuïteit van voorzieningen wordt bewaakt; bij bedreiging van die continuïteit wordt alarm geslagen. Er is voorzien in de aanpak van calamiteiten. * De toegankelijkheid van openbare informatie en van informatie die relevant is voor vertrouwelijke- en zaakgerelateerde diensten, is gewaarborgd. Wanneer informatie verplaatst is, of niet meer (online) beschikbaar, worden bezoekers doorverwezen naar de plaats waar deze wel te vinden is. * De afnemer merkt niets van wijzigingen in het beheer van de dienst. * Wanneer een nieuwe versie van een standaard geïmplementeerd wordt, blijft de aanbieder de oude versie ondersteunen zolang als dat volgens afspraak nodig is. * De dienstverlener en de afnemers maken afspraken over de periode waarin overgegaan wordt op een nieuwe versie van de standaard.   +
* De criteria voor juistheid, volledigheid en tijdigheid zijn vastgesteld * De bij levering van de dienst betrokken systemen: ** controleren vanuit een systeemvreemde omgeving ingevoerde gegevens op juistheid, tijdigheid en volledigheid, voordat verdere verwerking plaatsvindt. ** controleren te versturen gegevens op juistheid, volledigheid en tijdigheid ** controleren ter verwerking aangeboden gegevens op juiste, volledig en tijdige verwerking ** vergelijken periodiek kritieke gegevens die in verschillende gegevensverzamelingen voorkomen met elkaar op consistentie. Dit geldt alleen zolang als de gegevens niet frequent en integraal worden gesynchroniseerd met de brongegevens. ** analyseren periodieke logbestanden teneinde beveiligingsincidenten of de juiste werking van het systeem vast te stellen.   +
Controleer de verwerking van gegevens: * Zijn de criteria voor juistheid, en tijdigheid vastgesteld? * Worden gegevens die vanuit een systeemvreemde omgeving ingevoerd zijn eerst gecontroleerd op juistheid, tijdigheid en volledigheid, voordat verdere verwerking plaatsvindt? * Worden te versturen gegevens gecontroleerd op juistheid, volledigheid en tijdigheid? * Worden ter verwerking aangeboden gegevens gecontroleerd op juiste, volledig en tijdige verwerking? * Worden kritieke gegevens die in verschillende gegevensverzamelingen voorkomen periodiek met elkaar vergeleken op consistentie? (Dit geldt alleen zolang de gegevens niet frequent en integraal worden gesynchroniseerd met de brongegevens)  +
De controleerbaarheid van gebruikers- en systeemgedrag wordt gerealiseerd door registratie en bewaking van gebeurtenissen en door alarmering op het overschrijden van toelaatbare drempels. Specifiek voor logging: analyseer periodieke logbestanden om de juiste werking van het systeem vast te stellen en beveiligingsincidenten te detecteren.  +
d
* Voor de dienst is vastgesteld aan welke normen en standaarden deze moet voldoen. * De opzet van de dienst is in overeenstemming met deze normen en standaarden. Afwijkingen van de norm zijn geïdentificeerd. * Voor alle afwijkingen zijn voorzieningen getroffen.   +
Formuleer uniforme regels die gelden voor toegang tot de entiteiten (dienst, informatie, object) onafhankelijk van het kanaal.  +
De dienst: * is beschreven * de opzet is afgestemd met dienstverleners van verwante diensten om overlap en dubbel werk te voorkomen * sluit aan op de verwante diensten.  +
Zorg er voor dat diensten elkaar aanvullen en niet overlappen: * Geef een heldere beschrijving van je dienst * Stem de opzet van de dienst af met aanbieders van verwante diensten * Sluit aan op die verwante diensten Burgers en bedrijven moeten de dienst en de meerwaarde er van kunnen herkennen: de dienst moet uniek zijn en niet overlappen met andere diensten. Dat voorkomt verwarring en zorgt dat de beoogde gebruiker de dienst weet te vinden. Daarvoor moeten individuele organisaties zelf de verantwoordelijkheid nemen om hun dienstverlening naast elkaar te leggen en op elkaar af te stemmen. Dit voorkomt dubbel werk en overlappende diensten. De overheid als geheel kan zo efficiënter werken. En bij individuele dienstverleners komt capaciteit en focus vrij om zich te concentreren op de kwaliteit van de unieke dienst die ze aanbieden.  +
De dienst: * is zó beschreven dat de resultaten en voorwaarden ook in een andere context begrepen kunnen worden * maakt maximaal gebruik gemaakt van (open) standaarden om zo min mogelijk drempels op te werpen voor gebruik * kent een minimum aan gebruiksvoorwaarden * is aangemeld bij een landelijk serviceregister  +
* Diensten zijn over organisaties heen herbruikbaar. * Diensten zijn opgebouwd volgens het [[Vijflaagsmodel]]. * Er is een register met diensten beschikbaar. * Er is een bibliotheek met proces- en zaaktypedefinities beschikbaar, waardoor processen en zaken eenvoudig uit te wisselen zijn (zero-code).   +
* Op basis van de meta-informatie kan worden vastgesteld wat de oorspronkelijke reden is van het verzamelen van de informatie. * Het doel waarvoor informatie wordt uitgevraagd, is vastgelegd en getoetst door bevoegde instanties. * In samenwerkingsrelaties is vooraf bepaald wat het gemeenschappelijke doel van de samenwerking is en of alle deelnemers in het kader hiervan informatie mogen delen, bijvoorbeeld over personen.   +
Een gebruiker kan er op vertrouwen dat een informatieobject, zoals deze in de bron is vastgelegd, juist, actueel en volledig is. Fouten kunnen worden gemeld en hersteld. Daarbij is het van belang dat herstelwijzigingen worden gelogd, zodat traceerbaar is hoe foutieve gegevens zijn verwerkt en wat het effect daarvan is. Dit betekent dat: * De kwaliteit van de informatie transparant, verankerd en geborgd moet zijn binnen de processen van de verantwoordelijke en leverende organisatie (datamanagement). * Er gebruik moet worden gemaakt van gestandaardiseerde gegevensmodellen, gegevenswoordenboeken en catalogussen ten behoeve van machinematige verwerking van gegevens. * De informatie tijdens de gehele levenscyclus moet worden gemonitord, gecontroleerd, gevalideerd op basis van regels, kaders, normen en standaarden waarbij wijzigingen traceerbaar moeten worden gemaakt. * De informatie tijdens de gehele levenscyclus regelmatig moet worden getoetst aan wet- en regelgeving en daar verantwoording over moet worden afgelegd. * Er cyclisch gerapporteerd moet worden over de kwaliteit van de gegevens. Voor afwijkingen moeten de juiste maatregelen worden getroffen om de betrouwbaarheid en de kwaliteit van de informatie te kunnen waarborgen. * De informatie moet door de gehele lifecycle gevolgd kunnen worden vanaf de oorsprong tot aan het verwerken, opslaan, bewerken en beschikbaar stellen en/of vernietigen. (data-lineage). * Er gebruik moet worden gemaakt van authentieke- en/of kwalitatieve bronnen.  +
e
*In de dienstbeschrijving is duidelijk op welke prestatie de dienst betrekking heeft en welke organisatie hiervoor verantwoordelijk is *In de vormgeving en communicatie van de dienst wordt de verantwoordelijke organisatie duidelijk gepresenteerd*Wanneer de dienst in een bundel wordt aangeboden die in één keer kan worden afgenomen, wordt helder gecommuniceerd dat het hier een bundel betreft, met per dienst de verantwoordelijke organisatie.   +
* Er is een overzicht van alle voor de levering van de dienst noodzakelijke gegevens * Van elk van deze gegevens is vastgesteld of het al bij de overheid geregistreerd staat of niet. Voor de gegevens die reeds geregistreerd staan, is vastgesteld wat de bronregistratie is. Ook is vastgesteld welke van deze gegevens authentieke gegevens zijn * Zijn er voor de dienst authentieke gegevens nodig, dan worden deze betrokken uit de basisregistraties. * Is er behoefte aan niet-authentieke gegevens, dan wordt nagegaan of deze deze informatie al in eigen huis of bij andere overheidsorganisaties beschikbaar is. Wanneer dat het geval is en de WBP het toestaat, wordt deze informatie hergebruikt. Ook wanneer een andere organisatie de bronhouder is, wordt de informatie daarvan afgenomen. * Is de informatie al beschikbaar en moet deze enkel gecontroleerd en aangevuld worden? Leg dan de reeds beschikbare informatie ter controle en aanvulling voor aan de afnemer.   +
Stel bij iedere processtap de vraag of deze stap waarde toevoegt voor de afnemer of dat de processtap evengoed weggelaten kan worden.  +
Een verandering in het dreigingsprofiel, of in een bedrijfsproces of in de onderliggende voorzieningen kan een mogelijke kwetsbaarheid introduceren of gevolgen hebben voor de veiligheidsbelangen van stakeholders. Een verandering kan de kans of de impact van een dreiging veranderen.  +
* Voor iedere zaak is één eindverantwoordelijke met doorzettingsmacht benoemd. * Voor een zaak met meerdere deelzaken is de verantwoordelijke voor de hoofdzaak de eindverantwoordelijke. Er kunnen daarnaast meerdere deelverantwoordelijken voor deelzaken zijn. * In notificaties wordt de (eind)verantwoordelijke van de zaak als contactpersoon vermeld. * De (eind)verantwoordelijke heeft toegang tot alle benodigde informatie voor de zaak. * Zaakinformatie kan hiervoor (over organisaties heen) eenvoudig worden geraadpleegd. * Voortgangsinformatie over de zaak is (over organisaties heen) raadpleegbaar. * Er is inzicht in alle stappen die tot nu toe zijn genomen en, voor zover bekend, de stappen die nog volgen tot het eindresultaat (tijdlijn).   +
g
ICT-voorzieningen voldoen aan het voor de diensten overeengekomen niveau van beschikbaarheid. De beschikbaarheid van gegevens en systeemfuncties wordt gegarandeerd door: * Vermeervoudiging van systeemfuncties. * Herstelbaarheid en beheersing van verwerkingen. * Voorspelling van discontinuïteit. * Handhaving van functionaliteit.  +
* De voor de dienst relevante bouwstenen zijn geïnventariseerd en op geschiktheid beoordeeld; * Bij geschiktheid zijn ze opgenomen in de opzet van de dienst.   +
Gebruik de standaard met het meest specifieke werkingsgebied. Als deze conflicteert met bredere (internationale) standaarden, zorg dan in de sector voor afstemming daarmee.  +
Maak gebruik van een actueel register met [[standaarden]] per toepassingsgebied. Functionele standaarden hebben betrekking op bijvoorbeeld gegevensuitwisseling, beveiliging, taalgebruik, digitale communicatie, etc. Standaarden met een organisatorisch werkingsgebied hebben betrekking op bijvoorbeeld de strafrechtketen, zorgketen, sociale zekerheid, financiën, etc.  +
Gebruik gestandaardiseerde referentiedata. Zie ook [https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/open-data/referentiedata CBS referentiedata], of domeinspecifieke bronnen voor referentiedata.  +
Bij gelijke geschiktheid heeft Open Source software de voorkeur bij het ontwikkelen van een dienst. Zie ook [[European Interoperability Framework (EIF)|EIF]] principle 2 "Openness", aanbeveling 3.  +
* Met afnemers zijn afspraken gemaakt over de te gebruiken open standaarden. Hierbij wordt tijdig geanticipeerd op de ontwikkeling van de open standaarden * Volgens (open) standaarden zijn beschreven: ** de interactieprocessen ** het berichtenverkeer ** Applicatieportfolio * Organisaties werken volgens een open standaard voor procesmodellering die door alle samenwerkende partijen op uniforme wijze wordt toegepast. De gekozen open standaard is bepalend voor de keuze van modelleersystemen die deze standaard ondersteunen. Een overzicht van vastgestelde open standaarden waarvoor het 'pas toe - of leg uit' - regime geldt, is te vinden op [https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/lijst/verplicht Lijst open standaarden]   +
Organisaties werken volgens een open standaard voor o.a. architectuur-, data- en procesmodellering die door alle samenwerkende partijen op uniforme wijze wordt toegepast. De gekozen open standaard is bepalend voor de keuze van modelleersystemen die deze standaard ondersteunen. Wissel modellen uit tussen organisaties op basis van open standaarden. Voorbeelden van modelleerstandaarden zijn [[ArchiMate]] (architectuur), UML (data) en BPMN (processen).  +
* De voor de dienst relevante standaardoplossingen zijn geïnventariseerd voor gebieden zoals: ** identificatie ** authenticatie ** autorisatie ** onweerlegbaarheid ** encryptie ** semantiek ** toegankelijkheid ** presentatie en vormgeving *Oplossingen zijn op geschiktheid beoordeeld. Bij geschiktheid zijn ze opgenomen in de opzet van de dienst   +
Ontwikkel geen eigen processen, systemen en technieken wanneer deze ergens anders al beschikbaar zijn. Stel je actief op de hoogte van beschikbare en geplande standaardoplossingen, om daar bij het maken van plannen rekening mee te houden. De bruikbare elementen van beschikbare standaardoplossingen zullen moeten worden ingepast in de eigen organisatie. Geen enkele standaardoplossing past altijd voor de volle honderd procent. Daarom zal de bereidheid tot het sluiten van compromissen aanwezig moeten zijn.  +
Gebruik een standaardoplossing (zoals bijvoorbeeld een pakketoplossing) zoveel mogelijk ongewijzigd, dus zonder maatwerkaanpassingen. Pas bij de toepassing van een standaardoplossing je werkwijze aan bij de standaarden en de best-practices die aan de oplossing ten grondslag liggen. Volg waar het kan de inrichtingsfilosofie van leveranciers.  +
De bij de dienst horende rechten, voorwaarden en plichten dienen op duidelijke en transparante wijze toegankelijk te worden gemaakt voor burgers en bedrijven die deze dienst af willen of moeten nemen.  +
Geef de voorkeur aan het halen (pull) i.p.v. het brengen van gegevens (push).  +
Gegevens worden eenmalig uitgevraagd of verzameld, uniek opgeslagen, en vervolgens meervoudig gebruikt. Dit impliceert tevens dat de juistheid van de gebruikte informatie-objecten uit een bronregistratie niet voor gebruik opnieuw hoeft te worden gecontroleerd.  +
* Alle relevante (klantcontact)informatie is beschikbaar voor de medewerkers aan het loket. * De dienstverlener kan altijd beschikken over het klantbeeld (zie definitie) en alle relevante contactinformatie met de klant, ongeacht het kanaal waarover de communicatie is en /of wordt gevoerd. * Op alle kanalen is dezelfde informatie beschikbaar, uit één bron. * Verwerking en intake zijn losgekoppeld: afhandeling van aanvragen kan onafhankelijk van het kanaal gebeuren waarlangs het verzoek binnen komt. * De mogelijke wisselingen tussen de kanalen zijn beschreven, zodat de afnemer op verschillende contactmomenten verschillende kanalen kan kiezen. * Informatie over de kanaalkeuze, per contactmoment is als meta-informatie vastgelegd.   +
h
Informatie wordt niet langer bewaard en niet eerder vernietigd dan wettelijk is toegestaan. Dit betekent dat: * Er een selectielijst is, waarin opgenomen de te vernietigen informatieobjecten of onderdelen daarvan. * Er vastgesteld in de organisatie verankerd beleid is met betrekking tot vernietigen. * Bevoegdheden, rollen en verantwoordelijkheden en beleid rondom vernietigen zijn belegd. * De organisatie inzicht heeft in informatieobjecten, bewaartermijnen, processen, informatiesystemen en hun onderlinge samenhang.  +
Ga nooit uit van het impliciete vertrouwen dat wie op een bepaald netwerk of systeem komt daar ook hoort: * Controleer overal het netwerkverkeer. * Controleer toegang per sessie. * Hanteer dynamische policies en gebruik daarbij de geldigheidsduur van de laatste authenticatie. * Blijf continue monitoren. Verzamel zoveel mogelijk gegevens om de beveiliging te blijven verbeteren. Dit wordt ook wel het 'zero-trust' model genoemd.  +
i
* Per dienst zijn de mate van vertrouwelijkheid en de bijbehorende identificatieeisen vastgesteld * Voor een intern systeem, besloten gebouw of ruimte, geldt: “niets mag, tenzij toegestaan”. Daarom wordt de gebruiker voor toegangverlening geauthenticeerd. Voor afnemers van vertrouwelijke diensten geldt hetzelfde. Daardoor zijn deze gebruikers en afnemers uniek herleidbaar tot één natuurlijk persoon, organisatie, of ICT-voorziening. * Bij authenticatie met behulp van wachtwoorden dwingt het systeem toepassing van sterke wachtwoordconventies af. * De instellingen van het aanmeldproces voorkomen dat een gebruiker werkt onder een andere dan de eigen identiteit. * Om de mogelijkheden van misbruik te beperken, hebben gebruikers van systemen niet méér rechten dan zij voor hun werk nodig hebben (autorisatie). Daarbij zijn maatregelen getroffen om een onbedoeld gebruik van autorisaties te voorkomen. * Verleende toegangsrechten zijn inzichtelijk en beheersbaar. * De identificatie-eis voor een samengestelde dienst wordt bepaald door de dienst met de hoogste identificatie-eis.   +
* Betrokken dienstverleners gebruiken dezelfde identificatiemethode, bijvoorbeeld een Uniforme Resource Indicator ([http://nl.wikipedia.org/wiki/Uniform_Resource_Identifier URI] * informatie-objecten worden beheerd. * Bij gebundelde diensten maken dienstverleners afspraken over de informatieobjecten die hierin een rol spelen.   +
Inventariseer de voor de dienst relevante standaardoplossingen voor gebieden zoals: * identificatie * authenticatie * autorisatie * onweerlegbaarheid * encryptie * semantiek * toegankelijkheid * presentatie en vormgeving Beoordeel de oplossingen op geschiktheid. Bij geschiktheid worden ze opgenomen in de opzet van de dienst.  +
# Systematisch beschrijven en uniek identificeren van informatieobjecten volgens de relevante metadata-standaarden, waarbij gebruik wordt gemaakt van de FAIR principes (Findable, Accessible, Interoperable, Reusable), zie [https://www.dtls.nl/fair-data/fair-data/ www.dtls.nl]. # Het visualiseren van de informatieobjecten in hun onderlinge samenhang (informatiemodel) zodat de structurele relaties tussen informatieobjecten duidelijk worden. # Digitaal publiceren van het informatiemodel (beschrijving en de visualisatie). Voor het beschrijven van informatieobjecten in een informatiemodel is een [[Stappenplan beschrijven van informatieobjecten in een informatiemodel|stappenplan]] beschikbaar, samengevat: * Maak een overzicht van de (types) informatieobjecten die benodigd zijn voor de dienst. * Zorg ervoor dat al deze informatieobjecten systematisch zijn beschreven, inclusief hun metadata. * Relateer de informatieobjecten aan bestaande informatiemodellen. * Publiceer de informatieobjecten digitaal en benoem de vindplaats zodat ze uniek identificeerbaar zijn.   +
*De zonering en de daarbij geldende uitgangspunten en eisen per zone zijn vastgesteld. * De fysieke en technische infrastructuur is opgedeeld in zones. * Deze zones zijn voorzien van de benodigde vormen van beveiliging (de 'filters'). * Informatie-uitwisseling en bewegingen van mensen tussen zones wordt naar vorm en inhoud gecontroleerd en zo nodig geblokkeerd.   +
De integriteit van gegevens en systeemfuncties wordt gegarandeerd door validatie en beheersing van gegevensverwerking en geautoriseerde toegang tot gegevens en systeemfuncties, door scheiding van systeemfuncties, door controle op communicatiegedrag en gegevensuitwisseling en door beperking van functionaliteit. Controle van gegevensverwerking: * De criteria voor juistheid, en tijdigheid zijn vastgesteld * controleren vanuit een systeemvreemde omgeving ingevoerde gegevens op juistheid, tijdigheid en volledigheid, voordat verdere verwerking plaatsvindt. * controleren te versturen gegevens op juistheid, volledigheid en tijdigheid * controleren ter verwerking aangeboden gegevens op juiste, volledig en tijdige verwerking * vergelijken periodiek kritieke gegevens die in verschillende gegevensverzamelingen voorkomen met elkaar op consistentie. Dit geldt alleen zolang als de gegevens niet frequent en integraal worden gesynchroniseerd met de brongegevens.  +
k
Verdiep je in de achtergronden van je afnemers en de context waarin zij van de dienst gebruik maken en vergewis je van de digitale vaardigheden van je doelgroep. Zorg dat de dienst is afgestemd op de (digi)vaardigheden en mogelijkheden van alle (potentiële) afnemers. Weet welke informatie afnemers doorgaans zoeken en waar ze deze zoeken. Deze informatie meld je aan op de voor de afnemers bekende vindplaatsen, zoals zoekmachines, portals, catalogi en registers. Ook de dienst zelf voorzie je van de nodige zoekfuncties. Om de afnemer waar dat nodig is door te kunnen verwijzen, zorg je dat je op de hoogte bent van de andere plaatsen waar diensten te vinden zijn.  +
Bij het kiezen voor een cloud oplossing, geef de voorkeur aan SaaS boven PaaS boven IaaS. Houd hierbij rekening met het definiëren van een goede exit strategie en interoperabiliteit standaarden om de vendor lock-in zo beperkt mogelijk te houden. Een cloud oplossing vergt bovendien een gedegen strategie en plan van aanpak vanuit de eigen organisatie hoe met (publieke, community of private) cloud diensten om te gaan. Het SaaS (Software as a Service) model richt zich primair op eindgebruikers. Deze zijn (vaak) te prefereren voor oplossingen die niet uniek of onderscheidend zijn voor de organisatie of het werkdomein. Voorbeelden hiervan zijn Customer Relations Management, e-mail & Instant Messaging, Financiën, HRM en Project Management. PaaS (Platform as a Service) richt zich vooral op ontwikkelaars waarmee ze een ontwikkelplatform ter beschikking krijgen waarbij de cloud dienstverlener zorgdraagt voor de infrastructurele aspecten. Bij IaaS (Infrastructure as a Service) neem je infrastructuur componenten uit de cloud af zoals servers, opslag, en netwerken. Opmerking: deze implicatie daagt uit om tot een zo hoog mogelijk niveau ontzorgd te worden. Bij Cloud oplossingen ga je eerst kijken of de functionele eisen met SaaS kunnen worden ingevuld. Als specifiek aan een applicatie-ontwikkelomgeving of infra de behoefte is, dan kies je uiteraard voor PaaS respectievelijk Iaas.  +
Verwerk als afnemer gegevens uit een bronsysteem met respect voor de classificatie van die gegevens. Geef het geen hogere classificatie voor beschikbaarheid en integriteit dan de bron, en geen lagere classificatie voor vertrouwelijkheid. Maak zonodig afspraken met de aanbieder om hun classificatie aan te passen en in hun dienst bijpassende maatregelen daarvoor te implementeren.  +
l
Als eigenaar van de bron wil je inzicht hebben in de toegang en inzage (CRUD) van de gegevens die vanuit de bron worden gebruikt. Voorkom dat auditgegevens verspreid raken over afnemende applicaties.  +
Informatie-objecten moeten goed worden beheerd. Onderdeel hiervan is dat de context van een informatieobject goed moet zijn vastgelegd in metadata. * Informatie en gegevens moeten duidelijk binnen een bepaalde context te plaatsen zijn. Metadata is daar het passende instrument voor. * Context (vastgelegd in metadata) is nodig om gegevens te begrijpen voor verwerking. * Zie [[DUTO (Normenkader Duurzaam Toegankelijke Overheidsinformatie)|DUTO]] eisen (ISO 23081)  +
De verwerkingshistorie inclusief doel van verwerking wordt vastgelegd bij het gegegevensobject als metadata. Dit betekent dat de historie van acties waarin een gegevensobject wordt verwerkt (opvragen / vastleggen / wijzigen / verwijderen) inclusief het doel van de actie vastgelegd wordt bij het gegevenobject.  +
Leg de grondslag en het doel vast, waarvoor informatie wordt uitgevraagd bij burgers en bedrijven. Aan het doel gekoppeld worden ook de eisen (kwaliteitscriteria) vastgelegd waaraan deze informatie moet voldoen. Houd er rekening mee dat het doel in de loop der tijd kan wijzigen.  +
Leg de inhoud van de dienst en het akkoord hierop schriftelijk vast, in de vorm van een Service Level Agreement (SLA), een Gegevens Leverings Overeenkomst (GLO), of in wet- en regelgeving. Dit is in elk geval noodzakelijk voor bedrijfskritische diensten of diensten met een zeer vertrouwelijk karakter. Hierbij is het akkoord en de inhoud daarvan schriftelijk vastgelegd. De dienstverlener geeft hierbij ook aan welk betrouwbaarheidsniveau geldt voor de identificatie van de afnemer.  +
Leg per dienst vast aan welke normen en standaarden je moet of wilt voldoen. Deze normen en standaarden moeten op hun beurt voldoen aan wet- en regelgeving. De opzet van de dienst is in overeenstemming met deze normen en standaarden. Afwijkingen van deze norm worden geïdentificeerd.  +
m
De dienstverlener en de afnemers maken afspraken over de periode waarin overgegaan wordt op een nieuwe versie van de standaard. Wanneer een nieuwe versie van een standaard geïmplementeerd wordt, blijft de aanbieder de oude versie ondersteunen zolang als dat volgens afspraak nodig is.  +