ISOR/normen tabel

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

ℹ️Toon uitleg relaties themaprincipe, conformiteitindicator en norm

schema van een themaprincipe met daaronder een aantal conformiteitsindicatoren en onder elke conformiteitsindicator een aantal normen.
Een themaprincipe is een richtinggevende uitspraak binnen een bepaald thema, zoals beveiliging of privacy. Een themaprincipe is vaak nog vrij breed, maar valt uiteen in een aantal deelonderwerpen, die met trefwoorden zijn aangegeven: de conformiteitsindicatoren. Onder elk trefwoord valt een aantal normen, concrete aanbevelingen die je kunt uitvoeren om dat deel van het principe te realiseren. Conformeer je je aan alle normen, dan conformeer je je aan de indicator en uiteindelijk aan het principe.

Stel dat het thema Gezondheid onderdeel uitmaakte van de NORA. Dan zou een gezondheidsprincipe kunnen zijn: de volwassene eet gezond en in gepaste hoeveelheden. Logischerwijs valt dat uiteen in een aantal trefwoorden, de conformiteitsindicatoren: eet gezond en gepaste hoeveelheden. Iemand kan immers heel gezond eten naar binnen werken, maar veel te veel of juist te weinig. Of de juiste hoeveelheid calorieën binnenkrijgen uit eenzijdige voeding en zo toch niet gezond eten. In de praktijk heb je aan deze kernwoorden nog niets: je hebt normen nodig die uitwerken hoe je dit realiseert en meet. De normen die gepaste hoeveelheid concretiseren zouden bijvoorbeeld betrekking kunnen hebben op de afmeting van de volwassene, de hoeveelheid beweging en de calorische waarde van het eten.

Klik verder voor alle eigenschappen van themaprincipes, conformiteitsindicatoren en normen.

In deze tabel staan alle normen uit BIO Thema-uitwerking Serverplatform, met het unieke ID, de

conformiteitsindicator uit het principe dat het uitwerkt en de daadwerkelijke norm. Gebruik de pijltjes bovenaan de kolommen om de sortering aan te passen en klik op een principe om alle eigenschappen te zien en de onderliggende normen te bekijken. Deze tabel is ook beschikbaar als csv download en in uitgebreide versie met alle bestaande eigenschappen.
IDConformiteitsindicatorStellingRealiseert bovenliggend principeBeveiligingsaspect
SVP_B.01.01RegelsDe gangbare principes rondom ‘security by design’ zijn uitgangspunt voor het onderhouden van servers.Beleid voor beveiligde inrichting en onderhoudBeleid
SVP_B.01.02RegelsIn het beleid voor beveiligd inrichten en onderhouden zijn de volgende aspecten in overweging genomen:
  • het toepassen van richtlijnen/standaarden voor de configuratie van servers en besturingssystemen;
  • het gebruik van hardeningsrichtlijnen;
  • het toepassen van standaard images;
  • het beperken van toegang tot krachtige faciliteiten en instellingen voor hostparameter;
  • het beschermen tegen ongeautoriseerde toegang.
Beleid voor beveiligde inrichting en onderhoudBeleid
SVP_B.02.01PrincipesDe gangbare principes rondom ‘security by design’ zijn uitgangspunt voor het inrichten van servers.Inrichtingsprincipes voor serverplatformBeleid
SVP_B.02.02PrincipesVoor het beveiligd inrichten van servers zijn de volgende beveiligingsprincipes van belang:
  • defence in depth (beveiliging op verschillende lagen);
  • secure by default;
  • least privilege (minimaal toegangsniveau);
  • fail secure, waarbij informatie door een systeemfout niet toegankelijk is voor onbevoegde personen en niet kan worden gemanipuleerd of gewijzigd;
  • eenduidige naamgevingsconventie;
  • minimalisatie van single points of failure.
  • Inrichtingsprincipes voor serverplatformBeleid
    SVP_B.03.01ArchitectuurdocumentVan het in te richten serverplatform is een actueel architectuurdocument opgesteld. Dit document:
  • heeft een eigenaar;
  • is voorzien van een datum en versienummer;
  • bevat een documenthistorie (wat is wanneer en door wie aangepast);
  • is actueel, juist en volledig;
  • is door het juiste (organisatorische) niveau vastgesteld/geaccordeerd;
  • wordt actief onderhouden.
  • Serverplatform-architectuurBeleid
    SVP_B.03.02ArchitectuurdocumentIn het architectuurdocument is vastgelegd welke uitgangspunten, principes, beveiligingsvoorschriften, eisen en overwegingen gelden voor het inrichten van serverplatforms.Serverplatform-architectuurBeleid
    SVP_C.01.01RichtlijnenDe organisatie beschikt over richtlijnen voor het beoordelen van de technische omgeving van servers en besturingssystemen.Richtlijn evaluatie ontwikkelactiviteitenControl
    SVP_C.01.02RichtlijnenDe organisatie beschikt over geautomatiseerde middelen voor effectieve ondersteuning van de controle-activiteiten.Richtlijn evaluatie ontwikkelactiviteitenControl
    SVP_C.01.03RichtlijnenDe organisatie beschikt over richtlijnen voor het uitvoeren van registratie, statusmeting, analyse, rapportage en evaluatie.Richtlijn evaluatie ontwikkelactiviteitenControl
    SVP_C.01.04RichtlijnenDe organisatie heeft de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van controle-functionarissen vastgelegd.Richtlijn evaluatie ontwikkelactiviteitenControl
    SVP_C.02.01NalevingTechnische naleving wordt bij voorkeur beoordeeld met geautomatiseerde instrumenten die technische rapporten vervaardigen en geïnterpreteerd door een technisch specialist.Beoordeling technische serveromgevingControl
    SVP_C.02.02NalevingPeriodiek worden, na verkregen toestemming van het management, penetratietests of kwetsbaarheidsbeoordelingen uitgevoerd.Beoordeling technische serveromgevingControl
    SVP_C.02.03NalevingDe uitvoering van dergelijke tests worden gepland en gedocumenteerd en zijn herhaalbaar.Beoordeling technische serveromgevingControl
    SVP_C.02.04NalevingBeoordeling van technische naleving wordt uitsluitend uitgevoerd door competente en bevoegde personen of onder toezicht van het management.Beoordeling technische serveromgevingControl
    SVP_C.03.01LogbestandenDe logbestanden worden beschermd tegen ongeautoriseerd manipuleren en worden beoordeeld om vast te stellen wie welke activiteit heeft uitgevoerd.Logbestanden beheerdersControl
    SVP_C.03.02LogbestandenSpeciale gebruikers geven rekenschap over de door hun uitgevoerde beheeractiviteiten.Logbestanden beheerdersControl
    SVP_C.04.01LogbestandenLogbestanden van gebeurtenissen bevatten, voor zover relevant:
  • gebruikersidentificaties;
  • systeemactiviteiten;
  • data, tijdstippen en details van belangrijke gebeurtenissen zoals de registratie van geslaagde en geweigerde pogingen om toegang te krijgen tot het systeem en tot bronnen van informatie;
  • identiteit of indien mogelijk de locatie van de apparatuur en de systeemidentificatie;
  • systeemconfiguratieveranderingen;
  • gebruik van speciale bevoegdheden;
  • alarmen die worden afgegeven door het toegangsbeveiligingssysteem;
  • activering en de-activering van beschermingssystemen, zoals antivirussystemen en inbraakdetectiesystemen;
  • verslaglegging van transacties die door gebruikers in toepassingen zijn uitgevoerd.
  • LoggingControl
    SVP_C.05.01Reviewt/analyseertDe verantwoordelijke functionaris analyseert periodiek:
  • de gelogde gebruikers- en activiteitengegevens van servers en serverplatforms;
  • het optreden van verdachte gebeurtenissen en mogelijke schendingen van de beveiligingseisen;
  • eventuele ongeautoriseerde toegang tot en wijzigingen/verwijderen van logbestanden.
  • MonitoringControl
    SVP_C.05.02Reviewt/analyseertDe verzamelde log-informatie wordt in samenhang geanalyseerd.MonitoringControl
    SVP_C.05.03Reviewt/analyseertPeriodiek worden de geanalyseerde en beoordeelde gelogde (gesignaleerde) gegevens aan de systeemeigenaren en/of aan het management gerapporteerd.MonitoringControl
    SVP_C.05.04Reviewt/analyseertDe rapportages uit de beheerdisciplines compliancy-management, vulnerability assessment, penetratietest en logging en monitoring worden op aanwezigheid van structurele risico’s geanalyseerd en geëvalueerd.MonitoringControl
    SVP_C.05.05RapporterenDe analyserapportage bevat informatie over kwetsbaarheden, zwakheden en misbruik en wordt gecommuniceerd met verantwoordelijk management.MonitoringControl
    SVP_C.05.06RapporterenDe eindrapportage bevat, op basis van analyses, verbetervoorstellen.MonitoringControl
    SVP_C.06.01BeveiligingsfunctionarisDe beveiligingsfunctionaris zorgt onder andere voor:
  • de actualisatie van beveiligingsbeleid voor servers en besturingssystemen;
  • de afstemming van het beveiligingsbeleid in de afgesloten overeenkomsten met onder andere de ketenpartijen;
  • de evaluatie van de effectiviteit van de beveiliging van de ontwikkelde systemen;
  • de evaluatie van de beveiligingsmaatregelen ten aanzien van de bestaande risico’s;
  • de bespreking van beveiligingsissues met ketenpartijen;
  • het verschaffen van inzicht in de afhankelijkheden tussen servers binnen de infrastructuur.
  • Beheersorganisatie servers en serverplatformsControl
    SVP_C.06.02BeveiligingsbeleidHet beveiligingsbeleid geeft onder andere inzicht in:
  • inrichtings-, onderhouds- en beheervoorschriften (procedureel en technisch);
  • specifieke beveiligings- en architectuurvoorschriften;
  • afhankelijkheden tussen servers binnen de infrastructuur.
  • Beheersorganisatie servers en serverplatformsControl
    SVP_U.01.01BedieningsproceduresVoor bedieningsactiviteiten die samenhangen met informatieverwerking en communicatiefaciliteiten, zoals de procedures voor het starten en afsluiten van de computer, back-up, onderhoud van apparatuur, zijn gedocumenteerde procedures opgesteld.BedieningsprocedureUitvoering
    SVP_U.01.02BedieningsproceduresWijzigingen aan bedieningsprocedures voor systeemactiviteiten worden formeel door het hoger management goedgekeurd.BedieningsprocedureUitvoering
    SVP_U.01.03BedieningsproceduresIn de bedieningsprocedures zijn de bedieningsvoorschriften opgenomen, onder andere voor:
  • de installatie en configuratie van systemen;
  • de verwerking en behandeling van informatie, zowel geautomatiseerd als handmatig;
  • de back-up;
  • de eisen voor de planning, met inbegrip van onderlinge verbondenheid met andere systemen;
  • de voorschriften voor de afhandeling van fouten of andere uitzonderlijke omstandigheden die tijdens de uitvoering van de taak kunnen optreden, waaronder beperkingen van het gebruik van systeemhulpmiddelen;
  • de ondersteunings- en escalatiecontacten, waaronder externe ondersteuningscontacten door onverwachte bedienings- of technische moeilijkheden;
  • het beheer van audit- en systeemlogbestandinformatie;
  • de procedures voor het monitoren van activiteiten.
  • BedieningsprocedureUitvoering
    SVP_U.02.01StandaardenDe documentatie conform de standaarden omvat:
  • het bieden van gestandaardiseerde firmwareconfiguraties;
  • het gebruik van gestandaardiseerde en vooraf bepaalde server-images voor het bouwen/configureren van servers;
  • het wijzigen van de standaardwaarden van leveranciers- en andere beveiligingsparameters;
  • het uitschakelen of beperken van onnodige functies en services;
  • het beperken van de toegang tot krachtige beheerhulpmiddelen en hostparameter-instellingen (bijvoorbeeld Windows 'Register-editor');
  • het beschermen tegen ongeoorloofde toegang;
  • het uitvoeren van standaard beveiligingsbeheerpraktijken.
  • Standaarden voor serverconfiguratieUitvoering
    SVP_U.03.01PreventieEen formeel beleid wordt toegepast waarin het ongeautoriseerde gebruik van software is verboden.Malwareprotectie serverplatformUitvoering
    SVP_U.03.02PreventieProcedures zijn beschreven en verantwoordelijkheden benoemd voor de bescherming tegen malware.Malwareprotectie serverplatformUitvoering
    SVP_U.03.03PreventieSevers zijn voorzien van (actuele) software die malware opspoort en daartegen beschermt.Malwareprotectie serverplatformUitvoering
    SVP_U.03.04PreventieGebruikers zijn voorgelicht over de risico’s ten aanzien van surfgedrag en het klikken op onbekende links.Malwareprotectie serverplatformUitvoering
    SVP_U.03.05PreventieHet downloaden van bestanden is beheerst en beperkt op basis van een risicoanalyse en het principe ‘need-of-use’.Malwareprotectie serverplatformUitvoering
    SVP_U.03.06DetectieServers en hiervoor gebruikte media worden als voorzorgsmaatregel routinematig gescand op malware. De uitgevoerde scan omvat alle bestanden die op de server moeten worden opgeslagen.Malwareprotectie serverplatformUitvoering
    SVP_U.03.07DetectieDe malware-scan wordt op alle omgevingen uitgevoerd.Malwareprotectie serverplatformUitvoering
    SVP_U.03.08HerstelDe gebruikte anti-malwaresoftware en bijbehorende herstelsoftware zijn actueel en worden ondersteund door periodieke updates.Malwareprotectie serverplatformUitvoering
    SVP_U.04.01Technische serverkwetsbaarhedenAls de kans op misbruik en de verwachte schade beide hoog zijn (NCSC-classificatie kwetsbaarheidswaarschuwingen), worden patches zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen een week geïnstalleerd. In de tussentijd worden op basis van een expliciete risicoafweging mitigerende maatregelen getroffen.Technische kwetsbaarhedenbeheer serverplatformUitvoering
    SVP_U.04.02Technische serverkwetsbaarhedenVoor een doeltreffende kwetsbaarhedenanalyse van serverplatforms en servers is informatie aanwezig over beschikbaarheid van:
  • (onderlinge) afhankelijkheden;
  • software ten aanzien van versienummers en toepassingsstatus;
  • verantwoordelijken voor de software.
  • Technische kwetsbaarhedenbeheer serverplatformUitvoering
    SVP_U.04.03Technische serverkwetsbaarhedenOm een doeltreffend beheerproces voor technische kwetsbaarheden vast te stellen, zijn:
  • de rollen en verantwoordelijkheden in samenhang met beheer van technische kwetsbaarheden vastgesteld;
  • de middelen om technische kwetsbaarheden te bepalen, vastgesteld.
  • Technische kwetsbaarhedenbeheer serverplatformUitvoering
    SVP_U.04.04Technische serverkwetsbaarhedenVoor de technische kwetsbaarheden zijn voor een doeltreffend beheerproces de activiteiten afgestemd op het incidentbeheerproces.Technische kwetsbaarhedenbeheer serverplatformUitvoering
    SVP_U.04.05Technische serverkwetsbaarhedenHet kwetsbaarhedenbeheerproces wordt uitgevoerd voor:
  • de identificatie van bekende technische kwetsbaarheden;
  • een hoog-over-inzicht in de kwetsbaarheden in de technische infrastructuur van de organisatie;
  • de relevantie, gericht op de mate waarin het serverplatform en de servers kunnen worden blootgesteld aan bedreigingen;
  • het prioriteit geven aan herstel van onderkende kwetsbaarheden.
  • Technische kwetsbaarhedenbeheer serverplatformUitvoering
    SVP_U.04.06Technische serverkwetsbaarhedenTechnische kwetsbaarheden worden via de patchmanagementprocessen en/of het wijzigingsbeheer hersteld.Technische kwetsbaarhedenbeheer serverplatformUitvoering
    SVP_U.04.07GeëvalueerdHet kwetsbaarhedenbeheerproces wordt regelmatig gemonitord en geëvalueerd.Technische kwetsbaarhedenbeheer serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.01ProcesmatigHet patchmanagementproces is beschreven, goedgekeurd door het management en toegekend aan een verantwoordelijke functionaris.Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.02ProcesmatigEen technisch mechanisme zorgt voor (semi-)automatische updates.Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.03ProcesmatigConfiguratiebeheer geeft het inzicht waarmee servers worden gepatcht.Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.04ProcesmatigHet patchbeheerproces bevat methoden om:
  • patches te testen en te evalueren voordat ze worden geïnstalleerd;
  • patches te implementeren op servers die niet toegankelijk zijn via het bedrijfsnetwerk;
  • om te gaan met mislukte of niet uitgevoerde patches;
  • te rapporteren over de status van het implementeren van patches;
  • acties te bepalen als een technische kwetsbaarheid niet met een patch kan worden hersteld of een beschikbare patch niet kan worden aangebracht.
  • Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.05ProcedureelDe patchmanagementprocedure is actueel en beschikbaar.Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.06ProcedureelDe rollen en verantwoordelijkheden voor patchmanagement zijn vastgesteld.Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.07ProcedureelDe volgende aspecten van een patch worden geregistreerd:
  • de beschikbare patches;
  • hun relevantie voor de systemen/bestanden;
  • het besluit tot wel/niet uitvoeren;
  • de testdatum en het resultaat van de patchtest;
  • de datum van implementatie;
  • het patchresultaat.
  • Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.08RichtlijnenTer ondersteuning van de patchactiviteiten is op het juiste (organisatorische) niveau een opgestelde patchrichtlijn vastgesteld en geaccordeerd.Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.09RichtlijnenAlleen beschikbare patches van een legitieme (geautoriseerde) bron mogen worden geïmplementeerd.Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.10RichtlijnenDe risico’s die verbonden zijn aan het installeren van de patch worden beoordeeld (de risico’s die worden gevormd door de kwetsbaarheid worden vergeleken met het risico van het installeren van de patch).Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.05.11RichtlijnenWanneer voor een gepubliceerde technische kwetsbaarheid geen patch beschikbaar is, worden andere beheersmaatregelen overwogen, zoals:
  • het uitschakelen van functionaliteit of diensten;
  • het aanpassen of toevoegen van toegangsbeveiligingsmaatregelen, bijvoorbeeld firewalls, rond de grenzen van netwerken;
  • het vaker monitoren om de werkelijke aanvallen op te sporen;
  • het kweken van bewustzijn over de kwetsbaarheid.
  • Patchmanagement serverplatformUitvoering
    SVP_U.06.01RichtlijnenToegang tot kritieke systemen voor beheer op afstand door externe personen wordt beheerd door:
  • het definiëren en overeenkomen van de doelstellingen en reikwijdte van de geplande werkzaamheden;
  • het autoriseren van individuele sessies;
  • het beperken van toegangsrechten (binnen doelstellingen en reikwijdte);
  • het loggen van alle ondernomen activiteiten;
  • het gebruiken van unieke authenticatiereferenties voor elke implementatie;
  • het toewijzen van toegangsreferenties aan individuen in plaats van gedeeld;
  • het intrekken van toegangsrechten en het wijzigen van wachtwoorden onmiddellijk nadat het overeengekomen onderhoud is voltooid;
  • het uitvoeren van een onafhankelijke beoordeling van onderhoudsactiviteiten op afstand.
  • Beheer op afstandUitvoering
    SVP_U.06.02RichtlijnenHet op afstand onderhouden van servers wordt strikt beheerd door:
  • het verifiëren van de bron van de verbinding op afstand;
  • het bepalen van de toestemming voordat toegang wordt verleend voor de connectiviteit;
  • het beperken van het aantal gelijktijdige externe verbindingen;
  • het bewaken van activiteiten gedurende de gehele duur van de verbinding;
  • het uitschakelen van de verbinding zodra de geautoriseerde activiteit voltooid is.
  • Beheer op afstandUitvoering
    SVP_U.06.03RichtlijnenHet serverplatform is zodanig ingericht, dat dit op afstand kan worden geconfigureerd en beheerd en dat automatisch kan worden gecontroleerd of vooraf gedefinieerde parameters en drempelwaarden worden aangetast of overschreden.Beheer op afstandUitvoering
    SVP_U.06.04RichtlijnenHandmatige interventie wordt niet toegepast, tenzij geautoriseerd en gedocumenteerd.Beheer op afstandUitvoering
    SVP_U.06.05RichtlijnenAlle externe toegang tot servers vindt versleuteld plaats.Beheer op afstandUitvoering
    SVP_U.07.01OnderhoudenHet onderhoud van servers wordt uitgevoerd met richtlijnen die invulling geven aan de volgende eisen:
  • Onderhoud wordt uitgevoerd volgens de door de leverancier aanbevolen intervallen voor servicebeurten.
  • Alleen bevoegd onderhoudspersoneel voert reparaties en onderhoudsbeurten uit.
  • Van alle vermeende en daadwerkelijke fouten en van al het preventieve en correctieve onderhoud wordt een registratie bijgehouden.
  • Voor onderhoud vanuit interne of externe locaties worden passende maatregelen getroffen.
  • Voordat servers na onderhoud weer in bedrijf worden gesteld, vindt een inspectie plaats om te waarborgen dat niet is geknoeid met de server en dat deze nog steeds of weer goed functioneert.
  • Server-onderhoudUitvoering
    SVP_U.08.01OpslagmediaVan de server(s):
  • wordt informatie die niet meer nodig is, vernietigd door verwijderen of overschrijven, gebruikmakend van technieken die het onmogelijk maken de oorspronkelijke informatie terug te halen;
  • worden opslagmedia die niet meer nodig zijn en die vertrouwelijke of door auteursrecht beschermde informatie bevatten fysiek vernietigd.
  • Verwijderen of hergebruiken serverapparatuurUitvoering
    SVP_U.08.02GeverifieerdVoorafgaand aan verwijdering of hergebruik van servers wordt gecontroleerd of de server opslagmedia bevat en of de informatie is vernietigd.Verwijderen of hergebruiken serverapparatuurUitvoering
    SVP_U.09.01FunctiesEen servers is zodanig geconfigureerd dat onderstaande functies zijn verwijderd of uitgeschakeld:
  • niet-essentiële en overbodige (redundant) services;
  • het kunnen uitvoeren van gevoelige transacties en scripts;
  • krachtige beheer-hulpmiddelen;
  • het ‘run’-commando en ‘command’-processors;
  • de ‘auto-run’-functie.
  • Hardenen serverUitvoering
    SVP_U.09.02FunctiesEen servers is zodanig geconfigureerd dat gebruik van onderstaande functies wordt beperkt:
  • communicatiediensten die inherent vatbaar zijn voor misbruik;
  • communicatieprotocollen die gevoelig zijn voor misbruik.
  • Hardenen serverUitvoering
    SVP_U.09.03ToegangServers worden beschermd tegen ongeoorloofde toegang doordat:
  • onnodige of onveilige gebruikersaccounts zijn verwijderd;
  • belangrijke beveiliging gerelateerde parameters zijn gewijzigd;
  • time-out faciliteiten worden gebruikt, die:
    • automatisch na een vooraf bepaalde periode van inactiviteit sessies sluiten en een blanco scherm tonen op de beheerschermen;
    • vereisen dat opnieuw wordt ingelogd voordat een beheerscherm zich herstelt.
  • Hardenen serverUitvoering
    SVP_U.10.01GeconfigureerdDe servers zijn geconfigureerd volgens gedocumenteerde standaarden/procedures die betrekking hebben op:
  • het inrichten van standaard firmware-configuraties;
  • het gebruik van gestandaardiseerde vooraf bepaalde serverimages voor het bouwen/configureren van servers;
  • het wijzigen van de standaardwaarden en andere beveiligingsparameters van de leverancier(s);
  • het verwijderen, uitschakelen en/of beperken van onnodige functies en services;
  • het beperken van de toegang tot krachtige beheerhulpmiddelen en host-parameterinstellingen;
  • het beschermen tegen ongeoorloofde toegang;
  • het uitvoeren van standaard beveiligingsbeheerpraktijken.
  • ServerconfiguratieUitvoering
    SVP_U.10.02GeconfigureerdDe servers zijn geconfigureerd volgens een gestandaardiseerde en vooraf bepaald serverimage.ServerconfiguratieUitvoering
    SVP_U.10.03OngeautoriseerdToegang tot serverparameterinstellingen en krachtige beheerinstrumenten zijn:
  • beperkt tot een gelimiteerd aantal geautoriseerde personen;
  • beperkt tot specifiek omschreven situaties;
  • gekoppeld aan specifieke en gespecificeerde autorisatie.
  • ServerconfiguratieUitvoering
    SVP_U.11.01Fysieke serversFysieke servers die worden gebruikt om virtuele servers te hosten, worden beschermd tegen:
  • onbeheerde en ad hoc-inzet van virtuele servers (zonder juiste procedures aanvraag, creëren en schonen);
  • overbelasting van resources ((CPU), geheugen en harde schijf) door het stellen van een limiet voor het aanmaken van het aantal virtuele servers op een fysieke host server.
  • Virtualisatie serverplatformUitvoering
    SVP_U.11.02HypervisorsHypervisors worden geconfigureerd om:
  • virtuele servers onderling (logisch) te scheiden met vertrouwelijkheidseisen en om te voorkomen dat informatie wordt uitgewisseld tussen discrete omgevingen;
  • de communicatie tussen virtuele servers te coderen;
  • de toegang te beperken tot een beperkt aantal geautoriseerde personen;
  • de rollen van hypervisoradministrators te scheiden.
  • Virtualisatie serverplatformUitvoering
    SVP_U.11.03Virtuele serversVirtuele servers worden ingezet, geconfigureerd en onderhouden conform standaarden en procedures, die de bescherming omvat van:
  • fysieke servers die worden gebruikt voor het hosten van virtuele servers;
  • hypervisors die zijn geassocieerd met virtuele servers;
  • virtuele servers die op een fysieke server worden uitgevoerd.
  • Virtualisatie serverplatformUitvoering
    SVP_U.11.04Virtuele serversVirtuele servers worden beschermd met standaard beveiligingsmechanismen op hypervisors, waaronder:
  • het toepassen van standaard beveiligingsrichtlijnen voor fysieke en logische toegang;
  • het hardenen van de fysieke en virtuele servers;
  • het wijzigingsbeheer en de malwareprotectie;
  • het toepassen van monitoring en van netwerk gebaseerde beveiliging.
  • Virtualisatie serverplatformUitvoering
    SVP_U.12.01RegelsGebruikers (beheerders) kunnen op hun werkomgeving niets zelf installeren, anders dan via de ICT-leverancier wordt aangeboden of wordt toegestaan (whitelist).Beperking software-installatie serverplatformUitvoering
    SVP_U.12.02RegelsDe organisatie past een strikt beleid toe voor het installeren en gebruiken van software.Beperking software-installatie serverplatformUitvoering
    SVP_U.12.03RegelsHet principe van least-privilege wordt toegepast.Beperking software-installatie serverplatformUitvoering
    SVP_U.12.04RegelsDe rechten van beheerders worden verleend op basis van rollen.Beperking software-installatie serverplatformUitvoering
    SVP_U.13.01GedocumenteerdDe systemen zijn met een standaard referentietijd voor gebruik geconfigureerd, zodanig dat gebruik gemaakt wordt van een consistente en vertrouwde datum- en tijdbron en dat gebeurtenislogboeken nauwkeurige tijdstempels gebruiken.KloksynchronisatieUitvoering
    SVP_U.13.02GesynchroniseerdDe interne en externe eisen voor weergave, synchronisatie en nauwkeurigheid van tijd en de aanpak van de organisatie om een referentietijd met externe bron(nen) te verkrijgen en hoe de interne klokken betrouwbaar te synchroniseren zijn gedocumenteerd.KloksynchronisatieUitvoering
    SVP_U.14.01OntwerpHet ontwerp van elk serverplatform en elke server is gedocumenteerd, waarbij onder andere beschreven is:
  • dat in het ontwerp rekening is gehouden met de principes van de beveiligingsarchitectuur en beveiligingsvereisten;
  • dat in het ontwerp rekening is gehouden met de risico’s van voorzienbare ontwikkelingen in het gebruik van IT door de organisatie.
  • OntwerpdocumentUitvoering