Toelichting op de relatie tussen principes van de GDI-Architectuur en van de NORA

Uit NORA Online
Versie door Ericbrouwer (overleg | bijdragen) op 22 sep 2022 om 20:18 (1e opzet nav afstemming GA en NORA principes - email dd 16sep22)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De relaties tussen de NORA principes en de principes van de GDI-Architectuur is in de periode 23 maart - 16 september 2022 onderzocht, beschreven en gepubliceerd door een werkgroep vanuit de NORA Gebruikersraad. Zie ook de bespreking daarvan NORA Gebruikersraad/2022-09-13.
Deze relaties zijn hiervolgend per principe van de GDI-Architectuur toegelicht.

GA-BP-1 Denken vanuit behoeften van burgers en bedrijven
In dit principe werd uitgegaan van alle NORA Basisprincipes. Die Basisprincipes zijn in 2022 omgezet naar Kwaliteitsdoelen van de overheidsdienstverlening en gerelateerd aan NORA Architectuurprincipes (NAP's). De GA kan nu dus uitgaan van deze NAP's.
Immers, niet alle doelen voor de dienstverlening zullen relevant zijn voor de infrastructuur (de GDI) waarmee delen van die dienstverlening worden voortgebracht. Zo zijn her-gebruik en standaardisatie -wat bij de GDI van primair belang is- sterk gericht op KD20 Kostenefficiënt (Doel) en KD18 Uniform (Doel). Daardoor zijn wellicht ook niet alle NAP’s even relevant voor (de doorontwikkeling van) de GDI-architectuur.
In een paar gezamenlijke sessies tussen vertegenwoordigers van GA en NORA is besproken welke Doelen en NAP's met name relevant zijn voor de GDI. Die zijn beschreven in de GA Basisprincipes GA-BP-2 t/m GA-BP-6.
Het streven naar volledigheid hebben we daarbij gezien als een valkuil. Door de 80-20 regel toe te passen hebben we snel focus gekregen en kunnen we eventueel elk jaar dit aspect evalueren en bijstellen op basis van de toepassing van de GF’s die bij de GDI-architectuur zijn onderkend.

GA-BP-2 Rekening houden met diversiteit bij burgers en bedrijven
Het borgen van de (diversiteit aan) behoeften van burgers is in elk geval opgenomen in NAP01 Verplaats je in de gebruiker en NAP03 Lever een kanaal-onafhankelijk resultaat.
Meer in het algemeen zien we relaties met de kwaliteitsdoelen Toegankelijkheid, Begrijpelijkheid en Overzichtelijkheid:

Toegankelijkheid in de NORA geregeld via het Kwaliteitsdoel KD14 Toegankelijk (Doel) met de gerelateerde Architectuurprincipes NAP01, NAP03, NAP04 en NAP10.
De toegankelijkheidseisen aan de websites van de overheid [Digitoegankelijk (EN 301 549 met WCAG 2.1) Digitoegankelijk (EN 301 549 met WCAG 2.1)] borgt dat burgers die beperkingen hebben bij het zien of horen toch de mogelijkheid hebben om diensten digitaal af te nemen.
Dit borgt tevens een deel van de inclusiviteit. Zie verder de Kamerbrief over voortgang digitale inclusie 2020 - Kamerstuk - Rijksoverheid.nl.

Begrijpelijkheid is in de NORA geregeld via het Kwaliteitsdoel KD15 Begrijpelijk (Doel) met de gerelateerde Architectuurprincipes NAP01, NAP02, NAP09, NAP10, NAP16 en NAP17.

En Overzichtelijk is in de NORA geregeld via het Kwaliteitsdoel KD16 Overzichtelijk (Doel) met de gerelateerde Architectuurprincipes NAP01, NAP02, NAP04 en NAP10.

Daarnaast zouden burgers die dat wensen, door de overheid kunnen worden geholpen bij de behandeling van hun (digitale) dienst, al dan niet via tussenpersonen zoals de Belastingdienst dat al jaren met goed resultaat doet.

Bij de NORA zit hierin tevens het recht om je door een ander te laten vertegenwoordigen (als je niet mee kunt doen of mee wilt doen). Het vastleggen van vertegenwoordigingsrelaties (machtigingen van familieleden, maatschappelijke organisaties zoals ouderenbonden, fiscaal dienstverleners etc.) vormt een cruciale rol in het waarborgen en vergroten van de toegankelijkheid van de overheidsdienstverlening. Detaillering wordt bij een NAP / implicatie opgenomen.
Bij de Generieke Functie Machtigen en vertegenwoordigen is dat al uitgewerkt.

Voorstel: Op basis van bovenstaande de NORA aanscherpen. En ook andersom.

GA-BP-3 Rekening houden met diversiteit bij dienstverleners
NAP08 zegt: Standaardiseer waar het kan, maak specifiek waar het moet.
De GDI speelt hier op in door rekening te houden met de omvang van de betrokken dienstverleners: groot of klein.

Hierbij speelt het aspect van wendbaarheid van een organisatie een rol. Een organisatie moet mee kunnen groeien met de (technologische) ontwikkelingen in haar omgeving. Dat is in de NORA vorm gegeven met de Kernwaarde Toekomstgericht.
Daarnaast is het een oproep om bij veranderingen en oplossingen éérst uit te gaan van Afspraken, daarna van Standaarden en pas daarna van Voorzieningen die kunnen gelden voor alle ca. 1400 overheidsorganisaties, ongeacht hoe groot of klein ze zijn.

Dit is momenteel niet zo expliciet verwoord in NAP08, maar zou daar niet misstaan. Het voornemen is om NAP08 aan te vullen met bovenstaande en met de implicaties en voorbeelden van GA-BP-3.

GA-BP-4 Gebruik van flexibele en ontkoppelde functies
Dit principe van GA komt overeen met het NORA Architectuurprincipe NAP02 Bouw diensten modulair op
De focus van GA op functies i.p.v. diensten, processen of systemen lijkt een goede verbetering, die ook bij NORA reeds is voorzien door ontwikkelingen rond de Generieke functies (Capabilities).
Voorstel derhalve om NAP07 aan te vullen met de implicaties en voorbeelden van GO-BP-4.

GA-BP-5 Afspraken voor standaarden voor generieke voorzieningen
Bij de NORA is het Kwaliteitsdoel KD01 Transparant (Doel) belangrijk voor de afspraak tussen overheid en burger / bedrijf en daarmee de daaraan gerelateerde Architectuurprincipes NAP01, NAP02 en NAP09. Afspraken tussen overheidsorganisaties onderling om diensten te verlenen, zullen dus in het verlengde liggen van deze afspraken met burgers en bedrijven.

Over de prioriteit van principes zijn geen afspraken gemaakt in de NORA. Architectuurprincipes hebben “in principe” geen prioriteit: ze moeten gegeven een bepaalde context in samenhang worden beschouwd. Dit principe van GA heeft wel consequenties voor de prioriteit waarmee bepaalde architectuurprincipes en NORA-onderdelen door GA worden toegepast:

  • Eerst kijken naar Beleidskaders en Afsprakenstelsels;
  • Daarna naar standaarden;
  • Daarna naar Bouwstenen (waaronder Voorzieningen).

De implicatie dat generieke voorzieningen pas worden ontwikkeld als dat grote voordelen oplevert e.d. lijkt evident. Dat was immers ook de uitkomst van de al sinds het jaar 2000 lopende discussie over de balans tussen aanbodgericht en vraaggestuurd ontwikkelen van voorzieningen. Mogelijk dat de NORA daarom met dit aspect kan worden uitgebreid: “Afspraken gaan vóór standaarden, standaarden gaan vóór generieke voorzieningen”.

NB. Een punt van aandacht daarbij is, dat een Afspraak ook een standaard kan zijn en een generieke voorzieningen idem dito, zie Norm (standaard) - Wikipedia: “een document met erkende afspraken, specificaties of criteria over een product, een dienst of een methode”.

Vandaar dat NAP08 Standaardiseer waar mogelijk daar geen onderscheid in maakt. Dit doen we in de implicaties: Afspraken (laag 2), standaarden (bv ISO normen – laag 2/3/4/5) generieke voorzieningen (laag 3/4/5).
Voorstel: we kunnen de stelling van GO-BP-5 opnemen bij NAP08 als onderdeel van de Rationale. In het Begrippenkader specificeren we vervolgens wat er wordt verstaan onder ‘Afspraken’, ‘Standaarden’ en ‘generieke voorzieningen’.

NB. Ook zien we nog een relatie met NAP16 Voorkom onnodige complexiteit
Gebruik van generieke voorzieningen door (deels) autonome organisaties kan binnen het Nederlandse bestuurlijk bestel in de praktijk leiden tot grote uitdagingen en complexiteit. De functies van de GDI worden daarom bij voorkeur gerealiseerd via generieke afspraken en standaarden. Als de beoogde doelen hiermee niet worden bereikt, worden voorzieningen geïntroduceerd. Een voorziening die juist vrijheden geeft helpt bij deze uitdagingen.

GA-BP-6 Overheidsdiensten zijn veilig en betrouwbaar
De Kernwaarde Veilig is gerelateerd aan de Kwaliteitsdoelen Beschikbaar (Doel), Integer (Doel) en Vertrouwelijk (Doel), die zijn gerelateerd aan de Architectuurprincipes NAP10, NAP11, NAP13, NAP14 en NAP15.
Het Kwaliteitsdoel Betrouwbaar (Doel) is gerelateerd aan Architectuurprincipes NAP03, NAP10, NAP11 en NAP15.

Een paar voorbeelden van de relaties zijn:

NAP13 Beheers risico's voortdurend
De GDI vormt de ruggengraat van de digitale overheid. Betrouwbaarheid, continuïteit en veiligheid van de dienstverlening heeft de hoogste prioriteit, afnemers rekenen daarop. De veiligheid van de GDI is ook een cruciale voorwaarde voor het vertrouwen van burgers en ondernemers in digitale overheidsdienstverlening. Permanente aandacht hiervoor en het inspelen op kansen en bedreigingen is essentieel. In het ontwikkelen en verbeteren van de GDI- bouwstenen is er een goede balans tussen gebruiksgemak en veiligheid.

NAP14 Verifieer altijd
Burgers en bedrijven herkennen en zien dat zij zich in een veilige overheidsomgeving begeven of zich daarbuiten begeven. De GDI diensten zijn ingericht met een passend beveiligingsniveau dat aantoonbaar is bepaald en wordt geverifieerd.

De intentie is om de teksten van de rationale, implicaties en voorbeelden van GA-BP-3 geheel te verwerken in de Kwaliteitsdoelen en NAP's.