Eigenschap:Werking

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Type eigenschap
:
Tekst
Deze datatypespecificatie wordt genegeerd; de specificatie uit de externe vocabulaire krijgt voorrang.
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Werking van de standaard: wat doet het?
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 50 pages using this property.
E
EPUB 3.2 is van oorsprong een open standaard voor het publiceren en uitwisselen van digitale boeken ofwel ‘''eBooks''’. De standaard gaat uit van bestaande (web)standaarden, met name [https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/html HTML] en [https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/css CSS]. Je kan een EPUB 3.2 document zien als een 'responsive website in een bestand' dat geoptimaliseerd is voor weergave op verschillende soorten apparaten. EPUB 3.2 scheidt net als HTML en CSS inhoud van opmaak en past de weergave aan het apparaat aan waarop het bestand gelezen wordt. Hierin verschilt EPUB 3.2 van PDF, dat een vaste pagina opmaak heeft en waar inhoud en opmaak sterk met elkaar verweven zijn. EPUB 3.2 ondersteunt digitale toegankelijkheid op eenzelfde manier als HTML. De [https://www.w3.org/WAI/WCAG21/Techniques/ toegankelijkheidstechnieken] voor HTML kunnen dus ook gebruikt worden in EPUB 3.2. Daarnaast biedt EPUB 3.2 de mogelijkheid om audio te synchroniseren met tekst en om metadata over digitale toegankelijkheid in te sluiten. De gebruiker wordt hiermee gericht geïnformeerd over de mate van toegankelijkheid van de content. Door deze eigenschappen kan EPUB 3.2 gezien worden als een open documentstandaard die breder inzetbaar is dan voor e-books alleen. Voor sommige toepassingen kan publicatie in EPUB 3.2 een alternatief bieden voor publicatie in PDF.  +
EPUB 3.2 is van oorsprong een open standaard voor het publiceren en uitwisselen van digitale boeken ofwel ‘''eBooks''’. De standaard gaat uit van bestaande (web)standaarden, met name [https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/html HTML] en [https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/css CSS]. Je kan een EPUB 3.2 document zien als een 'responsive website in een bestand' dat geoptimaliseerd is voor weergave op verschillende soorten apparaten. EPUB 3.2 scheidt net als HTML en CSS inhoud van opmaak en past de weergave aan het apparaat aan waarop het bestand gelezen wordt. Hierin verschilt EPUB 3.2 van PDF, dat een vaste pagina opmaak heeft en waar inhoud en opmaak sterk met elkaar verweven zijn. EPUB 3.2 ondersteunt digitale toegankelijkheid op eenzelfde manier als HTML. De [https://www.w3.org/WAI/WCAG21/Techniques/ toegankelijkheidstechnieken] voor HTML kunnen dus ook gebruikt worden in EPUB 3.2. Daarnaast biedt EPUB 3.2 de mogelijkheid om audio te synchroniseren met tekst en om metadata over digitale toegankelijkheid in te sluiten. De gebruiker wordt hiermee gericht geïnformeerd over de mate van toegankelijkheid van de content. Door deze eigenschappen kan EPUB 3.2 gezien worden als een open documentstandaard die breder inzetbaar is dan voor e-books alleen. Voor sommige toepassingen kan publicatie in EPUB 3.2 een alternatief bieden voor publicatie in PDF.  +
De ETSI TS 119 312 standaard definieert algoritmes en sleutellengtes. De algoritmes worden gebruikt voor het plaatsen van een hash over een document of transactie, en is de eerste stap naar de digitale ondertekening van een bericht. Daarnaast beschrijft de standaard andere aspecten zoals algoritmen en methoden voor 'Signature schemes' , 'Key pair generation' en 'Random number generation'. Binnen Nederland is deze standaard een onderdeel van PKI Overheid.  +
De ETSI TS 119 312 standaard definieert algoritmes en sleutellengtes. De algoritmes worden gebruikt voor het plaatsen van een hash over een document of transactie, en is de eerste stap naar de digitale ondertekening van een bericht. Daarnaast beschrijft de standaard andere aspecten zoals algoritmen en methoden voor 'Signature schemes' , 'Key pair generation' en 'Random number generation'. Binnen Nederland is deze standaard een onderdeel van PKI Overheid.  +
De Erfgoedstandaard is een gestandaardiseerd gegevenswoordenboek (''data dictionary'') ten behoeve van erfgoedregistraties. Door toepassing van de Erfgoedstandaard worden gegevens over erfgoed (open data) op gestandaardiseerde wijze en volgens eenduidige definities toegankelijk en uitwisselbaar. De standaard beschrijft een informatiemodel voor vastlegging van relevante gegevens met betrekking tot Erfgoed, maar omvat geen specificatie van een technische vorm of representatie van het model.  +
De Erfgoedstandaard is een gestandaardiseerd gegevenswoordenboek (''data dictionary'') ten behoeve van erfgoedregistraties. Door toepassing van de Erfgoedstandaard worden gegevens over erfgoed (open data) op gestandaardiseerde wijze en volgens eenduidige definities toegankelijk en uitwisselbaar. De standaard beschrijft een informatiemodel voor vastlegging van relevante gegevens met betrekking tot Erfgoed, maar omvat geen specificatie van een technische vorm of representatie van het model.  +
F
Het concept van een FTP is gebaseerd op het cliënt-servermodel dat ook andere delen van het internet kenmerkt. De cliëntsoftware maakt een verbinding met de opgegeven FTP-server aan de andere kant van de 'lijn'. Deze antwoordt aan de cliënt, waarna de cliënt de gegevens aan de gebruiker toont. FTP-servers kunnen anonieme gebruikers toelaten of juist een geldige gebruikersnaam/wachtwoord combinatie vereisen alvorens toegang tot de achterliggende bestanden te geven.  +
G
Het GWSW is een ontologie, een speciale datastructuur die assets, systemen en (beheer)processen op het gebied van stedelijk waterbeheer beschrijft. Het is een open datastandaard volgens het linked data principe. Het GWSW is onderdeel van het Semantisch Web en is gemodelleerd in RDF/RDFS/OWL-2.  +
Het GWSW is een ontologie, een speciale datastructuur die assets, systemen en (beheer)processen op het gebied van stedelijk waterbeheer beschrijft. Het is een open datastandaard volgens het linked data principe. Het GWSW is onderdeel van het Semantisch Web en is gemodelleerd in RDF/RDFS/OWL-2.  +
De standaard biedt een model en XML representatie voor ten eerste de inhoud van een codelijst, ten tweede data die gerelateerd zijn aan de items op de codelijst en ten derde voor hoe nieuwe codelijsten worden afgeleid van bestaande codelijsten. Het model bestaat uit o.a. een tabelstructuur voor de codelijst informatie, document typen, sleutels en metadata.Genericode wordt o.a. gebruikt door UBL (Universal Business Language) en FpML (Financial Products Markup Language). Genericode wordt onder andere gebruikt in de onderwijswereld (Nieuw Zeeland) en elektronische handel (e-Commerce, EDI) als complementair aan UBL. Binnen de Nederlandse overheid wordt Genericode gebruikt binnen DigiInkoop.De standaard wordt zowel binnen Nederland als wereldwijd veel gebruikt.  +
De Geo-standaarden kunnen worden onderverdeeld in twee groepen. De eerste groep bevat standaarden voor het beschrijven van geo-informatie, waaronder informatiemodellen en standaarden voor metadata, uitwisseling en coördinaatreferentiesystemen. Met deze standaarden wordt de geo-informatie (data) zelf beschreven. De tweede groep bevat standaarden voor services, waaronder die voor het serveren van vector-, raster- en sensordata. Met deze standaarden wordt beschreven hoe de data geserveerd wordt.    +
De Geo-standaarden kunnen worden onderverdeeld in twee groepen. De eerste groep bevat standaarden voor het beschrijven van geo-informatie, waaronder informatiemodellen en standaarden voor metadata, uitwisseling en coördinaatreferentiesystemen. Met deze standaarden wordt de geo-informatie (data) zelf beschreven. De tweede groep bevat standaarden voor services, waaronder die voor het serveren van vector-, raster- en sensordata. Met deze standaarden wordt beschreven hoe de data geserveerd wordt.    +
H
HTML beschrijft hoe een pagina wordt opgemaakt met elementen zoals koppen, paragrafen, tabellen, lijsten, hyperlinks en afbeeldingen. De belangrijkste eigenschap van HTML is dat deze [https://nl.wikipedia.org/wiki/Hypertekst hypertekst] ondersteunt: documenten en bestanden die verbonden zijn door direct volgbare verwijzingen, de zogenaamde [https://nl.wikipedia.org/wiki/Hyperlink hyperlinks] of koppelingen genoemd.  +
Hypertext Transfer Protocol (HTTP) is hét protocol voor communicatie tussen een webclient (zoals een browser) en een webserver. HTTP ondersteunt gegevensuitwisseling over datacommunicatienetwerken gebruikmakend van TCP. Het is een protocol voor gedistribueerde, samenwerkende, hypermedia informatiesystemen. De standaard kan worden gebruikt voor vele doeleinden naast het uitwisselen van hypertext.  +
''HTTPS'' zorgt voor het gebruik van HTTP over een met TLS beveiligde verbinding. Dit betekent dat het webverkeer door middel een certificaat wordt versleuteld. ''HSTS'' zorgt ervoor dat een webbrowser, na het eerste contact over HTTPS, bij vervolgbezoek de website altijd direct over HTTPS opvraagt.  +
''HTTPS'' zorgt voor het gebruik van HTTP over een met TLS beveiligde verbinding. Dit betekent dat het webverkeer door middel een certificaat wordt versleuteld. ''HSTS'' zorgt ervoor dat een webbrowser, na het eerste contact over HTTPS, bij vervolgbezoek de website altijd direct over HTTPS opvraagt.  +
I
IFC is een standaard voor zowel semantische afspraken als voor dataformats en richt zich specifiek op BIM-informatie over bouwwerken. De standaard maakt het mogelijk om een driedimensionaal geometrisch model van een bouwwerk digitaal vast te leggen, inclusief de gegevens van de daarin ondergebrachte elementen en hun onderlinge relaties. Deze beschrijving kan vervolgens in IFC formaat uitgewisseld worden tussen partijen die betrokken zijn bij ontwikkeling, vergunningverlening, beheer en onderhoud van een gebouw.    +
IFC is een standaard voor zowel semantische afspraken als voor dataformats en richt zich specifiek op BIM-informatie over bouwwerken. De standaard maakt het mogelijk om een driedimensionaal geometrisch model van een bouwwerk digitaal vast te leggen, inclusief de gegevens van de daarin ondergebrachte elementen en hun onderlinge relaties. Deze beschrijving kan vervolgens in IFC formaat uitgewisseld worden tussen partijen die betrokken zijn bij ontwikkeling, vergunningverlening, beheer en onderhoud van een gebouw.    +
IFC is een standaard voor zowel semantische afspraken als voor dataformats en richt zich specifiek op BIM-informatie over bouwwerken. De standaard maakt het mogelijk om een driedimensionaal geometrisch model van een bouwwerk digitaal vast te leggen, inclusief de gegevens van de daarin ondergebrachte elementen en hun onderlinge relaties. Deze beschrijving kan vervolgens in IFC formaat uitgewisseld worden tussen partijen die betrokken zijn bij ontwikkeling, vergunningverlening, beheer en onderhoud van een gebouw.    +
De IMAP standaard beschrijft een protocol voor het synchroniseren van e-mail tussen een e-mail server en eindgebruikers e-mailapplicatie. E-mail wordt daarbij niet van de server geladen naar de eindgebruikersapplicatie (zoals bij het protocol [https://www.ietf.org/rfc/rfc1939.txt POP3]) maar blijft op de server aanwezig. IMAP wordt vaak in zakelijke omgevingen gebruikt in combinatie met het protocol [[node/327|SMTP]], dat zorgt voor de verzending en ontvangen van e-mail over het Internet  +
De IPsec standaard definieert een basis architectuur voor het toevoegen van services op het gebied van security voor de IP laag. Het kan zowel in IPv4 omgevingen als in IPv6 omgevingen gebruikt worden.  +
Het Informatie Publicatie Model ‘xyz’ (IPM) beschrijft de randvoorwaarden voor het publiceren van informatie over ‘xyz’ op internet en bevordert daarmee de vindbaarheid van dienst of product ‘xyz’. Voorbeelden zijn Samenwerkende Catalogi en Vergunningen (beheer is in handen van KOOP). Het IPM beschrijft de metadata standaard waarmee gegevens worden uitgewisseld, beschrijft de mogelijkheden die de centrale zoekdienst de deelnemende overheden biedt en geeft een toelichting op de aansluitvormen.  +
IPP zorgt voor de communicatie tussen cliënten en servers. Print opdrachten worden naar een server gestuurd en het protocol maakt het mogelijk om verschillende administratieve taken uit te voeren zoals wachttijd van de printopdracht of het annuleren van een printopdracht. De standaard is IP-gebaseerd en kan via een lokaalnetwerk of via het internet worden uitgevoerd. IPP ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en codering waardoor het mogelijk is om veilig te printen.  +
De standaard bepaalt dat ieder ICT-systeem binnen het netwerk een uniek nummer (IP-adres) heeft. Hierdoor kunnen ICT-systemen elkaar herkennen en onderling data uitwisselen.  +
De standaard bepaalt dat ieder ICT-systeem binnen het netwerk een uniek nummer (IP-adres) heeft. Hierdoor kunnen ICT-systemen elkaar herkennen en onderling data uitwisselen.  +
De norm legt alle landen van de wereld vast met unieke tweeletterige (alpha-2) landcodes, drieletterige (alpha-3) landcodes en driecijferige (numeric-3) landcodes.Voorbeeld: Nederland – NL – NLD – 528. De landencodes worden zowel nationaal als internationaal breed gebruikt. Zo wordt bijvoorbeeld de tweede kolom (twee letters) gebruikt als Internet top level Domain — met uitzondering van de code van het Verenigd Koninkrijk, waar als top-level UK gebruikt wordt, en de Verenigde Staten, waar voornamelijk .COM, .NET, .ORG, .GOV, .INT en .MIL worden gebruikt.  +
J
De standaard JCDR beschrijft hoe dient te worden verwezen naar documenten die in de Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving zijn opgeslagen.  +
De standaard JCDR beschrijft hoe dient te worden verwezen naar documenten die in de Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving zijn opgeslagen.  +
De standaard JCDR beschrijft hoe dient te worden verwezen naar documenten die in de Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving zijn opgeslagen.  +
JavaScript Object Notation (JSON) een formaat om net zoals XML gegevens op te slaan en te versturen. JavaScript is de programmeertaal waarvan de basis syntax beschrijving is afgeleid voor gebruik in JSON. JSON wordt gebruikt voor het uitwisselen van datastructuren, met name in webapplicaties die asynchroon gegevens ophalen van de webserver. De standaard is met name gericht op efficiënt programmeren en kent een compacte notatie bijvoorbeeld: { “naam”: Jan, “geboren”: 1983 }  +
JavaScript Object Notation (JSON) een formaat om net zoals XML gegevens op te slaan en te versturen. JavaScript is de programmeertaal waarvan de basis syntax beschrijving is afgeleid voor gebruik in JSON. JSON wordt gebruikt voor het uitwisselen van datastructuren, met name in webapplicaties die asynchroon gegevens ophalen van de webserver. De standaard is met name gericht op efficiënt programmeren en kent een compacte notatie bijvoorbeeld: { “naam”: Jan, “geboren”: 1983 }  +
L
De LDAP standaard is een netwerkprotocol dat beschrijft hoe gegevens uit directoryservices benaderd moeten worden over bijvoorbeeld TCP/IP. Een directory is in dit verband informatie die op een hiërarchische manier, gegroepeerd naar een bepaald attribuut, is opgeslagen. Denk aan een telefoonboekje, waarin telefoonnummers en adressen van personen of bedrijven alfabetisch worden opgeslagen. Een directorynaam komt overeen met de eerste letter van de naam (het attribuut) van de persoon of bedrijf. Iedere directory bevat dan alle personen en bedrijven, waarvan de naam begint met een bepaalde letter.  +
M
Een metamodel is een model van een model. Het definieert een verzameling van modelleerconstructies in de vorm van bouwstenen oftewel modelelementen, met bijbehorende betekenis en bijbehorende afspraken omtrent hoe deze toe te passen. Volgens een metamodel kunnen informatiemodellen gemaakt worden die op hun beurt weer ten grondslag liggen aan standaarden voor de uitwisseling van gegevens. Het metamodel is dus een standaardtaal waarin je informatiemodellen op een uniforme manier beschrijft. Deze metataal beschrijft als het ware de grammatica en de syntax van de modelleertaal, en geeft daarmee kaders aan deze informatiemodellen.  +
Een metamodel is een model van een model. Het definieert een verzameling van modelleerconstructies in de vorm van bouwstenen oftewel modelelementen, met bijbehorende betekenis en bijbehorende afspraken omtrent hoe deze toe te passen. Volgens een metamodel kunnen informatiemodellen gemaakt worden die op hun beurt weer ten grondslag liggen aan standaarden voor de uitwisseling van gegevens. Het metamodel is dus een standaardtaal waarin je informatiemodellen op een uniforme manier beschrijft. Deze metataal beschrijft als het ware de grammatica en de syntax van de modelleertaal, en geeft daarmee kaders aan deze informatiemodellen.  +
MIME zorgt ervoor dat de opmaak van emailberichten tussen verschillende e-mail clients kan worden uitgewisseld. Het definieert een aantal e-mail header regels, voor de specificatie van attributen van een e-mailbericht. Het Content-type attribuut neemt hierbij een prominente plaats in, omdat het aangeeft wat voor soort inhoud dat met het e-mail bericht is meegestuurd. Deze zogenaamde MIME types worden beschreven door een type, een subtype en optioneel een of meerdere parameters.  +
MTOM wordt gebruikt voor het efficiënt verzenden van grote hoeveelheden data (bijvoorbeeld attachments) in SOAP-berichten. MTOM wordt bijvoorbeeld gebruikt in Digikoppeling in combinatie met WUS, in de online registratie bij KvK, en het Aktenverkeer met Notarissen. Hiernaast wordt verwacht dat het uitwisselen van gegevens met overheidsorganisaties nog meer relevant wordt wanneer brondocumenten worden uitgewisseld tussen basisregistraties.  +
N
Bij het vaststellen van de drielettercodes zijn de eerste twee letters  doorgaans de letters van de ISO 3166-1 landcode (meestal gelijk aan de 2-letter topleveldomein-internetcode), gevolgd door de eerste letter van de betreffende munt. De code is ontworpen voor gelijkwaardige geschiktheid voor handmatige gebruikers en voor het gebruik van geautomatiseerde systemen. De standaard stelt ook procedures vast voor een beheeragentschap (SIX) en de methode van toepassing van deze codes.  +
Deze standaard specificeert eisen voor het vaststellen, implementeren, uitvoeren, controleren, beoordelen, bijhouden en verbeteren van een gedocumenteerd Information Security Management System (ISMS) in het kader van de algemene bedrijfsrisico’s van een organisatie.  De Nederlandse overheid heeft haar eigen kaders voor informatiebeveiliging die zijn afgeleid van de 27001- en 27002-normen.   +
Deze standaard specificeert eisen voor het vaststellen, implementeren, uitvoeren, controleren, beoordelen, bijhouden en verbeteren van een gedocumenteerd Information Security Management System (ISMS) in het kader van de algemene bedrijfsrisico’s van een organisatie.  De Nederlandse overheid heeft haar eigen kaders voor informatiebeveiliging die zijn afgeleid van de 27001- en 27002-normen.   +
ISO 27002 geeft richtlijnen en principes voor het initiëren, implementeren, onderhouden en verbeteren van informatiebeveiliging binnen een organisatie. De Nederlandse overheid heeft haar eigen kaders (baselines informatiebeveiliging) afgeleid van de 27001- en 27002-normen.  +
ISO 27002 geeft richtlijnen en principes voor het initiëren, implementeren, onderhouden en verbeteren van informatiebeveiliging binnen een organisatie. De Nederlandse overheid heeft haar eigen kaders (baselines informatiebeveiliging) afgeleid van de 27001- en 27002-normen.  +
Het profiel maakt het mogelijk dat gebruikers zelf een keuze kunnen maken voor een (goedgekeurde) authenticatievoorziening, zoals DigiD, en niet steeds opnieuw in hoeven te loggen, bijvoorbeeld wanneer er gebruik wordt gemaakt van een routeringsvoorziening. [https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/oidc OpenID Connect] is een generieke standaard die meestal nog aanvullende afspraken vereist voor de toepassing in specifieke domeinen. NL GOV Assurance Profile for OIDC legt nadere afspraken vast over het gebruik van OpenID Connect bij de Nederlandse (semi-)overheid.  +
OAuth 2.0 is een open standaard voor de beveiliging van applicaties die gegevens uitwisselen met behulp van REST APIs. Met OAuth 2.0 kunnen gebruikers een website of webapplicatie autoriseren om hun persoonlijke gegevens via een REST API op te halen bij een ander systeem, zonder daarbij hun gebruikersnaam en wachtwoord uit handen te geven. OAuth 2.0 maakt hiervoor gebruik van ‘tokens’ die toegang geven tot specifieke gegevens van één gebruikersaccount voor een bepaalde duur. OAuth 2.0 is een generieke standaard die meestal nog aanvullende afspraken vereist voor de toepassing in specifieke domeinen. NL GOV Assurance profile for OAuth 2.0 legt nadere afspraken vast over het gebruik van OAuth 2.0 bij de Nederlandse overheid. Zo bepaalt NL GOV Assurance profile for OAuth 2.0 hoe applicaties zich bij elkaar moeten registreren en hoe autorisatiecodes veilig uitgewisseld moeten worden. OAuth 2.0 laat daarin namelijk nog te veel implementatieopties vrij.  +
OAuth 2.0 is een open standaard voor de beveiliging van applicaties die gegevens uitwisselen met behulp van REST APIs. Met OAuth 2.0 kunnen gebruikers een website of webapplicatie autoriseren om hun persoonlijke gegevens via een REST API op te halen bij een ander systeem, zonder daarbij hun gebruikersnaam en wachtwoord uit handen te geven. OAuth 2.0 maakt hiervoor gebruik van ‘tokens’ die toegang geven tot specifieke gegevens van één gebruikersaccount voor een bepaalde duur. OAuth 2.0 is een generieke standaard die meestal nog aanvullende afspraken vereist voor de toepassing in specifieke domeinen. NL GOV Assurance profile for OAuth 2.0 legt nadere afspraken vast over het gebruik van OAuth 2.0 bij de Nederlandse overheid. Zo bepaalt NL GOV Assurance profile for OAuth 2.0 hoe applicaties zich bij elkaar moeten registreren en hoe autorisatiecodes veilig uitgewisseld moeten worden. OAuth 2.0 laat daarin namelijk nog te veel implementatieopties vrij.  +
In NL LOM staat beschreven welke metadata toegekend moeten worden aan educatieve content om de vindbaarheid en vergelijkbaarheid van leermateriaal te vergroten. Metadata beschrijven in dit geval de kenmerken van leerobjecten. Te denken valt aan auteursgegevens, titel, uitgever, taal, en dergelijke. Deze afspraak is gemaakt voor de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs. NL LOM is een Nederlands toepassingsprofiel van de internationale standaard IEEE-LOM. Het is voornamelijk een semantische standaard, al zijn er ook technische kenmerken.  +
In NL LOM staat beschreven welke metadata toegekend moeten worden aan educatieve content om de vindbaarheid en vergelijkbaarheid van leermateriaal te vergroten. Metadata beschrijven in dit geval de kenmerken van leerobjecten. Te denken valt aan auteursgegevens, titel, uitgever, taal, en dergelijke. Deze afspraak is gemaakt voor de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs. NL LOM is een Nederlands toepassingsprofiel van de internationale standaard IEEE-LOM. Het is voornamelijk een semantische standaard, al zijn er ook technische kenmerken.  +
In combinatie met de Europese Norm (EN)16931 beschrijft NLCIUS welke gegevenselementen er in een elektronische factuur opgenomen dienen en kunnen worden, wat de samenhang is tussen deze elementen en wat de betekenis is van deze elementen. EN 16931 biedt ruimte om aanvullende eisen te stellen door zowel (groepen van) ontvangers als verzenders. Bijvoorbeeld om land-specifieke wetgeving te implementeren. Om te voorkomen dat ontvangers aan overheidszijde hierin afwijkende keuzes maken is, hebben TNO en NEN samen met belanghebbenden een '''core invoice usage specification''' (CIUS) ontwikkelt voor verplichte toepassing in Nederland. Uitgangspunt is dat deze Nederlandse CIUS (NLCIUS) zal zo min mogelijk afwijkt van de Europese norm.  +
In combinatie met de Europese Norm (EN)16931 beschrijft NLCIUS welke gegevenselementen er in een elektronische factuur opgenomen dienen en kunnen worden, wat de samenhang is tussen deze elementen en wat de betekenis is van deze elementen. EN 16931 biedt ruimte om aanvullende eisen te stellen door zowel (groepen van) ontvangers als verzenders. Bijvoorbeeld om land-specifieke wetgeving te implementeren. Om te voorkomen dat ontvangers aan overheidszijde hierin afwijkende keuzes maken is, hebben TNO en NEN samen met belanghebbenden een '''core invoice usage specification''' (CIUS) ontwikkelt voor verplichte toepassing in Nederland. Uitgangspunt is dat deze Nederlandse CIUS (NLCIUS) zal zo min mogelijk afwijkt van de Europese norm.  +
NLCS is een tekenstandaard voor het maken van 2D-ontwerptekening en gaat uit van objectgericht werken. Alle informatie in een tekening wordt gekoppeld aan objecten die in lagen worden geordend in een tekening. Gebruikers kunnen hiervoor een standaard objectenbibliotheek gebruiken die met NLCS wordt meegeleverd. Ook kunnen gebruikers hun eigen bibliotheek gebruiken zolang de objecten voldoen aan de door NLCS voorgeschreven structuur. NLCS bevat afspraken voor: * '''Metadata''': de gegevens die moeten worden opgenomen in het titelblok van een tekening; * '''Basis digitaal tekenen''': afspraken over de wijze waarop digitaal wordt gemodelleerd zoals te hanteren eenheden, assenstelsels, peilen en tekenbladschalen; * '''Uiterlijk van de tekening''': afspraken over toegestane afmetingen van het tekenblad, kaders, tekststijlen, bematingsstijlen en lettertypen; * '''Ordening/codering en representatie van objecten''': afspraken over de ordening van objecten in lagen.   +
NLCS is een tekenstandaard voor het maken van 2D-ontwerptekening en gaat uit van objectgericht werken. Alle informatie in een tekening wordt gekoppeld aan objecten die in lagen worden geordend in een tekening. Gebruikers kunnen hiervoor een standaard objectenbibliotheek gebruiken die met NLCS wordt meegeleverd. Ook kunnen gebruikers hun eigen bibliotheek gebruiken zolang de objecten voldoen aan de door NLCS voorgeschreven structuur. NLCS bevat afspraken voor: * '''Metadata''': de gegevens die moeten worden opgenomen in het titelblok van een tekening; * '''Basis digitaal tekenen''': afspraken over de wijze waarop digitaal wordt gemodelleerd zoals te hanteren eenheden, assenstelsels, peilen en tekenbladschalen; * '''Uiterlijk van de tekening''': afspraken over toegestane afmetingen van het tekenblad, kaders, tekststijlen, bematingsstijlen en lettertypen; * '''Ordening/codering en representatie van objecten''': afspraken over de ordening van objecten in lagen.   +