Eigenschap:Implicaties

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 121 pages using this property.
c
* Het niveau van beschikbaarheid is in overleg met afnemers vastgesteld. * De ondersteunende ICT-voorzieningen voldoen aan het voor de diensten overeengekomen niveau van beschikbaarheid. * De continuïteit van voorzieningen wordt bewaakt; bij bedreiging van die continuïteit wordt alarm geslagen. Er is voorzien in de aanpak van calamiteiten. * De toegankelijkheid van openbare informatie en van informatie die relevant is voor vertrouwelijke- en zaakgerelateerde diensten, is gewaarborgd. Wanneer informatie verplaatst is, of niet meer (online) beschikbaar, worden bezoekers doorverwezen naar de plaats waar deze wel te vinden is. * De afnemer merkt niets van wijzigingen in het beheer van de dienst. * Wanneer een nieuwe versie van een standaard geïmplementeerd wordt, blijft de aanbieder de oude versie ondersteunen zolang als dat volgens afspraak nodig is. * De dienstverlener en de afnemers maken afspraken over de periode waarin overgegaan wordt op een nieuwe versie van de standaard.   +
* De criteria voor juistheid, volledigheid en tijdigheid zijn vastgesteld * De bij levering van de dienst betrokken systemen: ** controleren vanuit een systeemvreemde omgeving ingevoerde gegevens op juistheid, tijdigheid en volledigheid, voordat verdere verwerking plaatsvindt. ** controleren te versturen gegevens op juistheid, volledigheid en tijdigheid ** controleren ter verwerking aangeboden gegevens op juiste, volledig en tijdige verwerking ** vergelijken periodiek kritieke gegevens die in verschillende gegevensverzamelingen voorkomen met elkaar op consistentie. Dit geldt alleen zolang als de gegevens niet frequent en integraal worden gesynchroniseerd met de brongegevens. ** analyseren periodieke logbestanden teneinde beveiligingsincidenten of de juiste werking van het systeem vast te stellen.   +
Controleer de verwerking van gegevens: * Zijn de criteria voor juistheid, en tijdigheid vastgesteld? * Worden gegevens die vanuit een systeemvreemde omgeving ingevoerd zijn eerst gecontroleerd op juistheid, tijdigheid en volledigheid, voordat verdere verwerking plaatsvindt? * Worden te versturen gegevens gecontroleerd op juistheid, volledigheid en tijdigheid? * Worden ter verwerking aangeboden gegevens gecontroleerd op juiste, volledig en tijdige verwerking? * Worden kritieke gegevens die in verschillende gegevensverzamelingen voorkomen periodiek met elkaar vergeleken op consistentie? (Dit geldt alleen zolang de gegevens niet frequent en integraal worden gesynchroniseerd met de brongegevens)  +
De controleerbaarheid van gebruikers- en systeemgedrag wordt gerealiseerd door registratie en bewaking van gebeurtenissen en door alarmering op het overschrijden van toelaatbare drempels. Specifiek voor logging: analyseer periodieke logbestanden om de juiste werking van het systeem vast te stellen en beveiligingsincidenten te detecteren.  +
d
* Voor de dienst is vastgesteld aan welke normen en standaarden deze moet voldoen. * De opzet van de dienst is in overeenstemming met deze normen en standaarden. Afwijkingen van de norm zijn geïdentificeerd. * Voor alle afwijkingen zijn voorzieningen getroffen.   +
Formuleer uniforme regels die gelden voor toegang tot de entiteiten (dienst, informatie, object) onafhankelijk van het kanaal.  +
De dienst: * is beschreven * de opzet is afgestemd met dienstverleners van verwante diensten om overlap en dubbel werk te voorkomen * sluit aan op de verwante diensten.  +
Zorg er voor dat diensten elkaar aanvullen en niet overlappen: * Geef een heldere beschrijving van je dienst * Stem de opzet van de dienst af met aanbieders van verwante diensten * Sluit aan op die verwante diensten Burgers en bedrijven moeten de dienst en de meerwaarde er van kunnen herkennen: de dienst moet uniek zijn en niet overlappen met andere diensten. Dat voorkomt verwarring en zorgt dat de beoogde gebruiker de dienst weet te vinden. Daarvoor moeten individuele organisaties zelf de verantwoordelijkheid nemen om hun dienstverlening naast elkaar te leggen en op elkaar af te stemmen. Dit voorkomt dubbel werk en overlappende diensten. De overheid als geheel kan zo efficiënter werken. En bij individuele dienstverleners komt capaciteit en focus vrij om zich te concentreren op de kwaliteit van de unieke dienst die ze aanbieden.  +
De dienst: * is zó beschreven dat de resultaten en voorwaarden ook in een andere context begrepen kunnen worden * maakt maximaal gebruik gemaakt van (open) standaarden om zo min mogelijk drempels op te werpen voor gebruik * kent een minimum aan gebruiksvoorwaarden * is aangemeld bij een landelijk serviceregister  +
* Diensten zijn over organisaties heen herbruikbaar. * Diensten zijn opgebouwd volgens het [[Vijflaagsmodel]]. * Er is een register met diensten beschikbaar. * Er is een bibliotheek met proces- en zaaktypedefinities beschikbaar, waardoor processen en zaken eenvoudig uit te wisselen zijn (zero-code).   +
* Op basis van de meta-informatie kan worden vastgesteld wat de oorspronkelijke reden is van het verzamelen van de informatie. * Het doel waarvoor informatie wordt uitgevraagd, is vastgelegd en getoetst door bevoegde instanties. * In samenwerkingsrelaties is vooraf bepaald wat het gemeenschappelijke doel van de samenwerking is en of alle deelnemers in het kader hiervan informatie mogen delen, bijvoorbeeld over personen.   +
Een gebruiker kan er op vertrouwen dat een informatieobject, zoals deze in de bron is vastgelegd, juist, actueel en volledig is. Fouten kunnen worden gemeld en hersteld. Daarbij is het van belang dat herstelwijzigingen worden gelogd, zodat traceerbaar is hoe foutieve gegevens zijn verwerkt en wat het effect daarvan is. Dit betekent dat: * De kwaliteit van de informatie transparant, verankerd en geborgd moet zijn binnen de processen van de verantwoordelijke en leverende organisatie (datamanagement). * Er gebruik moet worden gemaakt van gestandaardiseerde gegevensmodellen, gegevenswoordenboeken en catalogussen ten behoeve van machinematige verwerking van gegevens. * De informatie tijdens de gehele levenscyclus moet worden gemonitord, gecontroleerd, gevalideerd op basis van regels, kaders, normen en standaarden waarbij wijzigingen traceerbaar moeten worden gemaakt. * De informatie tijdens de gehele levenscyclus regelmatig moet worden getoetst aan wet- en regelgeving en daar verantwoording over moet worden afgelegd. * Er cyclisch gerapporteerd moet worden over de kwaliteit van de gegevens. Voor afwijkingen moeten de juiste maatregelen worden getroffen om de betrouwbaarheid en de kwaliteit van de informatie te kunnen waarborgen. * De informatie moet door de gehele lifecycle gevolgd kunnen worden vanaf de oorsprong tot aan het verwerken, opslaan, bewerken en beschikbaar stellen en/of vernietigen. (data-lineage). * Er gebruik moet worden gemaakt van authentieke- en/of kwalitatieve bronnen.  +
e
*In de dienstbeschrijving is duidelijk op welke prestatie de dienst betrekking heeft en welke organisatie hiervoor verantwoordelijk is *In de vormgeving en communicatie van de dienst wordt de verantwoordelijke organisatie duidelijk gepresenteerd*Wanneer de dienst in een bundel wordt aangeboden die in één keer kan worden afgenomen, wordt helder gecommuniceerd dat het hier een bundel betreft, met per dienst de verantwoordelijke organisatie.   +
* Er is een overzicht van alle voor de levering van de dienst noodzakelijke gegevens * Van elk van deze gegevens is vastgesteld of het al bij de overheid geregistreerd staat of niet. Voor de gegevens die reeds geregistreerd staan, is vastgesteld wat de bronregistratie is. Ook is vastgesteld welke van deze gegevens authentieke gegevens zijn * Zijn er voor de dienst authentieke gegevens nodig, dan worden deze betrokken uit de basisregistraties. * Is er behoefte aan niet-authentieke gegevens, dan wordt nagegaan of deze deze informatie al in eigen huis of bij andere overheidsorganisaties beschikbaar is. Wanneer dat het geval is en de WBP het toestaat, wordt deze informatie hergebruikt. Ook wanneer een andere organisatie de bronhouder is, wordt de informatie daarvan afgenomen. * Is de informatie al beschikbaar en moet deze enkel gecontroleerd en aangevuld worden? Leg dan de reeds beschikbare informatie ter controle en aanvulling voor aan de afnemer.   +
Stel bij iedere processtap de vraag of deze stap waarde toevoegt voor de afnemer of dat de processtap evengoed weggelaten kan worden.  +
Een verandering in het dreigingsprofiel, of in een bedrijfsproces of in de onderliggende voorzieningen kan een mogelijke kwetsbaarheid introduceren of gevolgen hebben voor de veiligheidsbelangen van stakeholders. Een verandering kan de kans of de impact van een dreiging veranderen.  +
* Voor iedere zaak is één eindverantwoordelijke met doorzettingsmacht benoemd. * Voor een zaak met meerdere deelzaken is de verantwoordelijke voor de hoofdzaak de eindverantwoordelijke. Er kunnen daarnaast meerdere deelverantwoordelijken voor deelzaken zijn. * In notificaties wordt de (eind)verantwoordelijke van de zaak als contactpersoon vermeld. * De (eind)verantwoordelijke heeft toegang tot alle benodigde informatie voor de zaak. * Zaakinformatie kan hiervoor (over organisaties heen) eenvoudig worden geraadpleegd. * Voortgangsinformatie over de zaak is (over organisaties heen) raadpleegbaar. * Er is inzicht in alle stappen die tot nu toe zijn genomen en, voor zover bekend, de stappen die nog volgen tot het eindresultaat (tijdlijn).   +
g
ICT-voorzieningen voldoen aan het voor de diensten overeengekomen niveau van beschikbaarheid. De beschikbaarheid van gegevens en systeemfuncties wordt gegarandeerd door: * Vermeervoudiging van systeemfuncties. * Herstelbaarheid en beheersing van verwerkingen. * Voorspelling van discontinuïteit. * Handhaving van functionaliteit.  +
* De voor de dienst relevante bouwstenen zijn geïnventariseerd en op geschiktheid beoordeeld; * Bij geschiktheid zijn ze opgenomen in de opzet van de dienst.   +
Gebruik de standaard met het meest specifieke werkingsgebied. Als deze conflicteert met bredere (internationale) standaarden, zorg dan in de sector voor afstemming daarmee.  +
Maak gebruik van een actueel register met [[standaarden]] per toepassingsgebied. Functionele standaarden hebben betrekking op bijvoorbeeld gegevensuitwisseling, beveiliging, taalgebruik, digitale communicatie, etc. Standaarden met een organisatorisch werkingsgebied hebben betrekking op bijvoorbeeld de strafrechtketen, zorgketen, sociale zekerheid, financiën, etc.  +
Gebruik gestandaardiseerde referentiedata. Zie ook [https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/open-data/referentiedata CBS referentiedata], of domeinspecifieke bronnen voor referentiedata.  +
Bij gelijke geschiktheid heeft Open Source software de voorkeur bij het ontwikkelen van een dienst. Zie ook [[European Interoperability Framework (EIF)|EIF]] principle 2 "Openness", aanbeveling 3.  +
* Met afnemers zijn afspraken gemaakt over de te gebruiken open standaarden. Hierbij wordt tijdig geanticipeerd op de ontwikkeling van de open standaarden * Volgens (open) standaarden zijn beschreven: ** de interactieprocessen ** het berichtenverkeer ** Applicatieportfolio * Organisaties werken volgens een open standaard voor procesmodellering die door alle samenwerkende partijen op uniforme wijze wordt toegepast. De gekozen open standaard is bepalend voor de keuze van modelleersystemen die deze standaard ondersteunen. Een overzicht van vastgestelde open standaarden waarvoor het 'pas toe - of leg uit' - regime geldt, is te vinden op [https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/lijst/verplicht Lijst open standaarden]   +
Organisaties werken volgens een open standaard voor o.a. architectuur-, data- en procesmodellering die door alle samenwerkende partijen op uniforme wijze wordt toegepast. De gekozen open standaard is bepalend voor de keuze van modelleersystemen die deze standaard ondersteunen. Wissel modellen uit tussen organisaties op basis van open standaarden. Voorbeelden van modelleerstandaarden zijn [[ArchiMate]] (architectuur), UML (data) en BPMN (processen).  +
* De voor de dienst relevante standaardoplossingen zijn geïnventariseerd voor gebieden zoals: ** identificatie ** authenticatie ** autorisatie ** onweerlegbaarheid ** encryptie ** semantiek ** toegankelijkheid ** presentatie en vormgeving *Oplossingen zijn op geschiktheid beoordeeld. Bij geschiktheid zijn ze opgenomen in de opzet van de dienst   +
Ontwikkel geen eigen processen, systemen en technieken wanneer deze ergens anders al beschikbaar zijn. Stel je actief op de hoogte van beschikbare en geplande standaardoplossingen, om daar bij het maken van plannen rekening mee te houden. De bruikbare elementen van beschikbare standaardoplossingen zullen moeten worden ingepast in de eigen organisatie. Geen enkele standaardoplossing past altijd voor de volle honderd procent. Daarom zal de bereidheid tot het sluiten van compromissen aanwezig moeten zijn.  +
Gebruik een standaardoplossing (zoals bijvoorbeeld een pakketoplossing) zoveel mogelijk ongewijzigd, dus zonder maatwerkaanpassingen. Pas bij de toepassing van een standaardoplossing je werkwijze aan bij de standaarden en de best-practices die aan de oplossing ten grondslag liggen. Volg waar het kan de inrichtingsfilosofie van leveranciers.  +
De bij de dienst horende rechten, voorwaarden en plichten dienen op duidelijke en transparante wijze toegankelijk te worden gemaakt voor burgers en bedrijven die deze dienst af willen of moeten nemen.  +
Geef de voorkeur aan het halen (pull) i.p.v. het brengen van gegevens (push).  +
Gegevens worden eenmalig uitgevraagd of verzameld, uniek opgeslagen, en vervolgens meervoudig gebruikt. Dit impliceert tevens dat de juistheid van de gebruikte informatie-objecten uit een bronregistratie niet voor gebruik opnieuw hoeft te worden gecontroleerd.  +
* Alle relevante (klantcontact)informatie is beschikbaar voor de medewerkers aan het loket. * De dienstverlener kan altijd beschikken over het klantbeeld (zie definitie) en alle relevante contactinformatie met de klant, ongeacht het kanaal waarover de communicatie is en /of wordt gevoerd. * Op alle kanalen is dezelfde informatie beschikbaar, uit één bron. * Verwerking en intake zijn losgekoppeld: afhandeling van aanvragen kan onafhankelijk van het kanaal gebeuren waarlangs het verzoek binnen komt. * De mogelijke wisselingen tussen de kanalen zijn beschreven, zodat de afnemer op verschillende contactmomenten verschillende kanalen kan kiezen. * Informatie over de kanaalkeuze, per contactmoment is als meta-informatie vastgelegd.   +
h
Informatie wordt niet langer bewaard en niet eerder vernietigd dan wettelijk is toegestaan. Dit betekent dat: * Er een selectielijst is, waarin opgenomen de te vernietigen informatieobjecten of onderdelen daarvan. * Er vastgesteld in de organisatie verankerd beleid is met betrekking tot vernietigen. * Bevoegdheden, rollen en verantwoordelijkheden en beleid rondom vernietigen zijn belegd. * De organisatie inzicht heeft in informatieobjecten, bewaartermijnen, processen, informatiesystemen en hun onderlinge samenhang.  +
Ga nooit uit van het impliciete vertrouwen dat wie op een bepaald netwerk of systeem komt daar ook hoort: * Controleer overal het netwerkverkeer. * Controleer toegang per sessie. * Hanteer dynamische policies en gebruik daarbij de geldigheidsduur van de laatste authenticatie. * Blijf continue monitoren. Verzamel zoveel mogelijk gegevens om de beveiliging te blijven verbeteren. Dit wordt ook wel het 'zero-trust' model genoemd.  +
i
* Per dienst zijn de mate van vertrouwelijkheid en de bijbehorende identificatieeisen vastgesteld * Voor een intern systeem, besloten gebouw of ruimte, geldt: “niets mag, tenzij toegestaan”. Daarom wordt de gebruiker voor toegangverlening geauthenticeerd. Voor afnemers van vertrouwelijke diensten geldt hetzelfde. Daardoor zijn deze gebruikers en afnemers uniek herleidbaar tot één natuurlijk persoon, organisatie, of ICT-voorziening. * Bij authenticatie met behulp van wachtwoorden dwingt het systeem toepassing van sterke wachtwoordconventies af. * De instellingen van het aanmeldproces voorkomen dat een gebruiker werkt onder een andere dan de eigen identiteit. * Om de mogelijkheden van misbruik te beperken, hebben gebruikers van systemen niet méér rechten dan zij voor hun werk nodig hebben (autorisatie). Daarbij zijn maatregelen getroffen om een onbedoeld gebruik van autorisaties te voorkomen. * Verleende toegangsrechten zijn inzichtelijk en beheersbaar. * De identificatie-eis voor een samengestelde dienst wordt bepaald door de dienst met de hoogste identificatie-eis.   +
* Betrokken dienstverleners gebruiken dezelfde identificatiemethode, bijvoorbeeld een Uniforme Resource Indicator ([http://nl.wikipedia.org/wiki/Uniform_Resource_Identifier URI] * informatie-objecten worden beheerd. * Bij gebundelde diensten maken dienstverleners afspraken over de informatieobjecten die hierin een rol spelen.   +
Inventariseer de voor de dienst relevante standaardoplossingen voor gebieden zoals: * identificatie * authenticatie * autorisatie * onweerlegbaarheid * encryptie * semantiek * toegankelijkheid * presentatie en vormgeving Beoordeel de oplossingen op geschiktheid. Bij geschiktheid worden ze opgenomen in de opzet van de dienst.  +
# Systematisch beschrijven en uniek identificeren van informatieobjecten volgens de relevante metadata-standaarden, waarbij gebruik wordt gemaakt van de FAIR principes (Findable, Accessible, Interoperable, Reusable), zie [https://www.dtls.nl/fair-data/fair-data/ www.dtls.nl]. # Het visualiseren van de informatieobjecten in hun onderlinge samenhang (informatiemodel) zodat de structurele relaties tussen informatieobjecten duidelijk worden. # Digitaal publiceren van het informatiemodel (beschrijving en de visualisatie). Voor het beschrijven van informatieobjecten in een informatiemodel is een [[Stappenplan beschrijven van informatieobjecten in een informatiemodel|stappenplan]] beschikbaar, samengevat: * Maak een overzicht van de (types) informatieobjecten die benodigd zijn voor de dienst. * Zorg ervoor dat al deze informatieobjecten systematisch zijn beschreven, inclusief hun metadata. * Relateer de informatieobjecten aan bestaande informatiemodellen. * Publiceer de informatieobjecten digitaal en benoem de vindplaats zodat ze uniek identificeerbaar zijn.   +
*De zonering en de daarbij geldende uitgangspunten en eisen per zone zijn vastgesteld. * De fysieke en technische infrastructuur is opgedeeld in zones. * Deze zones zijn voorzien van de benodigde vormen van beveiliging (de 'filters'). * Informatie-uitwisseling en bewegingen van mensen tussen zones wordt naar vorm en inhoud gecontroleerd en zo nodig geblokkeerd.   +
De integriteit van gegevens en systeemfuncties wordt gegarandeerd door validatie en beheersing van gegevensverwerking en geautoriseerde toegang tot gegevens en systeemfuncties, door scheiding van systeemfuncties, door controle op communicatiegedrag en gegevensuitwisseling en door beperking van functionaliteit. Controle van gegevensverwerking: * De criteria voor juistheid, en tijdigheid zijn vastgesteld * controleren vanuit een systeemvreemde omgeving ingevoerde gegevens op juistheid, tijdigheid en volledigheid, voordat verdere verwerking plaatsvindt. * controleren te versturen gegevens op juistheid, volledigheid en tijdigheid * controleren ter verwerking aangeboden gegevens op juiste, volledig en tijdige verwerking * vergelijken periodiek kritieke gegevens die in verschillende gegevensverzamelingen voorkomen met elkaar op consistentie. Dit geldt alleen zolang als de gegevens niet frequent en integraal worden gesynchroniseerd met de brongegevens.  +
k
Verdiep je in de achtergronden van je afnemers en de context waarin zij van de dienst gebruik maken en vergewis je van de digitale vaardigheden van je doelgroep. Zorg dat de dienst is afgestemd op de (digi)vaardigheden en mogelijkheden van alle (potentiële) afnemers. Weet welke informatie afnemers doorgaans zoeken en waar ze deze zoeken. Deze informatie meld je aan op de voor de afnemers bekende vindplaatsen, zoals zoekmachines, portals, catalogi en registers. Ook de dienst zelf voorzie je van de nodige zoekfuncties. Om de afnemer waar dat nodig is door te kunnen verwijzen, zorg je dat je op de hoogte bent van de andere plaatsen waar diensten te vinden zijn.  +
Bij het kiezen voor een cloud oplossing, geef de voorkeur aan SaaS boven PaaS boven IaaS. Houd hierbij rekening met het definiëren van een goede exit strategie en interoperabiliteit standaarden om de vendor lock-in zo beperkt mogelijk te houden. Een cloud oplossing vergt bovendien een gedegen strategie en plan van aanpak vanuit de eigen organisatie hoe met (publieke, community of private) cloud diensten om te gaan. Het SaaS (Software as a Service) model richt zich primair op eindgebruikers. Deze zijn (vaak) te prefereren voor oplossingen die niet uniek of onderscheidend zijn voor de organisatie of het werkdomein. Voorbeelden hiervan zijn Customer Relations Management, e-mail & Instant Messaging, Financiën, HRM en Project Management. PaaS (Platform as a Service) richt zich vooral op ontwikkelaars waarmee ze een ontwikkelplatform ter beschikking krijgen waarbij de cloud dienstverlener zorgdraagt voor de infrastructurele aspecten. Bij IaaS (Infrastructure as a Service) neem je infrastructuur componenten uit de cloud af zoals servers, opslag, en netwerken. Opmerking: deze implicatie daagt uit om tot een zo hoog mogelijk niveau ontzorgd te worden. Bij Cloud oplossingen ga je eerst kijken of de functionele eisen met SaaS kunnen worden ingevuld. Als specifiek aan een applicatie-ontwikkelomgeving of infra de behoefte is, dan kies je uiteraard voor PaaS respectievelijk Iaas.  +
Verwerk als afnemer gegevens uit een bronsysteem met respect voor de classificatie van die gegevens. Geef het geen hogere classificatie voor beschikbaarheid en integriteit dan de bron, en geen lagere classificatie voor vertrouwelijkheid. Maak zonodig afspraken met de aanbieder om hun classificatie aan te passen en in hun dienst bijpassende maatregelen daarvoor te implementeren.  +
l
Als eigenaar van de bron wil je inzicht hebben in de toegang en inzage (CRUD) van de gegevens die vanuit de bron worden gebruikt. Voorkom dat auditgegevens verspreid raken over afnemende applicaties.  +
Informatie-objecten moeten goed worden beheerd. Onderdeel hiervan is dat de context van een informatieobject goed moet zijn vastgelegd in metadata. * Informatie en gegevens moeten duidelijk binnen een bepaalde context te plaatsen zijn. Metadata is daar het passende instrument voor. * Context (vastgelegd in metadata) is nodig om gegevens te begrijpen voor verwerking. * Zie [[DUTO (Normenkader Duurzaam Toegankelijke Overheidsinformatie)|DUTO]] eisen (ISO 23081)  +
De verwerkingshistorie inclusief doel van verwerking wordt vastgelegd bij het gegegevensobject als metadata. Dit betekent dat de historie van acties waarin een gegevensobject wordt verwerkt (opvragen / vastleggen / wijzigen / verwijderen) inclusief het doel van de actie vastgelegd wordt bij het gegevenobject.  +
Leg de grondslag en het doel vast, waarvoor informatie wordt uitgevraagd bij burgers en bedrijven. Aan het doel gekoppeld worden ook de eisen (kwaliteitscriteria) vastgelegd waaraan deze informatie moet voldoen. Houd er rekening mee dat het doel in de loop der tijd kan wijzigen.  +
Leg de inhoud van de dienst en het akkoord hierop schriftelijk vast, in de vorm van een Service Level Agreement (SLA), een Gegevens Leverings Overeenkomst (GLO), of in wet- en regelgeving. Dit is in elk geval noodzakelijk voor bedrijfskritische diensten of diensten met een zeer vertrouwelijk karakter. Hierbij is het akkoord en de inhoud daarvan schriftelijk vastgelegd. De dienstverlener geeft hierbij ook aan welk betrouwbaarheidsniveau geldt voor de identificatie van de afnemer.  +
Leg per dienst vast aan welke normen en standaarden je moet of wilt voldoen. Deze normen en standaarden moeten op hun beurt voldoen aan wet- en regelgeving. De opzet van de dienst is in overeenstemming met deze normen en standaarden. Afwijkingen van deze norm worden geïdentificeerd.  +
m
De dienstverlener en de afnemers maken afspraken over de periode waarin overgegaan wordt op een nieuwe versie van de standaard. Wanneer een nieuwe versie van een standaard geïmplementeerd wordt, blijft de aanbieder de oude versie ondersteunen zolang als dat volgens afspraak nodig is.  +
De overheid zorgt dat besluiten die burgers en bedrijven raken, ook door deze burgers en bedrijven te controleren zijn. Hierbij hebben zij de mogelijkheid om inzicht te krijgen op welke wijze en op basis van welke informatie besluiten tot stand zijn gekomen (traceerbaarheid).  +
Maak beveilingingsmaatregelen transparant voor de gebruiker en richt deze zo gebruiksvriendelijk mogelijk in. Verleid de gebruiker zo veel mogelijk om veilig te werken: zo leidt het afdwingen van gebruikersonvriendelijke beveiligingsmaatregelen vaak tot onveilige workarounds en ander onveilig gedrag.  +
Zorg dat alle gebruikers, ook die met functiebeperking, de volwaardige dienst kunnen afnemen. Het streven is digitale inclusiviteit voor iedereen (digitoegankelijk).  +
Zorg dat een (potentiële) anderstalige gebruiker de dienst ook kan afnemen, door deze ook in een algemeen toegankelijke taal aan te bieden (bv. Engels).  +
De dienst is zodanig opgezet, dat andere organisaties deze in eigen diensten kunnen hergebruiken. De opzet van de dienst anticipeert op onvoorziene afnemers en gebruik. Deze implicatie beoogt de dienst interoperabel en bruikbaar voor een zo groot mogelijke groep afnemers te maken. Dit draagt bij aan een hoger rendement van de dienst. Hiervoor is het nodig dat de dienst: * zó is beschreven dat de resultaten en voorwaarden ook in een andere context begrepen kunnen worden * maximaal gebruik maakt van (open) standaarden om zo min mogelijk drempels op te werpen voor gebruik * een minimum aan gebruiksvoorwaarden kent * is aangemeld bij een landelijk serviceregister.  +
Dit betekent dat inzichtelijk gemaakt moet worden hoe gegevens tot stand zijn gekomen, over de gehele verwerking in de keten heen. Dus van bronnen tot eindproduct. Van ieder gegeven zijn de herkomst en verwerkingen beschikbaar tot aan vernietiging  +
Maak heldere afspraken over aanbieden en afnemen van diensten, waaronder eventueel van toepassing zijnde vergoedingen (afbakening van verantwoordelijkheden). Doe dit zowel vooraf als bij het afsluiten. * Maak duidelijke afspraken over de gegarandeerde levensduur van de aangeboden dienst. * Stem de opzet van je diensten af met dienstverleners van verwante diensten om overlap en dubbel werk te voorkomen. Voordat je een eigen dienst maakt, bekijk eerst of er al iets soortgelijks aanwezig is. * Vraag en aanbod van diensten vind plaats door bundeling op overheidsniveau.  +
Maak stelselafspraken om te komen tot één generiek digitaal stelsel voor identificatie en authenticatie of sluit aan bij een bestaand kanaaloverstijgend stelsel met afspraken over betrouwbaarheidsniveau's.  +
Maak technische schuld zichtbaar en stuur op het oplossen van technische schulden. Technische schuld (technical debt) treedt op als er - al dan niet bewust - voor een oplossing wordt gekozen die op de korte termijn voordelig is (of lijkt) en gelijktijdig op de langere termijn extra kosten met zich meebrengt en de algehele complexiteit verhoogt.  +
Een gebruiker dient allereerst geautoriseerd te zijn om een applicatie te mogen gebruiken of gegevens te mogen inzien. Hierbij speelt het behaalde niveau van authenticatie een rol. Als bijvoorbeeld informatie met een tweede factor (MFA) moet zijn afgeschermd krijgt de gebruiker geen toegang als hij/zij slechts met een gebruikersnaam/wachtwoord combinatie kan authenticeren. Na succesvolle authenticatie kan bepaald worden of een gebruiker de applicatie mag gebruiken (of informatie mag inzien) aan de hand van autorisatieregels.  +
Stel overheidsdata actief beschikbaar voor hergebruik door derden, bijvoorbeeld in de vorm van open data. Beschouw dit aanbod als een dienst. De enige uitzondering zijn overheidsdata waarvoor wet- en regelgeving expliciet beperkingen oplegt, die stel je niet actief beschikbaar. Vanuit o.a. de WOO richt de overheid zich op transparantie. Daarbij hoort het actief beschikbaar stellen dan wel delen van data. Wel met inachtneming van de beperkingen die daarbij gelden (bijv. vanuit de AVG). Er zijn meerdere redenen om data actief beschikbaar te stellen. Zo kan het meer transparantie en inzicht geven in het overheidshandelen en zo de accountability vergroten. Bijvoorbeeld door begrotingen of inkoopgegevens als open data beschikbaar te stellen. Het kan ook economische en maatschappelijke innovatie stimuleren, zoals de ontwikkeling van apps en informatiediensten op basis van overheidsdata.  +
Eén organisatie is verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de geleverde dienst.  +
Verzamel of vraag alleen die gegevens op die nodig zijn voor het strikte doel van de dienstverlening. En houd de gegevensverwerking die hierop volgt in proportie met het doel. Dit voorkomt dat vertrouwelijke of privacygevoelige gegevens onnodig worden verwerkt.  +
n
Zorg voor een adequate beschrijving van de dienst. Deze beschrijft o.a. * begrippenkader of semantisch model * resultaat van de dienst voor afnemers * verantwoordelijke organisatie. Zie AP 26 * wettelijke basis * prijs en leveringsvoorwaarden * wijze van ontsluiting ** website, Klantcontactcentrum, formulieren ** vereiste authenticatie * dialoog. De dienst kan alleen geleverd worden na afronding van een dialoog tussen afnemer en dienstverlener. Denk aan: de aanvraag van de dienst door de afnemer, de wedervraag van de dienstverlener om meer informatie en het antwoord daarop. Deze dialoog stelt voorwaarden aan de afnemer. De afnemer moet de beschrijving van deze dialoog begrijpen, wil hij aan de voorwaarden kunnen voldoen. * Kwaliteitsindicatoren voor aspecten als toegankelijkheid, vindbaarheid, beschikbaarheid, uitwisselbaarheid, betrouwbaarheid, authenticiteit en volledigheid. Deze indicatoren maken sturing op kwaliteit mogelijk. Op basis daarvan kan de dienstverlener verantwoording afleggen aan opdrachtgevers, afnemers en derde partijen (b.v. toezichthouders). Zie AP 29 en 30 * De kwaliteit van de dienst is vastgelegd in algemene leveringsvoorwaarden. Afspraken met afnemers worden vastgelegd in bijvoorbeeld Service Level Agreements (SLA's). De leveringsvoorwaarden en SLA's leggen zowel eisen op aan de leverende partij als aan de afnemer (randvoorwaardelijk voor de levering).  +
* De start en het resultaat van een zaak is per dienst beschreven * Toegang tot de dienst is alleen mogelijk als de aanvrager aan de gestelde voorwaarden voldoet (hetgeen uit een dialoog blijkt) * Het ingerichte proces/zaaktype heeft een wettelijke basis * Kwaliteits- en leveringsindicatoren maken sturing op kwaliteit mogelijk ** De voortgang van een zaak wordt bewaakt: *** Gesignaleerd wordt voordat zaken de afgesproken termijnen dreigen te overschrijden *** Genotificeerd wordt wanneer zaken de afgesproken termijnen overschrijden ** De kwaliteit van een dienst wordt gemonitord (beschikbaarheid, betrouwbaarheid, volledigheid, authenticiteit, uitwisselbaarheid, vindbaarheid) ** Er is geaggregeerde informatie over zaken beschikbaar om de kwaliteit, doorlooptijd, beschikbaarheid en kosten van een dienst inzichtelijk te maken (aantal afgenomen diensten, gemiddelde doorlooptijd van een dienst, variatie (minimale en maximale doorlooptijd), wachttijd, totale kosten per dienst)   +
Beschrijf diensten in een producten- en dienstencatalogus (PDC) inclusief de daarbij behorende spelregels. Datasets worden beschreven in een datacatalogus (interne afnemers). Open data van de overheid biedt dit inzicht aan externe afnemers. Zie [https://data.overheid.nl/ data.overheid.nl]  +
Bij hergebruik van diensten kijken zowel aanbieder als afnemer opnieuw naar de oorspronkelijke grondslag en doelbinding. Als dat nodig blijkt passen zij pseudonimisering dan wel anonimisering van de data toe. Dit houdt in dat bij te ontwikkelen functionaliteit de oorspronkelijke grondslag bepalend is voor de hergebruikmogelijkheden.  +
* De dienstverlener zorgt voor informatie over de dienst en een passende ontsluiting. * Er is onderzocht welke contactfuncties het meest gebruikt worden door de doelgroep van de dienst (die dus de meeste afnemers zouden kunnen doorverwijzen). Afspraken met de betreffende organisaties borgen de doorverwijzing. * Deze contactfuncties en hun medewerkers beschikken over de informatie die nodig is om de vraag van de afnemer zodanig te verhelderen, dat gericht naar de dienst kan worden doorverwezen. Deze medewerkers zijn in staat om te werken met alle relevante zoekinstrumenten. * De dienst is vindbaar en toegankelijk via alle contactfuncties * De dienst maakt deel uit van overzichten van overheidsdienstverlening (zoals Samenwerkend Catalogi, thematische webportals)   +
o
* De dienstverlener heeft afgewogen welke ondersteunende processtappen, handelingen en informatie-objecten uit het dienstverleningsproces meerwaarde hebben voor andere organisaties * Deze handelingen en objecten zijn beschreven en ontsloten als afzonderlijke en herbruikbare diensten * De resulterende diensten zijn zó beschreven dat de resultaten en voorwaarden ook in een andere context begrepen kunnen worden * De diensten zijn gepubliceerd in een landelijk serviceregister of dienstencatalogus.   +
Ontwerp en implementeer diensten met oog voor doelbinding, data-minimalisatie en oorspronkelijke grondslag.  +
Realiseer complexe systemen op modulaire wijze. Dit doe je door het systeem zodanig te ontwerpen dat deze opgedeeld kan worden in modules. Elke module moet eigenschappen bevatten die het mogelijk maken om ze (via gestandaardiseerde koppelvlakken) aan elkaar te koppelen. Zodanig vormen ze in het geheel een complex systeem.  +
De onweerlegbaarheid van transacties wordt gegarandeerd door wederzijdse authenticatie en versleuteling van elektronische handtekeningen. Specifiek: * Er is vastgesteld welke berichten onweerlegbaar moeten zijn. * Bij deze berichten is geborgd dat het ontvangen bericht afkomstig is van de afzender en dat de inhoud niet door derden is beïnvloed.  +
p
Pas de implicaties van de [[FAIR-principes|FAIR dataprincipes]] toe. Zie ook [https://www.go-fair.org/fair-principles/ go.fair.org FAIR-principes].  +
Pas je processen en organisatie aan de standaard oplossingen aan, in plaats van het omgekeerde. Zie ook [[European Interoperability Framework (EIF)|EIF]] principle 4 "Reusability", aanbeveling 6+7.  +
Elke overheidsorganisatie is verantwoordelijk voor het goed toegankelijk maken van haar activiteiten voor burgers en bedrijven. Voor websites geldt dat deze moeten voldoen aan de standaarden zoals gedefinieerd in WCAG. Dit geldt met name voor websites die toegankelijk zijn voor het publiek, maar ook voor intern gerichte websites. WCAG staat voor 'Web Content Accessibility Guidelines'. De wetgever heeft bepaald dat alle (semi-)overheids websites per 23 september 2020 aan deze WCAG standaard moeten voldoen.  +
Verwerf producten die aan de standaard(en) voldoen. Hierbij geldt: Open standaarden tenzij. Implementaties maken gebruik van de beschrijvingen uit de open standaarden om leveranciersonafhankelijkheid te behouden. Maak met afnemers afspraken over de te gebruiken open standaarden. Anticipeer hierbij op de ontwikkeling van de open standaarden, bijvoorbeeld door nieuws over [[standaarden]] te volgen via noraonline.nl of [https://www.forumstandaardisatie.nl/ www.forumstandaardisatie.nl/]  +
* Voor de start van de ontwikkeling van een nieuwe dienst zijn de vereisten waaraan de dienst moet voldoen schriftelijk vastgelegd. *monitoring vindt plaats van: ** naleving prestatie normen ** gebruiksstatistieken ** Klanttevredenheid * feedback door afnemers wordt actief ondersteund met behulp van: ** focusgroepen ** klachtenprocedures ** cliëntenraden * Een gestructureerd proces voor methodische verwerking van issues en voorstellen voor verandering is ingericht   +
* De dienstverlener slaat klantcontactinformatie op (contactmomenten-, personen, afgenomen diensten en voorkeuren) en bouwt op basis hiervan klantbeelden (zie definitie) op. * De dienst wordt aangevraagd en geleverd op basis van deze klantbeelden. * Dit klantbeeld is beschikbaar in alle contactfuncties (zie definitie) wanneer er contact is met de afnemer * Bij de verzameling van klantcontactinformatie informeert de dienstverlener de betrokkenen over alle verwerkingen. * De dienstverlener deelt klantcontactinformatie met andere dienstverleners in het kader van persoonsgerichte dienstverlening. Juridische en praktische implicaties hiervan zijn onderzocht.   +
1. Bij het (door-)ontwikkelen van een product of dienst moet de context van de gebruiker meegewogen worden. Houd dus rekening met de omstandigheden, de combinatie van andere (private en overheids-)diensten en het doel. Het kan nodig zijn om verschillende diensten [[Gebundeld|gezamenlijk door te ontwikkelen]].<br/> 2. Een ketendienst moet zowel rekening houden met de (eind)gebruiker als met de tussenliggende gebruikers. Hierbij is het bereiken van het doel van de dienstverlening leidend. Dit houdt in dat ook het gebruikersgedrag over de keten heen moet worden gemeten.<br/> 3. Een dienst of product is nooit ‘af’ maar blijft zich ontwikkelen. Hiervoor wordt structureel rekening gehouden in de jaarlijkse budgetteringen. Eigenaren, beheerders èn ontwikkelaars zijn gespitst op ontwikkelingen in de omgeving die aanpassing noodzakelijk maken (zoals nieuwe bedieningsconcepten of technologieën). Men moet bedacht zijn op nieuwe diensten die bestaande producten en diensten sterk kunnen beïnvloeden of zelfs overbodig kunnen maken.<br/> 4. Gebruikers moeten (gewijzigde) behoeften [[Toegankelijk|kunnen doorgeven]] aan de eigenaar van de dienst [[Ontvankelijk| die ontvankelijk is voor deze feedback]]. Daarnaast is deze eigenaar [[Proactief|actief op zoek]] naar informatie over de behoeften, verwachtingen en vaardigheden van de gebruikers.<br/> 5. Vanaf het ontwikkeltraject tot en met de beheerfase is op basis van daadwerkelijk gemeten gebruikergegevens (geanonimiseerd monitoren van de dienst zelf) en de ervaring van de gebruikers van de voorziening (marktonderzoek en analytics) verwerkt naar een volgende versie of aanpassing. Hierbij moeten privacy regels en informatiebeveiliging regels in acht worden genomen.  +
Zorg via lifecyclemanagement voor toepassing van voldoende actuele versies van [[standaarden]]. Inventariseer de relevante standaarden en neem dat mee in het ontwerp van de dienst/voorziening.  +
De dienst wordt in de context van de bredere overheidsdienstverlening beschreven, gecommuniceerd en ontsloten: * de relevante groep diensten is bepaald (op basis van life event, doelgroep etc.) * er is onderzocht hoe deze diensten, voor welke doelgroepen ontsloten wordt: via welke organisaties, loketten, websites, formulieren etc. * de dienst is beschreven in relatie tot de andere diensten in dit domein * de dienst wordt aangeboden via de in dit domein gebruikelijke contactfuncties.  +
Per dienst is bepaald: * voor welke doelgroepen en in welke situaties een proactief aanbod van de dienst gewenst is * welke signalen de dienstverlening in gang zetten * welke andere verwante diensten in dit domein worden aangeboden * welke dienstverleners in dit domein contact hebben met de doelgroep. Deze dienstverleners krijgen de informatie die nodig is om de relevantie van de dienst voor de doelgroep te kunnen beoordelen. * welke klantcontactinformatie voor andere dienstverleners als signaal bruikbaar is en wat de juridische en praktische implicaties van dit hergebruik zijn  +
r
Besteed speciale aandacht aan de rest-risico's die overblijven na toepassen van de standaard maatregelen die op basis van de [[BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid)|BIO]] of vanuit de [[AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming)|AVG]] zijn ingericht en weeg de consequenties van de maatregelen af tegen het accepteren van het rest-risico. De verantwoordelijke voor het bedrijfsmiddel moet de rest-risico's accepteren.  +
Hergebruik van diensten in de keten moet onderling tussen de verschillende overheidsorganisaties georganiseerd en geregisseerd worden. Zorg voor een register van diensten die voor hergebruik geschikt en beschikbaar zijn.  +
Registreer gegevens (zo dicht mogelijk) bij de bron, daar waar de gegevens ontstaan. Dit verhoogt de volledigheid, kwaliteit en de actualiteit van de gegevens aanzienlijk en voorkomt fouten. De vastgelegde gegevens kunnen daarna voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Een ander belangrijk voordeel is dat het achteraf registreren van gegevens die eerder zijn ontstaan wordt voorkomen hetgeen de registratielast vermindert. Waar mogelijk, leg gegevens geautomatiseerd vast.  +
Data governance staat aan de basis van goed gegevenbeheer. Het betreft alle afspraken (en structuren) waarmee je vastlegt hoe gebruik te maken van de beschikbare gegevens en de gegevenskwaliteit en veiligheid hiervan te waarborgen. Hierbij hoort ook het vastleggen van datastandaarden, visie en strategie. Inclusief wie welke verantwoordelijkheid hierin heeft. Zie ook [https://www.dama.org/cpages/body-of-knowledge]  +
Logging is fundamenteel in applicaties. Richt een sterke logging en audit-trail in, voor elke applicatie en elk systeem. Logbestanden en audit-trails spelen een sleutelrol in het detecteren van aanvallen en het afhandelen van incidenten. Logberichten moeten zo veel mogelijk informatie bevatten over hetgeen er gebeurd is (wie, wat, waar, wanneer) en moeten op het juiste niveau gelogd worden. Let er op dat logberichten geen persoonlijke kenmerken ([[AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming)|AVG]]) of security kenmerken (zoals wachtwoorden) mogen bevatten.  +
*Er is vastgesteld of: **de dienst ruimtelijke informatie bevat die op een interactieve kaart kan worden ontsloten **welke kaartinformatie er in het relevante domein van diensten wordt gebruikt om ruimtelijke informatie in te ontsluiten *De geïdentificeerde ruimtelijke informatie is ontsloten via de relevante interactieve kaarten.   +
s
Scheid proces van data en data van software. Zorg dat software hardware-agnostisch is. De afhankelijkheden tussen (proces-)onderdelen moeten bij voorkeur zo klein mogelijk zijn. Hierdoor blijft ontkoppeling op een later moment mogelijk.  +
Verdeel de informatie in afgebakende datasets, die ook elk afzonderlijk getoetst kunnen worden op vhet oldoen aan de [[AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming)|AVG]].  +
Het segmenteren van het netwerk beperkt de gevolgen van een aanval. Segmenteren betekent dat een netwerk in meerdere zones wordt verdeeld, waartussen een inspectiepunt ontstaat. Netwerksegmentatie voorkomt dat een virus of aanvaller zich kan verspreiden in het gehele netwerk. Afhankelijk van de wijze van implementatie is netwerksegmentatie een maatregel die de gevolgen van ransomware-aanvallen of DDoS-aanvallen beperkt.  +
Informatie moet toegankelijk zijn voor gebruikers, zowel mens als machine. Hiervoor moeten de gebruikers geen speciale toepassingen of hulpmiddelen nodig hebben. Daarbij moet het formaat waar de informatie in wordt opgeslagen toekomstbestendig zijn, zodat de informatie ook in de toekomst nog toegankelijk is. Dit betekent dat: * Gebruik wordt gemaakt van een open standaard. * Bij doorontwikkeling van de gebruikte formaten, het originele bronbestand opgeslagen blijft in zijn huidige formaat en het voorlaatste bestandformaat actief wordt gemigreerd naar het nieuwe formaat. * Er voor het gebruik van het bestandsformaat geen afhankelijkheid is van één enkele leverancier en het onafhankelijk van hulpmiddelen of speciale toepassingen te gebruiken is. * Het bestandsformaat goed is gedocumenteerd. * Het formaat het eenvoudig uitwisselen met andere platforms en apparaten ondersteunt. * Fouten in de bitopslag automatisch gedetecteerd kunnen worden en te herstellen zijn. * Het formaat op grote schaal gebruikt wordt.  +
Sluit qua kanaal aan op de voorkeurkeuze van gebruikers. Digitale kanalen zijn hierin leidend, doch er mag niet voorbij worden gegaan aan het belang van burgers die geen of beperkte mogelijkheden hebben om digitaal te communiceren.  +
Stel bij het verzamelen en opvragen van persoonsgegevens de betrokkenen op de hoogte van het doel waarvoor de gegevens worden verzameld en van de rechten die zij mogen uitoefenen.  +
Stel per informatie-object de de bron vast, en daarmee de juridische aansprakelijkheid voor de juistheid van het object.  +
De dienst heeft een duidelijk beschreven 'Quality of Service'. Niet alleen op het technisch koppelvlak, maar juist ook op die aspecten die door de afnemers begrepen worden. Bijvoorbeeld in termen van beschikbaarheid, performance, supportniveau, etc.  +
Stel vast voor welke berichtenstromen of transacties onweerlegbaarheid van gegevens vereist is, zodat daarvoor aanvullende maatregelen genomen kunnen worden.  +
Stel voor ieder gegeven de kwaliteit vast volgens kenmerken van compleetheid, actualiteit en tijdigheid.  +
Het niet hebben van een 'single point of truth (SPOT)' kan leiden tot divergerende data en mogelijk tot inconsistente beslissingen die op basis van de verschillende databronnen worden genomen.  +
Voor ieder gegeven en voor iedere verwerking moet er een verantwoordelijke gegevenseigenaar zijn. Dat vraagt een inventarisatie van alle relevante gegevensobjecten.  +
De hoogst verantwoordelijke binnen de organisatie is verantwoordelijk voor en legt verantwoording af over: * het voor de dienst relevante kwaliteitsbeleid en de wijze van monitoring van de kwaliteit * de geleverde prestaties * naleving van afspraken met afnemers.  +
t
* Er zijn procedures en middelen om twijfel aan de juistheid te melden. * Met bronhouders zijn afspraken gemaakt voor de inname en verwerking van de meldingen. * Van alle in de dienst gebruikte gegevens is vastgelegd welke acties bij gerede twijfel aan deze gegevens moeten worden uitgevoerd.   +
* De dienstverleningsprocessen zijn geautomatiseerd. * De afnemer kan online 24/7 per week, of op elk ander afgesproken moment, de status raadplegen. * Statusovergangen zijn inzichtelijk gemaakt. * De voor de afnemer relevante voortgangsinformatie in de totstandkoming van diensten is beschreven (zowel als kwaliteitsattribuut in het metamodel van de dienst, als in de leveringsvoorwaarden (SLA)). * Voor het bepalen van relevante voortgangsinformatie is de behoefte van de afnemer of doelgroep geïnventariseerd. * De bijbehorende stadia in het uitvoeringsproces zijn eenduidig vastgelegd en gekoppeld aan het klant- en zaaknummer. * Aan de voortbrenging van de dienst is een casus of zaak gekoppeld die uniek identificeerbaar is en via alle kanalen beschikbaar en toegankelijk (transparant) blijft gedurende de geldigheidstermijn. * Voortgangsinformatie wordt ontsloten via alle kanalen waarlangs de dienst wordt verleend én via de persoonlijke contactvoorzieningen van voorkeur van de afnemer (ViaMijnBank, MijnOverheid.nl, MijnBerichten, e-mail). * De afnemer wordt geïnformeerd over statuswijzigingen.   +
* Zaakgericht werken ondersteunt geautomatiseerde dienstverleningsprocessen. * Iedere zaak heeft een uniek zaaknummer. * Via statusinformatie ontvangt een afnemer informatie over de voortgang van de levering van diensten. * Het zaaksysteem is 24/7 per week beschikbaar voor het raadplegen van statussen ongeacht het gekozen kanaal en/of contactvoorziening. * Afnemers ontvangen notificaties van statuswijzigingen. ** Er is sprake van een centrale ontvangstbevestiging. ** Daarnaast kan per zaaktype op relevante momenten een voortgangsbericht worden verzonden (geautomatiseerd en/of handmatig). ** Na afronding van een zaak volgt eveneens een notificatie. * Relevante voortgangsinformatie betreft de status van een aanvraag, maar ook de relevante documenten voor de betreffende statuswijziging. * Hiermee ontstaat een integraal klantbeeld, dat voor afnemer en bevoegde medewerker (als er sprake is van doelbinding) toegankelijk is. * Voortgangsinformatie wordt uniform weergegeven via Mijnlopendezaken.   +
u
* Voor alle diensten zijn herstellende maatregelen gedefinieerd voor het geval de levering mislukt. * Voor iedere dienst is bepaald wie verantwoordelijkheid draagt voor communicatie en herstel richting de afnemer. * Het volledige proces van voortbrenging van de dienst en de bijdrage van alle partijen daarin, is op elk moment traceerbaar. * Verwerkingen zijn herstelbaar.   +
v
* In overleg met afnemers is de wijze van verantwoording en vorm van toetsing vastgesteld. * PDCA-cycli op strategisch en tactisch niveau zijn ingericht. * De baseline kwaliteit is vastgesteld. * De naleving van de baseline en aanvullende kwaliteitsmaatregelen zijn gecontroleerd. * De directie legt verantwoording af. * De verantwoording en bijbehorende toetsingsrapportages zijn toegankelijk voor afnemers (voor zover dit geen risico's oplevert voor de informatiebeveiliging).   +
Per dienst is bepaald: * de informatie-objecten die van belang zijn voor hergebruik, controle en verantwoording van de dienst * de eisen die aan deze informatie-objecten worden gesteld, (bv. t.a.v. inhoud, structuur, verschijningsvorm (en in bepaalde gevallen ook het gedrag) * het moment, de wijze van archiveren en de termijn waarop deze informatieobjecten moeten worden bewaard. * de vragen die de audittrail moet beantwoorden. * de beheeractiviteiten op de informatie-objecten zijn uitgevoerd * met welke besturings- of toepassingsprogrammatuur zij worden beheerd  +
Controleer de kwaliteit van gegevens vanaf invoer en op ieder koppelvlak aan de hand van de vastgestelde kwaliteitseisen. Eenmaal geverifieerd hoeft een verificatie niet opnieuw plaats te vinden als de eerder uitgevoerde verificatie nog betrouwbaar is.  +
Kijk doorlopend hoe applicaties functioneren en of uitkomsten van functies en modellen passen binnen de specificaties en dat er geen sprake is van zaken als model drift, of het ontstaan van bias.  +
Ken geen rollen en toegangsrechten toe aan accounts van gebruikers en services tenzij dat strikt noodzakelijk is (Least Privilege).  +
Versleutel alle gegevensdragers waarop niet-publieke informatie staat, inclusief smartphones en laptops, conform de laatst bekende en geldende richtlijnen. Dit reduceert het risico op een gegevenslek bij verlies van een dergelijk apparaat. Neem voor niet-publieke gegevens ook adequate beveiligingsmaatregelen om ze te beschermen in ransit. Dit kan door de verbinding te beveiligen, danwel door encryptie van de informatie zelf. Dit laatste heeft de voorkeur.  +
De vertrouwelijkheid van gegevens wordt gegarandeerd door scheiding van systeemfuncties, door controle op communicatiegedrag en gegevensuitwisseling, door validatie op toegang tot gegevens en systeemfuncties en door versleuteling van gegevens. Fysieke en logische toegang: * Per dienst zijn de mate van vertrouwelijkheid en de bijbehorende identificatie-eisen vastgesteld * Voor een intern systeem, besloten gebouw of ruimte, geldt: “niets mag, tenzij toegestaan”. Daarom wordt de gebruiker voor toegangsverlening geauthenticeerd. Voor afnemers van vertrouwelijke diensten geldt hetzelfde. Daardoor zijn deze gebruikers en afnemers uniek herleidbaar tot één natuurlijk persoon, organisatie of ICT-voorziening. * Bij authenticatie dwingt het systeem toepassing van sterke wachtwoordconventies af. * De instellingen van het aanmeldproces voorkomen dat een gebruiker werkt onder een andere dan de eigen identiteit. * Om de mogelijkheden van misbruik te beperken, hebben gebruikers van systemen niet méér rechten dan zij voor hun werk nodig hebben (autorisatie). Daarbij zijn maatregelen getroffen om een onbedoeld gebruik van autorisaties te voorkomen. * Verleende toegangsrechten zijn inzichtelijk en beheersbaar. * De identificatie.-eis voor een samengestelde dienst wordt bepaald door de dienst met de hoogste identificatie -eis. Zonering en Filtering: * De zonering en de daarbij geldende uitgangspunten en eisen per zone zijn vastgesteld. * De fysieke en technische infrastructuur is opgedeeld in zones. * Deze zones zijn voorzien van de benodigde vormen van beveiliging (de 'filters'). * Informatie-betekenisvolle gegevens.-uitwisseling en bewegingen van mensen tussen zones wordt naar vorm en inhoud gecontroleerd en zo nodig geblokkeerd  +
Zorg dat een bericht dat een mutatie tot gevolg heeft, bijvoorbeeld een bericht dat een betalingsopdracht representeert, niet verloren kan gaan. Een dergelijk 'transactioneel' bericht moet een incident als uitwijk of storing kunnen overleven. Alle onderdelen van een verwerkingsketen nemen verantwoordelijkheid voor het bericht en zorgen ervoor dat het bericht niet verloren gaat. Correcte verwerking heeft prioriteit boven verwerkingssnelheid. Persistentie houdt in dat een (transport-)transactie pas is voltooid als het bericht is opgeslagen in een 'persistent store', zoals een bestand of database. Een opvragingsbericht daarentegen heeft geen mutatie tot gevolg. Responsetijd heeft hier meer prioriteit. Bij verlies van een opvragingsbericht (door bv. een storing) wordt de opvraging opnieuw gedaan. Verwerk een opvragingsbericht daarom niet-persistent verwerkt.  +
Verwijzen naar de bron heeft voorkeur boven een kopie uit die bron. Inzage in de bron heeft de voorkeur boven zelf opslaan. Afspraken daarover worden vastgelegd en bekend gemaakt. Vanuit legitimiteitsperspectief kan het nodig zijn een kopie vast te leggen.  +
De organisatie is in staat om communicatie met de afnemer via internet en de andere gekozen kanalen af te wikkelen.  +
Veranderingen in techniek, organisatie of gebruikerswensen mogen niet van negatieve invloed zijn op de duurzame toegankelijkheid van informatie. Hetzelfde geldt voor bitrot (verlies van informatie door verval van opslagmedia). Neem vooraf maatregelen om informatie toekomstbestendig te maken, zodat deze toegankelijk blijft voor de van toepassing zijnde vormen van (her)gebruik. Dit betekent dat: * Leveranciersafhankelijkheid wordt voorkomen. * Analyse wordt gemaakt van welke gevolgen veranderingen (in techniek, organisatie, of gebruikerswensen) hebben voor de duurzame toegankelijkheid van informatie. * Bij het ontwerpen van informatiesystemen na wordt gedacht over de te gebruiken technologie voor het beheren van informatie.  +
w
Weet welke gegevens de overheid of overheidsorganisatie al in huis heeft in de bronadministraties en op welke manier deze gegevens hergebruikt kunnen worden.  +
Gegevensuitwisseling tussen (web)applicaties gebeurt via [[REST API Design Rules|Restful API's]]. De broneigenaar levert API's die voldoen aan de moderne RESTful standaarden. API's dienen centraal te worden beheerd in een API management systeem.  +
z
De informatiegebruiker (mens of machine) kan een informatieobject of een verzameling informatieobjecten binnen redelijke tijd en inspanning gebruiken (zoals inzien, exporteren, bewaren en verwerken in de eigen gebruiksomgeving), nu en in de toekomst (gedurende de gehele levenscyclus). Daardoor is de informatiegebruiker zo min mogelijk afhankelijk van de beheeromgeving voor de toegang tot de informatie. Dit betekent dat: * Alle informatieobjecten op basis van classificatie en/of autorisatie & authenticatie (policies) beschikbaar en bruikbaar moet zijn voor diegene die daar recht toe hebben. * Onderscheid gemaakt moet worden in primaire en secundaire gebruikers op basis van doelbinding. * De informatie beschikbaar moet worden gesteld in een bestandsformaat dat samenhangt met het doel waarvoor de informatie wordt gebruikt. * Een zoekfunctie beschikbaar moet zijn waarmee alle relevante informatieobjecten vindbaar zijn. * De informatie moet kunnen worden gevonden zonder dat er (specifieke) en/of kennis van de zoekfunctionaliteit of de gezochte informatie benodigd is. * Van elk informatieobject een weergave en/of export beschikbaar moet zijn.  +
Houd alle gebruikte software en software-componenten, van applicatief tot infrastructureel, actueel. Volg de update-cyclus van leveranciers strikt: voer updates, patches en beveiligingsupdates zo snel mogelijk door op alle relevante systemen.  +
Zorg voor open specificaties. Zodat deze hergebruikt kunnen worden over instellingen heen. Dit voorkomt dat verschillende organisaties hetzelfde wiel moeten uitvinden. Zie ook [[EIF]] principle 2: "Openness", aanbeveling 4. [https://ec.europa.eu/isa2/sites/default/files/eif_brochure_final.pdf EIF-brochure (pdf)]  +