Eigenschap:Stelling

Uit NORA Online
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Deze eigenschap kan worden gebruikt om elementen te voorzien van een stelling.
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 250 pages using this property.
D
De rollen binnen de beveiligingsfunctie moeten zijn benoemd en de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd, zoals: Human Resource Management (HRM), Proceseigenaar, Autorisatiebeheerder, Chief Information Security Officer (CISO) en Beveiligingsambtenaar (BVA) als het gaat om de Rijksoverheid.  +
De rollen en verantwoordelijkheden voor patchmanagement zijn vastgesteld.  +
De samenhang van de beheersprocessen wordt met een processtructuur vastgelegd.  +
De samenhang van de processen wordt met een processtructuur vastgelegd.  +
De samenhang van de processen wordt met een processtructuur vastgelegd.  +
De servers zijn geconfigureerd volgens een gestandaardiseerde en vooraf bepaald serverimage.  +
De systeem-ontwikkelmethode ondersteunt de vereiste dat te ontwikkelen applicaties voldoen aan: * de eisen uit wet- en regelgeving inclusief privacy; * de contactuele eisen; * het informatiebeveiligingsbeleid van de organisatie; * de specifieke beveiligingseisen vanuit de business; * het classificatiemodel van de organisatie.  +
De systemen zijn met een standaard referentietijd voor gebruik geconfigureerd, zodanig dat gebruik gemaakt wordt van een consistente en vertrouwde datum- en tijdbron en dat gebeurtenislogboeken nauwkeurige tijdstempels gebruiken.  +
De taken en verantwoordelijkheden van de verantwoordelijke functionarissen voor deze processen zijn duidelijk gedefinieerd.  +
De belangrijkste functionarissen (stakeholders) voor de beheerorganisatie zijn benoemd en de relaties tussen hen zijn met een organisatieschema inzichtelijk gemaakt.  +
De organisatie heeft de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van controle-functionarissen vastgelegd.  +
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de functionarissen binnen huisvesting Informatievoorzieningen (IV) zijn expliciet vastgelegd en belegd.  +
De projectorganisatie heeft de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het uitvoeren van de evaluatie- en beheerswerkzaamheden beschreven en de bijbehorende bevoegdheden vastgelegd in een autorisatiematrix.  +
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de betrokken functionarissen in de ontwikkel-, test-, acceptatie- en productie- omgevingen worden uitgevoerd conform onderkende rollen.  +
De technische inrichting van de toegangsbeveiliging is met organisatorische eisen vormgegeven aangaande: * de uniformiteit en flexibiliteit van authenticatiemechanismen; * de rechten voor beheeraccounts; * de identificatie- en authenticatiemechanismen om voldoende sterke wachtwoorden af te dwingen; * autorisatiemechanismen, waarbij gebruikers alleen toegang krijgen tot diensten (functies) waarvoor ze specifiek bevoegd zijn.  +
De teststrategie voor netwerkbeveiliging is vastgelegd en geactualiseerd en bevat tenminste de volgende onderzoekselementen: * de robuustheid van het ontwerp met principes als ‘defence in depth’ en ‘inbraak betekent geen doorbraak’; * de sterkte van Identificatie-, Authenticatie en Autorisatie (IAA)-mechanismen en de relevantie van uitgegeven rechten; * de juiste implementatie van de beleidsregels voor netwerkbeveiliging; * de verificatie van de hardening van netwerkcomponenten; * de verificatie van de auditlogoplossing; * de bruikbaarheid en functionele doelmatigheid van beveiligingsmaatregelen; * informatie over gebeurtenissen en incidenten, gerapporteerd door servicepersoneel en eindgebruikers.  +
De uitgevoerde koppelingen worden geregistreerd.  +
Binnen de huisvestingsorganisatie hebben de verantwoordelijken voor huisvesting Informatievoorzieningen (IV) een formele positie.  +
De verantwoordelijkheden voor de beheersprocessen zijn aan een specifieke functionaris toegewezen en vastgelegd.  +
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de beheerprocessen zijn aan een specifieke functionaris toegewezen en vastgelegd.  +
De verzamelde log-informatie wordt in samenhang geanalyseerd.  +
Wij de burgers maken heldere afspraken met de overheid welke diensten geleverd moeten worden en aan wie.  +, De overheid levert de afgesproken diensten naar haar beste kunnen.  +, Als er onverhoopt iets fout gaat, herstelt de overheid dat.  +,
De voorschriften, methoden en technieken voor applicatiearchitectuur worden toegepast.  +
Waarborg toegang tot en bescherming van infrastructuur, applicaties en systemen door het toepassen van meerdere lagen van beveiliging.  +
De Cloud Service Provider (CSP) heeft de rollen en verantwoordelijkheden in relatie tot het beheersen van technische kwetsbaarheden, waaronder coördineren, monitoren, beoordelen van risico’s en mitigeren van kwetsbaarheden, gedefinieerd en vastgesteld.  +
Het tijdspad waarbinnen gereageerd moet worden op aankondigingen van potentieel relevante kwetsbaarheden is gedefinieerd.  +
Bij ontdekte nieuwe dreigingen worden deze, rekening houdend met geldende juridische kaders, verplicht gedeeld binnen de overheid, waaronder met het [[NCSC (Nationaal Cyber Security Centrum)|Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)]] (alleen voor rijksoverheidsorganisaties) of de sectorale Computer Emergency Response Team (CERT), bij voorkeur door geautomatiseerde mechanismen (threat intelligence sharing).  +
We nemen de NORA Architectuurprincipes over als vertaling van denken vanuit de behoeften van burgers en bedrijven bij het realiseren van diensten.  +
De overheid stuurt op het voortdurend verbeteren van de dienstverlening.  +
De melding aan de betrokkene gebeurt onverwijld.  +
De identiteit, rol en connectie van iedereen die bedrijfsmiddelen hanteert of gebruikt, worden gedocumenteerd en deze documenten moeten samen met de apparatuur, informatie of software worden geretourneerd.  +
Het beleid en de procedures voor het vaststellen van de impact van storingen van cloud-services zijn gedocumenteerd en gecommuniceerd, waarbij aandacht wordt besteed aan: * beschikbaarheid van data en functionaliteit in relatie tot vendor lock-in en transitie naar andere Cloud Service Providers (CSP's) of exit-strategie (voor de mogelijke op risicoanalyse gebaseerde scenario’s); * identificatie van kritische producten en services; * identificaties van afhankelijkheden, processen, en business partners en derde partijen; * consequenties van verstoringen; * schattingen van vereiste resources voor herstel.  +
De verwerking is alleen rechtmatig indien en voor zover aan ten minste een van de onderstaande voorwaarden is voldaan<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 6 lid 1</sup>: # De betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens voor een of meer specifieke doeleinden; # De verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is of om op verzoek van de betrokkene vóór de sluiting van een overeenkomst maatregelen te nemen; # De verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust. Deze rechtsgrond moet zijn vastgesteld bij het Unierecht of lidstatelijk recht dat op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 6 lid 3</sup>; # De verwerking is noodzakelijk om vitale belangen van de betrokkene of van een andere natuurlijke persoon te beschermen; # De verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen. Deze rechtsgrond moet zijn vastgesteld bij het Unierecht of lidstatelijk recht dat op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 6 lid 3</sup>; # De verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is. Dit onderdeel (punt 6) geldt niet voor de verwerking door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun wettelijke taken.  +
De persoonsgegevens zijn toereikend, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt (minimale gegevensverwerking, ook wel dataminimalisatie genoemd).  +
Persoonsgegevens moeten ten opzichte van de betrokkene behoorlijk en transparant worden verwerkt<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 5</sup>. Hiertoe moet/moeten: # De gegevensverwerking transparant te zijn ([[ISOR:Register van verwerkingsactiviteiten|PRIV_U.02: Register van verwerkingsactiviteiten]] en [[ISOR:Informatieverstrekking aan betrokkene bij verzameling persoonsgegevens|PRIV_U.05: Informatieverstrekking aan betrokkene bij verzameling persoonsgegevens]]). # De gegevens juist te zijn en zo nodig te worden bijgewerkt ([[ISOR:Kwaliteitsmanagement|PRIV_U.03: Kwaliteitsmanagement]]). # De gegevens passend te worden beveiligd ([[ISOR:Beveiligen van de verwerking van persoonsgegevens|PRIV_U.04: Beveiligen van de verwerking van persoonsgegevens]]). # De gegevens niet langer dan noodzakelijk te worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren is ([[ISOR:Bewaren van persoonsgegevens|PRIV_U.06: Bewaren van persoonsgegevens]]). Nota Bene: De AVG is niet van toepassing op de persoonsgegevens van overleden personen <sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] overweging 27</sup>.  +
De huisvesting Informatievoorzieningen (IV)-organisatie heeft inventarisoverzichten, waarvoor geldt: * inventarisoverzichten van bedrijfsmiddelen helpen zeker te stellen dat doeltreffende bescherming plaatsvindt; * inventarisoverzichten kunnen vereist zijn voor: financieel (beheer van bedrijfsmiddelen), verzekeringen, gezondheid en veiligheidsredenen e.d.  +
Draadloze toegang tot gevoelige domeinen wordt behandeld als een externe verbinding en wordt beveiligd met de eisen geldend voor externe verbindingen.  +
De melding aan de betrokkene is in duidelijke en eenvoudige taal.  +
E
E-mailberichten worden met vastgelegde procedures en richtlijnen veilig en geautomatiseerd doorgestuurd.  +
Bij nieuwe informatiesystemen en bij wijzigingen op bestaande informatiesystemen moet een expliciete risicoafweging worden uitgevoerd ten behoeve van het vaststellen van de beveiligingseisen, uitgaande van de [[BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid)|Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO)]].  +
Een functionaris is verantwoordelijk voor het controleren van de organisatorische- en de technische inrichting van toegangsbeveiliging.  +
Een logregel bevat de vereiste gegevens (zoals: de gebeurtenis, herleidbaarheid tot een natuurlijke persoon, identiteit van het werkstation of de locatie, handelingen, datum en tijdstip).  +
Een logregel bevat in geen geval gegevens die de beveiliging kunnen doorbreken van de beveiliging kunnen leiden (zoals wachtwoorden en inbelnummers).  +
Ter ondersteuning van de patchactiviteiten is op het juiste (organisatorische) niveau een opgestelde patchrichtlijn vastgesteld en geaccordeerd.  +
Er is een procedure voor het omgaan met verdachte brieven en pakketten in postkamers en laad- en losruimten.  +
De risicoafweging bepaalt onder welke voorwaarden de leveranciers toegang krijgen. Uit een wijzigingsvoorstel (call) blijkt hoe de rechten zijn toegekend.  +
Een scheiding is aangebracht tussen beheertaken en (overige) gebruikstaken.  +
Er is een sluitende formele registratie- en afmeldprocedure voor alle gebruikers (vanaf de eerste registratie tot en met de beëindiging).  +
Een technisch mechanisme zorgt voor (semi-)automatische updates.  +
Een tot standaard verheven Privacy Impact Assessment (PIA)-toetsmodel wordt toegepast. Dit model voldoet aan de in de [[AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming)|Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)]] gestelde eisen.  +
De eigenaar is verantwoordelijk voor: * het inventariseren van bedrijfsmiddelen; * het definiëren van toegangsbeperkingen voor bedrijfsmiddelen en het uitvoeren van controle hierop met bedrijfsregels en toegangsbeveiliging; * het passend classificeren en beschermen van bedrijfsmiddelen; * het procesmatig verwijderen van bedrijfsmiddelen.  +
De eigenaar is verantwoordelijk voor: * het identificeren van risico’s voor het toegangsbeveiligingssysteem door een informatielevenscyclus; * het beveiligd inrichten van het toegangsbeveiligingssysteem; * het onderhouden en het evalueren van het toegangsbeveiligingssysteem; * het ondersteunen van beveiligingsreviews.  +
Voor elk van de geïdentificeerde bedrijfsmiddelen is het eigenaarschap toegekend (zie paragraaf 8.1.2 van de [[NEN-EN-ISO/IEC 27002:2017 (Praktijkrichtlijn met beheersmaatregelen op het gebied van informatiebeveiliging)|ISO 27002]]) en de classificatie van het bedrijfsmiddel is geïdentificeerd (zie paragraaf 8.2 van de ISO 27002).  +
Voor elk van de geïdentificeerde bedrijfsmiddelen behoort het eigenaarschap te worden toegekend (zie 8.1.2) en de classificatie te worden geïdentificeerd (zie 8.2).  +
De documentatie conform de standaarden omvat: * het bieden van gestandaardiseerde firmwareconfiguraties; * het gebruik van gestandaardiseerde en vooraf bepaalde server-images voor het bouwen/configureren van servers; * het wijzigen van de standaardwaarden van leveranciers- en andere beveiligingsparameters; * het uitschakelen of beperken van onnodige functies en services; * het beperken van de toegang tot krachtige beheerhulpmiddelen en hostparameter-instellingen (bijvoorbeeld Windows 'Register-editor'); * het beschermen tegen ongeoorloofde toegang; * het uitvoeren van standaard beveiligingsbeheerpraktijken.  +
De analyserapportage bevat informatie over kwetsbaarheden, zwakheden en misbruik en wordt gecommuniceerd met verantwoordelijk management.  +
Logbestanden van gebeurtenissen bevatten, voor zover relevant: * gebruikersidentificaties; * systeemactiviteiten; * data, tijdstippen en details van belangrijke gebeurtenissen zoals de registratie van geslaagde en geweigerde pogingen om toegang te krijgen tot het systeem en tot bronnen van informatie; * identiteit of indien mogelijk de locatie van de apparatuur en de systeemidentificatie; * systeemconfiguratieveranderingen; * gebruik van speciale bevoegdheden; * alarmen die worden afgegeven door het toegangsbeveiligingssysteem; * activering en de-activering van beschermingssystemen, zoals antivirussystemen en inbraakdetectiesystemen; * verslaglegging van transacties die door gebruikers in toepassingen zijn uitgevoerd.  +
De laad- en loslocaties zijn zo ontworpen dat goederen kunnen worden geladen en gelost zonder dat de leverancier toegang heeft tot andere delen van het gebouw.  +
De melding aan de AP bevat ten minste<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 33a lid 3</sup>: #De aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens, waar mogelijk onder vermelding van de categorieën van betrokkenen en persoonsgegevensregisters in kwestie en, bij benadering, het aantal betrokkenen en persoonsgegevensregisters in kwestie; #De naam en de contactgegevens van de Functionaris voor gegevensbescherming of een ander contactpunt waar meer informatie kan worden verkregen; #De waarschijnlijke gevolgen van de inbreuk in verband met persoonsgegevens; #De maatregelen die de verwerkingsverantwoordelijke heeft voorgesteld of genomen om de inbreuk in verband met persoonsgegevens aan te pakken, waaronder, in voorkomend geval, de maatregelen ter beperking van de eventuele nadelige gevolgen daarvan.  +
In de melding aan de betrokkene wordt van de aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens ten minste het volgende omschreven of meegedeeld<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 33, lid 3b, 3c en 3d</sup>: #De naam en de contactgegevens van de Functionaris voor gegevensbescherming of een ander contactpunt waar meer informatie kan worden verkregen; #De waarschijnlijke gevolgen van de inbreuk in verband met persoonsgegevens; #De maatregelen die de verwerkingsverantwoordelijke heeft voorgesteld of genomen om de inbreuk in verband met persoonsgegevens aan te pakken, waaronder, in voorkomend geval, de maatregelen ter beperking van de eventuele nadelige gevolgen daarvan.  +
De verantwoordelijke functionaris analyseert periodiek: * de gelogde gebruikers- en activiteitengegevens van servers en serverplatforms; * het optreden van verdachte gebeurtenissen en mogelijke schendingen van de beveiligingseisen; * eventuele ongeautoriseerde toegang tot en wijzigingen/verwijderen van logbestanden.  +
Periodiek worden de geanalyseerde en beoordeelde gelogde (gesignaleerde) gegevens aan de systeemeigenaren en/of aan het management gerapporteerd.  +
Het patchbeheerproces bevat methoden om: * patches te testen en te evalueren voordat ze worden geïnstalleerd; * patches te implementeren op servers die niet toegankelijk zijn via het bedrijfsnetwerk; * om te gaan met mislukte of niet uitgevoerde patches; * te rapporteren over de status van het implementeren van patches; * acties te bepalen als een technische kwetsbaarheid niet met een patch kan worden hersteld of een beschikbare patch niet kan worden aangebracht.  +
Het toegangvoorzieningsbeleid: * is consistent aan de vigerende wet- en regelgeving en informatiebeveiligingsbeleid; * stelt eisen voor beheer van toegangsrechten in een distributie- en netwerkomgeving die alle beschikbare verbindingen herkent.  +
Van het in te richten serverplatform is een actueel architectuurdocument opgesteld. Dit document: * heeft een eigenaar; * is voorzien van een datum en versienummer; * bevat een documenthistorie (wat is wanneer en door wie aangepast); * is actueel, juist en volledig; * is door het juiste (organisatorische) niveau vastgesteld/geaccordeerd; * wordt actief onderhouden.  +
Beoordeling van technische naleving wordt uitsluitend uitgevoerd door competente en bevoegde personen of onder toezicht van het management.  +
De logbestanden worden beschermd tegen ongeautoriseerd manipuleren en worden beoordeeld om vast te stellen wie welke activiteit heeft uitgevoerd.  +
Als de kans op misbruik en de verwachte schade beide hoog zijn ([[NCSC (Nationaal Cyber Security Centrum)|NCSC]]-classificatie kwetsbaarheidswaarschuwingen), worden patches zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen een week geïnstalleerd. In de tussentijd worden op basis van een expliciete risicoafweging mitigerende maatregelen getroffen.  +
Technische naleving wordt bij voorkeur beoordeeld met geautomatiseerde instrumenten die technische rapporten vervaardigen en geïnterpreteerd door een technisch specialist.  +
De verwerking van bijzondere categorieën persoonsgegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek en archivering in het algemeen belang vindt plaats voor zover deze aan de vereisen uit /04.11 voldoen<sup class="noot">UAVG Art. 24 ; AVG Art. 9 lid 2j</sup>.  +
Het dienstverleningsniveau wordt afgestemd op de volgende eisen: * de vereiste performance en beschikbaarheid van het netwerk; * de toegestane verbindingstypen; * de toegestane netwerkprotocollen; * de toegepaste applicaties op de te leveren netwerkservices; * de beoogde architectuur- en ontwerpprincipes.  +
Wanneer de betrokkene zijn verzoek elektronisch indient, wordt de informatie indien mogelijk elektronisch verstrekt; tenzij de betrokkene anderszins verzoekt<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 12 lid 3</sup>.  +
Overeenkomsten over informatietransport bevatten onder andere de volgende elementen: * directieverantwoordelijkheden voor het beheersen en notificeren van overdracht, verzending en ontvangst; * procedures voor het waarborgen van de traceerbaarheid en onweerlegbaarheid; * speciale en vereiste beheersmaatregelen voor het beschermen van gevoelige informatie, zoals cryptografie; * het handhaven van een bewakingsketen voor informatie tijdens de verzending; * acceptabele niveaus van toegangsbeveiliging.  +
Voor de vertrouwelijkheids- of geheimhoudingsovereenkomsten worden de volgende elementen in overweging genomen: * de looptijd van een overeenkomst; * de benodigde acties bij beëindiging; * de acties van ondertekenaars bij onbevoegde openbaarmaking van informatie; * hoe het eigendom van vertrouwelijke informatie zich verhoudt tot de bescherming; * het toegelaten gebruik van vertrouwelijke informatie en de rechten van de ondertekenaar om informatie te gebruiken; * de voorwaarden voor het teruggeven of vernietigen van informatie na beëindiging; * de acties in geval van schending van de overeenkomst; * de privacyregelgeving ([[AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming)|Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)]] en [[UAVG (Uitvoeringswet AVG)|Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG)]]).  +
Enkele elementen van procedures voor wijzigingsbeheer zijn: * Alle wijzigingsverzoeken/Request for Changes (RFC’s) verlopen volgens een formele wijzigingsprocedure (ter voorkoming van ongeautoriseerde wijzigingsaanvragen). * Het generieke wijzigingsproces heeft aansluiting met functioneel beheer. * Wijzigingen worden doorgevoerd door bevoegde medewerkers. * Van elk wijzigingsverzoek wordt de impact op de geboden functionaliteit beoordeeld. * Uitvoering en bewaking van de verantwoordelijkheden/taken zijn juist belegd. * Aanvragers van wijzigingen worden periodiek geïnformeerd over de status van hun wijzigingsverzoek.  +
Elke fysieke toegang wordt gecontroleerd en fysiek of elektronisch in een logboek vastgelegd.  +
Elke gebruiker wordt geïdentificeerd met een identificatiecode.  +
Voor huisvesting Informatievoorzieningen (IV) is een organisatieschema beschikbaar.  +
De organisatie heeft een huisvesting Informatievoorzieningen (IV)-beleid opgesteld dat: * doelstellingen en principes van de huisvesting IV-beveiliging bevat; * specifieke verantwoordelijkheden en rollen bevat; * processen voor het behandelen van afwijkingen en afzonderingen bevat; * procesmatig tot stand komt, bijvoorbeeld: voorbereiden, ontwikkelen, vaststellen/goedkeuren, communiceren, implementeren, evalueren en aanpassen.  +
De inrichting van het identiteits- en toegangsbeheer is vastgelegd in een toegangbeveiligingsarchitectuur.  +
Voldaan wordt aan alle onderhoudseisen die door verzekeringspolissen zijn opgelegd.  +
De belangrijkste functionarissen (stakeholders) voor de beheersorganisatie zijn benoemd en de relaties tussen hen zijn met een organisatieschema inzichtelijk gemaakt.  +
De huisvesting Informatievoorzieningen (IV)-organisatie beschikt over richtlijnen voor het evalueren van de huisvesting IV-organisatie.  +
Als blijkt dat niet voldaan wordt aan de eisen van de AVG, dan rapporteert de verantwoordelijke over de te nemen maatregelen om de privacyschending te beëindigen. De evaluatierapportages worden beschikbaar gesteld aan het management.  +
De projectorganisatie beschikt over evaluatierichtlijnen voor het evalueren van intern ontwikkelde en extern verworven code die zijn opgeleverd tijdens de ontwikkelfasen: requirementsanalyse, specificatie en programmacode.  +
De levering van voorzieningen wordt periodiek geëvalueerd door een onafhankelijke partij.  +
De geïdentificeerde risico’s worden geëvalueerd met risico-acceptatiecriteria.  +
F
Het tool beschikt over faciliteiten voor: * het registreren van eisen en wensen; * het afhandelen van fouten; * het beveiligen van registraties (programmacode); * het continu integreren van componenten; * het kunnen switchen tussen de fasen: specificeren, ontwikkelen en testen.  +
Door een verantwoordelijke is formeel vastgesteld welke ondersteunende middelen worden ingezet binnen het autorisatiebeheer.  +
Er is een formeel proces voor het aanvragen, verwerken, intrekken of aanpassen, verwijderen en archiveren van autorisaties.  +
Het verwerken van autorisaties wordt uitgevoerd met een formele autorisatieopdracht van een bevoegde functionaris.  +
Wijzigingen aan bedieningsprocedures voor systeemactiviteiten worden formeel door het hoger management goedgekeurd.  +
Tenzij goedgekeurd wordt beeld- en geluidsopnameapparatuur, zoals in mobiele apparatuur niet toegelaten in de beveiligde ruimten.  +
Het tool biedt een bepaald framework voor het structureren van de ontwikkelfasen en het bewaken van afhankelijkheden.  +
De frequentie en de eisen voor de inhoudelijke rapportages zijn vastgesteld.  +
Een risicoafweging bepaalt waar en op welke wijze functiescheiding wordt toegepast en welke toegangsrechten worden gegeven.  +
De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker hebben (de beschikking over) een Functionaris voor de Gegevensbescherming, als ten minste één van de volgende situaties aan de orde is: <br />''Het betreft een overheidsinstantie of overheidsorgaan'': de verwerking wordt verricht door een overheidsinstantie of overheidsorgaan, behalve in het geval van gerechten bij de uitoefening van hun rechterlijke taken; <br />''Een stelselmatige observatie op grote schaal is vereist'': een verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker is hoofdzakelijk belast met verwerkingen die vanwege hun aard, hun omvang en/of hun doeleinden regel-matige en stelselmatige observatie op grote schaal van betrokkenen vereisen; <br />''De gegevens betreffen bijzondere categorieën persoonsgegevens, strafrechtelijke veroordelingen of strafbare feiten'': de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker is hoofdzakelijk is belast met grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van gegevens, conform U.01/04 of [[AVG]] Art. 9, en van persoonsgegevens met betrekking tot strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten, conform U.01/05 of [[AVG]] Art. 10 (zie [[ISOR:Doelbinding gegevensverwerking|PRIV_U.01: Doelbinding gegevensverwerking]]). In overige situaties kunnen of moeten, indien wettelijk verplicht, de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker of verenigingen en andere organen die categorieën van verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers vertegenwoordigen, een FG hebben aangewezen.  +
Vanuit de interne optiek van de organisatie richten bepaalde type functionarissen zich tijdens de ontwikkelactiviteiten en in relatie tot de beveiligingseisen op het testen van functionele requirements (onder andere business rules).  +
De belangrijkste functionarissen (stakeholders) voor de beveiligingsorganisatie zijn benoemd en de relaties tussen hen zijn met een organisatieschema inzichtelijk gemaakt.  +
De functionele eisen worden geanalyseerd en bepaald met verschillende invalshoeken (zoals stakeholders, business en wet- en regelgeving) en vastgelegd in een functioneel ontwerp.  +
Cloud-orkestratietechnologie functioneert met heterogene systemen en mogelijk wereldwijde cloud-implementatie (op verschillende geografische locaties en met verschillende Cloud Service Providers (CSP’s)).  +
Persoonsgegevens zijn fysiek beveiligd tegen diefstal en ongewenste toegang: # Als persoonsgegevens op fysieke wijze bestaan, zijn deze ook fysiek beschermd. # De wijze van verzameling van gegevens is niet privacygevoelig.  +
Fysieke servers die worden gebruikt om virtuele servers te hosten, worden beschermd tegen: * onbeheerde en ad hoc-inzet van virtuele servers (zonder juiste procedures aanvraag, creëren en schonen); * overbelasting van resources ((CPU), geheugen en harde schijf) door het stellen van een limiet voor het aanmaken van het aantal virtuele servers op een fysieke host server.  +
G
Om privacy en gegevensbeschermingsmaatregelen vooraf in het ontwerp mee te nemen, is een Privacy Impact Assessment (PIA) uitgevoerd.  +
De gangbare principes rondom ‘security by design’ zijn uitgangspunt voor het inrichten van servers.  +
De gangbare principes rondom ‘security by design’ zijn uitgangspunt voor het onderhouden van servers.  +
De gangbare principes rondom 'Security by design' zijn uitgangspunt voor de ontwikkeling van software en systemen.  +
Isolatie van Cloud Service Consumer (CSC)-gegevens wordt gegarandeerd door deze onder alle bedrijfsomstandigheden minimaal logisch te scheiden van de data van andere CSC’s.  +
Indien geautomatiseerde besluitvorming plaatsvindt, waarbij bijzondere categorieën persoonsgegevens worden gebruikt, dan zijn daarbij passende maatregelen ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene getroffen<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 22 lid 3</sup>.  +
Een betrokkene wordt niet onderworpen aan een geautomatiseerde individuele besluitvorming, tenzij het besluit<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 22 lid 1</sup>: #Noodzakelijk is voor de totstandkoming of de uitvoering van een overeenkomst tussen de betrokkene en een verwerkingsverantwoordelijke, of: #Is toegestaan bij de wet- en regelgeving die op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is en die ook voorziet in passende maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden en gerechtvaardigde belangen van de betrokkene, of: #Berust op de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene.  +
Indien geautomatiseerde besluitvorming plaatsvindt heeft de verwerkingsverantwoordelijke passende maatregelen getroffen ter bescherming van de rechten en vrijheden en gerechtvaardigde belangen van de betrokkene, waaronder ten minste het recht op menselijke tussenkomst van de verwerkingsverantwoordelijke, het recht om zijn standpunt kenbaar te maken en het recht om het besluit aan te vechten <sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 22 lid 2</sup>.<br> Indien de verwerkingsverantwoordelijke geen bestuursorgaan is, dan zijn passende maatregelen in ieder geval getroffen indien het recht op menselijke tussenkomst, het recht voor betrokkene om zijn standpunt kenbaar te maken en het recht om het besluit aan te vechten, zijn geborgd<sup class="noot">UAVG Art. 40</sup>.  +
Gebeurtenissen worden vastgelegd in auditlogs en worden, indien aanwezig, doorgegeven aan centrale systemen zoals Security Information and Event Management (SIEM).  +
Het softwarepakket maakt gebruik van veilige Application Programming Interfaces (API’s), die (automatisch) gebruikersdata scheiden van applicatiecode, waarmee injectie kwetsbaarheden zoals Structured Query Language (SQL) injection en Cross-Site Scripting (XSS) te voorkomen.  +
Het softwarepakket maakt tijdens verwerking gebruik van veilige API’s op basis waarvan additionele gegevens uit externe bronnen kunnen worden ingelezen en verwerkt.  +
Gebruik van de uitwijkfaciliteit(en) en het draaiboek worden periodiek op correctheid en doelmatigheid getest.  +
We gebruiken functies die los van elkaar kunnen werken en samenwerken via gestandaardiseerde diensten.  +
Het gebruik van programmacode uit externe programmabibliotheken mag pas worden gebruikt na getest te zijn.  +
Om de portabiliteit van de data te garanderen, maakt de CSP gebruik van beveiligde netwerkprotocollen voor de import en export van data waarmee de integriteit en vertrouwelijkheid wordt gegarandeerd.  +
Gebruikers worden met juiste functierollen (en autorisatieprofielen) geautoriseerd voor het gebruik van applicaties (need-to-know- en need-to-have-principes).  +
Gebruikers hebben toegang tot speciale toegangsrechten voor zover dat voor de uitoefening van hun taak noodzakelijk is (need-to-know en need-to-use).  +
Gebruikers kunnen alleen die informatie met specifiek belang inzien en verwerken die ze nodig hebben voor de uitoefening van hun taak.  +
Procedures zijn beschreven en verantwoordelijkheden benoemd voor de bescherming tegen malware.  +
Afnemers krijgen gerelateerde diensten gebundeld aangeboden.  +
Voorafgaand aan verwijdering of hergebruik van servers wordt gecontroleerd of de server opslagmedia bevat en of de informatie is vernietigd.  +
Voor bedieningsactiviteiten die samenhangen met informatieverwerking en communicatiefaciliteiten, zoals de procedures voor het starten en afsluiten van de computer, back-up, onderhoud van apparatuur, zijn gedocumenteerde procedures opgesteld.  +
Het aansluiten bij een goedgekeurde gedragscode of een goedgekeurde certificering kan worden gebruikt om aan te tonen dat de maatregelen passend zijn.  +
Voor het compliance-proces hebben de desbetreffende stakeholders de noodzakelijke eisen uit de verschillende bronnen samengevat en vastgelegd. Hierbij is aandacht geschonken aan: * wet- en regelgeving ([[AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming)|Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)]], [[Wet Computercriminaliteit III|wet Computercriminaliteit]], Encryptie e.d.) die invloed hebben op het ontwikkelen van applicaties; * het vertalen van de wet- en regelgeving en het overeengekomen informatiebeveiligingsbeleid, de architectuur en de standaarden tot concrete maatregelen binnen het ontwikkelproces; * het rapporteren van de evaluatie van compliance-checks op wet- en regelgeving en overeengekomen beleid, architectuur en standaarden die beschikbaar zijn gesteld aan het management; * het vastleggen van de verplichtingen voor security-compliance in een autorisatiematrix.  +
Informeer de afnemer over de dienst, zowel procesmatig als inhoudelijk.  +
De inzage doet geen afbreuk aan de rechten en vrijheden van anderen<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 14 lid 4</sup>.  +
Het gebruik van onveilig programmatechnieken is niet toegestaan.  +
Het softwarepakket accepteert geen extreem grote bestanden, die buffers of het werkgeheugen kunnen ‘overspoelen’ en daarmee een Denial-of-Service (DoS)-aanval kunnen veroorzaken.  +
De verantwoordelijke beschikt over gegevens ter identificatie van de betrokkene om hem zijn rechten te laten doen gelden. Deze gegevens worden niet behouden, verkregen of verwerkt als er geen doeleinden zijn (overeenkomstig [[ISOR:Doelbinding gegevensverwerking|PRIV_U.01: Doelbinding gegevensverwerking]]) om nog persoonsgegevens van betrokkene te verwerken<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 11</sup>. Als identificatie niet mogelijk is wordt de betrokkene daarvan indien mogelijk in kennis gesteld.  +
Op verzoek van de betrokkene worden de hem betreffende persoonsgegevens gewist wanneer een van de volgende gevallen van toepassing is<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 17 lid 1</sup>: #De persoonsgegevens zijn niet langer nodig voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of anderszins verwerkt; #De betrokkene trekt de toestemming waarop de verwerking berust in en er is geen andere rechtsgrond voor de verwerking; #De betrokkene maakt bezwaar tegen de verwerking en er zijn geen prevalerende dwingende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking. #De persoonsgegevens zijn onrechtmatig verwerkt; #De persoonsgegevens moeten worden gewist om te voldoen aan een in het wettelijke recht neergelegde wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust; #De persoonsgegevens van kinderen jonger dan 16 jaar zijn verzameld in verband met een aanbod van diensten van de informatiemaatschappij.  +
Gegevens worden conform vastgestelde beveiligingsklasse gevalideerd op plausibiliteit, volledigheid en bedrijfsgevoeligheid.  +
Softwarepakketten genereren alleen nieuwe sessies met een gebruikersauthenticatie.  +
Geprogrammeerde controles worden ondersteund.  +
Virtuele machine platforms voor Cloud Service Consumers (CSC’s) met speciale/verhoogde beveiligingsvereisten zijn gescheiden ingericht.  +
Er wordt inzicht gegeven in de complete verslaglegging van leveranciersaudits.  +
De Cloud Service Provider (CSP) heeft de informatiebeveiligingsorganisatie een formele positie binnen de gehele organisatie gegeven.  +
Aangetoond is dat, conform [[ISOR:Beveiligen van de verwerking van persoonsgegevens|PRIV_U.04: Beveiligen van de verwerking van persoonsgegevens]], passende technische en organisatorische maatregelen op een dusdanige manier worden verwerkt, dat een passende beveiliging ervan gewaarborgd is en dat zij onder meer beschermd zijn tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging (integriteit en vertrouwelijkheid).  +
<s>De verwerkingsverantwoordelijke informeert op verzoek van de betrokkene aan wie hij de mededeling van correctie heeft gedaan</s>.  +
De verwerkingsverantwoordelijke reageert schriftelijk of met andere middelen; indien passend met elektronische middelen. Als de betrokkene daarom verzoekt kan de informatie, op voorwaarde dat de identiteit van de betrokkene met andere middelen bewezen is, mondeling worden meegedeeld<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 12 lid 1</sup>.  +
De organisatie van het risicomanagementproces is goedgekeurd door managers van de Cloud Service Provider (CSP).  +
De handreiking: [https://www.cip-overheid.nl/productcategorie%C3%ABn-en-worshops/producten/secure-software/ Grip op Secure Software Development (SSD)] is uitgangspunt voor de ontwikkeling van software en systemen.  +
Het gebruiken van groepsaccounts is niet toegestaan, tenzij dit wordt gemotiveerd en vastgelegd door de proceseigenaar.  +
H
Handmatige interventie wordt niet toegepast, tenzij geautoriseerd en gedocumenteerd.  +
In geval van PKIoverheid-certificaten: hanteer de PKIoverheid-eisen ten aanzien van het sleutelbeheer. In overige situaties: hanteer de standaard ISO 11770 voor het beheer van cryptografische sleutels.  +
De Cloud Service Provider (CSP) hanteert een lijst van alle activa die kritisch zijn in termen van logging en monitoring en beoordeelt deze lijst regelmatig op correctheid.  +
Virtuele machine platforms zijn gehardend.  +
De verantwoordelijkheden van de Cloud Service Provider (CSP) zijn onder andere het: * ontwikkelen van het risicomanagementproces voor informatiebeveiliging dat toegespitst is op de omgeving van de CSP; * identificeren van analyses van de stakeholders; * definiëren van de rollen en verantwoordelijkheden van in- en externe partijen; * vaststellen van de vereiste relaties tussen de eigen organisatie en stakeholders en de relatie met de hoog niveau risicomanagementfunctie en met relevante projecten of activiteiten.  +
De Security Information and Event Management (SIEM) en/of Security Operation Centre (SOC) hebben heldere regels over wanneer een incident moet worden gerapporteerd aan het verantwoordelijk management.  +
Om de interoperabiliteit van cloud-services te garanderen, zijn gegevens beschikbaar conform erkende industrie-standaarden en gedocumenteerde invoer- en uitvoerinterfaces.  +
Er zijn gedocumenteerde standaarden en procedures om geavanceerde cyberaanvallen het hoofd te bieden.  +
Ga uit van overheidsbreed hergebruik van diensten, of onderdelen daarvan voordat je overgaat tot het kopen of het laten maken.  +
De data en clouddiensten worden in het geval van calamiteiten binnen de overeengekomen periode en maximale dataverlies hersteld en aan de Cloud Service Consumer (CSC) beschikbaar gesteld.  +
De data behorende bij het softwarepakket en de beoogde bedrijfsmatige bewerking van de gegevens kan worden hersteld binnen de overeengekomen maximale uitvalsduur.  +
Als er onverhoopt iets fout gaat, herstelt de overheid dat.  +
Het bedrijfscontinuïteitsmanagementsysteem (BCMS) is: * beschreven; * goedgekeurd door het management; * toegekend aan een verantwoordelijke functionaris. Het behandeld onder andere: planning, uitvoering van de scope, rapporteren en bespreken van verbetervoorstellen.  +
Het functioneel ontwerp wordt gereviewd, waarna verbeteringen en of aanvullingen op het functioneel ontwerp plaatsvinden.  +
Het al dan niet uitvoeren van patches voor programmacode is geregistreerd.  +
Periodiek worden het applicatieontwikkelingsproces, de testcycli en de kwaliteit van de programmacode beoordeeld conform de opgestelde richtlijn.  +
Het architectuurdocument wordt actief onderhouden.  +
Het autorisatiebeheer is procesmatig ingericht (zoals: aanvragen, toekennen, controleren, implementeren, intrekken/beëindigen en periodiek beoordelen).  +
Het beheer van technische kwetsbaarheden in de code uit externe bibliotheken omvat minimaal een risicoanalyse van de kwetsbaarheden en eventueel penetratietests en patching.  +
Wanneer een Functionaris voor de Gegevensbescherming is aangewezen, wint de verwerkingsverantwoordelijke bij het uitvoeren van een DPIA diens advies in.  +
Ten minste wanneer sprake is van een verandering van het risico dat de verwerkingen inhoudt, verricht de verwerkingsverantwoordelijke een toetsing om te beoordelen of de gewijzigde verwerking overeenkomstig de gegevensbeschermingseffect beoordeling (DPIA) wordt uitgevoerd<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 35 lid 11.</sup>.  +
Wanneer waarschijnlijk een hoog risico voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen bestaat, in het bijzonder wanneer gelet op de aard, de omvang, de context en de doeleinden nieuwe technologieën worden gebruik, wordt voorafgaand aan de verwerking een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (DPIA) uitgevoerd <sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] art. 35 lid 1</sup>.  +
Wanneer uit een DPIA blijkt dat de verwerking een hoog risico kan opleveren (als de verwerkingsverantwoordelijke geen maatregelen neemt om het risico te beperken), dan raadpleegt de verwerkingsverantwoordelijke voorafgaand aan de verwerking de AP hierover<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 36.</sup>.  +
Het beoordelen van overtredingen wordt geautomatiseerd uitgevoerd bijvoorbeeld met SIEM of functioneel gelijkwaardige systemen en beoordeeld door deskundigen.  +
Het beoordelen vindt plaats met een formeel proces, zoals: planning, uitvoering van scope, rapporteren en bespreken van verbetervoorstellen.  +
De projectorganisatie beschikt over een quality assurance-methodiek voor de ontwikkelde softwareproducten en ziet toe op de naleving van deze methodiek.  +
Een continuïteitsplan is opgesteld, met daarin activiteiten, rollen en verantwoordelijkheden, uit te voeren validaties, escalatiepaden en signaleringsrapportage over continuïteit.  +
Het cryptografiebeleid stelt eisen aan: * wie verantwoordelijk is voor de implementatie en het sleutelbeheer; * het bewaren van geheime authenticatie-informatie tijdens verwerking, transport en opslag; * de wijze waarop de normen van het [[Forum Standaardisatie]] worden toegepast.  +
Severs zijn voorzien van (actuele) software die malware opspoort en daartegen beschermt.  +
Alle medewerkers dragen zichtbaar een identificatiemiddel en informeren beveiligingspersoneel als zij in de niet publieke ruimten personen zonder begeleiding en zonder zichtbaar identificatiemiddel tegenkomen.  +
Het eigenaarschap van toegangsbeveiligingssystemen is toegekend aan specifieke functionarissen (bijvoorbeeld Business managers).  +
Het eigenaarschap van een huisvesting informatievoorzieningen (IV)-bedrijfsmiddel wordt toegekend bij het ontstaan en of bij de verwerving van het middel.  +
De eisen en specificaties voor huisvesting informatievoorzieningen (IV) zijn onderdeel van het eisenpakket dat is opgesteld bij de verwerving van de voorzieningen.  +
De projectorganisatie beschikt over een kwaliteitshandboek waarin procedures zijn opgenomen voor het toepassen van quality assurance- en quality control-methodiek en reviewrichtlijnen voor de ontwikkelde producten.  +
Het kwetsbaarhedenbeheerproces wordt uitgevoerd voor: * de identificatie van bekende technische kwetsbaarheden; * een hoog-over-inzicht in de kwetsbaarheden in de technische infrastructuur van de organisatie; * de relevantie, gericht op de mate waarin het serverplatform en de servers kunnen worden blootgesteld aan bedreigingen; * het prioriteit geven aan herstel van onderkende kwetsbaarheden.  +
Het kwetsbaarhedenbeheerproces wordt regelmatig gemonitord en geëvalueerd.  +
Alle gescheiden groepen hebben een gedefinieerd beveiligingsniveau.  +
Het onderhoud van servers wordt uitgevoerd met richtlijnen die invulling geven aan de volgende eisen: * Onderhoud wordt uitgevoerd volgens de door de leverancier aanbevolen intervallen voor servicebeurten. * Alleen bevoegd onderhoudspersoneel voert reparaties en onderhoudsbeurten uit. * Van alle vermeende en daadwerkelijke fouten en van al het preventieve en correctieve onderhoud wordt een registratie bijgehouden. * Voor onderhoud vanuit interne of externe locaties worden passende maatregelen getroffen. * Voordat servers na onderhoud weer in bedrijf worden gesteld, vindt een inspectie plaats om te waarborgen dat niet is geknoeid met de server en dat deze nog steeds of weer goed functioneert.  +
Het ontwerp is mede gebaseerd op een beveiligingsarchitectuur, waarin aandacht is besteed aan: performance, capaciteit, continuïteit, schaalbaarheid, connectiviteit en comptabiliteit.  +
Het ontwerp van elk serverplatform en elke server is gedocumenteerd, waarbij onder andere beschreven is: * dat in het ontwerp rekening is gehouden met de principes van de beveiligingsarchitectuur en beveiligingsvereisten; * dat in het ontwerp rekening is gehouden met de risico’s van voorzienbare ontwikkelingen in het gebruik van IT door de organisatie.  +
Het ontwerpen van applicaties is gebaseerd op eisen voor verschillende typen informatie, zoals: * gebruikers-, beveiligings- en kwaliteitseisen; * business-vereisten (onder andere nut, noodzaak en kosten); * eisen die voortvloeien uit risico-assessments, dreigingsanalyse en prioritering ervan en technische beveiligingsreviews (en de prioritering daarvan); * eisen die voortvloeien uit de Business Impact Analyse (BIA) en Privacy Impact Assessment (PIA).  +
Het op afstand onderhouden van servers wordt strikt beheerd door: * het verifiëren van de bron van de verbinding op afstand; * het bepalen van de toestemming voordat toegang wordt verleend voor de connectiviteit; * het beperken van het aantal gelijktijdige externe verbindingen; * het bewaken van activiteiten gedurende de gehele duur van de verbinding; * het uitschakelen van de verbinding zodra de geautoriseerde activiteit voltooid is.  +
Het organisatieschema toont de rollen/functionarissen binnen de huisvesting Informatievoorzieningen (IV)-organisatie.  +
Het principe van least-privilege wordt toegepast.  +
Het serverplatform is zodanig ingericht, dat dit op afstand kan worden geconfigureerd en beheerd en dat automatisch kan worden gecontroleerd of vooraf gedefinieerde parameters en drempelwaarden worden aangetast of overschreden.  +
Het ontwikkelen van een applicatie wordt projectmatig aangepakt. Hierbij wordt onder andere aandacht besteed aan: * het melden van de start van het project bij de verantwoordelijke voor de beveiligingsfunctie; * het gebruik van een classificatiemodel; * het toepassen van een assessment voor beschikbaarheid, integriteit, vertrouwelijkheid en controleerbaarheid; * het creëren van een risicoregister; * het registreren van belangrijke details in een bedrijfsapplicatieregister.  +
De functionarissen binnen de beveiligingsfunctie moeten periodiek het toegangsbeveiligingssysteem (laten) evalueren inclusief de implicatie van business initiatieven voor het toegangsbeveiligingssysteem.  +
Het toekennen van rechten om software te installeren vindt plaats met ‘least privilege’.  +
In het beveiligingsbeleid is geborgd dat het invoeren en afvoeren van bedrijfsmiddelen met een vaste procedure plaatsvindt. Onderdeel van deze procedure is een formeel toestemmingstraject.  +
Het toewijzen van speciale toegangsrechten vindt plaats door een risicoafweging en met richtlijnen en procedures.  +
Het tool beschikt over faciliteiten voor de koppelingen met externe bronnen.  +
Het tool beschikt over faciliteiten voor versie- en releasebeheer.  +
Het tool ondersteunt alle fasen van het ontwikkelproces voor het documenteren van analyses, specificaties, programmatuur, testen en rapportages.  +
Het uitvoeren van onopzettelijke mutaties wordt tegengegaan.  +
Verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of archivering vindt alleen plaats, als passende technische en organisatorische maatregelen zijn getroffen om de rechten en vrijheden van de betrokkene te beschermen door<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 5 lid 1e</sup>: *Minimale gegevensverwerking te garanderen; *Ervoor te zorgen dat de betrokkene niet meer geïdentificeerd kan worden, bijvoorbeeld door middel van pseudonimisering of anonimisering.  +
Het verwijderen van apparatuur vindt plaats met vastgestelde procedurestappen: * Inleveren, Bij beëindiging van het gebruik of bij een defect worden apparaten en informatiedragers bij de beheersorganisatie ingeleverd. * Verwijderen, De beheerorganisatie zorgt voor een verantwoorde verwijdering van data, zodat geen data meer op het apparaat aanwezig of toegankelijk is. * Vernietigen, Als verwijdering niet mogelijk is, wordt de data vernietigd. * Afvoeren, De beheerorganisatie zorgt voor een verantwoorde afvoer. Het afvoeren of vernietigen wordt per bedrijfseenheid geregistreerd.  +
Hypervisors worden geconfigureerd om: * virtuele servers onderling (logisch) te scheiden met vertrouwelijkheidseisen en om te voorkomen dat informatie wordt uitgewisseld tussen discrete omgevingen; * de communicatie tussen virtuele servers te coderen; * de toegang te beperken tot een beperkt aantal geautoriseerde personen; * de rollen van hypervisoradministrators te scheiden.  +
I
De huisvesting Informatievoorzieningen (IV)-organisatie identificeert de bedrijfsmiddelen, die voor huisvesting IV relevant zijn in de levenscyclus van informatie en documenteert het belang daarvan, waarbij: * de levenscyclus van informatie (aanmaak, verwerking, opslag, overdracht, verwijdering en vernietiging) omvat; * de documentatie onderhouden wordt in speciale of bestaande inventarislijsten indien van toepassing.  +
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke geen gevolg geeft aan het verzoek van de betrokkene, deelt hij deze laatste onverwijld en uiterlijk binnen één maand na ontvangst van het verzoek mee waarom het verzoek zonder gevolg is gebleven en informeert hij hem over de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de AP en beroep bij de rechter in te stellen<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 11 en 12; zie ook AVG overweging 57</sup>.  +
Medewerkers en gebruikers van externe partijen, die bevoegd zijn om toe te staan dat bedrijfsmiddelen van de locatie worden meegenomen, worden geïdentificeerd.  +
De voor de Cloud Service Consumer (CSC) van toepassing zijnde vereisten die voortvloeien uit wet- en regelgeving zijn geïdentificeerd, vooral waar het gaat om geografische gedistribueerde verwerkingen, opslag en communicatie waarvoor verschillende wetgeving bestaat, zoals maatregelen die voortvloeien uit de [[AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming)|Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)]].  +
Met taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn verenigbare taken en autorisaties geïdentificeerd.  +
Een formeel beleid wordt toegepast waarin het ongeautoriseerde gebruik van software is verboden.  +
Zonder toezicht wordt niet gewerkt in beveiligde gebieden. Dit is zowel om veiligheidsredenen als om geen gelegenheid te bieden voor kwaadaardige activiteiten.  +
In de bedieningsprocedures zijn de bedieningsvoorschriften opgenomen, onder andere voor: * de installatie en configuratie van systemen; * de verwerking en behandeling van informatie, zowel geautomatiseerd als handmatig; * de back-up; * de eisen voor de planning, met inbegrip van onderlinge verbondenheid met andere systemen; * de voorschriften voor de afhandeling van fouten of andere uitzonderlijke omstandigheden die tijdens de uitvoering van de taak kunnen optreden, waaronder beperkingen van het gebruik van systeemhulpmiddelen; * de ondersteunings- en escalatiecontacten, waaronder externe ondersteuningscontacten door onverwachte bedienings- of technische moeilijkheden; * het beheer van audit- en systeemlogbestandinformatie; * de procedures voor het monitoren van activiteiten.  +
De functionaliteiten worden na integratie van de ontwikkelde software (nogmaals) specifiek vanuit beveiligingsoptiek getest in de infrastructuur.  +
In de organisatiestructuur voor het netwerkbeheer zijn onder andere de volgende beheersingsprocessen benoemd: configuratie-, performance-, fault- en beveiligingsbeheer (security management).  +
In de overeenkomst behoren alle betrokken partijen expliciet genoemd te zijn.  +
In het architectuurdocument is vastgelegd welke uitgangspunten, principes, beveiligingsvoorschriften, eisen en overwegingen gelden voor het inrichten van serverplatforms.  +
In het cryptografiebeleid zijn minimaal de volgende onderwerpen uitgewerkt: * Wanneer cryptografie ingezet wordt. * Wie verantwoordelijk is voor de implementatie. * Wie verantwoordelijk is voor het sleutelbeheer. * Welke normen als basis dienen voor cryptografie en de wijze waarop de normen van het [[Forum Standaardisatie]] worden toegepast. * De wijze waarop het beschermingsniveau wordt vastgesteld. * Bij communicatie tussen organisaties wordt het beleid onderling vastgesteld  +
Een verwerker informeert de verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging, zodra hij kennis heeft genomen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens.  +
Wanneer persoonsgegevens bij de betrokkene worden verzameld, ontvangt de betrokkene de volgende informatie<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 13</sup>: #De identiteit en contactgegevens van de verantwoordelijke en, in voorkomend geval, zijn of haar vertegenwoordiger; #In voorkomend geval de contactgegevens van de Functionaris voor gegevensbescherming; #De verwerkingsdoeleinden en ook de rechtsgrond van de gegevensverwerking; #De gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde indien de verwerking noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 6.1f</sup>; #In voorkomend geval de ontvangers of categorieën van ontvangers van persoonsgegevens; #In voorkomend geval dat de verwerkingsverantwoordelijke het voornemen heeft de persoonsgegevens door te geven aan een derde land of internationale organisatie of een adequaatheidsbesluit van de commissie bestaat, welke de passende waarborgen zijn en hoe deze kunnen worden ingezien; #De periode dat de gegevens worden opgeslagen of de criteria ter bepaling van die termijn; #Dat de betrokkene recht heeft op inzage, rectificatie of wissing of beperking van de hem betreffende verwerking en het recht heeft bezwaar tegen de verwerking te maken en dat de betrokkene het recht heeft op gegevensoverdraagbaarheid; #Dat de betrokkene zijn toestemming te allen tijde kan intrekken (voor zover de verwerking is gebaseerd op de rechtsgrond toestemming); #Dat de betrokkene een klacht mag indienen bij de AP; #Of de verstrekking een wettelijke of contractuele verplichting is dan wel een noodzakelijke voorwaarde om een overeenkomst te sluiten; #Of de betrokkene verplicht is de gegevens te verstrekken en wat de mogelijke gevolgen zijn als deze de gegevens niet verstrekt; #Of geautomatiseerde besluitvorming en/of profilering bestaat en in die gevallen nuttige informatie over de onderliggende logica alsmede het belang en de verwachte gevolgen voor de betrokkene; #Informatie over het andere doel, wanneer een verwerking gaat plaatsvinden voor een ander doel dan waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld.  
Wanneer persoonsgegevens bij een ander dan de betrokkene worden verzameld, ontvangt de betrokkene de volgende informatie<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 7</sup>: #De identiteit en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en in voorkomend geval van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke; #In voorkomend geval de contactgegevens van de Functionaris voor gegevensbescherming; #De verwerkingsdoeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn bestemd en de rechtsgrond voor de verwerking; #De betrokken categorieën persoonsgegevens; #In voorkomend geval de ontvangers of categorieën van ontvangers van de persoonsgegevens; #Als persoonsgegevens aan een ontvanger in een derde land of aan een internationale organisatie wordt doorgegeven, wordt informatie gegeven over hoe een kopie kan worden verkregen over de waarborgen of voorschriften of waar ze kunnen worden geraadpleegd; #De periode gedurende welke de persoonsgegevens zullen worden opgeslagen of indien dat niet mogelijk is de criteria om die termijn te bepalen; #Indien van toepassing de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde; #Dat de betrokkene het recht heeft de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken om inzage, en rectificatie of wissing van persoonsgegevens of om beperking van de hem betreffende verwerking, alsmede het recht tegen verwerking bezwaar te maken en het recht op gegevensoverdraagbaarheid; #Wanneer verwerking is gebaseerd is op toestemming van betrokkene, heeft de betrokkene het recht de toestemming te allen tijde in te trekken. Dit doet geen afbreuk aan de rechtmatigheid van de verwerking op basis van de toestemming van vóór de intrekking; #Dat de betrokkene het recht heeft een klacht in te dienen bij een AP; #De bron waar de persoonsgegevens vandaan komen en in voorkomend geval of zij afkomstig zijn van openbare bronnen; #Het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming (inclusief profilering) inclusief de informatie over de onderliggende logica en het belang en de verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene.  
De betrokkene krijgt op verzoek uitsluitsel over het al dan niet verwerken van hem betreffende persoonsgegevens.  +
De informatie in alle informatiesystemen is door middel van een expliciete risicoafweging geclassificeerd, zodat duidelijk is welke bescherming nodig is.  +
De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt de betrokkene onverwijld en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het correctieverzoek informatie over het gevolg dat aan het verzoek is gegeven. Afhankelijk van de complexiteit van de verzoeken en van het aantal verzoeken kan die termijn indien nodig met nog eens twee maanden worden verlengd. De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen één maand na ontvangst van het verzoek in kennis van een dergelijke verlenging.  +
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke geen gevolg geeft aan het verzoek van de betrokkene, deelt hij deze laatste onverwijld en uiterlijk binnen één maand na ontvangst van het verzoek mee waarom het verzoek zonder gevolg is gebleven en informeert hij hem over de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de AP en beroep bij de rechter in te stellen<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 12 lid 4</sup>.  +
Informatie over de niet van betrokkene verkregen persoonsgegevens wordt binnen een redelijke termijn, maar uiterlijk binnen één maand na de verkrijging van de persoonsgegevens aan betrokkene verstrekt<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 14 lid 3</sup>.  +
Informatie over autorisatie(s) wordt vastgelegd.  +
De informatie is schriftelijk of met andere middelen en als dit passend is met inbegrip van elektronische middelen verstrekt.  +
Voor een doeltreffende kwetsbaarhedenanalyse van serverplatforms en servers is informatie aanwezig over beschikbaarheid van: * (onderlinge) afhankelijkheden; * software ten aanzien van versienummers en toepassingsstatus; * verantwoordelijken voor de software.  +
Informatiebeveiligingseisen zijn al in de ontwerpfase afgeleid uit: * beleidsregels en wet- en regelgeving; * context- en kwetsbaarheidsanalyse van de te ondersteunen bedrijfsprocessen; * afspraken met en afhankelijkheden van ketenpartijen.  +
De controlelijst voor een veilige inrichting van netwerk(diensten) is samengesteld vanuit: * een actueel beveiligingsbeleid; * gerelateerde security operation-documentatie; * specifieke beveiligingsarchitectuur voor netwerk en communicatie(diensten); * het beleid voor toegang tot security gateway services; * bedrijfscontinuïteitsplannen; * relevante beveiligingscondities voor netwerkverbindingen.  +
Het verzoek om toestemming wordt in een begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm opgesteld, in duidelijke en eenvoudige taal zodanig dat precies duidelijk is waarvoor betrokkene toestemming geeft en zodanig dat een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt van andere aangelegenheden waarvoor eventueel ook toestemming wordt gevraagd<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 7 lid 2</sup>.  +
Informatieverwerkende faciliteiten die worden beheerd door de organisatie zijn fysiek of logisch gescheiden van informatieverwerkende faciliteiten die door externe partijen worden beheerd.  +
Maak bij de dienst gebruik van gegevens die afkomstig zijn uit een bronregistratie.  +
De verplichting tot het verstrekken van informatie geldt niet, indien: #De betrokkene reeds over de informatie beschikt; #Het verstrekken van die informatie onmogelijk blijkt of onevenredig veel inspanning zou vergen; #De verwezenlijking van de doeleinden van de verwerking onmogelijk dreigt te worden of ernstig in het gedrang dreigt te brengen; in dergelijke gevallen neemt de verwerkingsverantwoordelijke passende maatregelen om de rechten, de vrijheden en de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene te beschermen, waaronder het openbaar maken van de informatie; #Het verkrijgen of verstrekken van de gegevens uitdrukkelijk wettelijk is voorgeschreven en dat recht voorziet in passende maatregelen om de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene te beschermen, of: #De persoonsgegevens vertrouwelijk moeten blijven uit hoofde van een beroepsgeheim, waaronder een statutaire geheimhoudingsplicht; #Wanneer de verwerking berust op een wettelijke bepaling, waarbij een specifieke uitzondering geldt; #Het de verwerking betreft van persoonsgegevens die deel uitmaken van archiefbescheiden en die op grond van de Archiefwet niet voor vernietiging in aanmerking komen en zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.<sup class="noot"> Zie Mvt UAVG, toelichting bij art. 41</sup>.  +
De Cloud Service Provider (CSP) informeert de Cloud Service Consumer (CSC) welke wet- en regelgeving van toepassing is op clouddiensten.  +
Het Europees Parlement en de Raad schrijven met INSPIRE richtlijn 2007/2/EG de lidstaten voor hoe de nationale geo-informatie infrastructuur dient te worden ingevuld. De richtlijn beschrijft 34 thema’s waarvoor elk land geo-informatie beschikbaar moet stellen. Daarbij worden er niet alleen eisen gesteld aan de interoperabiliteit van de gegevens, maar ook aan de wijze waarop ze beschikbaar moeten worden gesteld.  +
Binnen het softwarepakket zijn beveiligingsmechanismen ingebouwd om bij import van gegevens, zogenaamde ‘ingesloten’ aanvallen te detecteren.  +
Het beveiligingsbeleid geeft onder andere inzicht in: * inrichtings-, onderhouds- en beheervoorschriften (procedureel en technisch); * specifieke beveiligings- en architectuurvoorschriften; * afhankelijkheden tussen servers binnen de infrastructuur.  +
Het register van de verwerkingsverantwoordelijke met de verwerkingsactiviteiten bevat alle volgende gegevens<sup class="noot">[[Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)|AVG]] Art. 30 lid 1</sup>: # De naam en de contactgegevens van: ## De verwerkingsverantwoordelijke en eventuele gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken, en: ## In voorkomend geval: ### Van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke, en: ### Van de Functionaris voor Gegevensbescherming; # De verwerkingsdoeleinden; # Een beschrijving van de categorieën van betrokkenen; # Een beschrijving van de categorieën persoonsgegevens; # De categorieën van ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn of zullen worden verstrekt; # Bij doorgiften aan een derde land of een internationale organisatie: ## De doorgifte van verstrekte persoonsgegevens; ## De vermelding van dat derde land of die internationale organisatie; ## De documenten inzake de passende waarborgen; # De beoogde termijnen waarbinnen de verschillende categorieën van gegevens moeten worden gewist (indien mogelijk); # Een algemene beschrijving van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen (indien mogelijk).  +
Inkomende en uitgaande zendingen worden, voor zover mogelijk, fysiek gescheiden.  +
Inkomende materialen worden bij binnenkomst op de locatie geregistreerd volgens de procedures voor bedrijfsmiddelenbeheer.  +
Inkomende materialen worden gecontroleerd op mogelijke aanwijzingen voor vervalsing tijden het transport. Bij ontdekte vervalsing wordt dit direct aan het beveiligingspersoneel gemeld.  +
Voor de governance van de clouddienstverlening aan de Cloud Service Consumer (CSC) heeft de Cloud Service Provider (CSP) een compliance-proces ingericht, waarmee continue compliance op wet- en regelgeving en het overeengekomen cloud-beveiligingsbeleid vorm wordt gegeven.  +
De infrastructuur wordt ingericht met betrouwbare hardware- en softwarecomponenten.  +
Als de kans op misbruik en de verwachte schade beiden hoog zijn ([[NCSC (Nationaal Cyber Security Centrum)|NCSC (Nationaal Cyber Security Centrum)]] classificatie kwetsbaarheidswaarschuwingen), worden patches zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen een week geïnstalleerd. In de tussentijd worden op basis van een expliciete risicoafweging mitigerende maatregelen getroffen.  +
Actualisaties/patches voor kwetsbaarheden waarvan de kans op misbruik en ontstane schade hoog is, worden zo snel mogelijk geïnstalleerd.  +
Bij het ontwikkelen van code installeert de ontwikkelaar, tenzij risicoanalyses anders uitwijzen, alle noodzakelijke patches en fixes die door fabrikanten beschikbaar worden gesteld.  +
De Cloud Service Provider (CSP) heeft Intrusion Detection Prevention (IDP) en Intrusion Detection System (IDS) geïntegreerd in een allesomvattend Security Information and Event Management (SIEM), zodat beveiligingsgebeurtenissen en onbekende apparatuur vanuit de benodigde technische maatregelen worden opgemerkt en correctieve maatregelen kunnen worden genomen.  +
De eigenaar van het bedrijfsmiddel zorgt ervoor dat: * bedrijfsmiddelen geïnventariseerd worden; * bedrijfsmiddelen passend worden geclassificeerd; * toegangsbeperkingen en classificatie van belangrijke bedrijfsmiddelen worden gedefinieerd, en periodiek beoordeeld; * bedrijfsmiddelen met juiste procedures worden verwijderd of vernietigd.  +
Beschreven is hoe gewaarborgd wordt hoe verantwoordelijken, conform [[ISOR:Intern toezicht|PRIV_C.01: Intern toezicht]], aantonen dat - gedurende en na de verwerking - de verwerking ten aanzien van de betrokkene behoorlijk is en hoe dit door middel van het bijhouden van een register, conform [[ISOR:Register van verwerkingsactiviteiten|PRIV_U.02: Register van verwerkingsactiviteiten]], en een dossier kan worden aangetoond.  +
Beschreven is hoe gewaarborgd wordt dat, conform[[ISOR:Doorgifte persoonsgegevens|PRIV_U.07: Doorgifte persoonsgegevens]], persoonsgegevens slechts worden doorgegeven wanneer formeel afdoende garanties zijn vastgelegd, zodat aangetoond kan worden dat ook bij de doorgifte aan de AVG wordt voldaan en dat aangegeven kan worden wat in verwerkersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten moet worden vastgelegd.  +
Beschreven is hoe gewaarborgd wordt dat, conform [[ISOR:Meldplicht Datalekken|PRIV_C.03: Meldplicht Datalekken]], bij een inbreuk in verband met persoonsgegevens (datalek of 'personal data breach') de betrokkenen en de AP worden geïnformeerd als deze inbreuk waarschijnlijk een risico inhoudt voor de rechten en/of vrijheden van natuurlijke personen.  +